Home

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(97)0276 C4-0545/97 97/0176(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(97)0276 C4-0545/97 97/0176(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(97)0276 C4-0545/97 97/0176(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Publicatieblad Nr. C 379 van 07/12/1998 blz. 0080


A4-0424/98

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(97)0276 - C4-0545/97 - 97/0176(COD))

Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:

(Amendement 1)

Titel

>Oorspronkelijke tekst>

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad

>Tekst na stemming van het EP>

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers,

met ruimte voor meer dan acht passagiers, op zitplaatsen of in rolstoelen, de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad

(Amendement 2)

Vierde overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat als gevolg van verschillen in de technische voorschriften het vrije verkeer van deze voertuigen in de Gemeenschap wordt belet; dat vaststelling van in de plaats van hun nationale regelgeving komende geharmoniseerde voorschriften door alle lidstaten het goed functioneren van de interne markt voor deze voertuigen zal bevorderen,

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat als gevolg van verschillen in de technische voorschriften het vrije verkeer van deze voertuigen in de Gemeenschap wordt belet; dat vaststelling van in de plaats van hun nationale regelgeving komende geharmoniseerde voorschriften door alle lidstaten het goed functioneren van de interne markt voor deze voertuigen zal bevorderen

; dat deze voorschriften niettemin ruimte dienen te bieden voor speciale klantgerichte diensten van het openbaar vervoer, met name diensten waarbij lagevloerbussen worden ingezet,

(Amendement 3)

Tiende overweging bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de precieze uitvoering van de algemene voorschriften van deze richtlijn de taak is van een technische werkgroep (permanent comité) die bij zijn werkzaamheden rekening houdt met de besluiten van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN-ECE); dat deze werkgroep de technische specificaties vaststelt voor de praktische uitvoering van de richtsnoeren; dat de werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de exploitanten, de fabrikanten en ingenieursverenigingen, gebruikers en personen met beperkte mobiliteit alsmede vertegenwoordigers van Europese normalisatieorganisaties; dat deze werkgroep tevens openstaat voor het Europees Parlement, de Raad en de Commissie; dat het Europees Parlement, de Raad en de Commissie te allen tijde de mogelijkheid hebben zelf zorg te dragen voor de precieze uitvoering, onder eerbiediging van de daarvoor geldende procedure;

(Amendement 4)

Elfde overweging

>Oorspronkelijke tekst>

overwegende dat de technische vooruitgang spoedige aanpassing van de technische voorschriften in de bijlagen van deze bijzondere richtlijn vergt; dat het aangewezen is deze taak aan de Commissie op te dragen teneinde de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen; dat voor alle gevallen waarin het Europees Parlement en de Raad de Commissie de bevoegdheid geven om voor deze voertuigen opgestelde regels ten uitvoer te leggen, dient te worden bepaald dat vooraf in een raadgevend comité overleg moet worden gevoerd tussen de Commissie en de lidstaten;

>Tekst na stemming van het EP>

overwegende dat de technische vooruitgang

een snelle aanpassing van technische normen vergt; dat het aangewezen is deze taak aan de technische werkgroep op te dragen teneinde de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen; dat de technische werkgroep daarbij gebonden blijft aan de algemene voorschriften van de richtlijn;

(Amendement 5)

Artikel 1, tweede streepje bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

- "personen met beperkte mobiliteit", alle personen die moeilijkheden ondervinden bij de benutting van het openbaar vervoer, zoals gehandicapten (met inbegrip van personen met zintuiglijke en geestelijke gebreken alsmede rolstoelgebruikers), personen met een handicap aan de ledematen, mensen van klein postuur, personen met zware bagage, ouderen, zwangere vrouwen, personen met een boodschappenkarretje en ouders met kinderen (met inbegrip van kinderen in een wandelwagentje).

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

De referentierolstoel heeft vier wielen, waarvan de twee voorste draaibaar zijn, voldoet aan de eisen die gesteld worden in ISO-norm 7193-1985, en wordt manueel of elektrisch voortbewogen.

