Home

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (COM(96)0615 C4-0070/97 96/0298(CNS))

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (COM(96)0615 C4-0070/97 96/0298(CNS))

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (COM(96)0615 C4-0070/97 96/0298(CNS))

Publicatieblad Nr. C 132 van 28/04/1997 blz. 0094


A4-0110/97

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (COM(96)0615 - C4-0070/97 - 96/0298(CNS))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

Twaalfde overweging bis (nieuw)

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat in de diverse lidstaten tal van voortreffelijke instellingen bestaan die zich aan de bestudering van racisme en xenofobie wijden,

(Amendement 2)

Twaalfde overweging ter (nieuw)

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de harmonisering van het onderzoek en de vorming van een netwerk van instellingen de bruikbaarheid en efficiëntie van dit werk zal bevorderen,

(Amendement 3)

Dertiende overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat het derhalve dienstig is, een Europees Waarnemingscentrum voor verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat op te richten, dat de resultaten van zijn werk zowel aan de Gemeenschap als aan de lidstaten ter beschikking zal stellen,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat het derhalve dienstig is, een Europees Waarnemingscentrum voor verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat op te richten, dat ten dienste staat van het onderzoek in zowel de Gemeenschap als de lidstaten,

(Amendement 4)

Veertiende overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat de aan het Waarnemingscentrum toegewezen taken samenwerking veronderstellen met andere nationale of internationale instanties, en wel in het bijzonder met de Raad van Europa, die op dit gebied een grondige ervaring heeft,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de aan het Waarnemingscentrum toegewezen taken samenwerking veronderstellen met andere regionale, nationale of internationale instanties, en wel in het bijzonder met de Raad van Europa, die op dit gebied een grondige ervaring heeft,

(Amendement 5)

Zestiende overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat het Waarnemingscentrum de hoogst mogelijke juridische en politieke zelfstandigheid moet bezitten en tegelijk nauwe banden met de andere instellingen van de Gemeenschap moet onderhouden,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat het Waarnemingscentrum de hoogst mogelijke juridische en politieke zelfstandigheid moet bezitten, maar functioneert onder verantwoordelijkheid van de Europese Commissie en nauwe banden met de andere instellingen van de Gemeenschap moet onderhouden,

(Amendement 6)

Artikel 2, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Het Waarnemingscentrum bestudeert de omvang en de ontwikkeling van de verschijnselen en uitingen van racisme, vreemdelingenhaat en anti-semitisme, analyseert de oorzaken, de gevolgen en de uitwerking ervan en onderzoekt voorbeelden van goede praktijken ter bestrijding ervan. Daartoe:

a) verzamelt, registreert en analyseert het Waarnemingscentrum informatie en gegevens, met inbegrip van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, die hem door de lidstaten, de instellingen van de Gemeenschap, internationale instanties, met name de in artikel 4, lid 1, bedoelde of door niet-gouvernementele organisaties worden meegedeeld;

b) gaat het een samenwerking aan met de verstrekkers van de informatie en werkt het een onderling afgestemd beleid uit voor het gebruik van hun gegevensbanken, teneinde, in voorkomend geval op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, de verspreiding van hun informatie in brede kring te bevorderen;

c) voert het wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke enquêtes, voorbereidende en haalbaarheidsstudies uit, in voorkomend geval op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie. Het organiseert vergaderingen van deskundigen en stelt, voor zover nodig, werkgroepen ad hoc in;

d) zet het een voor het publiek toegankelijk bestand aan documentatie op, bevordert het voorlichtingsactiviteiten en stimuleert het wetenschappelijk onderzoek;

e) stelt het conclusies en aanbevelingen aan de Gemeenschap en de lidstaten op;

f) stelt het een jaarverslag over de toestand inzake racisme en vreemdelingenhaat in de Gemeenschap op, waarin ook aandacht aan voorbeelden van goede praktijken wordt geschonken, alsmede over de eigen werkzaamheden;

g) zet het een "Europees informatienet inzake racisme en vreemdelingenhaat" (Raxen) op, dat uit een eigen centrale eenheid van het Waarnemingscentrum bestaat, die samenwerkt met nationale universitaire onderzoekcentra, niet-gouvernementele organisaties, en gespecialiseerde centra, die door nationale of internationale organisaties als bedoeld in artikel 7 zijn opgericht;

h) vergemakkelijkt en bevordert het de organisatie en het geregeld houden van Ronde-Tafelconferenties of van vergaderingen van andere in de lidstaten reeds bestaande permanente adviesinstanties, met deelname van sociale partners, onderzoekcentra en andere personen of instanties die zich met verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat bezighouden. Het Waarnemingscentrum houdt in zijn jaarverslag over de toestand inzake het racisme en de vreemdelingenhaat in de Gemeenschap rekening met de resultaten van de nationale Ronde-Tafelconferenties of van de vergaderingen van andere reeds bestaande adviesinstanties.

