Home

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautaire actieprogramma "Europees vrijwilligerswerk voor jongeren" (C4-0007/98 96/0318(COD)) (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautaire actieprogramma "Europees vrijwilligerswerk voor jongeren" (C4-0007/98 96/0318(COD)) (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautaire actieprogramma "Europees vrijwilligerswerk voor jongeren" (C4-0007/98 96/0318(COD)) (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Publicatieblad Nr. C 104 van 06/04/1998 blz. 0206


A4-0077/98

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautaire actieprogramma "Europees vrijwilligerswerk voor jongeren" (C4-0007/98 - 96/0318(COD))(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad C4-0007/98- 96/0318(COD),

- gezien zijn in eerste lezing uitgebrachte advies ((PB C 200 van 30.06.1997, blz. 183.)) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(96)0610) ((PB C 302 van 3.10.1997, blz. 6.)),

- gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie COM(97)0347 ((PB C 320 van 21.10.1997, blz. 7.)),

- gelet op artikel 189 B, lid 2 van het EG-Verdrag,

- gelet op artikel 72 van zijn Reglement,

- gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs en media (A4-0077/98),

1. wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2. verzoekt de Commissie in haar overeenkomstig artikel 189 B, lid 2, sub d) van het EG-Verdrag uit te brengen advies in te stemmen met de amendementen van het Parlement;

3. verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan alle amendementen van het Parlement, zijn gemeenschappelijk standpunt dienovereenkomstig te wijzigen en het besluit definitief vast te stellen;

4. verzoekt zijn Voorzitter onderhavig besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(Amendement 1)

Overweging 13

>Oorspronkelijke tekst>

13. overwegende dat bij dit besluit een communautair kader wordt vastgesteld om bij te dragen tot de ontwikkeling van transnationale vrijwilligerswerkactiviteiten;

>Tekst na stemming van het EP>

13. overwegende dat

de transnationale mobiliteit van jongeren belemmerd wordt door grote juridische obstakels welke uit de weg moeten worden geruimd door samenwerking tussen alle lidstaten met het oog op de vaststelling van een gemeenschappelijk statuut voor jonge vrijwilligers voor de Europese burgerdienst, hetwelk onder meer voorziet in coördinatie van de socialebeschermingsregelingen en in belastingregelingen voor de toelagen en vergoedingen voor de jongeren, ook voor die welke zij voor reizen, huisvesting of levensonderhoud tijdens hun dienst ontvangen;

(Amendement 2)

Overweging 21

>Oorspronkelijke tekst>

21. overwegende dat de activiteiten van het Europees vrijwilligerswerk niet bedoeld zijn ter vervanging van de militaire dienst, van alternatieve dienstformules voor met name gewetensbezwaarden en van de verplichte burgerdienst die in verscheidene lidstaten bestaan, en dat zij niet in de plaats zouden mogen komen van potentiële of bestaande betaalde banen, noch mogen leiden tot beperking daarvan;

>Tekst na stemming van het EP>

21. overwegende dat de activiteiten van het Europees vrijwilligerswerk niet

dienen ter vervanging van de militaire dienst, van alternatieve dienstformules voor met name gewetensbezwaarden en van de verplichte burgerdienst die in verscheidene lidstaten bestaan, en dat zij niet in de plaats mogen komen van potentiële of bestaande betaalde banen, noch mogen leiden tot beperking daarvan; dat zij niettemin wel verenigbaar moeten worden gemaakt met de nationale burgerdiensten, opdat zij - indien de lidstaten zulks wensen - geleidelijk in deze nationale diensten kunnen worden ingepast en hieraan een nieuwe, transnationale dimensie kunnen geven, en opdat zij gebruik kunnen maken van de materiële en organisatorische structuren van de nationale burgerdiensten; dat te dien einde tussen het Europees vrijwilligerswerk en de nationale burgerdiensten akkoorden kunnen worden gesloten;

(Amendement 3)

Artikel 3, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma belopen 35 miljoen ecu voor de periode 1998-1999 en komen overeen met de huidige financiële vooruitzichten.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma belopen

80 miljoen ecu voor de periode 1998-1999 en komen overeen met de huidige financiële vooruitzichten.

(Amendement 4)

Artikel 7, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. De Commissie en de lidstaten nemen de maatregelen die zij passend achten ter ontwikkeling van de structuren die op communautair en nationaal vlak zijn opgezet om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken, om de toegang tot het programma van de jongeren en andere partners op lokaal niveau te vergemakkelijken, om te zorgen voor de evaluatie van en het toezicht op de in het programma bedoelde acties en om de overleg- en selectieprocedures toe te passen. In deze context nemen de Commissie en de lidstaten maatregelen om te stimuleren dat vrijwilligers op Europees, nationaal en plaatselijk niveau adequaat voorgelicht worden over en bewust gemaakt worden van hun rechten en verplichtingen en trachten zij actief bij te dragen tot de complementariteit tussen de transnationale activiteiten en de nationale acties op het gebied van vrijwilligerswerk.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De Commissie en de lidstaten nemen de maatregelen die zij passend achten ter ontwikkeling van de structuren die op communautair en nationaal vlak zijn opgezet om de doelstellingen van het programma te verwezenlijken, om de toegang tot het programma van de jongeren en andere partners op lokaal niveau te vergemakkelijken, om te zorgen voor de evaluatie van en het toezicht op de in het programma bedoelde acties en om de overleg- en selectieprocedures toe te passen. In deze context

