Advies van het Comité van de Regio's over "Noodzakelijke spoedmaatregelen tegen door aalscholvers veroorzaakte schade in de Europese regio's"

Advies van het Comité van de Regio's over "Noodzakelijke spoedmaatregelen tegen door aalscholvers veroorzaakte schade in de Europese regio's"

(97/C 215/09)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien zijn besluit van 15 januari 1997, overeenkomstig artikel 198 C, vierde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, een advies uit te brengen over "Noodzakelijke spoedmaatregelen tegen schade die door aalscholvers in de Europese regio's" wordt toegebracht, en commissie 2 "Landinrichting, Land- en bosbouw, Jacht, Visserij, Zee en Bergstreken" met de voorbereiding van dit advies te belasten;

gezien het door commissie 2 op 12 februari 1997 goedgekeurde ontwerp-advies (CDR 28/96 rev.) (rapporteurs: Bocklet, Lafay en Loos),

heeft tijdens zijn op 12 en 13 maart 1997 gehouden 17e zitting (vergadering van 13 maart) het volgende advies uitgebracht.

1. Stand van zaken

1.1. De broedpopulatie van aalscholvers is de laatste jaren in de regio's van de Europese Unie zeer sterk toegenomen. Daardoor is het natuurlijke evenwicht in gevaar gebracht. Lag het aantal aalscholvers in 1979 nog op ongeveer 30 000, in 1995 werd de populatie reeds op 700 000 vogels geschat. De belangrijkste broedgebieden van aalscholvers liggen in Nederland, Denemarken, Zweden, Noord-Duitsland en Polen. De vogels brengen aanzienlijke schade toe aan de visstand en de visserij, met name in Frankrijk, het VK, Ierland, Denemarken, Duitsland en Oostenrijk. Een aalscholver verorbert zo'n 500 g vis per dag. Tijdens hun zoektochten naar voedsel verwonden ze bovendien vele vissen, die pas later sterven. Beroepsvissers, viskwekers en vissersverenigingen in alle delen van de Unie klagen over grote verliezen. In Straatsburg demonstreerden op 26 oktober 1996 zo'n 40 000 vissers tegen de overmatige bescherming die aalscholvers dankzij de EU-vogelbeschermingsrichtlijn genieten.

1.2. Aangezien de schade aan de visserij in de betrokken regio's vaak wordt veroorzaakt door trekkende en overwinterende aalscholvers die hun broedgebieden in andere landen hebben, is een duurzame oplossing van het aalscholverprobleem alleen mogelijk wanneer lid-staten en regio's intensief samenwerken. Het Europees Parlement heeft reeds in februari 1996 een resolutie over het aalscholverprobleem in de Europese visserij uitgebracht. In het kader van de conventie van Bonn (conventie inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten) hebben Denemarken en Nederland in mei 1996 een basisdocument over de aalscholver voorgelegd. Aan de hand hiervan werd op 3-4 oktober 1996 te Lelystad een Deens-Nederlandse projectgroep belast met de taak om in samenwerking met visserijdeskundigen en ornithologen uit verschillende landen een ontwerp voor een internationaal actieplan ter reducering van de schade aan de visserij uit te werken. Het is de bedoeling dat de staten die de conventie van Bonn hebben ondertekend, tijdens de volgende conferentie in april 1997 te Genève een besluit over dit ontwerp nemen. Er zijn dus nog steeds geen internationaal gecoördineerde maatregelen voor de volgende broedtijd in het voorjaar van 1997 getroffen. Ook de Europese Commissie ziet zich tot op heden kennelijk niet geroepen om de procedure tot wijziging van de vogelbeschermingsrichtlijn 79/409/EEG () te starten en de aalscholver althans tijdelijk uit de hoogste beschermingscategorie te schrappen.

1.3. Als orgaan dat dicht bij de burger staat en als vertegenwoordiger van zowel dierenbeschermers als de benadeelde vissers in de Europese Unie ziet het Comité van de Regio's het daarom als zijn taak, op spoedmaatregelen en een Europees actieplan aan te sturen.

2. Het Comité van de Regio's

- wijst erop dat het aantal aalscholvers de laatste 20 jaar meer dan vertwintigvoudigd is, waardoor het natuurlijke evenwicht in gevaar is gebracht en vooral de beroepsvisserij enorme inkomensverliezen lijdt;

- verlangt het volgende:

de lid-staten en regio's moeten gebruik maken van de mogelijkheid om nog tijdens de volgende broedtijd (voorjaar 1997) doeltreffende spoedmaatregelen te nemen om de in artikel 9 van de vogelbeschermingsrichtlijn opgenomen uitzonderingsregelingen te benutten;

het ontwerp-actieplan waarover de partijen die de Conventie van Bonn hebben ondertekend, tijdens hun volgende conferentie in april 1997 te Genève een besluit moeten nemen, dient de betrokken staten onmiddellijk te worden toegezonden;

de Commissie dient de procedure inzake het bijwerken van bijlage I van vogelbeschermingsRichtlijn 79/409/EEG te starten en na te gaan of de aalscholver in bijlage II van deze richtlijn kan worden opgenomen.

Brussel, 13 maart 1997.

De voorzitter van het Comité van de Regio's

Pasqual MARAGALL i MIRA

() PB nr. L 103 van 25. 4. 1979, blz. 1.