>Oorspronkelijke tekst>

2. Het Waarnemingscentrum coördineert en harmoniseert de studies naar de omvang en de ontwikkeling van de verschijnselen en uitingen van racisme, vreemdelingenhaat en anti-semitisme, bevordert de analyse van oorzaken, gevolgen en uitwerking ervan en vergelijkt voorbeelden van goede praktijken ter bestrijding ervan. Daartoe:

a) verzamelt, registreert en analyseert het Waarnemingscentrum informatie en gegevens, met inbegrip van resultaten van wetenschappelijk onderzoek, die hem door onderzoekscentra, de lidstaten, de instellingen van de Gemeenschap, internationale instanties, met name de in artikel 4, lid 1, bedoelde of door niet-gouvernementele organisaties worden meegedeeld;

b) gaat het een samenwerking aan met de verstrekkers van de informatie en werkt het een onderling afgestemd beleid uit voor het gebruik van hun gegevensbanken, teneinde, in voorkomend geval op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie, de verspreiding van hun informatie in brede kring te bevorderen;

c) laat het wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke enquêtes, voorbereidende en haalbaarheidsstudies uitvoeren op verzoek van het Europees Parlement, de Raad of de Commissie. Het organiseert vergaderingen van deskundigen en stelt, voor zover nodig, werkgroepen ad hoc in;

d) steunt het opzetten van een voor het publiek toegankelijk bestand aan documentatie op en het daarin aanbrengen van de nodige dwarsverbindingen; assisteert het bij de bevordering van voorlichtingsactiviteiten en stimuleert het wetenschappelijk onderzoek;

e) stelt het primair op verzoek van Europees Parlement, Raad of Commissie conclusies en aanbevelingen aan de Gemeenschap en de lidstaten op;

f) stelt het een jaarverslag over de toestand inzake racisme en vreemdelingenhaat in de Gemeenschap op, waarin ook aandacht aan voorbeelden van goede praktijken wordt geschonken, alsmede over de eigen werkzaamheden;

g) zet het een "Europees informatienet inzake racisme en vreemdelingenhaat" (Raxen) op, dat uit een eigen centrale eenheid van het Waarnemingscentrum bestaat, die samenwerkt met nationale universitaire onderzoekcentra, niet-gouvernementele organisaties, en gespecialiseerde centra, die door regionale, nationale of internationale organisaties als bedoeld in artikel 7 zijn opgericht, en dat het mogelijk maakt gemeenschappelijke criteria en vergelijkbare gegevens op te stellen;

h) vergemakkelijkt en bevordert het de organisatie en het geregeld houden van Ronde-Tafelconferenties of van vergaderingen van andere in de lidstaten reeds bestaande permanente adviesinstanties, met deelname van sociale partners, onderzoekcentra en andere personen of instanties die zich met verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat bezighouden. Het Waarnemingscentrum houdt in zijn jaarverslag over de toestand inzake het racisme en de vreemdelingenhaat in de Gemeenschap rekening met de resultaten van de regionale en nationale Ronde- Tafelconferenties of van de vergaderingen van andere reeds bestaande adviesinstanties.

(Amendement 7)

Artikel 3, lid 3, sub a) t/m g)

>Oorspronkelijke tekst>

a) vrij verkeer van personen binnen de Gemeenschap;

b) werkgelegenheid;

c) media en andere communicatiemiddelen;

d) onderwijs, beroepsopleiding en jeugd;

e) sociale uitsluiting;

f) vrij verkeer van goederen;

g) cultuur.

>Tekst na stemming van het EP>

-a ) vrijheid van godsdienst;

a) vrij verkeer van personen binnen de Gemeenschap;

b) werkgelegenheid;

c) media en andere communicatiemiddelen;

d) onderwijs, beroepsopleiding en jeugd;

e) sociale uitsluiting;

f) vrij verkeer van goederen;

g) cultuur;

g bis) preventieve maatregelen en middelen tot actie.