zien de Commissie en de lidstaten erop toe dat vrijwilligers op Europees, nationaal en plaatselijk niveau adequaat voorgelicht worden over en bewust gemaakt worden van hun rechten en verplichtingen en trachten zij actief bij te dragen tot de complementariteit tussen de transnationale activiteiten en de nationale acties op het gebied van vrijwilligerswerk.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen met het oog op coördinatie tussen het Europees vrijwilligerswerk en de op nationaal niveau bestaande burgerdiensten, door de toegang van jonge Europese vrijwilligers tot de nationale infrastructuur te vergemakkelijken en actief bij te dragen aan de totstandkoming van de onontbeerlijke synergie tussen de transnationale activiteiten en de nationale acties op het gebied van vrijwilligerswerk.

(Amendement 5)

Artikel 7, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Elke lidstaat streeft er zoveel mogelijk naar de maatregelen te treffen die hij nodig en wenselijk achtom te zorgen voor de goede werking van het programma, met name wat de mobiliteit van de jonge vrijwilligers betreft.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Elke lidstaat streeft ernaar

om de nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de jongeren aan het programma kunnen deelnemen zonder dat zij daarbij op obstakels stuiten, met name wat betreft de verlening van een verblijfsrecht in de lidstaat van ontvangst voor de duur van het vrijwilligerswerk en het behoud van hun rechten, met name die in verband met hun sociale bescherming, alsmede de belastingvrijstelling voor de vergoedingen die de jonge vrijwilligers voor reis- en verblijfkosten en voor de kosten van levensonderhoud ontvangen gedurende hun diensttijd, waarbij zij aangetekend dat zij geen echte bezoldiging ontvangen voor hun werk.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

De Commissie dient voorstellen in met het oog op de invoering van een Europees statuut van jonge vrijwilligers dat zorgt voor een specifieke rechtspositie die zowel in de landen van herkomst als in de gastlanden wordt erkend, zodat voor de mobiliteit van vrijwilligers dezelfde mogelijkheden bestaan als voor die van andere burgers van de Europese Unie.

(Amendement 6)

Artikel 9, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Bij de uitvoering van dit programma wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit twee vertegenwoordigers per lidstaat en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Bij de uitvoering van dit programma wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit

één vertegenwoordiger per lidstaat en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

(Amendement 7)

Artikel 9, lid 2, derde alinea, inleidende zin

>Oorspronkelijke tekst>

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het door het comité uitgebrachte advies, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dit geval:

>Tekst na stemming van het EP>

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het door het comité uitgebrachte advies, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad

en het Parlement gebracht. In dit geval, en op voorwaarde dat deze maatregelen geen afbreuk doen aan de eerbiediging van de gezamenlijke wetgevende bevoegdheden van Parlement en Raad met betrekking tot het besluit zelf en de bijbehorende bijlagen die het voorwerp vormden van de medebeslissing:

(Amendement 8)

Artikel 9, lid 2, derde alinea, tweede streepje

>Oorspronkelijke tekst>

- kan de Raad binnen de in het eerste streepje genoemde termijn met gekwalificeerde meerderheid een andersluidend besluit nemen.

>Tekst na stemming van het EP>

- kan de Raad binnen de in het eerste streepje genoemde termijn met gekwalificeerde meerderheid een andersluidend besluit nemen

, waarvan het Parlement door de Commissie in kennis wordt gesteld.

(Amendement 9)

Artikel 9, lid 3, eerste alinea

>Oorspronkelijke tekst>

3. De Commissie kan het comité raadplegen over elk ander vraagstuk in verband met de uitvoering van dit programma.

>Tekst na stemming van het EP>

3. Voorts kan de Commissie het comité raadplegen over elk ander vraagstuk in verband met de uitvoering van dit programma, met uitzondering van de financiële bepalingen als bedoeld in artikel 3.

(Amendement 10)

Artikel 9, lid 3 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

3 bis. De Commissie houdt het Europees Parlement op de hoogte van de werkzaamheden van het comité en stelt voldoende tijd van te voren de geannoteerde agenda's van alle vergaderingen van de comités van beheer en van de regelgevende comités te zijner beschikking. Zij deelt het Parlement de uitkomst van het advies van het comité mee. Zij verlangt van alle leden van het comité die geen overheidsambt bekleden dat zij bij hun benoeming een verklaring ondertekenen dat er geen tegenstrijdigheid bestaat tussen hun lidmaatschap van het comité in kwestie en hun persoonlijke belangen.