Home

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs /* COM/97/0422 def. - CNS 97/0225 */

Publicatieblad Nr. C 337 van 07/11/1997 blz. 0024


Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad inzake de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs (97/C 337/05) COM(97) 422 def. - 97/0225(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 4 september 1997)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 126 en 127 juncto artikel 228, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat het Aanvullend Protocol bij de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slowakije, anderzijds, is gesloten bij besluit van de Raad en de Commissie van 4 december 1995;

Overwegende dat de Republiek Slowakije, overeenkomstig artikel 1 van het Aanvullend Protocol, mag deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs en dat, overeenkomstig artikel 2, over de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Slowakije aan de in artikel 1 genoemde activiteiten wordt besloten door de Associatieraad;

Overwegende dat Besluit 94/819/EG van de Raad van 6 december 1994 tot vaststelling van een actieprogramma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding (1) (hierna "Leonardo da Vinci" te noemen), inzonderheid artikel 9, lid 1, Besluit nr. 818/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 1995 houdende aanneming van de derde fase van het programma Jeugd voor Europa (2), inzonderheid artikel 7, lid 4, en Besluit nr. 819/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 1995 tot instelling van het communautaire actieprogramma op het gebied van onderwijs (3) (hierna "Socrates" te noemen), inzonderheid artikel 7, lid 3, bepalen dat deze programma's worden opengesteld voor deelname van de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de bepalingen van de Aanvullende Protocollen bij de Associatieovereenkomsten inzake de deelname aan communautaire programma's;

Overwegende dat de partijen tijdens de gezamenlijke bijeenkomsten van de ministers van Onderwijs op 23 oktober 1995 in Luxemburg en op 21 november 1996 in Brussel, in het kader van de gestructureerde dialoog tussen de Europese Unie en de geassocieerde landen in Midden-Europa, nogmaals hebben bevestigd dat zij bereid zijn de deelname aan Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates uit te breiden tot deze landen,

BESLUIT:

Het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad die is opgericht in het kader van de Europa-Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lid-staten, enerzijds, en de Republiek Slowakije, anderzijds, betreffende de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs, komt overeen met bijgevoegd voorstel voor een besluit van de Associatieraad.

(1) PB L 340 van 29. 12. 1994.

(2) PB L 87 van 20. 4. 1995.

(3) PB L 87 van 20. 4. 1995.

Ontwerpbesluit van de Associatieraad EG-Slowakije tot goedkeuring van de voorwaarden voor de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slowakije, anderzijds (1),

Gelet op het Aanvullend Protocol bij de Europa-Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slowakije, anderzijds, betreffende de deelname van Slowakije aan de communautaire programma's (2) inzonderheid op de artikelen 1 en 2,

Overwegende dat Slowakije, overeenkomstig artikel 1 van het Aanvullend Protocol, mag deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van beroepsopleiding, jeugd en onderwijs;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 2 van het Aanvullend Protocol, over de voorwaarden voor de deelname van Slowakije aan de in artikel 1 genoemde activiteiten wordt besloten door de Associatieraad;

Overwegende dat de partijen tijdens de gezamenlijke bijeenkomsten van de ministers van Onderwijs op 23 oktober 1995 in Luxemburg en op 21 november 1996 in Brussel, in het kader van de gestructureerde dialoog tussen de Europese Unie en de geassocieerde landen in Midden-Europa, nogmaals hebben bevestigd dat zij bereid zijn de programma's Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates uit de breiden tot deze landen,

BESLUIT:

Slowakije neemt deel aan de communautaire programma's Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates, overeenkomstig de aan dit besluit gehechte voorwaarden voor deelname, die een integrerend deel vormen van dit besluit.

(1) PB L 359 van 31. 12. 1994.

(2) PB L 115 van 9. 5. 1996.

Voorwaarden voor de deelname van Slowakije aan de programma's Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates

Artikel 1

Slowakije neemt deel aan alle acties van de programma's Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates (hierna "de programma's" genoemd). Het doet dit, tenzij in dit besluit anders wordt vermeld, overeenkomstig de doelstellingen, criteria, procedures en termijnen die zijn vastgelegd in Besluit 94/819/EG van de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor de ontwikkeling van een beleid van de Europese Gemeenschap inzake beroepsopleiding. Besluit nr. 818/95/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende aanneming van de derde fase van het programma "Jeugd voor Europa" en Besluit nr. 819/95/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een communautair actieprogramma op het gebied van onderwijs.

