Home

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag op bepaalde soorten van steunmaatregelen

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag op bepaalde soorten van steunmaatregelen

Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag op bepaalde soorten van steunmaatregelen /* COM/97/0396 def. - CNS 97/0203 */

Publicatieblad Nr. C 262 van 28/08/1997 blz. 0006


Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het EG-Verdrag op bepaalde soorten van steunmaatregelen (97/C 262/04) (Voor de EER relevante tekst) COM(97) 396 def. - 97/0203(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 22 juli 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 94,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Na raadpleging van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

(1) Overwegende dat de Raad in uitvoering van artikel 94 van het Verdrag alle verordeningen kan vaststellen, dienstig voor de toepassing van de artikelen 92 en 93, en met name de voorwaarden voor de toepassing van artikel 93, lid 3, kan bepalen alsmede de van die procedure vrijgestelde soorten van steunmaatregelen;

(2) Overwegende dat de beoordeling inzake de verenigbaarheid van steun met de gemeenschappelijke markt uit hoofde van het EG-Verdrag hoofdzakelijk toekomt aan de Commissie;

(3) Overwegende dat de Commissie de artikelen 92 en 93 in tal van beschikkingen heeft toegepast en tevens haar beleid heeft vastgelegd in een aantal mededelingen; dat het, gelet op de aanzienlijke ervaring van de Commissie inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 en de algemene teksten die de Commissie ter uitwerking van die bepalingen heeft vastgesteld, aangewezen is om met het oog op een doelmatige controle en een vereenvoudigde administratie, de Commissie de mogelijkheid te geven om bij verordening, op gebieden waar de Commissie over voldoende ervaring beschikt om algemene criteria inzake verenigbaarheid te definiëren, te verklaren dat bepaalde soorten van steunmaatregelen verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt uit hoofde van één of meer van de bepalingen van artikel 92, leden 2 en 3, van het Verdrag en vrijgesteld zijn van de in artikel 93, lid 3, bedoelde procedure;

(4) Overwegende dat groepsvrijstellingsverordeningen de doorzichtigheid en de rechtszekerheid zullen vergroten en, onverminderd de toepassing van de artikelen 5 en 177 van het Verdrag, rechtstreeks kunnen worden toegepast door de nationale rechtbanken;

(5) Overwegende dat het aangewezen is dat de Commissie bij de vaststelling van verordeningen, waarbij bepaalde soorten van steunmaatregelen worden vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding van artikel 93, lid 3, een nauwkeurige omschrijving geeft van het doel van de steunmaatregel, de categorieën van de begunstigden en de drempels die de vrijgestelde steunmaatregel onderwerpen aan een bepaalde maximum steunintensiteit ten opzichte van een reeks in aanmerking komende kosten of maximum steunbedrag, teneinde te waken over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van de steunmaatregel die binnen de werkingssfeer van de onderhavige verordening valt;

(6) Overwegende dat het dienstig is om de Commissie de mogelijkheid te geven bij de vaststelling van verordeningen, waarbij bepaalde soorten van steunmaatregelen worden vrijgesteld van de verplichting tot aanmelding van artikel 93, lid 3, hieraan verdere voorwaarden te verbinden om te waken over de verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van de steunmaatregel die binnen de werkingssfeer van de onderhavige verordening valt;

(7) Overwegende dat het dienstig is om drempels of andere passende voorwaarden op te leggen voor de aanmelding van individuele gevallen van toekenning van steun, teneinde de Commissie in staat te stellen de gevolgen te onderzoeken van elke steun afzonderlijk op de mededinging en de handel tussen de lidstaten en de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt;

(8) Overwegende dat, gelet op de ontwikkeling en de werking van de gemeenschappelijke markt, de Commissie de mogelijkheid dient te hebben om bij verordening vast te stellen dat een bepaalde steunmaatregel niet voldoet aan alle criteria van artikel 92, lid 1, en derhalve wordt vrijgesteld van de aanmeldingsprocedure van artikel 93, lid 3, op voorwaarde dat de aan eenzelfde onderneming over een zekere tijdspanne toegekende steun een bepaald vastgesteld bedrag niet overschrijdt;

(9) Overwegende dat het noodzakelijk is om van deze bepalingen uit te sluiten de meeste categorieën van steunmaatregelen die, in rechte of in feite, hetzij als enige voorwaarde hetzij als één van meerdere voorwaarden, afhankelijk worden gesteld van exportprestaties, aangezien het waarschijnlijk is dat dergelijke steun, inzoverre zij niet het voorwerp vormt van harmonisatie-richtlijnen of internationale overeenkomsten, een ongunstige invloed zal hebben op de handel tussen de lidstaten en de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt zal verstoren of dreigen te verstoren in een mate die strijdig is met het gemeenschappelijk belang;

