Resolutie over de conferentie in Oslo ten behoeve van een overeenkomst over een volledig verbod van anti- personenmijnen
Resolutie over de conferentie in Oslo ten behoeve van een overeenkomst over een volledig verbod van anti- personenmijnen
B4-0786/97
Resolutie over de conferentie in Oslo ten behoeve van een overeenkomst over een volledig verbod van anti-personenmijnen
Het Europees Parlement,
- onder verwijzing naar zijn voorgaande resoluties over dit onderwerp, met name van 14 maart 1996 over anti-personenmijnen en de Internationale Conferentie van Wenen betreffende de herziening van het Verdrag inzake bepaalde conventionele wapens ((PB C 96 van 1.4.1996, blz. 292.)), van 23 mei 1996 over het mislukken van de Conferentie over anti-personenmijnen ((PB C 166 van 10.6.1996, blz. 197.)) en van 17 juli 1997 over anti- personenmijnen ((Deel II, punt 13 van de notulen van die datum.)),
A. gezien de belangrijke vooruitgang die het proces van Ottawa heeft gemaakt op weg naar een verbod op anti-personenmijnen,
B. zijn gelukwensen uitsprekend met de 97 ondertekenaars van de Verklaring van Brussel over een verdrag in december 1997 en ter ondersteuning van de Oostenrijkse ontwerptekst, alsmede met de lidstaten die een moratorium hebben ingesteld op de verkoop en het plaatsen van landmijnen voor het proces van Ottawa,
C. verheugd over het succes van de onderhandelingen in Oslo, zodat er in december 1997 in Ottawa een verdrag kan worden ondertekend,
D. zich bewust van de ernstige moeilijkheden waarmee de slachtoffers van landmijnen na een ontploffing hebben te kampen en vol lof over de moedige rol die de overlevenden hebben gespeeld in de beweging voor een algeheel verbod,
E. vol lof over de inspanningen van de NGO's en een aantal persoonlijkheden, zoals Lady Diana, Princess of Wales, die de onmenselijke en tragische gevolgen van anti-personenmijnen onder de aandacht van de publieke opinie in de gehele wereld heeft gebracht,
F. overwegende dat de overeenkomst over de herfinanciering van het vierde O& TO-kaderprogramma van de Europese Unie ook een deel zou moeten omvatten over steun aan de methoden om mijnen te ontdekken;
1. juicht het toe dat 89 staten er in Oslo in zijn geslaagd het eens te worden over een gezamenlijke tekst waardoor de productie, de opslag, het gebruik en de overdracht van anti-personenmijnen wettelijk wordt verboden;
2. betreurt dat door de terugtrekking van de Verenigde Staten van het proces van Ottawa het gehoopte positieve signaal van een verbod op mijnen over de hele wereld uitblijft;
3. betreurt dat Finland en Griekenland slechts als waarnemers bij de onderhandelingen aanwezig waren, doch dringt er bij hen op aan het verdrag toch te ondertekenen;
4. moedigt alle staten, in het bijzonder Rusland, China, Pakistan, India, Irak en Turkije, die tot dusverre nog niet aan het proces van Ottawa hebben deelgenomen, aan het Verdrag in december 1997 te ondertekenen;
5. verzoekt zijn delegatie voor de betrekkingen met de Verenigde Staten de Amerikaanse delegatie te wijzen op de massale steun van de bevolking aan een algeheel verbod op anti-personenmijnen en de Verenigde Staten aan te moedigen het Verdrag te ondertekenen;
6. verlangt dat de ontwikkelingssamenwerking met staten die weigeren het verdrag te tekenen of deel te nemen aan het proces van Ottawa kritisch wordt bekeken;
7. verzoekt voor de naaste toekomst dat het jaarlijks aantal vrijgemaakte gebieden groter moet zijn dan het aantal gebieden waar nieuwe mijnen zijn gelegd;
8. verzoekt de secretaris-generaal van de Verenigde Naties gebruik te maken van zijn politieke invloed om de weifelende ontwapeningsonderhandelingen in Genève weer nieuw leven in te blazen;
9. verzoekt de Raad, de Commissie en de lidstaten om de nodige samenwerking tussen de civiele en de militaire O& O-programma's tot stand te brengen om het gebruik en de verbreiding op grote schaal van mijndetectietechnologieën te stimuleren;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Secretaris- generaal van de Conferentie van Oslo en de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties.