Home

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997 (96/C 165/09) COM(96) 111 def. - 96/0084(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 21 maart 1996)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op arti kel 43, juncto artikel 228, lid 2, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat, overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee (1), door de twee partijen is onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen aan het einde van de toepassingsperiode van het Protocol in die Overeenkomst dienen te worden aangebracht;

Overwegende dat ter afronding van deze onderhandelingen op 6 december 1995 een nieuw Protocol tot vaststelling van de voor de periode van 1 januari 1996 tot 31 december 1997 geldende visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de voornoemde Overeenkomst, is geparafeerd;

Overwegende dat het in het belang van de Gemeenschap is om dit nieuwe Protocol goed te keuren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Protocol tot vaststelling van de visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het Protocol is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn het Protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

(1) PB nr. L 111 van 27. 4. 1983, blz. 1.

PROTOCOL tot vaststelling van de visserijrechten en de financiële compensatie bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee, voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997

Artikel 1

De in artikel 2 van de Overeenkomst bedoelde visserijrechten voor de Gemeenschap worden voor een periode van twee jaar, ingaande op 1 januari 1996, vastgesteld op:

1. trawlers (vis, koppotigen, garnaal): 5 000 brt per maand op jaarbasis,

2. vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: 28 vaartuigen,

3. vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 7 vaartuigen,

4. vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 7 vaartuigen.

Artikel 2

1. De in artikel 8 van de Overeenkomst bedoelde compensatie wordt voor de in artikel 1 bedoelde periode vastgesteld op 2 450 000 ecu, te betalen in twee jaarlijkse tranches van respectievelijk 1 150 000 ecu en 1 300 000 ecu.

2. De besteding van deze compensatie valt onder de uitsluitende bevoegdheid van de Regering van de Republiek Guinee.

3. Deze compensatie wordt overgemaakt op de rekening die bij een financiële instelling of bij een andere door de Regering van de Republiek Guinee aangewezen instantie is geopend.

Artikel 3

De in artikel 1, punt 1, bedoelde visserijrechten kunnen op verzoek van de Gemeenschap worden verhoogd met hoeveelheden van telkens 1 000 brt per maand op jaarbasis. In dat geval wordt de in artikel 2 bedoelde financiële compensatie evenredig verhoogd pro rata temporis.

Artikel 4

De Gemeenschap zal bovendien tijdens de in artikel 1 bedoelde periode voor 400 000 ecu bijdragen in de financiering van een wetenschappelijk of technisch programma van Guinee, dat gericht is op de verbetering van de kennis van de visbestanden in de exclusieve economische zone van Guinee.

Dit bedrag zal ter beschikking worden gesteld van de Regering van Guinee en zal op de door de autoriteiten van Guinee opgegeven rekening worden overgemaakt.

Artikel 5

De twee partijen komen overeen dat de verbetering van de vakbekwaamheid en kennis van de bij de zeevisserij betrokken personen essentieel is voor het succes van hun samenwerking. Daarom zal de Gemeenschap het nodige doen om onderdanen van Guinee te helpen bij het vinden van opleidingsmogelijkheden in de Lid-Staten en zal zij te dien einde beurzen beschikbaar stellen voor studie en praktijkonderwijs in de verschillende takken van wetenschap, techniek en economie die betrekking hebben op de visserij.

Deze beurzen mogen eveneens worden gebruikt in Staten waarmede de Gemeenschap een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. De totale kosten van deze beurzen mogen niet meer bedragen dan 250 000 ecu. Een gedeelte van dit bedrag kan op verzoek van de autoriteiten van Guinee worden aangewend om de kosten van deelneming aan internationale bijeenkomsten of stages op het gebied van de visserij of studiedagen over visserij in Guinee te financieren. Deze middelen zullen ter beschikking worden gesteld naarmate de desbetreffende kosten worden gemaakt.

Maximaal 100 000 ecu van het in dit artikel vastgestelde bedrag mag worden gebruikt om de bijdragen van Guinee aan internationale visserijorganisaties te financieren.