(Amendement 22)

Artikel 5, lid 4

>Oorspronkelijke tekst>

4. Wanneer persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening en overeenkomstig het nationale recht aan het Waarnemingscentrum worden meegedeeld, mogen die gegevens uitsluitend worden gebruikt voor de aangegeven doeleinden en onder de door de overdragende dienst gestelde voorwaarden. Deze bepaling geldt overeenkomstig voor de mededeling van persoonsgegevens door het Waarnemingscentrum aan de bevoegde diensten van de lidstaten, aan internationale organisaties of aan andere gemeenschapsorganen. Het Waarnemingscentrum onthoudt zich van elke activiteit in verband met concrete en met name genoemde gevallen.

>Tekst na stemming van het EP>

4. Wanneer persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening en overeenkomstig het nationale recht aan het Waarnemingscentrum worden meegedeeld, mogen die gegevens uitsluitend worden gebruikt voor de aangegeven doeleinden en onder de door de overdragende dienst gestelde voorwaarden. Deze bepaling geldt overeenkomstig voor de mededeling van persoonsgegevens door het Waarnemingscentrum aan de bevoegde diensten van de lidstaten, aan internationale organisaties of aan andere gemeenschapsorganen.

(Amendement 8)

Artikel 6

>Oorspronkelijke tekst>

Het waarnemingscentrum bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in elke lidstaat de meest uitgebreide rechtsbevoegdheid die in de wetgeving van die lidstaat aan rechtspersonen wordt toegekend; het kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen en/of vervreemden en in rechte optreden.

>Tekst na stemming van het EP>

Het waarnemingscentrum bezit rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 142 van het Financieel Reglement. Het geniet in elke lidstaat de meest uitgebreide rechtsbevoegdheid die in de wetgeving van die lidstaat aan rechtspersonen wordt toegekend; het kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen en/of vervreemden en in rechte optreden.

(Amendement 9)

Artikel 7, Titel

>Oorspronkelijke tekst>

Samenwerking met nationale of internationale organisaties

>Tekst na stemming van het EP>

Samenwerking met regionale, nationale of internationale organisaties

(Amendement 10)

Artikel 7, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Voor de uitoefening van zijn functies kan het Waarnemingscentrum samenwerken met gouvernementele of niet-gouvernementele nationale of internationale organisaties, die bevoegd zijn op het gebied van verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Voor de uitoefening van zijn functies werkt het Waarnemingscentrum samen met gouvernementele of niet-gouvernementele, regionale, nationale of internationale organisaties, die bevoegd zijn op het gebied van verschijnselen van racisme en vreemdelingenhaat.

(Amendement 11)

Artikel 8, lid 2, eerste alinea

>Oorspronkelijke tekst>

2. De namen van de leden van de Raad van Bestuur en hun plaatsvervangers worden aan de Commissie medegedeeld met het oog op bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Hun ambtstermijn bedraagt drie jaar en is eenmaal hernieuwbaar driejarig. De Raad van Bestuur kiest zijn voorzitter en zijn waarnemend voorzitter alsmede de overige leden van het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 9.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De namen van de leden van de Raad van Bestuur en hun plaatsvervangers worden aan de Commissie medegedeeld met het oog op bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Hun ambtstermijn bedraagt drie jaar en is eenmaal hernieuwbaar driejarig. De Raad van Bestuur wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie en kiest zijn waarnemend voorzitter alsmede de overige leden van het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 9.

(Amendement 12)

Artikel 8, lid 3, sub b)

>Oorspronkelijke tekst>

b) keurt hij het jaarverslag en de conclusies en aanbevelingen van het Waarnemingscentrum goed, en deelt hij deze mede aan het EP, de Raad, de Commissie, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's; hij zorgt voor de publicatie van het jaarverslag.

>Tekst na stemming van het EP>

b) keurt hij het jaarverslag en de conclusies en aanbevelingen van het Waarnemingscentrum goed, legt deze ter beoordeling voor aan het EP, de Raad en de Commissie, en deelt deze mede aan het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's; hij zorgt voor de publicatie van het jaarverslag.

(Amendement 13)

Artikel 8, lid 3, sub e)

>Oorspronkelijke tekst>

e) verleent hij de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting.

