Resolutie over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de Europese Unie en Latijns- Amerika - de huidige situatie en de vooruitzichten voor nauwere samenwerking 1996-2000 (COM(95)0495 C4-0489/95)
Resolutie over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de Europese Unie en Latijns- Amerika - de huidige situatie en de vooruitzichten voor nauwere samenwerking 1996-2000 (COM(95)0495 C4-0489/95)
Resolutie over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de Europese Unie en Latijns- Amerika - de huidige situatie en de vooruitzichten voor nauwere samenwerking 1996-2000 (COM(95)0495 C4-0489/95)
Publicatieblad Nr. C 033 van 03/02/1997 blz. 0086
A4-0416/96
Resolutie over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de Europese Unie en Latijns-Amerika - de huidige situatie en de vooruitzichten voor nauwere samenwerking 1996-2000 (COM(95)0495 - C4-0489/95)
Het Europees Parlement,
- gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement (COM(95)0495 - C4-0489/95),
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 22 april 1994 over de economische en handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika ((PB C 128 van 9.5.1994, blz. 443.)),
- gezien de conclusies van de Europese Raad (Madrid, 15 en 16 december 1995) voor de algemene beleidskeuzen voor de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika, die uitdrukkelijk stellen dat economische ontwikkeling vergezeld moet gaan van sociale vooruitgang,
- gezien het verslag van zijn Commissie buitenlandse zaken, veiligheid en defensiebeleid en de adviezen van de Commissie externe economische betrekkingen, de Commissie ontwikkelingssamenwerking, de Commissie onderzoek, technologische ontwikkeling en energie en de Commissie vervoer en toerisme (A4-0416/96),
A. overwegende dat de Europese Unie een algemene en samenhangende benadering voor Latijns-Amerika moet ontwikkelen, die toch ruimte laat voor intensiever relaties met bepaalde landen en subregio's om de diversiteit te weerspiegelen die op het continent aanwezig is en dat Latijns-Amerika voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie mogelijkheden biedt die tot dusver onvoldoende zijn benut,
B. overwegende dat de Europese Unie in het kader van haar betrekkingen met Latijns-Amerika en met name in de context van de crisis in Midden-Amerika (Dialoog van San José) in belangrijke mate bijdraagt tot de handhaving van de vrede en de versterking van de internationale veiligheid,
C. overwegende dat de reeds bestaande democratische clausules in internationale verdragen dienen te worden uitgebreid, met duidelijke aandacht voor het vraagstuk van straffeloosheid, en dat zij daadwerkelijk en op dezelfde wijze van toepassing moeten zijn op alle geografische streken, en dus ook op de landen van Latijns-Amerika,
D. overwegende dat de vorderingen in de richting van versterking van de democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en economische hervormingen in Latijns-Amerika de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika vergemakkelijken en de politieke en economische stabiliteit alsmede de sociale gelijkheid op het gehele continent ten goede komen,
E. niettemin ongerust dat ondanks die mogelijkheden, en de belangrijke rol die de Europese Unie als partner in de ontwikkelingssamenwerking met Latijns- Amerika speelt, de Europese Unie in economische en politieke activiteiten en investeringen opzij dreigt te worden gedrukt door de Verenigde Staten,
F. overwegende dat de Europese Unie in haar betrekkingen met Latijns-Amerika onvoldoende gebruik gemaakt heeft van de instrumenten van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid,
G. overwegende dat de huidige scheve verhouding tussen de ministeriële en interparlementaire kant van de politieke dialoog tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika rechtgetrokken moet worden en dat de samenleving van burgers meer mogelijkheden moet krijgen om deel te nemen aan de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika in het algemeen en de politieke dialoog in het bijzonder,