Artikel 6

Bovendien draagt de Gemeenschap bij in de financiering van de volgende programma's:

- steun voor de met de controle op de visserij belaste instanties, ten bedrage van 350 000 ecu;

- institutionele steun voor het Ministerie van Visserij, ten bedrage van 300 000 ecu;

- steun voor ambachtelijke visserij, ten bedrage van 250 000 ecu.

Deze bedragen worden ter beschikking gesteld van de betrokken organisaties. Het Ministerie van Visserij deelt mee op welke bankrekeningen deze bedragen moeten worden overgemaakt.

Artikel 7

Ingeval de Gemeenschap de in de artikelen 2 en 4 bedoelde betalingen niet verricht, kan de toepassing van dit Protocol worden geschorst.

Artikel 8

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Republiek Guinee inzake de visserij voor de kust van Guinee wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit Protocol.

Artikel 9

Dit Protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE VOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP

A. Procedures voor het aanvragen en de afgifte van vergunningen

De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee uiterlijk 30 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidstermijn bij het Ministerie van Visserij van de Republiek Guinee een aanvraag in voor elk vaartuig waarmee men in het kader van de Overeenkomst de visserij wenst te beoefenen.

De aanvragen worden ingediend op de daartoe door de Regering van de Republiek Guinee verstrekte formulieren, waarvan een model hierbij is gevoegd (aanhangsel 1).

Elke aanvraag voor een vergunning dient vergezeld te gaan van het bewijs dat de voor de geldigheidstermijn van de vergunning verschuldigde visrechten zijn betaald. Het betrokken bedrag moet worden overgemaakt op een rekening bij de "Trésor public de Guinée".

De visrechten omvatten alle nationale en plaatselijke heffingen, met uitzondering van de havenrechten en de kosten van diensten.

De vergunningen worden binnen een termijn van 30 dagen na de datum van ontvangst van het vorengenoemde betalingsbewijs door de bevoegde autoriteiten van Guinee via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven.

De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. In geval van overmacht en op verzoek van de Europese Gemeenschap kan de vergunning voor een vaartuig echter worden vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan het Ministerie van Visserij van de Republiek Guinee.

Op de nieuwe vergunning worden vermeld:

- de datum van afgifte;

- de geldigheidstermijn van de nieuwe vergunning, die loopt van de datum van aankomst van het vervangende vaartuig tot en met de datum waarop de vergunning voor het te vervangen vaartuig vervalt.

In dat geval zijn geen visrechten, als bedoeld in artikel 5, tweede alinea, van de Overeenkomst, verschuldigd voor het resterende deel van de geldigheidstermijn.

De vergunning moet steeds aan boord zijn.

I. Voorschriften voor trawlers

1. Elk vaartuig moet eenmaal per jaar vóór de afgifte van de vergunning de haven van Conakry aandoen voor een inspectie overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften. Deze inspectie wordt uitsluitend verricht door daartoe naar behoren gemachtigde personen en vindt plaats binnen 24 werkdaguren na de aankomst van het vaartuig in de haven, als die aankomst ten minste 48 uur van tevoren is gemeld. Bij verlenging van de vergunning in de loop van hetzelfde kalenderjaar is het vaartuig vrijgesteld van inspectie.

2. Elk vaartuig moet worden vertegenwoordigd door een agent van Guinese nationaliteit, gevestigd in Guinee.

3. a) De vergunningen worden afgegeven voor periodes van drie, zes of twaalf maanden. Zij kunnen vernieuwd worden.

b) De rechten, die voor rekening van de reders komen, bedragen:

- voor vergunningen met een geldigheidsduur van een jaar:

126 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis,

150 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen,

152 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnaal;

- voor vergunningen met een geldigheidsduur van zes maanden:

65 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis,

77 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen,

78 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnaal;

- voor vergunningen met een geldigheidsduur van drie maanden:

33 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis,

39 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen,

40 ecu/brt voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnaal.

Vaartuigen die, overeenkomstig de bepalingen van deel C, geen 200 kg vis per brt per jaar aanvoeren, dienen evenwel extra visrechten te betalen ten bedrage van 10 ecu per brt per jaar.

