Home

Voorstel voor een verordening (EG, Euratom) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

Voorstel voor een verordening (EG, Euratom) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen

Voorstel voor een verordening (EG, Euratom) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (97/C 267/09) COM(97) 343 def. - 97/0188 (CNS)

(Door de Commissie ingediend op 4 juli 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 209,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 183,

Gelet op Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (1), inzonderheid op artikel 8, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van de Rekenkamer,

Overwegende dat de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (2), erop wijst dat de bepalingen van deze verordening moeten worden aangepast;

Overwegende dat de doorzichtigheid van het stelsel van eigen middelen moet worden verbeterd door nader aan te geven op welke wijze de vaststellingsverplichting met betrekking tot de in artikel 2 van Besluit 94/728/EG, Euratom bedoelde eigen middelen wordt uitgevoerd, met name wanneer de bevoegde administratieve autoriteiten niet overgaan tot boeking van de douaneschuld op basis van de douanewetgeving;

Overwegende dat behoefte bestaat aan versterking van de procedure die vrijstelling mogelijk maakt van de terbeschikkingstelling van tegoeden die vermoedelijk niet zullen kunnen worden geïnd; dat een termijn moet worden ingesteld waarna de ondanks de inspanningen van de lidstaten niet geïnde bedragen mogen worden afgeboekt in de in artikel 6, lid 2, onder b), van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 bedoelde specifieke boekhouding;

Overwegende dat de lidstaten voor bedragen van meer dan 50 000 ecu de Commissie op de hoogte moeten stellen, die dan over een termijn van zes maanden beschikt om haar weigering mede te delen; dat de betrokken lidstaat in dat geval het betrokken bedrag ter beschikking moet stellen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 wordt als volgt gewijzigd:

1. aan artikel 2 wordt het volgend lid 1 quater toegevoegd:

"1 quater. Wanneer de bevoegde administratieve autoriteiten niet tot de boeking van de douaneschuld op basis van de douanewetgeving overgaan, terwijl de heffingsplichtige bekend is en het bedrag kan worden berekend, en voor zover het gaat om een bedrag van meer dan 2 000 ecu, wordt in de in artikel 6, lid 2, onder a), bedoelde boekhouding een boeking ad hoc met vrijstelling van mededeling aan de heffingsplichtige verricht met het oog op de in lid 1 van dit artikel bedoelde vaststelling.";

2. in artikel 17:

a) wordt lid 2 vervangen door de volgende tekst:

"2. De lidstaten behoeven de bedragen van de vastgestelde rechten niet ter beschikking van de Commissie te stellen als zij niet kunnen worden geïnd:

a. hetzij om redenen van overmacht,

b. hetzij, in bijzondere gevallen, om andere redenen die niet aan hen te wijten zijn.

De niet-geïnde bedragen worden afgeboekt in de in artikel 6, lid 2, onder b), bedoelde specifieke boekhouding. Zij worden opgenomen in het in lid 3, onder b), van hetzelfde artikel bedoelde kwartaaloverzicht en, eventueel, in het in lid 4 van dit artikel bedoelde kwartaaloverzicht:

- onmiddellijk na het administratieve besluit dat inning onmogelijk is;

- uiterlijk na een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum waarop het bedrag overeenkomstig artikel 2 werd medegedeeld of, in geval van een administratief of gerechtelijk beroep, de kennisgeving van het definitieve besluit heeft plaatsgevonden.";

b) wordt lid 3 vervangen door de volgende tekst:

"3. Binnen drie maanden na het in lid 2 bedoelde administratieve besluit of de in hetzelfde lid, tweede streepje, bedoelde vervaldag delen de lidstaten de Commissie de gegevens mede betreffende de gevallen van toepassing van het genoemde lid 2, voor zover het bedrag van de vastgestelde rechten meer bedraagt dan 50 000 ecu, omgerekend in nationale valuta tegen de koers van de eerste werkdag van oktober van het afgelopen kalenderjaar.

Deze mededeling, gedaan op een model dat door de Commissie wordt vastgesteld na raadpleging van het in artikel 20 bedoelde comité, moet de Commissie in staat stellen de in lid 2, onder a) en b), bedoelde redenen te beoordelen waarom de betrokken lidstaat het betrokken bedrag niet ter beschikking heeft kunnen stellen, alsmede de maatregelen die deze laatste heeft genomen om de invordering te verzekeren.";

c) wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

"4. Binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de ontvangst van de in lid 3 bedoelde mededeling neemt de Commissie een besluit, als zij van oordeel is dat niet is voldaan aan de in lid 2, eerste alinea, genoemde voorwaarden. In dat geval moet de betrokken lidstaat het met de niet-geïnde rechten overeenkomende bedrag uiterlijk op de eerste werkdag na de 19e van de tweede maand volgend op die waarin hij kennisgeving van het besluit heeft ontvangen, ter beschikking van de Commissie stellen.

Als de Commissie gedurende zes maanden het stilzwijgen bewaart, is de lidstaat vrijgesteld van de terbeschikkingstelling van de oninbaar geleden bedragen.";

d) wordt lid 3 vernummerd tot lid 5 en wordt de laatste alinea daarvan vervangen door de volgende tekst:

"Vóór 30 september van hetzelfde begrotingsjaar legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor met een overzicht van de mededelingen van de lidstaten uit hoofde van dit artikel en artikel 6, lid 4.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

(1) PB L 293 van 12. 11. 1994, blz. 9.

(2) PB L 155 van 7. 6. 1989, blz. 1, gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 3464/93 van de Raad (PB L 317 van 18. 12. 1993, blz. 1), Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad (PB L 293 van 12. 11. 1994, blz. 5) en Verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 van de Raad (PB L 175 van 13. 7. 1996, blz. 3).