H. overwegende dat de toenemende onderlinge afhankelijkheid van de wereldeconomie en het opduiken van politieke, sociale en ecologische problemen betekenen dat de Europese Unie een grotere rol dient te spelen met betrekking tot de ontwikkelingen op het Latijnsamerikaanse continent,
I. overwegende dat een aantal problemen en uitdagingen van de ontwikkelingen in Latijns-Amerika de nodige aandacht van de Europese Unie verdienen, zoals:
- de integratiepogingen die op het continent aan de gang zijn;
- de hoge sociale kosten van het economisch hervormingsproces, waarbij ruime segmenten van de samenleving in armoede vervallen en de ongelijke verdeling van inkomens en rijkdom nog veel erger wordt;
- de bedreigingen waarmee de Latijnsamerikaanse democratische staten geconfronteerd worden door staatshuishoudingen die afhankelijk zijn van drugs, corruptie, de toenemende criminaliteit en armoede;
- de milieubescherming,
- het vraagstuk van de buitenlandse schuld van de Latijnsamerikaanse landen,
- het vraagstuk van de straffeloosheid en de instandhouding van militaire strafrechtbanken met ruime volmachten,
J. overwegende dat het Latijnsamerikaanse model voor economische groei ook moet inhouden dat een zo groot mogelijke sociale gelijkheid en een zo groot mogelijk sociaal evenwicht worden nagestreefd; dat verdere democratisering ondenkbaar is zonder de uitbanning van armoede en sociale uitsluiting, zonder de instelling van doeltreffende participatiemechanismen en zonder de correcte verdeling van de rijkdommen; dat een beter systeem van belastinginning in Latijns-Amerika de Latijnsamerikaanse landen de mogelijkheid zou geven om zelf ruimere inspanningen voor sociale maatregelen te leveren,
K. overwegende dat de Europese Unie en de Verenigde Staten er beter aan zouden doen hun belangen meer te cooerdineren en dat Latijns-Amerika derhalve in de transatlantische dialoog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten meer aandacht verdient,
L. overwegende dat de positieve gevolgen van het in Latijns-Amerika gevoerde zuinigheidsbeleid er mee toe moeten leiden dat een halt wordt toegeroepen aan de sociale ongelijkheid en de nog wijdverbreide armoede die aanleiding kunnen geven tot serieuze sociale conflicten,
M. overwegende dat sinds het Verdrag betreffende de Europese Unie de defensie- en veiligheidsaspecten van de relatie tussen de Europese Unie en Latijns- Amerika niet langer genegeerd mogen worden,
N. overwegende dat de Europese Unie een actieve rol in Latijns-Amerika moet spelen om het continent het hoofd te helpen bieden aan al die uitdagingen en zijn eigen belangen te helpen veilig stellen,
1. verheugt zich over de mededeling van de Commissie, die de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika een nieuwe impuls geeft door een nauwer partnerschap in politiek, handel en samenwerking na te streven;
2. onderschrijft de analyse van de Commissie, maar beschouwt haar voorstellen als vaag en weinig vernieuwend; vraagt de Commissie dan ook om een beleidsprogramma met concretere voorstellen op te stellen;
Wat betreft het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de politieke dialoog
3. meent dat het in de mededeling ontbreekt aan de ambitie om een algemene, samenhangende en specifieke benadering op basis van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te ontwikkelen; herinnert eraan dat het EU- Verdrag van de Europese Unie verlangt dat ze haar identiteit op internationaal niveau bevestigt en wenst dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika een specifiek en exclusief karakter hebben, zonder dat ze aan die met andere geografische gebieden worden gekoppeld;
4. dringt er bij de Commissie en de Raad op aan een concreet en gedetailleerd alomvattend actieplan voor het GBVB ten aanzien van Latijns-Amerika in te dienen en er de benodigde begrotingskredieten voor op te voeren;
5. vraagt de Commissie en de Raad om Latijns-Amerika aan te wijzen als een geografisch gebied dat voor de Europese Unie van groot belang is, en om in de betrekkingen met Latijns-Amerika meer gebruik te maken van de instrumenten die voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid beschikbaar zijn,
