Home

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 87/102 (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88) betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 87/102 (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88) betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 87/102 (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88) betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet /* COM/96/0079 DEF - COD 96/0055 */

Publicatieblad Nr. C 235 van 13/08/1996 blz. 0008


Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 87/102/EEG (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88/EEG) betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet (96/C 235/05) (Voor de EER relevante tekst) COM(96) 79 def. - 96/0055(COD)

(Door de Commissie ingediend op 15 april 1996)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 B van het Verdrag,

Overwegende dat het ter bevordering van de totstandbrenging en de werking van de interne markt en om de consumenten een hoog beschermingsniveau te bieden wenselijk is in de gehele Europese Gemeenschap één methode voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage toe te passen;

Overwegende dat artikel 5 van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (1) voorziet in de invoering van een communautaire methode of methoden voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage van het consumentenkrediet;

Overwegende dat het met het oog op de invoering van deze ene methode wenselijk is één wiskundige formule op te stellen voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage, en de hierbij in aanmerking te nemen kostenelementen van het krediet te bepalen door opgave van de kosten die hierbij buiten beschouwing moeten worden gelaten;

Overwegende dat in bijlage II bij Richtlijn 90/88/EEG van de Raad (2) een wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage is ingevoerd en dat in artikel 1, lid 2, van de richtlijn is bepaald welke kosten bij de berekening van de "totale kosten van het aan de consument verleende krediet" buiten beschouwing moeten worden gelaten;

Overwegende dat de Lid-Staten waar vóór 1 maart 1990 reeds een wetgeving van kracht was die het toestond voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage een andere wiskundige formule te hanteren, deze wetgeving gedurende een overgangsperiode van drie jaar vanaf 1 januari 1993 konden blijven toepassen;

Overwegende dat de Commissie bij de Raad een verslag (3) heeft ingediend, waaruit blijkt dat het, in het licht van de opgedane ervaring, mogelijk is in de Gemeenschap een uniforme wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage toe te passen;

Overwegende dat geen enkele Lid-Staat gebruik heeft gemaakt van artikel 1 bis, lid 3, van de richtlijn, waarin wordt bepaald dat in sommige Lid-Staten bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage met bepaalde kosten geen rekening hoeft te worden gehouden, en dit overbodig is geworden;

Overwegende dat nauwkeurigheid tot op de tweede decimaal en het gebruik van een jaar van 365 of 366 dagen noodzakelijk is;

Overwegende dat het wenselijk is dat de consumenten in staat zijn de termen te herkennen die in de verschillende Lid-Staten worden gebruikt om het "jaarlijkse kostenpercentage" aan te geven, en dat de vermelding in alle reclamemededelingen voor consumentenkrediet en schriftelijke overeenkomsten met consumenten van een gemeenschappelijk symbool naast de bestaande term in de gehele Europese Gemeenschap verplicht wordt gesteld,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Overal waar ingevolge Richtlijn 87/102/EEG de term "jaarlijks kostenpercentage" of de equivalente term in een andere taal van de Gemeenschap wordt gebruikt, wordt hij vergezeld door het volgende symbool:

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Artikel 2

Artikel 1 bis, lid 1, onder a), wordt als volgt gelezen:

- in de Griekse versie van de richtlijn:

"Ôï óõíïëéêü åôÞóéï ðñáãìáôéêü ðïóïóôü åðéâÜñõíóçò ðïõ åîéóþíåé óå åôÞóéá âÜóç ôéò ðáñïýóåò áîßåò ôïõ óõíüëïõ ôùí ôñå÷ïõóþí Þ ìåëëïíôéêþí õðï÷ñåþóåùí (äáíåßùí, åîïöëÞóåùí êáé åðéâáñýíóåùí) ðïõ Ý÷ïõí áíáëçöèåß áðü ôï äáíåéóôÞ êáé ôï (äáíåéæüìåíï) êáôáíáëùôÞ, õðïëïãßæåôáé óýìöùíá ìå ôïí ìáèçìáôéêü ôýðï ðïõ ðáñáôßèåôáé óôï ðáñÜñôçìá ÉÉ.";

- in de Engelse versie van de richtlijn:

"The annual percentage rate of charge, which shall be that rate, on an annual basis which equalizes the present value of all commitments (loans, repayments and charges), future or existing, agreed by the creditor and the borrower, shall be calculated in accordance with the mathematical formula set out in Annex II.".

Artikel 3

Artikel 1 bis, lid 3, vervalt.

Artikel 4

Artikel 1 bis, lid 5, vervalt.