II. Voorschriften voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en de visserij met de drijvende beug

a) De rechten bedragen 20 ecu per ton vis die in de visserijzone van Guinee wordt gevangen.

b) De vergunningen worden afgegeven nadat aan het Ministerie van Visserij een forfaitair bedrag is betaald van 1 500 ecu per jaar voor ieder vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en van 300 ecu per jaar voor ieder vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel en de visserij met de drijvende beug; dit komt overeen met de rechten voor:

- 75 ton tonijn per jaar voor vaartuigen die de tonijnvisserij met de zegen beoefenen;

- 15 ton vis per jaar voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

De definitieve afrekening van de rechten die voor een bepaald visseizoen verschuldigd zijn, wordt aan het einde van elk kalenderjaar door de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgemaakt aan de hand van de vangstaangiften per vaartuig die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen zoals l'Institut Français de Recherche Scientifique pour le Développement en Coopération (Orstom) en het Spaans Instituut voor Oceanografie (IEO). Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan het Ministerie van Visserij en aan de reders toegezonden. Eventuele bijkomende rechten dienen uiterlijk 30 dagen na de kennisgeving van de definitieve afrekening door de reders aan het Ministerie van Visserij van de Republiek Guinee te worden overgemaakt op de rekening bij de "Trésor public de Guinée".

Als het bedrag van de afrekening kleiner is dan het bedrag van het hierboven bedoelde voorschot, wordt het verschil evenwel niet terugbetaald.

B. Vangstaangiften

Voor ieder vaartuig van de Gemeenschap dat in het kader van de Overeenkomst mag vissen in de visserijzone van Guinee, moet een vangstaangifte aan het Ministerie van Visserij en een kopie daarvan aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee worden toegezonden, volgens onderstaande regels:

- Voor trawlers wordt gebruik gemaakt van een vangstaangifte volgens het hierbij gevoegde model (aanhangsel 2). Deze vangstaangiften hebben telkens betrekking op één maand en moeten ten minste eenmaal per kwartaal worden ingediend.

- Voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug dient tijdens elke periode waarin in de visserijzone van Guinee wordt gevist, een visserijlogboek te worden ingevuld volgens aanhangsel 3. Dit formulier moet binnen 45 dagen na de periode waarin in de visserijzone van Guinee is gevist, via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee aan het Ministerie van Visserij worden toegezonden.

Deze formulieren moeten leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig worden ondertekend.

De Regering van de Republiek Guinee behoudt zich het recht voor om bij niet-naleving van deze bepalingen de vergunning voor het betrokken vaartuig te schorsen totdat deze formaliteit is vervuld. De delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee wordt daarvan op de hoogte gebracht.

C. Aanvoer van de vangsten

Trawlers die in de visserijzone van Guinee mogen vissen, moeten jaarlijks gratis 200 kg vis per brt aanvoeren om bij te dragen aan de voorziening van de plaatselijke bevolking met in de visserijzone van Guinee gevangen vis.

De vangsten mogen afzonderlijk of collectief worden aangevoerd met opgave van de namen van de betrokken vaartuigen.

D. Bijvangsten

1. Vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van vis, mogen op het totaal van hun vangsten in de visserijzone van Guinee niet meer dan 15 % andere soorten dan vis aan boord hebben.

Vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van koppotigen, mogen op het totaal van hun vangsten in de visserijzone van Guinee niet meer dan 20 % schaaldieren en niet meer dan 30 % vis aan boord hebben.

Vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnaal, mogen op het totaal van hun vangsten in de visserijzone van Guinee niet meer dan 25 % koppotigen en niet meer dan 50 % vis aan boord hebben.

Op deze percentages wordt een maximumtolerantie van 5 % toegestaan.

Deze limieten worden in de vergunning vermeld.

2. Vaartuigen die de tonijnvisserij met de hengel beoefenen, mogen bovendien het levende aas vissen dat zij nodig hebben voor het visseizoen in de visserijzone van Guinee.