>Tekst na stemming van het EP>

Schrappen

(Amendement 14)

Artikel 9, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Het Dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van de Raad van Bestuur, de waarnemend voorzitter alsmede maximaal drie andere leden van de Raad van Bestuur, waartoe de door de Raad van Europa aangewezen persoon alsmede de vertegenwoordiger van de Commissie behoren.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Het Dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van de Raad van Bestuur, de waarnemend voorzitter alsmede maximaal drie andere leden van de Raad van Bestuur, waartoe de door de Raad van Europa en het Europees Parlement (geen lid) aangewezen personen kunnen behoren.

(Amendement 15)

Artikel 10, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. De directeur legt de Raad van Bestuur verantwoording af voor zijn beheer en woont de bijeenkomsten van de Raad van Bestuur en van het Dagelijks Bestuur bij.

>Tekst na stemming van het EP>

3. De directeur legt de Raad van Bestuur verantwoording af over zijn werkzaamheden en woont de bijeenkomsten van de Raad van Bestuur en van het Dagelijks Bestuur bij.

(Amendement 16)

Artikel 11, lid 2, tweede alinea

>Oorspronkelijke tekst>

Deze deskundigen worden door de Raad van Bestuur aangesteld op voorstel van de lidstaten, de Commissie en de in artikel 7 bedoelde nationale of internationale organisaties die aan het werk van het Waarnemingscentrum deelnemen.

>Tekst na stemming van het EP>

Deze deskundigen worden door de Raad van Bestuur aangesteld op voorstel van de lidstaten, de Commissie en de diverse in artikel 7 bedoelde organisaties die aan het werk van het Waarnemingscentrum deelnemen.

(Amendement 17)

Artikel 12, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Het Personeel van het Waarnemingscentrum is onderworpen aan de verordeningen en regelingen die van toepassing zijn op de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Het Personeel van het Waarnemingscentrum is onderworpen aan de verordeningen en regelingen die van toepassing zijn op de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen. Het personeel wordt aangeworven zonder enige discriminatie op grond van nationaliteit. Om ervoor te zorgen dat het Centrum op doeltreffende wijze een transeuropees netwerk op dit vlak tot stand brengt, zal het personeel ook bij voorkeur worden aangesteld op basis van tijdelijke contracten of contracten voor een bepaalde duur, of via detachering door gespecialiseerde organen in of buiten de Europese Unie.

(Amendement 18)

Artikel 13, leden 2 t/m 4

>Oorspronkelijke tekst>

2. De directeur stelt ieder jaar uiterlijk op de vijftiende februari een voorontwerp van begroting voor het volgende begrotingsjaar op. Het voorontwerp van begroting omvat de huishoudelijke uitgaven en het voor het volgende begrotingsjaar geplande werkprogramma. De directeur legt dit voorontwerp van begroting, met een overzicht van het personeelsbestand aan de Raad van bestuur voor.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De directeur stelt ieder jaar uiterlijk op de vijftiende februari een door een toelichting voorafgegaan voorontwerp van begroting voor het volgende begrotingsjaar op. Het voorontwerp van begroting omvat de huishoudelijke uitgaven en het voor het volgende begrotingsjaar geplande werkprogramma. De directeur legt dit voorontwerp van begroting, met een overzicht van het personeelsbestand aan de Raad van Bestuur voor; in het personeelsbestand wordt het aantal ambten per rang voor elke categorie vastgesteld alsook het aantal door de begrotingsautoriteit voor het voorafgaande begrotingsjaar toegestane ambten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20, lid 3, derde streepje, en lid 4 van het Financieel Reglement.

>Oorspronkelijke tekst>

3. De ontvangsten en uitgaven van de begroting moeten in evenwicht zijn.

4. De inkomsten van het waarnemingscentrum omvatten, afgezien van andere middelen:

>Oorspronkelijke tekst>

3. De ontvangsten en uitgaven van de begroting moeten in evenwicht zijn.

4. De inkomsten van het waarnemingscentrum omvatten, afgezien van andere middelen:

>Oorspronkelijke tekst>

a) een in een speciale begrotingspost van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (afdeling "Commissie") opgenomen subsidie van de Gemeenschap;

b) betalingen als vergoeding voor verleende diensten;

c) eventuele financiële bijdragen van de in artikel 7 bedoelde organisaties.

