Home

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden"

Publicatieblad Nr. C 329 van 17/11/1999 blz. 0027 - 0029


Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden"

(1999/C 329/09)

De Raad heeft op 8 september 1999 besloten, overeenkomstig artikel 262 van het EG-Verdrag het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.

De Afdeling "Economische en monetaire unie - Economische en sociale samenhang", die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 15 september 1999 goedgekeurd. Algemeen Afdelingsrapporteur was de heer Simpson.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 366e zitting (vergadering van 22 september 1999) het volgende advies uitgebracht, dat met 114 stemmen vóór, bij één onthouding werd goedgekeurd.

1. Inleiding

1.1. De Commissie heeft een nieuwe Raadsverordening voorgesteld die strekt tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden.

1.2. Het is de bedoeling dat de voorschreven gefaseerde afschaffing van een lokale belasting op productie en import (zie voor de details hieronder) die dient ter bescherming van de lokale productie van een beperkt aantal producten, tot 30 juni 2000 wordt opgeschort. Ingevolge de huidige verordening moet deze belasting vanaf 31 december 1996 jaarlijks met 20 % worden verminderd en op 31 december 2000 dient deze volledig te zijn afgeschaft. Gepland is namelijk dat de eilanden vanaf 1 januari 2001 het Gemeenschappelijk douanetarief integraal zullen toepassen.

1.3. Onderhavig voorstel komt erop neer dat de op 31 december 1999 door te voeren verlaging met zes maanden wordt uitgesteld. Deze opschorting zal worden geflankeerd door een onderzoek van de Commissie naar de gevolgen van de afschaffing van de belasting voor de betrokken sectoren. Daarbij zal zij tevens bezien of er redenen bestaan voor verdere speciale maatregelen ten behoeve van deze kwetsbare branches. Zonodig zal zij dan de Raad nog een voorstel doen.

1.4. De wijziging dient door de Raad met eenparigheid van stemmen te worden goedgekeurd.

1.5. Komt er in 2000 inderdaad overeenstemming over een nieuwe regeling, dan volstaat binnen de Raad krachtens artikel 299, lid 2, van het geconsolideerde EG-Verdrag een gekwalificeerde meerderheid om deze goed te keuren.

2. Speciale bepalingen die op de Canarische eilanden van toepassing zijn

2.1. Sinds de toetreding van Spanje in 1986 maken de eilanden deel van de EU uit.

2.2. In de Akte van toetreding van Spanje en Portugal wordt de speciale en moeilijke sociale en economische situatie in de archipel erkend(1). Bijgevolg werden de eilanden oorspronkelijk vrijgesteld van de verplichtingen in verband met het gemeenschappelijk douanegebied en het gemeenschappelijk handels-, landbouw- en visserijbeleid.

2.3. De laatste jaren zijn maatregelen genomen om omvang en gevolgen van deze vrijstellingen geleidelijk te verminderen.

2.4. De belasting in kwestie (APIM = heffing op productie en invoer) werd in 1973 ingevoerd en na de toetreding tot de Gemeenschap gehandhaafd. De belasting strekte ertoe, de kwetsbaardere industriesectoren van de archipel een zekere mate van fiscale protectie te bieden.

2.5. De speciale problemen van de eilanden, een van de meest afgelegen regio's van de Gemeenschap, gaven aanleiding tot een aantal verschillende maatregelen, zoals:

1. Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden(2);

2. het besluit van de Raad "tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Canarische eilanden afgestemde maatregelen" (Poseican) (91/314/EEG)(3);

3. de "beschikking van de Commissie betreffende de fiscale bepalingen van de belasting, genaamd arbitrio op de productie en op de invoer (APIM)", die is gebaseerd op de specifieke bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1911/91(4);

4. Bij Raadsverordening 1601/92 werd een speciaal voorzieningsstelsel met bijbehorende specifieke maatregelen vastgesteld op grond waarvan voor de handel in bepaalde landbouwproducten een tijdelijke vrijstelling van de regels van het GLB kan worden verleend;

5. het besluit van de Commissie in het kader van het Gemeenschapsinitiatief Regis II ten behoeve van een programma (1994-1999) om de economische integratie in de Gemeenschap te versnellen. Met dit programma is in totaal 385,5 miljoen ecu gemoeid waarvan de Gemeenschap 216,9 miljoen ecu voor haar rekening neemt (94 % via het EFRO en 6 % via het EOGFL);

6. steun uit de structuurfondsen gedurende de periode 1994-1999 ten bedrage van 660 miljoen ecu voor een programma dat zowel door de nationale overheid als de particuliere sector wordt gefinancierd en goed is voor in totaal 1052 miljoen ecu(5) in prijzen 1994. De effecten van steun die via de Spaanse multiregionale programma's wordt verleend, zijn hier buiten beschouwing gelaten.

