Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris /* COM/96/0279 DEF - CNS 96/0157 */
Publicatieblad Nr. C 242 van 21/08/1996 blz. 0009
Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/67/EEG inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten, ten aanzien van Gyrodactylus salaris
(96/C 242/08)
(Voor de EER relevante tekst)
COM(96) 279 def. - 96/0157(CNS)
(Door de Commissie ingediend op 20 juni 1996)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,
Overwegende dat Gyrodactylus salaris een zoetwaterparasiet van zalmachtigen is die ernstige sterfte kan veroorzaken bij Salmo salar (Atlantische zalm);
Overwegende dat de ziekte ernstige economische consequenties zou hebben indien zij zou uitbreken in gebieden met in het wild voorkomende rivierbestanden van Salmo salar die tot dan toe vrij waren van de ziekte;
Overwegende dat is gebleken dat de ziekte zich vanuit een besmet gebied kan verspreiden ten gevolge van commerciële transacties van zalm en andere zalmachtigen;
Overwegende dat bijgevolg moet worden voorkomen dat de ziekte zich vanuit gebieden in de Gemeenschap waarvan niet vaststaat dat zij ziektevrij zijn, kan verspreiden naar gebieden waarvan wel vaststaat dat zij vrij zijn van deze parasiet;
Overwegende dat verspreiding van de ziekte kan worden voorkomen door toepassing van de procedures die gelden voor ziekten van bijlage A, lijst II, bij Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/22/EG (2);
Overwegende dat, aangezien Salmo salar vatbaar is voor Gyrodactylus salaris, de maatregelen voor deze soort moeten gelden;
Overwegende dat de parasiet evenwel kan worden overgedragen door andere zalmachtigen en dat bijgevolg de maatregelen ook voor deze soorten moeten gelden;
Overwegende dat criteria moeten worden vastgesteld om de afwezigheid van Gyrodactylus salaris te constateren;
Overwegende dat moet worden gegarandeerd dat het in de handel brengen van vis uit een niet-erkend gebied geen gevaar betekent voor de gezondheidsstatus van niet-besmette bedrijven in een niet-erkend gebied; dat daartoe moet worden voorzien in het afgeven van een certificaat voor de zendingen;
Overwegende dat de bemonsterings- en de testvoorschriften betreffende visziekten moeten worden aangepast aan de internationale normen,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 91/67/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 7
a) wordt de aanhef van lid 1 vervangen door:
"1. Voor het in de handel brengen van levende vis van de voor IHN en VHS vatbare soorten als vermeld in bijlage A, kolom 2, lijst II, en van eieren en gameten daarvan, gelden de volgende aanvullende garanties:";
b) wordt in lid 1 een punt c) toegevoegd, luidende:
"c) indien zij bestemd zijn om te worden binnengebracht op een niet-erkend bedrijf dat gelegen is in een niet-erkend gebied, moeten zij overeenkomstig artikel 11 vergezeld gaan van een vervoerdocument volgens een overeenkomstig de procedure van artikel 26 vast te stellen model, waarin wordt verklaard dat:
- zij aan het bepaalde in artikel 3 voldoen en komen van een bedrijf dat niet met IHN of VHS is besmet, of
- zij komen uit een ten aanzien van IHN en/of VHS erkend gebied, of
- zij komen van een erkend bedrijf in een ten aanzien van IHN en/of VHS niet-erkend gebied.";
c) wordt lid 2 vervangen door:
"2. Voor het in de handel brengen van levende vis van de voor Gyrodactylose vatbare soorten die zijn vermeld in bijlage A, kolom 2, lijst II, gelden de volgende aanvullende garanties:
a) wanneer zij bestemd zijn om te worden binnengebracht in een ten aanzien van Gyrodactylus salaris erkend gebied moeten zij overeenkomstig artikel 11 vergezeld gaan van een vervoerdocument volgens een overeenkomstig de procedure van artikel 26 vast te stellen model, waarin wordt verklaard dat zij komen van een ten aanzien van Gyrodactylus salaris erkend gebied;
b) wanneer zij bestemd zijn om te worden binnengebracht op een bedrijf dat, hoewel het niet gelegen is in een erkend gebied, toch aan de in bijlage C, afdeling I, vastgestelde voorwaarden voldoet, vergezeld gaan van een vervoerdocument volgens een overeenkomstig de procedure van artikel 26 vast te stellen model, waarin wordt verklaard dat zij komen uit een ten aanzien van Gyrodactylus salaris erkend gebied of bedrijf.
