Home

Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een eerste meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme - "Philoxenia" (1997-2000)

Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een eerste meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme - "Philoxenia" (1997-2000)

Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een eerste meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme - "Philoxenia" (1997-2000) /* COM/96/0635 DEF - CNS 96/0127 */

Publicatieblad Nr. C 013 van 14/01/1997 blz. 0011


Gewijzigd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende een eerste meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme - "Philoxenia" (1997-2000) (1) (97/C 13/07) COM(96) 635 def. - 96/0127(CNS)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 5 december 1996)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de regio's,

Overwegende dat het toerisme, gezien zijn toenemende belang en zijn aard, naar wordt erkend kan bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap en met name de groei en de werkgelegenheid, de versterking van de economische en sociale samenhang, in het bijzonder van de minder ontwikkelde, ultraperifere en insulaire regio's, en de bevordering van de Europese identiteit;

Overwegende dat het toerisme nog steeds niet voldoende de algemene erkenning als bedrijfstak heeft gekregen, die het verdient;

Overwegende dat Gemeenschapsmaatregelen de kwaliteit en het concurrentievermogen van het Europese toerisme moeten stimuleren, door de voorziening in de behoeften van de toerist te verenigen met het rationele gebruik van natuurlijke, infrastructurele en culturele hulpbronnen, waardoor een bijdrage tot een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van het toerisme wordt geleverd;

Overwegende dat de Raad op 13 juli 1992 Besluit 92/421/EEG (2) betreffende een actieprogramma van de Gemeenschap op het gebied van toerisme (1993-1995) heeft vastgesteld, dat op 31 december 1995 is verstreken;

Overwegende dat de Commissie ingevolge genoemd besluit jaarlijkse verslagen over de communautaire maatregelen die van invloed zijn op het toerisme voor 1993 en 1994 bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's heeft ingediend;

Overwegende dat de Commissie ingevolge genoemd besluit een evaluatieverslag, inclusief een externe audit, over de tenuitvoerlegging van het actieprogramma op het gebied van toerisme aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's heeft overgelegd;

Overwegende dat de Commissie een "Groenboek" over de rol van de Europese Unie op het gebied van toerisme heeft goedgekeurd om aan te zetten tot diepgaand en breed overleg, waarvan de conclusies, die tijdens het Forum over het Europese toerisme van 8 december 1995 werden aangeboden, aantonen dat er een consensus bestaat inzake de wenselijkheid, de continuïteit van de communautaire actie op het gebied van toerisme te verzekeren, inzake de noodzaak deze actie te rationaliseren en inzake de mogelijkheid haar te verdiepen;

Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resoluties van 18 januari 1994 (3), 15 december 1994 (4) en 13 februari 1996 (5) en het Economisch en Sociaal Comité in zijn advies van 15 september 1994 (6) en zijn advies van 14 september 1995 (7) de noodzaak hebben bevestigd, de communautaire actie op het gebied van het toerisme te versterken en hebben verzocht om een echte strategie op het gebied van het toerisme op middellange en lange termijn; dat het Comité van de Regio's in zijn advies van 16 november 1995 van mening is dat een actievere en beter gecoördineerde communautaire bijdrage noodzakelijk is om de dynamische ontwikkeling van het toerisme en de omvang van de toeristische activiteiten te beheersen;

Overwegende dat het van essentieel belang is dat er samenhang en complementariteit bestaat tussen de ingevolge dit programma uit te voeren acties en andere relevante communautaire programma's en initiatieven die van invloed zijn op het toerisme;

Overwegende dat de Commissie moet worden bijgestaan door het raadgevende comité dat bij Besluit 86/664/EEG van de Raad van 22 december 1986 (8) is ingesteld; dat het bij artikel 3, lid 2, van Besluit 92/421/EEG ingestelde comité derhalve wordt opgeheven;

Overwegende dat de in dit besluit beschreven maatregelen, die in overeenstemming zijn met het in artikel 3 B van het Verdrag vastgelegde subsidiariteitsbeginsel, door samenwerking en coördinatie bijdragen tot het toevoegen van waarde aan de inspanningen die door de betrokken partijen op plaatselijk, gewestelijk, nationaal en internationaal vlak worden geleverd, waardoor het Europese toerisme in staat wordt gesteld zijn zwakke punten weg te werken en zijn enorme potentieel te exploiteren;

Overwegende dat de verbetering van de kennis op het gebied van het toerisme door de Gemeenschap moet worden aangemoedigd om de besluitvormers in staat te stellen hun strategieën beter te plannen en het effect van de uitvoering ervan te beoordelen;