(10) Overwegende dat de Commissie uit hoofde van artikel 93, lid 1, verplicht is om tezamen met de lidstaten alle bestaande steunregelingen aan een voortdurend onderzoek te onderwerpen; dat het met het oog op het nakomen van deze verplichting en om de hoogste mate van doorzichtigheid en passende controle te verzekeren, dienstig is dat de Commissie een betrouwbaar, en voor alle lidstaten toegankelijk, systeem tot stand brengt om inlichtingen te registreren en te bewaren over de toepassing van de verordeningen van de Commissie en dat zij alle nodige inlichtingen van de lidstaten ontvangt over de tenuitvoerlegging van steunmaatregelen die van de verplichting tot aanmelding zijn vrijgesteld, die samen met de lidstaten kunnen worden besproken en geëvalueerd in het Adviescomité inzake overheidssteun; dat het hiertoe ook passend is dat de Commissie de overlegging kan eisen van alle inlichtingen die nodig zijn om de efficiëntie van dit onderzoek te verzekeren;

(11) Overwegende dat het toezicht op de toekenning van steun feitelijke, wettelijke en economische aspecten omvat die zeer ingewikkeld zijn en uiteenlopend, binnen een zich voortdurend wijzigende omgeving; dat de Commissie bijgevolg regelmatig de categorieën van steun die van aanmelding moeten worden vrijgesteld, aan een nieuw onderzoek moet onderwerpen; overwegende dat de Commissie de mogelijkheid dient te hebben om verordeningen van de Commissie die overeenkomstig deze verordening werden vastgesteld, in te trekken of te wijzigen indien de omstandigheden zijn gewijzigd betreffende een van de feiten die aan de basis lagen van hun vaststelling of indien zulks wordt vereist door de ontwikkeling of de werking van de gemeenschappelijke markt;

(12) Overwegende dat de Commissie, in nauwe en voortdurende samenwerking met de lidstaten, de mogelijkheid zou moeten hebben om nauwkeurig de werkingssfeer van die verordeningen en van de daaraan verbonden voorwaarden te omschrijven; overwegende dat het dienstig is om, met het oog op de samenwerking tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, een Adviescomité inzake overheidssteun op te richten dat geraadpleegd moet worden voordat de Commissie uit hoofde van deze verordening verordeningen vaststelt;

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Generieke vrijstellingen

1. De Commissie kan bij verordening, vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 9 van de onderhavige verordening neergelegde procedures in overeenstemming met artikel 92 van het Verdrag, vaststellen dat de volgende soorten van steunmaatregelen verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt en niet onderworpen zijn aan de aanmeldingsverplichtingen van artikel 93, lid 3:

a) categorieën van steun ten behoeve van:

i) het midden- en kleinbedrijf,

ii) onderzoek en ontwikkeling,

iii) milieubescherming,

iv) werkgelegenheid en opleiding,

b) steunmaatregelen waarbij de kaart, die de Commissie met het oog op de toekenning van regionale steun voor elke lidstaat goedgekeurd heeft, in acht wordt genomen,

c) exportkredietverzekering ter dekking van niet verhandelbare risico's, voor zover geharmoniseerd door EG-recht,

d) exportkrediet, met inbegrip van deze voor gebonden steun, in zoverre deze onderworpen is aan nauwkeurige voorschriften die zijn vastgelegd in overeenkomsten waarbij de Gemeenschap partij is.

2. In de in lid 1 bedoelde verordeningen van de Commissie zal met name voor elke categorie van steun worden gespecificeerd:

a) het doel van de steunmaatregel,

b) de categorieën van de begunstigden,

c) de drempels die worden uitgedrukt, hetzij als steunintensiteit ten opzichte van een reeks in aanmerking komende kosten, hetzij als maximum steunbedragen,

d) de voorwaarden inzake toezicht, zoals precies omschreven in artikel 4.

3. Daarenboven kunnen de in lid 1 bedoelde verordeningen van de Commissie:

a) drempels of andere voorwaarden vaststellen voor de aanmelding van individuele steunmaatregelen,

b) bepaalde sectoren uitsluiten van de werkingssfeer van een dergelijke verordening,

c) voorwaarden vastleggen voor de cumulering van steun,

d) bijkomende voorwaarden vastleggen voor de verenigbaarheid van steun die onder een dergelijke verordening een vrijstelling heeft verkregen.