Artikel 2

Voor instellingen, organisaties en personen uit Slowakije gelden met betrekking tot de indiening, evaluatie en selectie van inschrijvingen dezelfde voorwaarden als voor instellingen, organisaties en personen uit de Europese Gemeenschap.

De activiteiten ter bevordering van de talenkennis hebben betrekking op de officiële talen van de Gemeenschap. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen andere talen worden aanvaard, indien de tenuitvoerlegging van de programma's dit vereist.

Artikel 3

Teneinde de communautaire dimensie te garanderen van de programma's, transnationale projecten en activiteiten waarvoor Slowakije voorstellen indient, dient een minimumaantal partners uit de lidstaten van de Gemeenschap te worden aangetrokken. Over het precieze aantal wordt besloten in het kader van de tenuitvoerlegging van de programma's, rekening houdende met de aard van de verschillende activiteiten, het aantal partners dat bij het project betrokken is, en het aantal landen dat aan het programma deelneemt. Projecten en activiteiten tussen Slowakije en de EVA-EER-landen of andere derde landen, inclusief landen die een associatieovereenkomst met de Gemeenschap hebben gesloten, en die aan de programma's mogen deelnemen, komen niet in aanmerking voor financiële steun van de Gemeenschap.

Artikel 4

Overeenkomstig de relevante bepalingen van de besluiten inzake Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates, stelt Slowakije op nationaal niveau passende structuren en mechanismen ter beschikking en neemt het alle nodige maatregelen, teneinde te garanderen dat de tenuitvoerlegging van de programma's nationaal wordt gecoördineerd en georganiseerd.

Artikel 5

Slowakije levert ieder jaar een bijdrage aan de begroting van de Gemeenschap, teneinde de kosten van de deelname aan de programma's te dekken.

De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdrage van Slowakije, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, die daarvan een integrerend onderdeel vormt. Het Associatiecomité heeft de bevoegdheid de bijdrage desgewenst aan te passen.

Artikel 6

De lidstaten van de Gemeenschap en Slowakije stellen alles in het werk om het vrije verkeer tussen Slowakije en de Gemeenschap en het verblijf in Slowakije en de Gemeenschap te vergemakkelijken van studenten, docenten, universiteitsbestuurders, jongeren en alle andere personen die betrokken zijn bij de onder dit besluit vallende activiteiten.

Artikel 7

Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen in verband met het toezicht op en de evaluatie van de programma's overeenkomstig de artikelen 10, 9 en 8 van de besluiten inzake respectievelijk Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates, wordt op de deelname van Slowakije voortdurend toezicht uitgeoefend, zulks op basis van partnerschap tussen de Commissie en Slowakije. De programma's worden periodiek en op gelijke basis geëvalueerd. Slowakije legt de nodige verslagen voor aan de Commissie en neemt deel aan alle in dit verband door de Gemeenschap ondernomen activiteiten.

Artikel 8

Onverminderd de procedures, genoemd in artikel 6 van het besluit inzake Leonardo da Vinci, artikel 6 van het besluit inzake Jeugd voor Europa en artikel 4 van het besluit inzake Socrates, wordt Slowakije uitgenodigd voor de aan de gewone vergaderingen van de programmacomités voorafgaande coördinatiebijeenkomsten over alle met de tenuitvoerlegging van dit besluit verband houdende vraagstukken. De Commissie stelt Slowakije op de hoogte van de resultaten van de gewone vergaderingen.

Artikel 9

Bij het inschrijven, opstellen van overeenkomsten en verslagen en andere administratieve aangelegenheden in verband met de programma's dient gebruik te worden gemaakt van één van de officiële talen van de Gemeenschap.

Artikel 10

Dit besluit is van toepassing voor de duur van de programma's Leonardo da Vinci, Jeugd voor Europa en Socrates (tot en met 31 december 1999).

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum van goedkeuring door de Associatieraad.