E. Aanmonstering van zeelieden

Reders van trawlers aan wie in het kader van de Overeenkomst een visserijvergunning is verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Guinee onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

1. Elke reder van trawlers verbindt zich tot het in dienst nemen van:

- drie Guinese zeevissers voor elk vaartuig met een tonnage tot 350 brt;

- een aantal Guinese zeevissers gelijk aan 25 % van het aantal zeevissers aan boord, voor vaartuigen met een tonnage van meer dan 350 brt.

2. Op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen worden permanent drie Guinese zeevissers aangemonsterd.

3. Op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel worden tijdens het visseizoen voor tonijn in de Guinese wateren drie Guinese zeelieden aangemonsterd, doch maximaal één per vaartuig.

4. Voor de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug verbinden de reders zich ertoe om per vaartuig twee Guinese zeevissers aan te monsteren tijdens het visseizoen in de Guinese wateren.

5. Het loon van deze zeevissers wordt door de reders of hun vertegenwoordigers en het Ministerie van Visserij in onderling overleg vastgesteld voordat een vergunning wordt afgegeven; het loon komt voor rekening van de reders en omvat ook de sociale premies voor de zeelieden (onder andere levens-, ongevallen- en ziektekostenverzekering).

Als de reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de hengel en van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug deze verplichting tot aanmonstering niet nakomen, moeten zij het Ministerie van Visserij voor het visseizoen een forfaitaire som betalen die gelijk is aan het loon van de niet-aangemonsterde zeelieden, zoals bedoeld in de punten 2, 3 en 4 hierboven.

Dit bedrag wordt besteed aan de opleiding van Guinese zeevissers en wordt overgemaakt op een door de autoriteiten van Guinee opgegeven rekening.

F. Waarnemers

1. De waarnemers dienen de visserijactiviteiten in de visserijzone van Guinee te controleren en alle daarmee verband houdende statistische gegevens voor het betrokken vaartuig te verzamelen. Aan de waarnemers worden alle faciliteiten verleend, inclusief toegang tot lokalen en documenten die nodig zijn voor de uitoefening van hun taak, met name de mededeling eenmaal per week via de radio van de vangstgegevens.

2. Elke trawler neemt een door het Ministerie van Visserij aangewezen waarnemer aan boord.

Voor trawlers van minder dan 200 brt wordt door het Ministerie van Visserij een zeeman als waarnemer aangewezen. In dat geval verleent de kapitein deze waarnemer voor zijn werkzaamheden, afgezien van de eigenlijke visserijwerkzaamheden, alle medewerking.

Normaliter mag deze waarnemer niet langer dan twee visreizen aan boord blijven.

3. Door het Ministerie van Visserij kan worden verzocht dat vaartuigen voor de tonijnvisserij en voor de visserij met de drijvende beug een waarnemer aan boord nemen, die niet langer aan boord mag blijven dan nodig is voor de uitoefening van zijn taak.

De kapitein verleent de waarnemer, die op gelijke voet met de officieren van het betrokken vaartuig wordt behandeld, de nodige medewerking.

Wanneer de waarnemer in een vreemde haven aan boord wordt genomen, komen de reiskosten van de waarnemer ten laste van de reder.

4. Het loon en de sociale premies voor deze waarnemer zijn voor rekening van het Ministerie van Visserij.

Voor waarnemers aan boord van een trawler moet de reder 10 ecu per dag die deze aan boord doorbrengt, overmaken aan het Nationale Centrum voor controle van de visserij om de kosten te helpen dekken.

5. Wanneer een vaartuig met een waarnemer van Guinee aan boord de visserijzone van Guinee verlaat, wordt al het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo snel mogelijk en op kosten van de reder naar Conakry kan terugkeren.

G. Inspectie en controle

De vaartuigen van de Gemeenschap die vissen in de visserijzone van Guinee, helpen de ambtenaren van Guinee aan wie de inspectie en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord te komen en staan hen bij in de uitoefening van hun taak. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan nodig is om de vangsten steekproefsgewijs te controleren en hun andere inspectietaken met betrekking tot de visserij te vervullen.

H. Visserijzone

Alle in artikel 1 van het Protocol bedoelde vaartuigen mogen de visserij beoefenen in de wateren buiten 10 zeemijl uit de kust.