6. beveelt de Raad aan een gezamenlijk en gemeenschappelijk optreden volgens artikel J.7 van het EU-Verdrag in overweging te nemen om de vrede, democratie en eerbiediging van de rechten van de mens in Latijns-Amerika te stimuleren, met dien verstande dat het Europees Parlement hierover telkens vooraf wordt geraadpleegd;
7. verzoekt de lid-staten van de Europese Unie verder werk te maken van een beleid ter bevordering van investeringen door de overheid en particulieren in Latijns-Amerika en aldus de noodzakelijke samenwerking op industrieel gebied en de overdracht van technologie via kleine en middelgrote ondernemingen of joint-ventures te blijven stimuleren;
8. wenst uitdrukkelijk dat in het kader van het GBVB ten aanzien van Latijns- Amerika een onafhankelijker koers wordt gevaren en is er voorstander van dat de betrekkingen met deze regio uitmonden in een daadwerkelijke "transatlantische dialoog" tussen beide regio's die alle door de Unie ontplooide activiteiten omvat, teneinde ervoor te zorgen dat de belangen van Latijns-Amerika in de nieuwe internationale (economische) orde de nodige aandacht krijgen en dat zijn rol sterker wordt geaccentueerd;
9. verzoekt de landen van Latijns-Amerika en de instellingen van de EU zich te beraden over de mogelijkheid een transatlantische dialoog tussen Latijns- Amerika en de EU in te stellen die wordt gemodelleerd op, maar niet identiek hoeft te zijn aan de reeds bestaande transatlantische dialoog tussen de EU en de Verenigde Staten en die tussen de EU en Canada;
10. stelt voor dat naar het voorbeeld van de afspraken met betrekking tot de hernieuwde dialoog van San José een aantal mechanismen ten behoeve van de dialoog worden ingesteld, te weten een specifieke ministeriële structuur voor elk regionaal integratieproces en een doeltreffende interparlementaire structuur voor elk regionaal parlement op basis van dezelfde beginselen;
11. stelt voor dat het Europees Parlement en het overeenkomstige regionaal Latijnsamerikaans parlement deelnemen aan de tweemaal per jaar te houden plenaire ministerbijeenkomsten en aan de tussentijdse bijeenkomsten van de ministers van de Latijnsamerikaanse landen en de Trojka van de Europese Unie;
12. zal toezien op de aanwending van de kredieten voor regionale samenwerking en verzoekt de nationale of regionale Latijnsamerikaanse parlementen hetzelfde te doen;
13. wenst dat fora voor ruggespraak met de diverse geledingen van de samenleving worden opgezet en stelt voor deze bij de respectieve regionale dialogen te betrekken door op gezette tijden conferenties te beleggen, door hun vertegenwoordigers het statuut van waarnemer bij de diverse interministeriële bijeenkomsten toe te kennen en door hen de kans te geven actief deel te nemen aan de werkzaamheden van de desbetreffende instanties, commissies en sectoriële subcommissies;
Wat betreft de integratie van het handelsverkeer
14. verzoekt de Commissie om in het gevraagde beleidsprogramma blijk te geven van een algemene visie op de toekomstige ontwikkeling van de relaties op grond van verdragen tussen van de ene kant de Europese Unie, en van de andere kant Latijns-Amerika in zijn geheel, zijn subregio's en afzonderlijke landen;
15. acht het van essentieel belang dat de EU de onderlinge integratie van de zich snel ontwikkelende landen in Latijns-Amerika steunt door de soepele toepassing van de voordelen van het SAP op regionale basis; is het er derhalve mee eens dat in het geval een opkomend land geen profijt meer kan trekken van het SAP het mechanisme van regionale cumulatie toch van toepassing kan blijven voor onderdelen uit het land in kwestie die worden gebruikt door de overige landen die deel uitmaken van dezelfde regionale groepering;
16. is verheugd over de vooruitgang die is geboekt door de landen van de Mercosur (Argentinië, Brazilië, Chili, Paraguay en Uruguay) wat hun integratie op economisch en handelsgebied betreft, aangezien deze landen erin geslaagd zijn een douane-unie op te richten die tegen het jaar 2000 optimaal moet functioneren;
17. verzoekt de Raad en de Commissie alles in het werk te stellen om uitvoering te geven aan de onlangs gesloten overeenkomsten met de Mercosur en Chili, zodat de doelstellingen ervan snel en op efficiënte wijze kunnen worden verwezenlijkt;