Overwegende dat door intensievere samenwerking een "toerismevriendelijk" wetgevend en financieel klimaat moet worden geschapen, ten einde de Europese toeristische prestaties aan te moedigen;

Overwegende dat de kwaliteit van het Europese toerisme door de Gemeenschap moet worden verhoogd door middel van vernieuwende en stimulerende acties met betrekking tot de bevordering van duurzaam toerisme en de opheffing van belemmeringen voor de ontwikkeling van het toerisme;

Overwegende dat de bevordering van Europa als toeristische bestemming moet bijdragen tot de verhoging van het aantal toeristen uit derde landen;

Overwegende dat dit programma, wegens het belang van het toerisme voor de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa alsmede voor Cyprus en Malta, voor deze landen zal worden opengesteld;

Overwegende dat overeenkomstig de resolutie van de Raad van 13 mei 1996 betreffende Euromediterrane samenwerking op het gebied van toerisme (9) bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de maatregelen en initiatieven die op het gebied van toerisme worden genomen in het kader van de samenwerking tussen de Europese Unie en de staten van de Middellandse Zee, zoals weergegeven in de op 27 en 28 november 1995 vastgestelde Verklaring van Barcelona en het werkprogramma;

Overwegende dat, rekening houdend met de beoordeling van de tenuitvoerlegging van het vorige actieprogramma op het gebied van toerisme en met de tot dusver door de Gemeenschap op dit gebied opgedane ervaring, een meerjarenprogramma met een looptijd van vier jaar moet worden vastgesteld en dat voldoende middelen beschikbaar moeten worden gesteld ter verwezenlijking van zijn doelstellingen;

Overwegende dat het Verdrag, voor de vaststelling van dit besluit niet in andere bevoegdheden voorziet dan die van artikel 235,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een meerjarenprogramma ter ondersteuning van het Europese toerisme (Philoxenia) vastgesteld met een looptijd van vier jaar, ingaande op 1 januari 1997.

Artikel 2

1. Het in artikel 1 bedoelde programma, dat de in de bijlage beschreven acties omvat, heeft als algemene doelstelling, door overleg en samenwerking de kwaliteit en het concurrentievermogen van het Europese toerisme te stimuleren, ten einde bij te dragen tot de groei en de werkgelegenheid.

De specifieke doelstellingen van het programma zijn:

- verbetering van de kennis op het gebied van het toerisme;

- verbetering van het wetgevende en financiële klimaat voor het toerisme;

- kwaliteitsverhoging van het Europese toerisme;

- verhoging van het aantal toeristen uit derde landen.

2. De begrotingsautoriteit stelt de voor elk begrotingsjaar beschikbare kredieten vast.

Artikel 3

1. Voor de verlening van financiële steun van de Gemeenschap gelden, behalve die welke in artikel 3 B, tweede alinea, van het Verdrag worden vermeld, criteria die betrekking hebben op:

- kostendoelmatigheid;

- partnerschapsbenadering, voor zover mogelijk van transnationale aard;

- een aanzienlijk effect op het toerisme in de Gemeenschap of ten minste overdraagbaarheid op dit vlak;

- inachtneming van het beginsel van duurzame ontwikkeling.

2. De acties worden uitgevoerd in overleg met de nationale en zo nodig ook de gewestelijke en/of plaatselijke overheden, ten einde rekening te houden met het belang van het toerisme voor de gewestelijke en/of plaatselijke ontwikkeling.

Artikel 4

Volgens de in artikel 5, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld:

- de prioriteiten voor de keuze van de acties;

- de procedures voor de indiening van aanvragen voor communautaire steun;

- in uitzonderlijke omstandigheden de te verlenen communautaire steun voor andere acties dan die welke in de bijlage worden vermeld, wanneer zij aan de in artikel 2 vermelde doelstellingen voldoen en met de in het eerste streepje vermelde prioriteiten verenigbaar zijn.

Artikel 5

1. De Commissie wordt bijgestaan door het raadgevend comité inzake toerisme dat bij Besluit 86/664/EEG is ingesteld. Het bij artikel 3, lid 2, van Besluit 92/421/EEG ingestelde comité wordt opgeheven.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

Artikel 6

1. Dit programma wordt opengesteld voor deelneming door de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa overeenkomstig de voorwaarden die worden vastgelegd in de met die landen te sluiten aanvullende protocollen bij de associatieovereenkomsten inzake deelneming aan communautaire programma's.