(Amendement 6)

Artikel 2

>Oorspronkelijke tekst>

De lidstaten mogen de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een voertuig niet weigeren, noch de verkoop, registratie, het in het verkeer brengen of het gebruik van een voertuig weigeren of verbieden om redenen die verband houden met de bepalingen voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, indien aan de voorschriften van de bijlagen wordt voldaan.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De lidstaten mogen de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een voertuig niet weigeren, noch de verkoop, registratie, het in het verkeer brengen of het gebruik van een voertuig weigeren of verbieden om redenen die verband houden met de bepalingen voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met ruimte voor meer dan acht passagiers, op zitplaatsen of in rolstoelen, de bestuurder niet meegerekend, voorzover het voertuig niet in strijd is met de vastgestelde harmonisatievoorschriften als bedoeld in deze richtlijn.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

2. Zolang de harmonisatie, als bedoeld in deze richtlijn, niet is gerealiseerd, mogen de lidstaten ten aanzien van voertuigen waarvoor in een lidstaat de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring is afgegeven, noch de verkoop, registratie, het in het verkeer brengen of het gebruik weigeren of verbieden.

(Amendement 7)

Artikel 3

>Oorspronkelijke tekst>

1. De lidstaten mogen de EG-typegoedkeuring verlenen aan voertuigen waarvan de constructie-eigenschappen voldoen aan de afwijkingen van de punten 7.6.1.1.bis, 7.6.1.4.bis, 7.7.8.1.bis, 7.7.8.1.1.bis, 7.7.8.4.1.bis van bijlage I en 7.6.1.1.bis en 7.6.1.4.bis van bijlage VIII voor voertuigen van klasse I, A en B, waarvan de totale breedte maximaal 2,3 meter bedraagt en voor dubbeldeksvoertuigen van klasse I.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De richtlijn omvat algemene doelstellingen en technische uitvoeringsvoorschriften.

>Oorspronkelijke tekst>

2. De lidstaten mogen de verkoop, de eerste en alle daaropvolgende registraties en het in het verkeer brengen van voertuigen die onder de in lid 1 genoemde afwijkingen vallen, verbieden.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De Commissie wordt bijgestaan door een vaste technische werkgroep die tot taak heeft adviezen te verstrekken, toezicht uit te oefenen op de uitvoering van deze richtlijn en, zo nodig, aanbevelingen te doen voor toekomstige verbeteringen. Bij de uitvoering van zijn taken maakt de werkgroep, die als permanent comité fungeert, gebruik van de hulp en de technische kennis van Europese normalisatieorganisaties.

>Oorspronkelijke tekst>

3. De bepalingen van de leden 1 en 2 worden, indien nodig, door de Commissie herzien op basis van een in 2003 door haar op te stellen verslag.

>Tekst na stemming van het EP>

3. De werkgroep wordt geënt op het comité dat overeenkomstig artikel 13, lid 1 van richtlijn 70/156/EEG is ingesteld, en bestaat uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de exploitanten, de fabrikanten, ingenieursverenigingen en consumentenorganisaties, met name vertegenwoordigers van de nationale gehandicaptenorganisaties, en Europese normalisatieorganisaties.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

3 bis. De in lid 1 vermelde algemene doelstellingen behelzen het waarborgen van de veiligheid van de gebruikers vanaf het tijdstip van instappen tot het tijdstip van uitstappen alsmede de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit.

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

3 ter. De in lid 1 vermelde technische uitvoeringsvoorschriften omvatten de volgende bepalingen inzake veiligheid van gebruikers en toegankelijkheid:

f specificaties voor de stabiliteit en sterkte van het voertuig;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f specificaties inzake brandbescherming;

f afmetingen met het oog op ontwerp en plaats van uitgangen en nooduitgangen;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f afmetingen met het oog op de toegankelijkheid van de voertuigen en de toegang tot de bedrijfsdeur(en), waarbij voor tenminste een van de bedrijfsdeuren de hoogte van de eerste trede bij het instappen niet meer dan 240 mm is. Treden aan de binnenzijde mogen niet hoger dan 240 mm zijn;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f specificaties voor het uitrusten van de meest geschikte bedrijfsdeur van het voortuig met instaphulpmiddelen die geschikt zijn voor rolstoelen. Met instaphulpmiddelen worden voorzieningen of systemen bedoeld om de toegang tot een bus te vergemakkelijken, zoals knielsystemen, liften of oprijplaten. Zulke instaphulpmiddelen mogen niet zo steil zijn dat rolstoelgebruikers deze niet zonder hulp kunnen gebruiken, overeenkomstig het COST 322-verslag. Is een voertuig met een passagierslift uitgerust, moet deze lift een passagier in een rolstoel van de grond naar het niveau van de voertuigvloer kunnen heffen;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f afmetingen voor de passagiersruimte en het aantal passagiers op zitplaatsen of in rolstoelen. Het voertuig moet beschikken over een toegankelijke speciale ruimte die voornamelijk is bestemd voor het veilig en stabiel vervoer van een referentierolstoel. Deze ruimte moet tenminste 1.200 mm lang zijn met het oog op rolstoelen met voetsteunen;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f specificaties voor voorzieningen voor het openen van deuren, stangen, leuningen, handlussen, communicatiesystemen en inductielussen; elk bedieningselement en elke voorziening voor het openen van een bedrijfsdeur, hetzij van buiten hetzij van binnen, moet bereikbaar zijn, overeenkomstig de definitie van personen met beperkte mobiliteit;