BIJLAGE

FINANCIËLE BIJDRAGE VAN SLOWAKIJE AAN DE PROGRAMMA'S LEONARDO DA VINCI, JEUGD VOOR EUROPA EN SOCRATES

1. De financiële bijdrage van Slowakije is bestemd voor:

- het verstrekken van subsidies of andere vormen van financiële steun in het kader van de programma's aan Slowaakse deelnemers;

- het verstrekken van financiële steun in het kader van de programma's aan de nationale bureaus, voorzover van toepassing;

- het dekken van de extra beheerskosten voor de Commissie als gevolg van de deelname van Slowakije.

2. Per begrotingsjaar mag het totaalbedrag aan subsidies en andere financiële steun in het kader van de programma's aan de Slowaakse begunstigden en de nationale bureaus van Slowakije, na aftrek van de extra administratieve kosten, niet meer bedragen dan de door Slowakije betaalde bijdrage.

Indien de bijdrage van Slowakije aan de begroting van de Gemeenschap, na aftrek van de extra beheerskosten, hoger blijkt te zijn dan het totaalbedrag aan subsidies en andere financiële steun in het kader van de programma's aan de Slowaakse begunstigden en nationale bureaus voor de programma's, wordt het resterende bedrag door de Europese Commissie overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar. Dit bedrag wordt vervolgens afgetrokken van de bijdrage voor het daaropvolgende jaar. Na beëindiging van de programma's worden alle resterende bedragen terugbetaald aan Slowakije.

3. Leonardo da Vinci

De jaarlijkse bijdrage van Slowakije bedraagt 2 140 000 ecu vanaf 1997. Daarvan is 140 000 ecu bestemd voor het dekken van de extra beheerskosten voor de Commissie als gevolg van de deelname van Slowakije.

4. Socrates

De bijdrage van Slowakije bedraagt:

- 940 000 ecu in 1997 voor de deelname aan hoofdstuk II (Schoolonderwijs, Comenius) en hoofdstuk III (Transversale acties). Daarvan is 60 000 ecu bestemd voor het dekken van de extra beheerskosten voor de Commissie als gevolg van de deelname van Slowakije;

- 2 140 000 ecu en 1998 in 1999 voor de deelname aan Socrates, inclusief hoofdstuk I (Erasmus). Daarvan is 140 000 ecu bestemd voor het dekken van de extra beheerskosten voor de Commissie als gevolg van de deelname van Slowakije.

5. Jeugd voor Europa

De jaarlijkse bijdrage van Slowakije bedraagt:

- 270 000 ecu voor de deelname aan de acties AI en BI;

- 464 000 ecu in 1998 en 702 000 ecu in 1999 voor de deelname aan alle acties van het programma, behalve actie D.

Daarvan is jaarlijks 40 000 ecu bestemd voor het dekken van de extra beheerskosten voor de Commissie als gevolg van de deelname van Slowakije.

6. Het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Gemeenschappen, is van toepassing op het beheer van de bijdrage van Slowakije.

Na de inwerkingtreding van dit besluit en aan het begin van ieder daaropvolgend jaar doet de Commissie Slowakije een verzoek tot storting toekomen ter hoogte van de bijdrage van Slowakije aan de kosten in het kader van onderhavig besluit.

Deze bijdrage wordt uitgedrukt in ecu en dient te worden overgemaakt op de in ecu gestelde bankrekening van de Commissie.

De bijdrage van Slowakije aan de jaarlijkse kosten in het kader van onderhavig besluit stemt overeen met het verzoek tot storting en dient uiterlijk drie maanden na verzending van dit verzoek te worden betaald. Bij vertraging betaalt Slowakije rente over het op de vervaldag resterende bedrag. De rentetarieven zijn die welke door het Europees Fonds voor monetaire samenwerking gedurende de maand van de vervaldag worden toegepast voor transacties in ecu (1), verhoogd met 1,5 percentpunten.

7. Slowakije betaalt de in de punten 3, 4 en 5 bedoelde extra beheerskosten uit zijn nationale begroting.

8. Slowakije betaalt 50 % van de resterende kosten van de deelname aan de programma's uit de nationale begroting.

Afhankelijk van de normale programmeringsprocedures van Phare, wordt de resterende 50 % betaald uit de jaarlijkse nationale indicatieve Phare-programma's van Slowakije.

(1) Koers wordt maandelijks bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.