3. De Commissie kan volgens de procedure van artikel 26 de in de leden 1 en 2 bedoelde aanvullende garanties wijzigen of intrekken naar gelang van de ontwikkeling van de dierziektesituatie in de Gemeenschap en met inachtneming van de ontwikkelingen op wetenschappelijk gebied.".
2. In artikel 9, punt 1, wordt de eerste zin vervangen door:
"Vis die vatbaar is voor IHN en VHS moet vóór verzending worden geslacht en gestript.".
3. In bijlage A:
a) wordt in de kolommen 1 en 2 van lijst II onder het hoofdje "Vis" de volgende tekst toegevoegd:
">RUIMTE VOOR DE TABEL>
"
b) worden in kolom 1 van lijst III onder het hoofdje "Vis" de woorden "Gyrodactylus salaris" geschrapt.
4. Bijlage B, afdeling I, onder B, wordt vervangen door:
"B. Verlening van de erkenning
1. Om ten aanzien van IHN en/of VHS te worden erkend, moet een continentaal gebied aan de volgende eisen voldoen:
a) alle vis is sedert ten minste vier jaar vrij van klinische of andere symptomen van IHN en/of VHS;
b) alle bedrijven in het continentaal gebied staan onder toezicht van de officiële diensten. In de laatste twee jaar zijn jaarlijks twee gezondheidscontroles verricht.
De gezondheidscontroles zijn verricht in die perioden van het jaar waarin de watertemperatuur gunstig is voor de ontwikkeling van de betrokken ziekten. Een gezondheidscontrole bestaat ten minste uit:
- een keuring van alle vis waarbij anomalieën zijn geconstateerd,
- het nemen van monsters overeenkomstig een volgens de procedure van artikel 15 vastgesteld programma, die zo snel mogelijk naar een erkend laboratorium worden gezonden om er op de betrokken pathogene agentia te worden onderzocht.
Gebieden die sedert lange tijd vrij zijn van IHN en/of VHS, kunnen worden erkend indien:
i) de geografische ligging van het gebied tot gevolg heeft dat een ziekte er niet gemakkelijk kan worden binnengebracht;
ii) gedurende ten minste tien jaar een officiële regeling inzake ziektecontrole heeft gegolden en in die periode:
- alle bedrijven regelmatig zijn gecontroleerd,
- een ziektemeldingssysteem heeft gefunctioneerd,
- geen ziekten zijn gemeld,
- krachtens de geldende regeling alleen vis, eieren of gameten uit niet-besmette gebieden of bedrijven, waarvoor officiële controles golden en die gelijkwaardige gezondheidsgaranties konden bieden, in het gebied mochten worden binnengebracht.
De hierboven bedoelde periode van tien jaar mag tot vijf jaar worden verminderd op grond van de door de officiële dienst van de aanvragende Lid-Staat verrichte tests en op voorwaarde dat, afgezien van de in de eerste alinea bedoelde eisen, de hierboven bedoelde regelmatige controle van alle bedrijven ten minste twee gezondheidscontroles per jaar heeft omvat, waarbij ten minste:
- een keuring heeft plaatsgevonden van alle vis waarbij anomalieën zijn geconstateerd,
- bij elk inspectiebezoek bij ten minste 30 vissen monsters zijn genomen.
