Resolutie over de mensenrechten in Ethiopië
Resolutie over de mensenrechten in Ethiopië
Resolutie over de mensenrechten in Ethiopië
Publicatieblad Nr. C 304 van 06/10/1997 blz. 0144
B4-0785/97
Resolutie over de mensenrechten in Ethiopië
Het Europees Parlement,
- onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 juli 1996 over de mensenrechten in Ethiopië ((PB C 261 van 9.9.1996, blz. 166.)),
A. overwegende dat de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat essentiële elementen van de herziene Vierde Overeenkomst van Lomé vormen en dat de Ethiopische grondwet tevens eerbiediging van de mensenrechten omvat,
B. gezien het voortdurende proces van democratische en institutionele ontwikkeling in Ethiopië,
C. verontrust over de onderdrukking van de burgersamenleving vertegenwoordigende verenigingen, waardoor leiders als Kefale Mamo en Mulugete Lule (resp. voorzitter en ondervoorzitter van de Ethiopische Vrije Vereniging van Persjournalisten), Gemorav Kassa (secretaris-generaal van de Ethiopische Lerarenbond) en Dawi Ibrahim (voorzitter van het Verbond van Ethiopische Vakverenigingen) gedwongen werden in ballingschap te gaan,
D. geschokt door de moord op 11 juni 1997 op Assefa Maru, bestuurslid van zowel de Ethiopische Bond van leraren als de Ethiopische Raad voor de mensenrechten,
1. veroordeelt de moord op Assefa Maru;
2. veroordeelt alle mensenrechtschendingen door de regering en de strijdkrachten;
3. verzoekt de Ethiopische autoriteiten de fundamentele rechten van alle Ethiopische burgers te waarborgen en een eind te maken aan vervolgingen om politieke redenen en misbruik als extrajudiciële verdwijningen, foltering, hechtenis, verkrachting en arrestaties overeenkomstig de Ethiopische grondwet;
4. dringt bij de Ethiopische regering aan op een volledig respect voor de persvrijheid, de onafhankelijkheid van de vakbonden en het recht van de burgers op vereniging;
5. dringt er bij de Ethiopische regering op aan alle gevangen dissidenten vrij te laten en verbeteringen aan te brengen aan het gerechtelijke stelsel, zodat de mensen op eerlijke wijze in staat van beschuldiging en voor de rechter kunnen worden gebracht;
6. verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten om nauwgezet toe te zien op de mensenrechtensituatie in Ethiopië en allen middelen aan te wenden om een verbetering daarvan te bewerkstelligen;
7. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Ethiopische regering, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de VN-Hoge Commissaris voor de mensenrechten.