18. roept de lid-staten ertoe op ervoor te zorgen dat de interne procedures voor de ratificatie van de met de Mercosur en Chili gesloten overeenkomsten zo spoedig mogelijk kunnen worden afgesloten; wenst voorts dat de Europese Unie in het algemeen en de Commissie in het bijzonder zich meer inspannen om de economische samenwerking met Brazilië te intensiveren, aangezien niet mag worden voorbijgegaan aan het belang van deze partner, die nagenoeg tweederde van de Mercosur vertegenwoordigt en waarmee de samenwerking is toegespitst op projecten van sociale aard en milieuprojecten;
19. is voorts verheugd over het feit dat op 21 juni 1996 ter gelegenheid van de Europese Raad van Florence in Italië in aanwezigheid van de 15 staatshoofden en regeringsleiders en de president van de Chileense Republiek een overeenkomst werd ondertekend waardoor de nieuwe contractuele betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika nog nauwer worden aangehaald;
20. juicht toe dat op het gebied van vrije handel en integratie vooruitgang is geboekt; wenst dat de overeenkomsten voor economische samenwerking met de landen en groeperingen in deze regio in de toekomst bijzondere aandacht schenken aan ecologische en sociale duurzaamheid en worden aangevuld met financiële protocollen waarin onder meer de middelen voor de samenwerking met de Latijnsamerikaanse landen fors worden opgetrokken; wenst voorts dat deze overeenkomsten ook inhouden dat de markten op grond van onderhandelingen en van het wederkerigheidsbeginsel worden opengesteld, dat "gevoelige sectoren" er niet van worden uitgesloten en dat de wederzijdse liberalisering op handelsgebied volgens een in deze overeenkomsten opgenomen tijdschema verloopt;
21. verzoekt de Commissie vóór de aanvang van de procedure voor de goedkeuring van de nieuwe financiële vooruitzichten van de Unie die tegen het jaar 2000 van kracht worden een verslag in te dienen waarin zij melding maakt van de benodigde financiële middelen (begrotingskredieten en EIB-leningen) om de samenwerkingsovereenkomsten tussen de EU en de landen of regionale groeperingen van Latijns-Amerika gedurende de eerste jaren van de volgende eeuw naar behoren te doen functioneren;
22. wijst er nadrukkelijk op dat de EU het vraagstuk van protectionistische handelsmaatregelen waardoor Latijnsamerikaanse produkten worden benadeeld, zoals het verstrekken van landbouwsubsidies, dient aan te pakken, om aldus de intensivering van de handel tussen beide regio's te steunen en te stimuleren;
23. verzoekt de Commissie en de Raad om gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten om investeringen van EU-ondernemingen - vooral kleine en middelgrote - in Latijns-Amerika te stimuleren, bijv. door de kredieten voor Alinvest, ECIP en de Europese Investeringsbank te verhogen;
24. verzoekt de Commissie jaarlijks verslag uit te brengen over de vooruitgang die is geboekt bij de opheffing van de belemmeringen voor de handel tussen de EU en Latijns-Amerika en bij de voorbereidingen met het oog op de liberalisering van de handel met de Mercosur en Chili;
Wat betreft de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika
25. meent dat de verhoging van de middelen voor de nieuwe periode (1996 - 2000) onvoldoende is om er de ambities van de Commissie zoals beschreven in haar mededeling, mee te kunnen realiseren, en wenst een verdere verhoging van de middelen, waarbij rekening wordt gehouden met de personeelsbehoeften van de Commissie;
26. wijst er andermaal op dat het van belang is dat de EU zich in haar betrekkingen met alle landen van Latijns-Amerika laat leiden door de beginselen van het beleid op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking, aangezien meer dan 200 miljoen mensen in die regio in armoede leven, ondervoed zijn of honger lijden, niet over zuiver water en riolering beschikken, onvoldoende worden voorgelicht en slechts op gebrekkig onderwijs kunnen terugvallen;
27. verzoekt de Commissie om bij het gebruik van de middelen voorrang te geven aan de minder ontwikkelde landen van Latijns-Amerika; vraagt haar ook om een praktische manier van gezamenlijke financiering door de Europese Unie en de rijkere landen van Latijns-Amerika uit te werken wanneer die rijkere landen middelen ontvangen in het kader van de samenwerking tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika;