>Tekst na stemming van het EP>

a) een subsidie van de Gemeenschap waarbij rekening wordt gehouden met de inkomsten van buiten de Gemeenschap, die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure wordt vastgesteld en in een speciale begrotingspost van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (afdeling "Commissie") opgenomen;

b) betalingen als vergoeding voor verleende diensten;

c) eventuele financiële bijdragen van de in artikel 7 bedoelde organisaties of andere erkende organisaties die het werk van het Centrum willen steunen;

>Tekst na stemming van het EP>

c bis) onverminderd de hierna vermelde bepalingen zijn de beginselen en bepalingen voor de inkomsten en uitgaven van de Gemeenschap van toepassing.

(Amendement 20)

Artikel 13, leden 6 en 7

>Oorspronkelijke tekst>

6. De Raad van Bestuur stelt de ontwerpbegroting vast en doet deze aan de Commissie toekomen, die aan de hand hiervan de desbetreffende ramingen opstelt voor het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, hetwelk zij uit hoofde van artikel 203 van het Verdrag aan de Raad voorlegt.

7. De Raad van Bestuur stelt voor de aanvang van het begrotingsjaar de definitieve begroting van hetwaarnemingscentrum vast, waarbij hij deze zo nodig aan de communautaire subsidie en de andere middelen van het waarnemingscentrum aanpast.

>Tekst na stemming van het EP>

6. De Raad van Bestuur stelt de ontwerpbegroting vast en doet deze aan de Commissie toekomen, die aan de hand hiervan aanwijzingen geeft en ramingen opstelt voor het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, hetwelk zij uit hoofde van artikel 203 van het Verdrag aan de Raad voorlegt.

7. De Raad van Bestuur stelt overeenkomstig de aanwijzingen van de Commissie voor de aanvang van het begrotingsjaar en na de goedkeuring door de begrotingsautoriteit van de communautaire subsidie, afhankelijk van de andere middelen van het waarnemingscentrum, de definitieve begroting van het waarnemingscentrum vast.

(Amendement 21)

Artikel 13, leden 10 t/m 12

>Oorspronkelijke tekst>

10. Uiterlijk op de 31ste maart van elk jaar zendt de directeur aan de Commissie, de Raad van Bestuur en de Rekenkamer de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van het waarnemingscentrum over het afgelopen begrotingsjaar.

>Oorspronkelijke tekst>

10. Uiterlijk op de 31ste maart van elk jaar zendt de directeur aan de Commissie, de Raad van Bestuur, de Rekenkamer en ter informatie aan de Raad en het Europees Parlement de rekeningen van alle ontvangsten en uitgaven van het waarnemingscentrum over het afgelopen begrotingsjaar.

>Tekst na stemming van het EP>

De Rekenkamer onderzoekt deze rekeningen overeenkomstig artikel 188 C van het Verdrag.

>Oorspronkelijke tekst>

De Rekenkamer onderzoekt deze rekeningen overeenkomstig artikel 188 C van het Verdrag.

>Tekst na stemming van het EP>

11. De Raad van Bestuur verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting.

>Oorspronkelijke tekst>

11. Het Europees Parlement verleent de directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting overeenkomstig artikel 206 van het Verdrag.

12. De Raad van Bestuur stelt na advies van de Commissie en de Rekenkamer de interne financiële bepalingen vast, die met name regels voor de opstelling en de uitvoering van de begroting van het waarnemingscentrum omvatten.

>Tekst na stemming van het EP>

12. De Raad van Bestuur stelt na advies van de Commissie, de Rekenkamer en het Europees Parlement de interne financiële bepalingen vast, die met name regels voor de opstelling en de uitvoering van de begroting van het waarnemingscentrum omvatten, overeenkomstig de interne financiële bepalingen die van toepassing zijn op de overige satellietorganen van de Europese Unie.

(Amendement 19)

Artikel 13 bis (nieuw)

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 13 bis

Het voor het functioneren van het orgaan noodzakelijke vertaalwerk wordt verzorgd door het bij verordening EG/2965/94 opgerichte Vertaalcentrum van de organen van de Europese Unie.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (COM(96)0615 - C4-0070/97 - 96/0298(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(96)0615 - 96/0298(CNS)) ((PB C 78 van 12.03.1997, blz. 15.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 235 van het EG-Verdrag (C4- 0070/97),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie openbare vrijheden en binnenlandse zaken en het advies van de Begrotingscommissie (A4-0110/97),

1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG- Verdrag, dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.