Lid-Staten die gebruik wensen te maken van de bepalingen met betrekking tot hun situatie in de voorbije jaren, moeten uiterlijk op 31 december 1996 een daartoe strekkend verzoek indienen;
c) indien geen enkel bedrijf gelegen is in een te erkennen continentaal gebied, hebben de officiële diensten in de laatste vier jaar ten minste tweemaal per jaar een gezondheidscontrole verricht bij vis uit het lager gelegen deel van het betrokken stroomgebied, overeenkomstig het bepaalde onder b);
d) de laboratoriumtests die zijn verricht bij de in het kader van de gezondheidscontroles genomen vismonsters, hebben een negatief resultaat opgeleverd ten aanzien van de betrokken pathogene agentia;
e) wanneer een Lid-Staat heeft verzocht om erkenning van een stroomgebied dat zijn oorsprong vindt in een aangrenzende Lid-Staat of dat zich over twee Lid-Staten uitstrekt, gelden de volgende bepalingen:
- de twee betrokken Lid-Staten moeten terzelfder tijd een verzoek om erkenning indienen volgens de in artikel 5 of artikel 10 vastgestelde procedure,
- na onderzoek en controle van het verzoek en na evaluatie van de gezondheidssituatie stelt de Commissie, volgens de procedure van artikel 26, indien nodig andere bepalingen vast voor het verlenen van die erkenning.
De Lid-Staten verlenen elkaar, overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 89/608/EEG (¹), bijstand bij de toepassing van deze richtlijn en met name bij de toepassing van het bepaalde in dit lid.
(¹) PB nr. L 351 van 2. 12. 1989, blz. 34.".
2. Om ten aanzien van Gyrodactylus salaris te kunnen worden erkend dient een continentaal gebied aan de volgens de procedure van artikel 26 vastgestelde erkenningsvoorwaarden te voldoen.
Wanneer een Lid-Staat evenwel van oordeel is dat zijn grondgebied of een deel daarvan vrij is van Gyrodactylus salaris, kan hij bij de Commissie de nodige bewijsstukken indienen, met name betreffende:
i) de resultaten van de gedurende een bepaalde tijd verrichte controletests in het kader waarvan is getracht de parasiet te identificeren en waarbij ermee rekening is gehouden dat de ziekte verplicht moet worden gemeld bij de officiële diensten,
ii) de periode waarin de controle is verricht.
Op grond van bovenstaande informatie kan volgens de procedure van artikel 26 worden besloten de erkenning te verlenen voor het grondgebied van de aanvragende Lid-Staat of voor een deel daarvan.
5. Bijlage B, afdeling I, onder C, punt 2, wordt vervangen door:
"2. a) Op elk bedrijf moeten, ten aanzien van IHN en/of VHS, jaarlijks twee gezondheidscontroles worden verricht overeenkomstig het bepaalde onder B, punt 1, onder b); elk jaar worden op 50 % van de bedrijven in het continentale gebied volgens een rouleringssysteem monsters genomen.
b) Het controleprogramma voor het behoud van de erkenning ten aanzien van Gyrodactylose wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 26.".
6. Bijlage B, afdeling II, onder B, wordt vervangen door:
"B. Verlening van de erkenning
Om te worden erkend ten aanzien van IHN en/of VHS, moet een kustgebied voor vis voldoen aan de eisen die voor continentale gebieden zijn vastgesteld onder afdeling I, onder B, punt 1.
Indien nodig worden de eisen voor erkenning van een kustgebied ten aanzien van Gyrodactylose vastgesteld volgens de procedure van artikel 26.".
7. Bijlage C, afdeling I, onder A, punt 4, wordt vervangen door:
"4. Het bedrijf moet mutatis mutandis voldoen aan de in bijlage B, afdeling I, onder B, vastgestelde eisen. Bovendien moeten, indien om erkenning ten aanzien van IHN en/of VHS wordt verzocht op basis van gegevens die in de voorbije tien jaar aan de hand van een officieel controlesysteem zijn verzameld, ten minste eens per jaar een klinisch onderzoek zijn verricht en monsters zijn genomen voor onderzoek op de betrokken ziekteverwekkers in een erkend laboratorium.".
8. Bijlage C, afdeling I, onder B, wordt vervangen door:
"B. Behoud van de erkenning
De erkenning blijft behouden als wordt voldaan aan de eisen van bijlage B, afdeling I, onder C. De vis moet echter eens per jaar worden bemonsterd voor onderzoek op IHN en/of VHS.".
Artikel 2
1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 juli 1997 aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
(1) PB nr. L 46 van 19. 2. 1991, blz. 1.
(2) PB nr. L 243 van 11. 10. 1995, blz. 1.