Artikel 2

De minimis

1. De Commissie kan bij verordening, vastgesteld in overeenstemming met de in artikel 9 van de onderhavige verordening neergelegde procedures, vaststellen dat gezien de ontwikkeling en de werking van de gemeenschappelijke markt, bepaalde overheidssteun niet voldoet aan alle criteria van artikel 92, lid 1, en derhalve wordt vrijgesteld van de in artikel 93, lid 3, bedoelde aanmeldingsprocedure, op voorwaarde dat de aan eenzelfde onderneming over een zekere tijdspanne toegekende steun een bepaald vastgesteld bedrag niet overschrijdt.

2. Telkens wanneer de Commissie hierom verzoekt dienen de lidstaten bijkomende inlichtingen te verschaffen inzake de steun die uit hoofde van lid 1 is vrijgesteld.

Artikel 3

Exportsteun

Met uitzondering van de in artikel 1, lid 1, onder c) en d), genoemde exportkredietverzekering en exportkredieten, gelden de in deze verordening voorziene vrijstellingen niet voor steunmaatregelen die, in rechte of in feite, afhankelijk worden gesteld van exportprestaties, hetzij als enige voorwaarde hetzij als één van meerdere voorwaarden.

Artikel 4

Toezicht

1. Bij de vaststelling van verordeningen overeenkomstig artikel 1 legt de Commissie gedetailleerde voorschriften op aan de lidstaten inzake het toezicht op de steunmaatregelen die uit hoofde van die verordeningen zijn vrijgesteld van aanmelding. Bij het toezicht zullen de lidstaten ten minste worden verplicht:

a) doorlopend alle relevante inlichtingen betreffende de toepassing van de groepsvrijstellingen te registreren en te bewaren;

b) ten minste eens per jaar in computervorm en in overeenstemming met de specifieke eisen van de Commissie, deze inlichtingen verschaffen betreffende de toepassing van de groepsvrijstellingen.

2. De lidstaten zullen op continue basis in hun officieel publicatieblad een samenvatting publiceren van de krachtens lid 1, onder a), vereiste inlichtingen en, indien daarom wordt verzocht, alle belanghebbenden toegang verschaffen tot de relevante inlichtingen betreffende de toepassing van de groepsvrijstellingen.

3. De Commissie zal de onder lid 1, onder b), vermelde inlichtingen toegankelijk maken voor alle lidstaten.

4. De lidstaten geven aan de Commissie, indien deze hierom verzoekt, op elk ogenblik alle bijkomende inlichtingen betreffende de steunmaatregelen die zijn vrijgesteld uit hoofde van artikel 1.

5. Eens per jaar bespreken en evalueren de Commissie en de lidstaten in het Adviescomité de in lid 1, onder b), vermelde inlichtingen.

Artikel 5

Geldigheidsduur en wijziging van de verordeningen

1. Verordeningen die zijn vastgesteld in uitvoering van de artikelen 1 en 2 zijn geldig voor een welbepaalde periode.

2. Deze verordeningen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien de omstandigheden zijn veranderd met betrekking tot een van de feiten die aan de basis lagen van hun vaststelling of indien zulks wordt vereist door de ontwikkeling of de werking van de gemeenschappelijke markt.

Artikel 6

Evaluatieverslag

Niet later dan vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de werking ervan.

Artikel 7

Horen van belanghebbenden

Indien de Commissie voornemens is om een verordening vast te stellen, zal zij een ontwerp hiervan publiceren teneinde alle betrokken personen en organisaties in staat te stellen hun opmerkingen kenbaar te maken binnen een door de Commissie vast te stellen redelijke tijdspanne die in geen geval minder dan één maand mag bedragen.

Artikel 8

Adviescomité

Er wordt een adviesorgaan opgericht, hierna te noemen het Adviescomité inzake overheidssteun. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 9

Raadpleging van het Adviescomité

1. De Commissie raadpleegt het Adviescomité inzake overheidssteun

a) alvorens een ontwerpverordening te publiceren en

b) alvorens een verordening vast te stellen.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Adviescomité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de dringendheid van de materie, advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

3. Het advies zal in de notulen worden opgenomen; daarnaast heeft elke lidstaat het recht te vragen dat zijn standpunt in de notulen wordt vermeld.

4. De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het advies van het Comité. Zij brengt het Comité in kennis van de wijze waarop met zijn advies rekening werd gehouden.

Artikel 10

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking de dag volgend op haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en heeft rechtstreekse werking in alle lidstaten.