28. stemt in met de keuzen van de Commissie voor beleidsthema's en prioriteiten, en met de aandacht die ze aan verbetering van de dragende structuren van de samenwerking schenkt,
29. verzoekt de Raad het standpunt van de lid-staten in de "clubs" van Parijs en Londen te cooerdineren en na te gaan in hoeverre innoverende formules kunnen worden toegepast om de schuldenlast terug te dringen (omzetting in milieuprojecten en projecten op het gebied van de beroepsopleiding; herziening van het stelsel van belastingvermindering voor bankreserves ter dekking van dubieuze schulden);
30. herhaalt zijn verzoek dat de buitenlandse schuld van de Latijnsamerikaanse landen naar gelang van hun solvabiliteitsgraad bij de onderhandelingen gedeeltelijk wordt kwijtgescholden en dat voorrang wordt verleend aan de bestrijding van de armoede;
31. wijst erop dat evaluatie van essentieel belang is om de doeltreffendheid, het effect en de kwaliteit van de Europese samenwerking te verbeteren; verzoekt de Commissie op grond van de nagestreefde doelstellingen de nodige maatregelen te treffen om een degelijk optreden op dit gebied mogelijk te maken, zodat met een grotere regelmaat diepgaander evaluaties kunnen worden verricht;
32. is er voorstander van dat belastinghervorming wordt beschouwd als een prioritair onderdeel van de technische bijstand van de Unie ten behoeve van de overheidsdiensten van de Latijnsamerikaanse landen en verzoekt de Commissie derhalve een task force van deskundigen op fiscaal gebied op te richten die nauw samenwerkt met de regeringen van de Latijnsamerikaanse landen die hun belastingstelsel hervormen;
33. dringt erop aan dat de lid-staten van de Europese Unie en de landen van Latijns-Amerika hun inspanningen cooerdineren om de handel in verdovende middelen te bestrijden en wijst er nadrukkelijk op dat de landen van Latijns-Amerika hun medewerking moeten verlenen aan het optreden van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde VN-organen; wenst derhalve dat de Commissie en de lid-staten nauwer samenwerken, zodat het proefproject betreffende de cooerdinatie van het optreden dat in een aantal Latijnsamerikaanse landen loopt binnen afzienbare tijd kan worden uitgebreid tot andere samenwerkingsterreinen en andere landen in de regio;
34. is van oordeel dat het ontbreken van een duidelijk merkbare aanwezigheid en de geringe kennis van de concrete inhoud van de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika dienen te worden verholpen aan de hand van bewustmakings- en voorlichtingsmaatregelen waarbij de delegaties van de Commissie en de sociale partners van beide partijen actief worden betrokken;
Wat betreft de samenwerking op veiligheids- en defensiegebied
35. verzoekt de Commissie, de Raad en de EU-lid-staten om hun samenwerking met de belanghebbende organisaties en landen van Latijns-Amerika uit te breiden op het gebied van veiligheid en defensie; meent dat de dialoog vooral gericht moet zijn op vertrouwenwekkende maatregelen tussen de landen van Latijns-Amerika onderling, (beteugeling van) de wapenhandel, vermindering van de bewapening, voorkoming van internationale conflicten en handhaving van de vrede;
36. dringt er bij de lid-staten van de EU en de landen van Latijns-Amerika op aan zich actief te blijven inzetten voor humanitaire acties en voor de handhaving van de vrede;
37. is van mening dat de beginselen van milieubescherming en duurzame ontwikkeling, het toezicht op het aantal nucleaire, chemische en conventionele wapens en de vreedzame oplossing van conflicten in het kader van de nieuwe betrekkingen op veiligheids- en defensiegebied voor ogen moeten worden gehouden en dat deze betrekkingen de ontwikkeling van de volkeren niet in de weg mogen staan;
38. dringt aan op de sluiting van samenwerkingsovereenkomsten op veiligheids- en defensiegebied tussen de diverse veiligheidsorganisaties waarvan de lid- staten van de EU en de landen en instanties van Latijns-Amerika lid zijn;
39. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.