Artikel 5

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

"Artikel 3

Onverminderd de bepalingen van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake misleidende reclame, zoals gewijzigd bij Richtlijn 96/. . . van de Raad van . . . 1996 betreffende vergelijkende reclame, alsook de regels en beginselen inzake oneerlijke reclame, moet in iedere reclamemededeling en in ieder in bedrijfsruimten aangebracht aanbod, waarin iemand zich bereid verklaart krediet te verlenen of te bemiddelen bij de totstandbrenging van kredietovereenkomsten en waarin de rente of enige andere cijfers betreffende de kosten van het krediet worden genoemd, ook het jaarlijkse kostenpercentage, vergezeld van het in artikel 1 van de onderhavige richtlijn genoemde symbool, worden aangegeven, eventueel door middel van een representatief voorbeeld indien andere methoden niet uitvoerbaar zijn.".

Artikel 6

Artikel 4, lid 2, onder a), wordt als volgt gewijzigd:

"a) een opgave van het jaarlijkse kostenpercentage, vergezeld van het in artikel 1 van de onderhavige richtlijn genoemde symbool;".

Artikel 7

Bijlage I bij deze richtlijn wordt bijlage II ter vervanging van bijlage II bij Richtlijn 87/102/EEG (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88/EEG).

Artikel 8

Bijlage II bij deze richtlijn wordt bijlage III ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 87/102/EEG (zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88/EEG).

Artikel 9

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 31 december 1996 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt daarin of bij de officiële bekendmaking ervan naar de onderhavige richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de bepalingen van nationaal recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 10

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

(1) PB nr. L 42 van 12. 2. 1987, blz. 48

(2) PB nr. L 61 van 10. 3. 1990, blz. 14.

(3) COM(96) 79 def.

BIJLAGE

"BIJLAGE II

BASISVERGELIJKING

DE BASISVERGELIJKING DIE DE GELIJKWAARDIGHEID VAN LENINGEN ENERZIJDS EN AFLOSSINGEN EN KOSTEN ANDERZIJDS WEERGEEFT

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Betekenis van letters en symbolen:

K het volgnummer van een kredietopneming;

K' het volgnummer van een aflossing of een betaling;

AK het bedrag van kredietopneming nummer K;

A'K' het bedrag van de aflossing of betaling nummer K';

Ó het somteken;

m het volgnummer van de laatste kredietopneming;

m' het volgnummer van de laatste aflossing of de laatste betaling;

tK het interval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van kredietopneming nummer 1 en die van de volgende kredietopneming 2 tot m;

tK' het interval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van kredietopneming nummer 1 en die van de aflossingen of betaling 1 tot m';

i het totale reële percentage, dat kan worden berekend (hetzij algebraïsch, hetzij via opeenvolgende benaderingen, hetzij met een computerprogramma) als de andere termen van de vergelijking uit de overeenkomst of anderszins bekend zijn.

Opmerkingen:

a) De door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tussenpozen betaald.

b) De aanvangsdatum is die van de eerste kredietverstrekking.

c) Het verschil tussen de data die gebruikt worden bij de berekeningsmethode, wordt uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt verondersteld 365 of 366 dagen te tellen.

d) De uitkomst van de berekening wordt tot op de tweede decimaal nauwkeurig weergegeven. Als de derde decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de tweede decimaal met 1 vermeerderd."

BIJLAGE II

"BIJLAGE II

VOORBEELDEN VAN EEN BEREKENING

Eerste voorbeeld

Het geleende bedrag S = 1 000 ecu op 1 januari 1994.

Dit wordt terugbetaald in één enkele aflossing van 1 200 ecu op 30 juni 1995 (547 dagen na de datum van de lening).

De vergelijking wordt:

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

of

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

= 1,21 + i = 1,129444207 . . .

i = 0,129444207 . . .

Dit bedrag wordt afgerond op 12,94 %.

Tweede voorbeeld

Het overeengekomen bedrag S = 1 000 ecu, maar de kredietgever houdt daarvan 50 ecu af voor onderzoeks- en dossierkosten, zodat de lening in feite slechts 950 ecu bedraagt; de terugbetaling van 1 200 ecu geschiedt evenals in het eerste voorbeeld op 30 juni 1995.

De vergelijking wordt:

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

of

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

1 + i = 1,1688996 . . .

i = 0,1688996 . . .

Deze uitkomst wordt afgerond op 16,89 %.

Derde voorbeeld

Het geleende bedrag is 1 000 ecu, terug te betalen in twee termijnen van elk 600 ecu, respectievelijk na een en twee jaar.

De vergelijking wordt:

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Deze kan algebraïsch worden opgelost en heeft als uitkomst i = 0,1306623, afgerond op 13,07 %.

Vierde voorbeeld

Het geleende bedrag is 1 000 ecu op 1 januari 1994 en de kredietnemer dient de volgende bedragen te betalen:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De vergelijking wordt:

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Uit deze vergelijking kan i worden berekend door middel van opeenvolgende benaderingen, die in een zakrekenmachine kunnen worden geprogrammeerd.

De uitkomst is:

i = 0,13226 afgerond op 13,23 %."