3. De APIM ("arbitrio op de productie en op de invoer")

3.1. De Commissie stelt voor, het huidige APIM-tarief voor zeven productgroepen tot en met 30 juni 2000 te handhaven.

3.2. Deze groepen vallen binnen de productgroepen die overeenkomstig de nomenclatura van het gemeenschappelijk douanetarief zijn gedefinieerd. De gedetailleerde classificaties zijn in een bijlage bij het voorstel opgenomen. Het gaat om de volgende groepen:

- diverse voedingsmiddelen;

- tabak;

- chemie;

- papier;

- textiel;

- metaalindustrie;

- andere producten van de verwerkende industrie (zoals gespecificeerd).

3.3. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat de werkgelegenheid in de betrokken sectoren door de afschaffing van de APIM kan worden bedreigd. Zij geeft per sector gedetailleerde schattingen van de eventuele negatieve werkgelegenheidseffecten.

3.4. Het verzoek van de Spaanse autoriteiten om de opschorting van de tariefverlaging tot frisdranken en bouwmaterialen uit te breiden, werd door haar geweigerd.

3.5. Keurt de Raad het voorstel goed, dan zal de APIM slechts betrekking blijven hebben op ongeveer 10 % van de totale invoerwaarde en gelden de hoogste tarieven voor tabak (6,9 %) en specifiek genoemde producten van de verwerkende industrie (2,3 %).

3.6. De Commissie beseft dat de voorgestelde maatregel, die een tijdelijke afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 1911/91 neergelegde beginselen betekent, deel moet uitmaken van het proces om de eilanden verder in de EG te integreren, en er uitsluitend toe mag strekken, de effecten van de nodige economische aanpassingen te verzachten(6).

4. De economische en sociale situatie op de Canarische eilanden

4.1. De bevolking van de archipel telt 1,6 miljoen mensen. De eilanden vormen een autonome regio van Spanje en hebben vergaande autonomie met betrekking tot de ontwikkeling van het lokale economische beleid.

4.2. De Gemeenschap is zich bij het streven om de eilanden in de EG te integreren bewust geweest van de ongebruikelijke en specifieke problemen aldaar.

4.3. Het gebied is in hoge mate afhankelijk van inkomsten uit toerisme en wordt jaarlijks door meer dan 10 miljoen mensen bezocht. Dit levert veel geld op, maar brengt tevens mee dat toeristische activiteiten en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, men denke met name aan de zoetwatervoorziening, met het oog op de duurzaamheid van het milieu zorgvuldig dienen te worden gepland.

4.4. Het klimaat geeft de regio een concurrentievoordeel voor het verbouwen en exporteren van bananen en tomaten, alsook voor het produceren van wijn.

4.5. Het belangrijkste nadeel voor de economie van het gebied wordt gevormd door de combinatie van afstand van de belangrijkste afzetmarkten in Europa en de relatief kleinschalige economische bedrijvigheid op de afzonderlijke eilanden. De exporteurs worden gesteund via een financiële tegemoetkoming die is gebaseerd op de vervoerkosten van in- en uitvoer tussen de eilanden en de rest van de Unie. Op die manier worden de meerkosten die uit de perifere ligging voortvloeien, gedeeltelijk gecompenseerd.

4.6. De werkloosheid is hoog, en was onlangs, (volgens de definities van NUTS II) de op drie na hoogste in de EU(7).

4.7. Weliswaar daalde de werkloosheid gedurende de periode 1987-1997 van 25 tot 21 %, maar zij blijft meer dan het dubbele van het EG-gemiddelde bedragen.

4.8. Het BBP per capita, door Eurostat in koopkrachtpariteiten gemeten, steeg van 69 % van het EU-gemiddelde in 1986 tot 74,3 % in 1996(8). Dit betekent een significante verbetering, maar het percentage is nog altijd laag genoeg om in aanmerking voor doelstelling-1-steun te komen, hetgeen tot 2006 het geval zal zijn.

