Home

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Ontwerp-actieplan voor de interne markt"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Ontwerp-actieplan voor de interne markt"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Ontwerp-actieplan voor de interne markt"

Publicatieblad Nr. C 287 van 22/09/1997 blz. 0089


Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Ontwerp-actieplan voor de interne markt"

(97/C 287/19)

De Commissie heeft op 13 mei 1997 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 198 van het EG-Verdrag, het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het "Ontwerp-actieplan voor de interne markt".

Het Economisch en Sociaal Comité heeft de heer Pezzini tot algemeen rapporteur voor dit onderwerp benoemd.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 346e Zitting (vergadering van 29 mei 1997) het volgende advies uitgebracht, dat met 59 stemmen vóór en 2 stemmen tegen bij 4 onthoudingen, is goedgekeurd.

1. Algemene opmerkingen

1.1. Het Comité heeft er waardering voor dat de Europese Commissie al zo kort na haar Mededeling van oktober 1996 waarin zij haar voornemens inzake de interne markt kenbaar maakte, de grote lijnen voor het actieplan voor de interne markt uitzet.

1.2. Deze voortvarendheid is een geruststellend teken: blijkbaar bestaat er een groeiende consensus over aangelegenheden die de interne markt betreffen.

1.3. Het Comité hoopt dat de lid-staten en overige staten die zich bij de interne markt aangesloten hebben (Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein - EER) opnieuw alles in het werk zullen stellen om dit Commissievoorstel zo goed mogelijk te vertalen in concrete maatregelen, en onverwijld de besluiten zullen nemen die nodig zijn voor de voltooiing van de interne markt.

1.4. Net als in zijn advies over de Mededeling van de Commissie van oktober 1996, constateert het Comité wederom met voldoening dat ook aan het onderhavige voorstel voor een actieplan voor de interne markt een diepgaande analyse van de impact en de doeltreffendheid ervan is voorafgegaan.

1.5. De ambitieuze doelstellingen en het korte tijdsbestek waarbinnen de voorgestelde maatregelen hun beslag moeten krijgen, vergen resoluut optreden van zowel de Europese instellingen als de lid-staten. Het gaat hier om veel meer dan de louter technische invulling van de voorgestelde maatregelen en zonder een ferme politieke wil van de betrokken actoren is een geloofwaardig beleid niet mogelijk.

1.6. Het smeden van consensus is een ingewikkeld proces; derhalve is het zaak dat de Commissie zich inspant om de uitgangspunten van het actieplan duidelijk uiteen te zetten en de belanghebbenden - voor zover mogelijk - een kosten-/batenanalyse van de hierin geformuleerde keuzes voor te leggen.

1.7. De doelstellingen van het actieplan zijn wel in belangrijke mate, maar niet uitsluitend economisch van aard.

1.8. De totstandbrenging van de grootste binnenmarkt ter wereld betekent een buitengewone impuls voor de economie en biedt de mogelijkheid de kwaliteit van het bestaan van zo'n 370 miljoen Europese burgers, ongeacht hun woonplaats of rol in de samenleving, te verbeteren.

1.9. Duurzame economische groei in een innoverend, dynamisch en sociaal verantwoord economisch bestel kan echter geen stand houden in een interne markt die minder efficiënt functioneert naarmate de bedrijven kleiner zijn.

1.10. Zoals ook werd opgemerkt in het advies van 23 april 1997 (), acht het Comité het van groot belang dat de instellingen van de EU, de EU-lid-staten en de overige landen die deel uitmaken van de interne markt erop toezien dat de interne markt ook naar behoren functioneert voor de sociale actoren - werknemers, producenten van goederen en diensten en consumenten - die in een marginale positie verkeren.

1.11. In dit verband is het zaak dat de belanghebbende partijen - werkgeversorganisaties, vakbonden, consumentenverenigingen, enz. - voortdurend bij de uitvoering van het actieplan worden betrokken.

1.12. De belangstelling voor dit onderwerp is groot, getuige de hoorzittingen die door het Comité en de Commissie zijn georganiseerd n.a.v. de Mededeling van oktober 1996. De sociale partners kunnen op grond van hun eigen ervaring waardevolle feedback geven die - zeker gezien de krappe termijnen - van doorslaggevend belang kan zijn voor een succesvolle uitvoering van het actieplan. Bovendien vormt deze betrokkenheid een belangrijk element ter versterking van het politieke draagvlak dat, zoals gezegd, onontbeerlijk is voor het welslagen van het actieplan.

2. Het actieplan

2.1. Het Comité staat ook volledig achter het door de Commissie ingenomen standpunt dat de werking van de interne markt dient te worden bevorderd gezien het belang ervan voor de geplande uitbreiding van de Europese Unie. Het Comité is ervan overtuigd dat de bereidheid tot uitbreiding bij de lid-staten toeneemt als de nu voorgestelde maatregelen voor de interne markt zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd.

