Home

Resolutie over de bosbranden in de Europese Unie

Resolutie over de bosbranden in de Europese Unie

Resolutie over de bosbranden in de Europese Unie

Publicatieblad Nr. C 313 van 12/10/1998 blz. 0191


B4-0815, 0827, 0839, 0855, 0856 en 0857/98

Resolutie over de bosbranden in de Europese Unie

Het Europees Parlement,

A. sterk verontrust over de golf van bosbranden die in de maanden juli en augustus zijn uitgebroken in de Spaanse autonome gemeenschappen van de Canarische Eilanden, Catalonië, Galicië en Castilla-León, waarbij één dodelijk slachtoffer is gevallen en meer dan 1.000 hectare zijn verwoest in het zuiden van Tenerife, 30.000 in Catalonië, 30.000 in Galicië en 3.000 in Castilla-León,

B. bezorgd over de rampzalige bosbranden die in de zomer zijn uitgebroken in het zuiden van Italië, met name op Sicilië, en die uitgestrekte bosgebieden hebben verwoest,

C. bezorgd over de schade die is veroorzaakt door de bosbranden die Portugal gedurende de zomermaanden hebben geteisterd,

D. overwegende dat Griekenland in juni, juli en augustus 1998 is geteisterd door meer bosbranden dan ooit, en wel 5.048 branden die mensenlevens hebben gekost en bossen hebben verwoest op een nooit eerder geziene schaal,

E. gelet op de ernstige materiële en milieuschade die deze catastrofes hebben aangericht in deze delen van de Europese Unie,

F. tevens gelet op de ernstige economische schade die de landbouwers in de getroffen regio hebben geleden, alsook op de schade aan het milieu in een gebied waar problemen inzake woestijnvorming bestaan,

G. overwegende dat de branden in de zomer een gemeenschappelijk probleem vormen in het gehele Middellandse-Zeegebied en de rest van Zuid-Europa en dat de geomorfologische en klimatologische kenmerken, die al gauw leiden tot ontbossing en erosie, het zuiden van Europa tot een van de brandgevaarlijkste gebieden van de Europese Unie maken,

H. erop wijzende dat deze branden ook beschermde gebieden hebben getroffen en de ontwikkeling van tal van inheemse soorten alsook de economie van de verschillende gebieden in gevaar brengen,

I. bezorgd over het feit dat vele branden wellicht aangestoken zijn om redenen van economisch belang,

J. overwegende dat de meeste landen die regelmatig door bosbranden worden getroffen luchtvloten voor de brandbestrijding hebben en dat het van wezenlijk belang is om snel over een maximum aan bestrijdingsmiddelen te kunnen beschikken;

K. overwegende dat de bestaande wijzen van grensoverschrijdende samenwerking tussen vloten blusvliegtuigen vaak ontoereikend zijn, daar zij het niet mogelijk maken om snel genoeg en met voldoende middelen te reageren;

Het Europees Parlement,

1. spreekt zijn medeleven uit met de gezinsleden van de slachtoffers alsook met de door deze rampen getroffen bevolking;

2. verzoekt de Commissie de nodige kredieten vrij te maken om de in de getroffen gebieden geleden schade aan de economie en het milieu zo veel mogelijk te lenigen,

3. wenst dat er een communautair bosbouwbeleid van kracht wordt dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van de mediterrane gebieden;

4. verzoekt de Commissie om een strategie op te stellen voor preventie en blussing van branden waar maatregelen onder moeten vallen die gericht zijn op een betere coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten, inclusief het ter beschikking stellen van materieel, in het bijzonder vliegtuigen, door vormen van permanente samenwerking tussen vloten blusvliegtuigen tot stand te brengen, en om het voor en tegen af te wegen van een Europese vloot voor de bestrijding van bosbranden;

5. verzoekt de nationale en regionale autoriteiten om hun inspanningen op efficiënte wijze te bundelen en te coördineren, zowel bij de brandpreventie als bij het blussen;

6. dringt er bij de Commissie op aan om samen met de bevoegde instanties een herstelplan op te stellen voor de getroffen gebieden door geld ter beschikking te stellen voor herbebossing en brandpreventie met steun van de communautaire fondsen, in het bijzonder het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het EOGFL-Oriëntatie, alsmede vast te stellen wie schuld draagt aan de brandstichting;

7. wijst op de rol die het gemeenschappelijk landbouwbeleid kan spelen bij het voorkomen van dit soort rampen,

8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad en de regeringen van de betrokken lidstaten.