f specificaties voor zitplaatsen voor andere personen met beperkte mobiliteit dan rolstoelgebruikers in het gedeelte van de bus dat het meest geschikt is om in te stappen;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f specificaties voor de bedieningsinrichting van de communicatiesystemen die moet zijn voorzien van handpalmknoppen die zich maximaal 1.000 mm boven de vloer bevinden; en de randen om de knoppen en de knoppen zelf moeten zijn uitgevoerd in felle kleuren die duidelijk afsteken tegen het oppervlak waarop zij zijn aangebracht en tegen elkaar;

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

f specificaties voor interne voorzieningen, waaronder zitplaatsen en verlichting; het voertuig moet zodanig verlicht zijn dat het veilig is voor visueel gehandicapten.

(Amendement 8)

Artikel 4, lid 1

>Oorspronkelijke tekst>

1. Voertuigen van klasse I die zijn ontworpen om als lijnbussen voor stads- en voor streekvervoer te worden geëxploiteerd, moeten in overeenstemming zijn met hetzij de technische voorschriften van bijlage I, deel B, hetzij die van bijlage I, deel C, en met de voorschriften voor ten minste één van de in bijlage VII vermelde instaphulpmiddelen.

>Tekst na stemming van het EP>

1. Voertuigen van klasse I

en klasse II die zijn ontworpen om als lijnbussen voor stads- en voor streekvervoer te worden geëxploiteerd, moeten in overeenstemming zijn met de in artikel 3 bedoelde technische voorschriften.

(Amendement 9)

Artikel 4, lid 2

>Oorspronkelijke tekst>

2. Indien nodig, zal de Commissie, op basis van een volledige studie, bij het Europees Parlement en bij de Raad een voorstel indienen tot wijziging van deze richtlijn, teneinde de technische voorschriften vast te stellen voor als lijnbussen voor stads- en voor streekvervoer gebruikte voertuigen van klasse II.

>Tekst na stemming van het EP>

2. Indien nodig, zal de Commissie, op basis van een volledige studie, bij het Europees Parlement en bij de Raad een voorstel indienen tot wijziging van deze richtlijn, teneinde de technische voorschriften vast te stellen voor als lijnbussen gebruikte voertuigen van klasse

III en A.

(Amendement 10)

Artikel 4 bis (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 4 bis

Zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn legt de Commissie, bijgestaan door het in artikel 7 bedoelde comité, aan het Europees Parlement en de Raad een studie voor inzake het veiligheidsniveau voor de bestuurders en andere gebruikers van voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met een capaciteit van meer dan acht passagiers, op zitplaatsen of in rolstoelen, de bestuurder niet meegerekend.

(Amendement 11)

Artikel 4 ter (nieuw)

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Artikel 4 ter

Zes maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn legt de Commissie, bijgestaan door het in artikel 7 bedoelde comité, aan het Europees Parlement en de Raad een studie voor inzake de bedrijfsaspecten tijdens het gebruik van voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met een capaciteit van meer dan acht passagiers, op zitplaatsen of in rolstoelen, de bestuurder niet meegerekend.

(Amendement 12)

Bijlagen I-X

>Oorspronkelijke tekst>

>Tekst na stemming van het EP>

Bijlagen I - X worden geschrapt.

Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel vooreen richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(97)0276 - C4-0545/97 - 97/0176(COD))(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad COM(97)0276 - 97/0176(COD) ((PB C 17 van 20.1.1998, blz. 1.)),

- gelet op de artikelen 189 B, lid 2 en 100 A van het EG-Verdrag, op grond waarvan de Commissie het voorstel bij het Parlement heeft ingediend (C4-0545/97),

- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A4-0113/98),

- gezien het tweede verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A4-0424/98),

1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;

2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 B, lid 2 van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;

4. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen, en wenst dat in dat geval de overlegprocedure wordt ingeleid;

5. wijst erop dat de Commissie gehouden is elke wijziging die zij voornemens is aan te brengen in het door het Parlement geamendeerde voorstel, voor te leggen aan het Parlement;

6. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.