2.2. Terecht stelt de Commissie in haar ontwerp-actieplan dat de interne markt staat of valt met het vertrouwen van de instellingen, het bedrijfsleven, de burgers; vertrouwen dat de basisregels van de interne markt overal volledig worden nageleefd en dat de voornaamste concurrentieverstoringen op de markten tijdig en doelmatig worden aangepakt; vertrouwen van de middelgrote en kleine bedrijven dat de interne markt, die toch in de eerste plaats voor hen bedoeld was, daadwerkelijk zijn beslag zal krijgen; vertrouwen van de consumenten, in de betrouwbaarheid en kwaliteit van goederen en diensten; en vooral vertrouwen in de inspanning van de regeringen om de markt goed te laten functioneren.

2.2.1. Dit komt neer op een duidelijke erkenning van het politieke en culturele belang van de beleidskeuzes voor de toekomst van de interne markt, een thema dat in de ESC-adviezen over de interne markt geregeld aan de orde komt.

2.2.2. Ook ten aanzien van de algemene uitgangspunten blijken het Comité en de Commissie op één lijn te zitten, zoals de samenhang tussen het actieplan voor de interne markt en de derde fase van de EMU, en de geïntegreerde aanpak van de in het actieplan geformuleerde strategische doelstellingen.

2.2.3. In zijn eerdergenoemde advies over de Commissiemededeling van oktober 1996 heeft het Comité benadrukt dat de invoering van de gemeenschappelijke munt parallel moet lopen met de voltooiing van de interne markt. Dit vooral om te voorkomen dat zwakkere actoren moeten opereren in een dankzij deze munt meer geïntegreerd economisch bestel, terwijl de regelingen voor de interne markt als voorzien in het actieplan, nog niet volledig hun beslag hebben gekregen.

2.2.4. Het moge dus ook duidelijk zijn dat alle voorgenomen acties gelijktijdig ten uitvoer moeten worden gelegd, aangezien de verschillende maatregelen in elkaar grijpen en gezamenlijk dus meer effect sorteren.

2.3. Het Comité onderschrijft de vier strategische doelstellingen van het actieplan. De beknopte analyses in de Mededeling over de impact en doeltreffendheid van de interne markt wezen al in deze richting. Bovendien vindt de Commissie met deze doelstellingen zeker weerklank bij de sociaal-economische actoren die hebben deelgenomen aan de in maart 1997 door het Comité georganiseerde hoorzitting over dit thema.

2.3.1. Het gaat om de volgende vier doelstellingen: doeltreffendere regelgeving; opheffing van de voornaamste marktverstoringen; opheffing van sectorale belemmeringen voor marktintegratie; totstandbrenging van een interne markt die alle burgers ten goede komt. Dit zijn even zovele uitdagingen aan de hand waarvan zal kunnen worden vastgesteld hoe doeltreffend de politieke consensus over de interne markt is.

2.3.2. Het Comité neemt met belangstelling kennis van het feit dat de Commissie bij haar streven naar doeltreffendere regelgeving een belangrijke taak ziet weggelegd voor de nationale overheden. Zo dienen deze erop toe te zien dat het juridisch kader voor striktere toepassing van de normen verder wordt uitgewerkt, sneller oplossingen voor problemen worden aangedragen, en de behandeling van inbreukprocedures wordt bespoedigd.

2.3.3. Bijzonder interessant lijkt ook de voorgestelde invoering van "een scorebord voor de interne markt", waarop geregeld informatie over de stand van zaken met betrekking tot de interne markt in elke lid-staat wordt weergegeven. Zulks zal bijzonder verhelderend werken voor de relaties tussen de Europese partners, omdat het zal laten zien in hoeverre elke lid-staat in de praktijk voor deze vraagstukken een draagvlak heeft weten te creëren.

2.3.4. Het stemt het Comité voorts tot voldoening dat de Commissie het in zijn advies geformuleerde standpunt deelt dat de fiscale aspecten van groot gewicht zijn voor een goed functioneren van de interne markt.

2.3.5. Hoewel de kwestie gevoelig ligt, heeft het Comité toch een duidelijk signaal willen afgeven dat de lid-staten nu zonder verder uitstel, maar in een open sfeer en zonder zich in te graven in hun stellingen, tot een vergelijk moeten zien te komen. Anders bestaat het gevaar dat de instrumenten voor economisch beleid in de lid-staten aan efficiency inboeten. Met behulp van de door de Commissie voorgestelde maatregelen kan getracht worden een begin van coördinatie op dit terrein daadwerkelijk tot stand te brengen.