I. Toegestane minimummaaswijdte

Voor de kuil van de trawlnetten geldt de volgende minimummaaswijdte (gestrekte mazen):

a) 40 mm voor garnaal,

b) 50 mm voor koppotigen,

c) 60 mm voor vis.

De minimummaaswijdten kunnen met het oog op uniformisering in de lid-staten van de Subregionale Visserijcommissie worden gewijzigd. Eventuele wijzigingen worden onderzocht in het kader van de Gemengde Commissie.

Boomkorvisserij is toegestaan.

J. Binnenvaren en verlaten van de zone

Alle vaartuigen van de Gemeenschap die in de visserijzone van Guinee vissen in het kader van de Overeenkomst, dienen telkens bij het binnenvaren en het verlaten van de visserijzone van Guinee datum en uur en hun positie mede te delen aan het radiostation van het Nationale Centrum voor controle van de visserij (CNSP).

Het CNSP deelt de reders bij de afgifte van de vergunning de roepletters en de radiofrequentie van het radiostation mede.

Ingeval geen radioverbinding tot stand kan worden gebracht, mogen de vaartuigen andere communicatiemiddelen gebruiken, zoals fax (CNSP: 1 212 4794 885 of Ministerie van Visserij: 224 41 35 23).

K. Procedure bij aanhouding van vaartuigen

1. Telkens wanneer vissersvaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat van de Gemeenschap en de visserij uitoefenen in het kader van een Overeenkomst tussen de Gemeenschap en een derde land, in de exclusieve economische zone van Guinee worden aangehouden, wordt de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Guinee daarvan binnen een termijn van 48 uur in kennis gesteld en ontvangt zij tegelijk een kort verslag over de omstandigheden van en de redenen voor deze aanhouding.

2. Voor vaartuigen die in de wateren van Guinee mogen vissen, en alvorens maatregelen met betrekking tot de kapitein of de bemanning van het betrokken vaartuig of enige andere actie met betrekking tot de lading en uitrusting van het vaartuig te overwegen, die niet op de bewaring van de bewijzen voor de vermoede overtreding is gericht, wordt ten hoogste 48 uur na ontvangst van het vorenbedoelde bericht een overlegvergadering gehouden tussen de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, het Ministerie van Visserij en de controle-instanties, waaraan eventueel wordt deelgenomen door een vertegenwoordiger van de betrokken Lid-Staat.

Tijdens dit overleg wisselen de partijen alle documenten en gegevens uit, met name de bewijzen van automatische registratie van de posities van het vaartuig tijdens de visreis tot op het moment van de aanhouding, die de omstandigheden waarin de geconstateerde feiten zich hebben voorgedaan, kunnen helpen verduidelijken.

De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de resultaten van het overleg en van de maatregelen die uit de aanhouding van het vaartuig voortvloeien.

3. Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt geprobeerd tot een schikking te komen. Deze procedure moet uiterlijk drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.

4. Als de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, en bijgevolg door een ter zake bevoegde rechtbank moet worden beslecht, stelt de bevoegde instantie in afwachting van de uitspraak van de rechtbank binnen 48 uur na de afsluiting van de schikkingsprocedure een bankgarantie vast. Deze garantie mag niet hoger zijn dan de maximumboete die in de nationale wetgeving voor de overtreding is bepaald. Wanneer de kapitein van het betrokken vaartuig niet wordt veroordeeld, geeft de bevoegde autoriteit de bankgarantie onmiddellijk aan de reder terug.

5. Het vaartuig en de bemanning worden vrijgegeven:

- hetzij meteen na de afloop van de overlegvergadering, voor zover de resultaten van die vergadering dat mogelijk maken,

- hetzij onmiddellijk nadat voldaan is aan de besluiten van de schikkingsprocedure,

- hetzij onmiddellijk na het stellen van de zekerheid (gerechtelijke procedure).

Aanhangsel 1

AANVRAAG VOOR EEN VISSERIJVERGUNNING

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 3

ICCAT LOGBOOK for TUNA FISHERY

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

>EIND VAN DE GRAFIEK>