Home

Resolutie over het speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer over het beheer van de communautaire graanhandel waarbij sprake is van uitvoerrestituties, bijzondere invoerregelingen en regionale steunregelingen, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (C4-0351/97)

Resolutie over het speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer over het beheer van de communautaire graanhandel waarbij sprake is van uitvoerrestituties, bijzondere invoerregelingen en regionale steunregelingen, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (C4-0351/97)

Resolutie over het speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer over het beheer van de communautaire graanhandel waarbij sprake is van uitvoerrestituties, bijzondere invoerregelingen en regionale steunregelingen, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (C4-0351/97)

Publicatieblad Nr. C 080 van 16/03/1998 blz. 0299


A4-0021/98

Resolutie over het speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer over het beheer van de communautaire graanhandel waarbij sprake is van uitvoerrestituties, bijzondere invoerregelingen en regionale steunregelingen, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (C4-0351/97)

Het Europees Parlement,

- gezien het speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer (C4-0351/97) ((PB C 159 van 26.5.1997, blz. 1.)),

- gelet op artikel 188 C, lid 4, tweede alinea van het EG-Verdrag,

- gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A4-0021/98),

A. overwegende dat gedurende de periode 1991-1994 in totaal 11.043 miljoen ecu aan uitvoerrestituties voor graan werd uitbetaald; dat de omvang van de kredieten die aldus aan de diverse betrokkenen in de lidstaten werden uitbetaald van dien aard is dat zij de activiteiten van de bedrijven die uit hoofde van deze interventies financiële steun hebben ontvangen alsook de economische activiteit van de lidstaten in belangrijke mate beïnvloeden,

B. overwegende dat de Commissie derhalve in samenwerking met de lidstaten ten spoedigste de nodige maatregelen dient te nemen om de tekortkomingen en gebreken weg te werken die in speciaal verslag nr. 5/97 van de Rekenkamer worden geconstateerd,

1. betreurt dat de basisverwerkingscoëfficiënten 24 jaar lang onveranderd zijn gebleven, hetgeen aanzienlijke meerkosten met zich mee heeft gebracht voor de begroting van de Europese Unie;

2. verzoekt de Commissie:

- de bedragen terug te vorderen die als gevolg van het ontbreken van controles op de herkomst van uitgevoerde mout ten onrechte zijn uitgekeerd,

- de regels inzake de subsidiabiliteitscriteria voor mengvoeders te verduidelijken;

3. verzoekt de Commissie om bij voorrang over te gaan tot codificatie van verordening (EEG) nr. 3665/87 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten ((PB L 351 van 14.12.1987, blz. 1.)), ten einde de fysieke controles op uitgevoerde granen te harmoniseren en de kwaliteit ervan te verbeteren;

4. verzoekt de Commissie om in samenwerking met de lidstaten te zorgen voor een beleid van daadwerkelijke coördinatie van de controles van multinationals door de bevoegde nationale instanties en het Parlement van de behaalde resultaten in kennis te stellen;

5. verzoekt, in overeenstemming met de opmerkingen van de Rekenkamer, dat de levering van maïs uit derde landen aan Portugal zo geregeld wordt dat de communautaire productie daar niet onder leidt en er geen extra kosten voor de begroting van de Europese Unie ontstaan;

6. acht het noodzakelijk dat het POSEIMA-programma wordt hervormd op basis van de opmerkingen van de Rekenkamer en dat daarbij met name rekening wordt gehouden met de behoeften op het gebied van de interinsulaire distributie;

7. verzoekt de Commissie, in afwachting van de nieuwe interinstitutionele onderhandelingen over de "comitologie", zich ten volle te houden aan de overeenkomst die hierover in september 1996 tussen de Commissie en het Parlement is gesloten;

8. verzoekt de Commissie om overeenkomstig de ad hoc procedures voor de goedkeuring der rekeningen een verslag op te stellen over de consequenties die uit de bevindingen van de Rekenkamer moeten worden getrokkenen en dit tijdig in te dienen, teneinde het Parlement in staat te stellen hiermee rekening te houden in zijn besluiten inzake de goedkeuring der rekeningen;

9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad en de Rekenkamer.