2.3.6. Aanscherping van het concurrentiebeleid is een zaak die nauw samenhangt met bovengenoemd vraagstuk. Ook op dit terrein zullen de richtsnoeren die de Commissie terzake heeft uitgezet, in overleg met de lid-staten naar de praktijk vertaald moeten worden. Het is echter van groot belang dat reeds in het onderhavige advies wordt benadrukt dat het concurrentievermogen van de kleine en middelgrote ondernemingen in vele gevallen eerder is verzwakt dan versterkt doordat de steun vooral naar de grote bedrijven gaat.

2.3.7. Een ander thema dat tijdens de werkzaamheden van de Waarnemingspost voor de interne markt van het Comité aan de orde is gekomen, is dat van de dienstensector. Hoewel deze sector goed is voor 70 % van het BNP van de EU, wordt juist hier de integratie het meest bemoeilijkt. De belangrijkste sectoren waar nu resoluut knopen moeten worden doorgehakt zijn de financiële markten, openbare diensten, openbaar vervoer en telecommunicatie.

2.3.8. Ook het omvangrijke pakket maatregelen die de Commissie voorstelt om ervoor te zorgen dat de interne markt echt de burgers ten goede komt, kan rekenen op de steun van het Comité. Gezien de aard van zijn werkzaamheden ligt dit thema het Comité immers nauw aan het hart. Het dringt er op aan dat de Commissie, na overleg met de sociale partners, met concrete voorstellen komt voor de verbetering van de voorlichting aan en raadpleging van de Europese ondernemingsraden in geval van sluiting van vestigingen die met veel banenverlies gepaard gaat. Indien er te weinig aandacht is voor de sociale dimensie van de interne markt en er geen garanties komen voor een minimale sociale bescherming en volledige inspraak van alle sociale categorieën, zal de potentiële steun voor de interne markt langzaam afbrokkelen.

2.3.9. Vraagstukken die samenhangen met de mobiliteit van het werk en de bescherming van de sociale rechten zijn van essentieel belang. Er bestaat een duidelijk verband met het fiscaal beleid. Gezien de huidige internationale mobiliteit van de kapitaalstromen, is nauwelijks te voorkomen dat door de concurrentie tussen landen, de belastingdruk op de sectoren waar de mobiliteit verwaarloosbaar is, geleidelijk zal toenemen. Dit is een specifiek aspect dat in het debat over de regels van het mededingingsbeleid terdege aan de orde moet kunnen komen.

2.3.10. Verder dienen in het actieplan de volgende prioritaire maatregelen te worden opgenomen:

- technische handelsbelemmeringen al zoveel mogelijk aan de bron voorkomen, b.v. middels een aan de lid-staten op te leggen gedragscode voor het goed functioneren van de interne markt;

- grensoverschrijdende regionale handel bevorderen, m.n. tussen het MKB;

- de aanleg van transeuropese netwerken versnellen, zodat de voordelen van de interne markt kunnen worden vertaald in een optimale groei;

- de EG-regelgeving inzake industriële en intellectuele eigendom verder harmoniseren;

- de douanesamenwerking aan de buitengrenzen verbeteren;

- een gemeenschappelijke strategie uitstippelen ter verbetering van de toegang tot de markten in derde landen.

2.3.11. Wat het tijdschema betreft, stemt het Comité in met de nieuwe deadline, maar vraagt het zich wel af of volledige uitvoering van het actieplan vóór 1 januari 1999 een haalbare kaart is. Dit streven komt alleen als geloofwaardig en efficiënt over indien:

- de Commissie aangeeft op welke wijze zij de besluitvorming op tal van gebieden denkt te kunnen stroomlijnen;

- de lid-staten tijdens de IGC formeel vastleggen dat zij vaart zullen zetten achter de voltooiing van de interne markt en instemmen met procedurele wijzigingen die in dit verband nodig blijken;

- daarnaast het jaar 2002 wordt aangeduid als bijkomende deadline voor zaken die in 1999 onmogelijk kunnen zijn geregeld, maar die wel vóór de nieuwe uitbreiding van de EU moeten zijn afgerond.

2.3.12. Het Comité pleit nogmaals voor formele erkenning door de IGC van de rol van de Waarnemingspost voor de interne markt, bijvoorbeeld via een verklaring waarin wordt verwezen naar de oproep van zowel de Raad, de Commissie als het Europees Parlement om die rol te versterken.

Ten slotte zou het Comité graag zien dat de Commissie de werkzaamheden van de Waarnemingspost in haar actieplan vermeldt.

Brussel, 29 mei 1997.

De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité

T. JENKINS

() PB C 206 van 7. 7. 1997, blz. 65.