5. Toekomstige ontwikkelingen

5.1. In artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag (het vroegere artikel 227, lid 2) is specifiek bepaald dat het Verdrag van toepassing is op de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira en de Canarische eilanden. Verder neemt de Raad krachtens deze bepaling, na raadpleging van het Europees Parlement(9), "specifieke maatregelen aan die er met name op gericht zijn de voorwaarden voor de toepassing van dit Verdrag ... op deze gebieden vast te stellen" en houdt hij daarbij rekening met de structurele sociale en economische situatie in termen van afstand, insulair karakter, kleine oppervlakte, moeilijk reliëf, klimaat en economische afhankelijkheid van een beperkt aantal producten. Waarschijnlijk omvat het woord producten in dit verband ook diensten.

5.2. Bij de vaststelling van genoemde specifieke maatregelen "houdt de Raad rekening met zaken als douane- en handelsbeleid, het fiscaal beleid, vrijhandelszones, het landbouw- en visserijbeleid, voorwaarden voor het aanbod van grondstoffen en essentiële consumptiegoederen, staatssteun en de voorwaarden voor toegang tot de structuurfondsen en tot horizontale Gemeenschapsprogramma's".

5.3. De Raad neemt de maatregelen "zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid".

5.4. De Commissie heeft de eilanden voor de periode 2000-2006 reeds als doelstelling-1-regio aangewezen en handhaaft daarmee de koers die tot 1999 werd gevolgd. De archipel blijft dus in aanmerking komen voor steun uit het Cohesiefonds en daarmee voor maximale bijstand via de structuurfondsen.

6. Conclusies en aanbevelingen

6.1. Het Economisch en Sociaal Comité is ingenomen met de hem geboden gelegenheid commentaar te geven op de voorgestelde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van het Gemeenschapsrecht op de Canarische eilanden.

6.2. Het Comité ziet in dat de meest perifere regio's van de Europese Unie speciale aandacht verdienen bij de toepassing van het gemeenschappelijk beleid, waarvan strekking en letter echter zo goed mogelijk nageleefd dienen te worden. Het schaart zich in dit verband met name achter de verplichting van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag, geen afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde.

6.3. De laatste jaren is gebleken dat de economische positie van de archipel zowel absoluut als relatief is verbeterd, maar er moet blijven worden gewerkt om deze stijgende lijn door te trekken.

6.4. Daarom is het een goede zaak dat de Commissie met de Spaanse autoriteiten heeft afgesproken, de gevolgen van de opschorting van de afschaffing van de APIM te onderzoeken en, indien noodzakelijk, met een voorstel voor eventuele maatregelen te komen. Doelstelling daarbij is de belasting af te schaffen zonder de lokale productie in kwetsbare sectoren in gevaar te brengen.

6.5. Het Comité schaart zich achter de strekking van het Commissievoorstel, maar vindt dat het voorstel niet alleen dient te worden benut om het effect van de APIM te evalueren. Ook dienen aard en gevolgen van het gehele gemeenschappelijk beleid voor de ontwikkeling van de eilanden te worden beoordeeld en moet worden gezocht naar wegen om deze verder in de Gemeenschap te integreren, alsook naar innovatieve maatregelen om hun ontwikkeling te stimuleren.

6.6. Het kan zich daarom vinden in de argumenten die de Commissie aandraagt om Verordening (EEG) nr. 1911/91 te wijzigen teneinde de afschaffing van de APIM op te schorten, en beschouwt dit als een goede basis om de methodes ter bevordering van de ontwikkeling van de eilanden verdergaand te herijken.

6.7. Het Comité is alleszins geïnteresseerd in de voorstellen die daaruit zullen voortvloeien en hoopt dat het door de Commissie over de uitvoering daarvan zal worden geraadpleegd.

Brussel, 22 september 1999.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

B. RANGONI MACHIAVELLI

(1) Toetredingsakte, protocol nr. 2. De eilanden werden toen uitgesloten van met name het gemeenschappelijk douanegebied en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

(2) PB L 171 van 29.6.1991, blz. 1.

(3) PB L 171 van 29.6.1991, blz. 5.

(4) PB L 10 van 13.1.1996, blz. 38.

(5) De impact van structuurbeleid op economische en sociale samenhang in de Unie, 1989-1999 (een eerste evaluatie per land, oktober 1996), Europese Commissie, blz. 166.

(6) COM(1999) 226 def., punt 7.

(7) Zesde periodieke verslag over de sociale en economische situatie en de ontwikkeling van de regio's van de Europese Unie, Europese Commissie, tabel 43.

(8) Op. cit, tabel 43.

(9) Het voorschrift zwijgt over raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité of het Comité van de regio's.