2. Dit programma wordt opengesteld voor deelneming door Cyprus en Malta op basis van aanvullende kredieten volgens dezelfde regels als die welke gelden voor de bij de EER-Overeenkomst aangesloten EVA-landen, overeenkomstig met die landen overeen te komen procedures.

Artikel 7

Na de vaststelling van het programma brengt de Commissie elk jaar bij het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's verslag uit over de voornaamste door de Gemeenschap vastgestelde of uitgevoerde maatregelen die van invloed op het toerisme zijn.

Artikel 8

De Commissie beoordeelt op gezette tijden de resultaten van het programma. Deze beoordeling heeft zo mogelijk ook betrekking op de meetbare effecten van het programma en dient in overeenstemming te zijn met de in artikel 3 vermelde criteria. Op basis van deze beoordeling dient de Commissie uiterlijk drie jaar na de aanvang van het programma een tussentijds verslag en binnen twaalf maanden na beëindiging van het programma een eindverslag in bij het Europees Parlement en de Raad - en ter kennisneming bij het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

(1) PB nr. C 222 van 31. 7. 1996, blz. 9.

(2) PB nr. L 231 van 13. 8. 1992, blz. 26.

(3) PB nr. C 44 van 14. 2. 1994, blz. 61.

(4) PB nr. C 18 van 23. 1. 1995, blz. 159.

(5) PB nr. C 65 van 4. 3. 1996, blz. 34.

(6) PB nr. C 393 van 31. 12. 1994, blz. 168.

(7) PB nr. C 301 van 13. 11. 1995, blz. 68.

(8) PB nr. L 384 van 31. 12. 1986, blz. 52.

(9) PB nr. C 155 van 30. 5. 1996, blz. 1.

BIJLAGE

ACTIES TEN GUNSTE VAN HET EUROPESE TOERISME

A. Verbetering van de kennis op het gebied van het toerisme

1. Ontwikkeling van met het toerisme verband houdende informatie

- Versteviging van het Europese statistische systeem voor het toerisme ontwikkeld naar Richtlijn 95/57/EG (1), waardoor de beschikbaarheid van betrouwbare en actuele statistieken wordt verbeterd.

- Ontwikkeling van enquêtes, studies en studeerkamer-/veldonderzoek, waarbij rekening met de behoeften van de toeristenindustrie wordt gehouden.

2. Verspreiding van toeristische informatie en bundeling van dit soort informatie uit andere bronnen

- Oprichting van een Europees net voor onderzoek en documentatie op het gebied van het toerisme.

3. Vergemakkelijking van de beoordeling van de gemeenschapsmaatregelen die van invloed zijn op het toerisme

- Oprichting van een juridische en financiële waarnemingspost voor de stelselmatige beoordeling van de gemeenschapsmaatregelen die van invloed zijn op het toerisme.

B. Verbetering van het wetgevende en financiële klimaat voor het toerisme

1. Versterking van de samenwerking met de Lid-Staten, de industrie en andere belanghebbenden

- Organisatie en voortzetting van geregelde bijeenkomsten met de betrokken partijen om de samenwerking op Europees vlak te versterken en meer bekendheid te geven aan de communautaire initiatieven (technische/thematische vergaderingen, rondetafelconferenties, Europese forums).

C. Kwaliteitsverhoging van het Europese toerisme

1. Bevordering van duurzaam toerisme

- Ondersteuning van plaatselijke initiatieven die gericht zijn op een goed beheer van de bezoekersstromen en aanmoediging tot de vorming van netten van dergelijke initiatieven.

- Ondersteuning van de toepassing van milieuvriendelijke beheerssystemen in toeristische faciliteiten.

- Organisatie van een "Europese prijs voor toerisme en milieu" (tweejaarlijks).

2. Opheffing van belemmeringen voor de ontwikkeling van het toerisme

- Identificatie van de grootste belemmeringen op Europees vlak voor de diverse vormen van toerisme en voor specifieke categorieën toeristen (zoals jongeren, bejaarden en gehandicapten), ontwikkeling van geschikte oplossingen.

D. Verhoging van het aantal toeristen uit derde landen

1. Bevordering van Europa als toeristische bestemming

- Ondersteuning van meerjaarlijkse reclamecampagnes in de belangrijkste bezoekende landen en/of zich sterk ontwikkelende gebieden, waarbij een beroep op de medewerking van sponsors wordt gedaan.

(1) PB nr. L 291 van 6. 12. 1995, blz. 32.