Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2731/75 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, maïs, sorgho en durumtarwe
Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2731/75 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, maïs, sorgho en durumtarwe
Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2731/75 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, maïs, sorgho en durumtarwe /* COM/97/0463 def. - CNS 97/0241 */
Publicatieblad Nr. C 337 van 07/11/1997 blz. 0051
Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2731/75 tot vaststelling van de standaardkwaliteit van zachte tarwe, rogge, gerst, maïs, sorgho en durumtarwe (97/C 337/10) COM(97) 463 def. - 97/0241(CNS)
(Door de Commissie ingediend op 25 september 1997)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,
Gezien het advies van het Europese Parlement,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende dat in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2731/75 van de Raad (1) is bepaald dat gerstkorrels die door zeven met een spleetbreedte van 2,2 mm gaan, als noodrijpe korrels worden beschouwd, en dat deze korrels, aangezien zij geen onberispelijk basisgraan zijn, niet voor interventie worden aanvaard;
Overwegende dat de gerstsoorten die, in verband met het klimaat, in Finland en in Zweden worden geteeld kleinere korrels opleveren dan de soorten die in de rest van de Europese Unie worden geteeld; dat de betrokken gerst echter wel van goede kwaliteit is; dat de Commissie daarom op grond van artikel 149 van de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voor de interventieaankopen in Finland en in Zweden een tijdelijke afwijking heeft ingevoerd van de eis inzake de minimumgrootte van de gerstkorrels; dat de geldigheidsduur van deze rechtsgrondslag verstrijkt op 31 december 1997;
Overwegende dat dient te worden voorzien in de mogelijkheid om van de definitie van noodrijpe gerstkorrels af te wijken zodat de telers in deze beide landen via de interventieregeling gesteund kunnen blijven worden;
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2731/75 in bovenbedoelde zin dient te worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 2731/75 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 6, onder a), wordt het volgende toegevoegd:
"voor de overneming van gerst door de interventiebureaus in Finland en Zweden kan echter volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad worden voorzien in afwijking van de definitie van noodrijpe korrels;".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
(1) PB L 281 van 29. 10. 1975, blz 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2054/93 (PB L 187 van 29. 7. 1993, blz. 6).