Home

Gewijzigd voorstel voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Gewijzigd voorstel voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Gewijzigd voorstel voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling /* COM/99/0018 def. - SYN 98/0114 */

Publicatieblad Nr. C 052 van 23/02/1999 blz. 0012


Gewijzigd voorstel voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (1) (1999/C 52/10) COM(1999) 18 def. - 98/0114(SYN)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag ingediend op 20 januari 1999)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 E,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de regio's,

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag in samenwerking met het Europees Parlement,

(1) Overwegende dat in artikel 130 C van het Verdrag is bepaald dat het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bedoeld is om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Gemeenschap; dat het EFRO er aldus toe bijdraagt de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de onderscheiden regio's en de achterstand van de minst begunstigde regio's of eilanden, met inbegrip van de plattelandsgebieden, te verkleinen;

(2) Overwegende dat in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . ./. . van de Raad houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen is bepaald, dat het EFRO voornamelijk tot taak heeft bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 1 van die verordening bedoelde doelstellingen 1 en 2; dat in de artikelen 19 en 20 van diezelfde verordening is bepaald, dat het EFRO bijdraagt aan de financiering van de transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking in het kader van de communautaire initiatieven; dat in de artikelen 21 en 22 van diezelfde verordening is bepaald dat het EFRO innovatieve acties op communautair niveau en maatregelen in het kader van de technische hulp steunt;

(3) Overwegende dat de gemeenschappelijke bepalingen die voor de verschillende Structuurfondsen gelden, zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. . . /. .; dat dient te worden gepreciseerd welke soort maatregelen door het EFRO in het kader van de doelstellingen 1 en 2, de communautaire initiatieven en de innovatieve acties kan worden gefinancierd;

(4) Overwegende dat dient te worden gepreciseerd welke bijdrage het EFRO in het kader van zijn taak op het gebied van de regionale ontwikkeling levert tot een harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de economische activiteit, een hoge graad van concurrentievermogen, een hoog werkgelegenheidsniveau, de gelijkheid van mannen en vrouwen, en een hoge mate van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu;

(4bis) Overwegende dat de bijstandsverlening van het EFRO in een alomvattende en geïntegreerde strategie voor duurzame ontwikkeling moet passen en in combinatie met de bijstandsverlening van de andere Structuurfondsen synergetische effecten moet sorteren;

(5) Overwegende dat het EFRO in het kader van zijn taak steun moet verlenen voor de verbetering van het productiemilieu en het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, voor de plaatselijke economische ontwikkeling en de ontwikkeling van de werkgelegenheid, mede op cultureel en toeristisch gebied voor zover daarmee wordt bijgedragen tot het scheppen van arbeidsplaatsen, voor onderzoek en technologische ontwikkeling, voor de ontwikkeling van de regionale en transeuropese netwerken - onder meer door te zorgen voor een adequate toegankelijkheid van deze netwerken - in de sectoren vervoersinfrastructuur, telecommunicatie en energie, voor de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu - waarbij rekening wordt gehouden met het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel dat de vervuiler betaalt, en waarbij een milieuvriendelijk en efficient energiegebruik en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen worden gestimuleerd -, en voor de gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt;

(6) Overwegende dat het EFRO een bijzondere rol moet vervullen bij het streven naar plaatselijke economische ontwikkeling, in een context van verbetering van het leefklimaat en van ruimtelijke ontwikkeling, met name door stimulering van de territoriale werkgelegenheidspacten en van de nieuwe bronnen van werkgelegenheid;

(7) Overwegende dat de op initiatief van de Commissie getroffen maatregelen van communautair belang een belangrijke rol moeten spelen bij de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. . . ./. . bedoelde structurele actie van de Gemeenschap; dat het daarbij, gezien de communautaire meerwaarde van het EFRO, van belang is dat dit Fonds de grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking blijft bevorderen, met inbegrip van dergelijke samenwerking door de minst begunstigde eilanden en door de aan de buitengrens van de Unie gelegen regio's, en eveneens van dergelijke samenwerking door de ultraperifere regio's gezien de bijzondere kenmerken en beperkingen van deze laatste; dat in het kader van deze samenwerking een harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de gehele communautaire ruimte een meerwaarde geeft aan het op economische en sociale samenhang gerichte optreden; dat de bijdrage van het EFRO aan een dergelijke ontwikkeling dient te worden voortgezet en versterkt;

(8) Overwegende dat het EFRO bijdraagt tot de ondersteuning van innovatieve acties en technische hulp, overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van Verordening (EG) nr. . . ./. .;

(9) Overwegende dat de bevoegdheden voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgelegd en dat overgangsbepalingen moeten worden vastgesteld;

(10) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (2), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (3), moet worden ingetrokken.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Taak

Op grond van artikel 130 C van het Verdrag en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. . . ./. . neemt het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) deel in de financiering van de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde bijstandspakketten, teneinde de economische en sociale samenhang te bevorderen door de belangrijkste regionale onevenwichtigheden ongedaan te maken en door deel te nemen aan de ontwikkeling en de omschakeling van de regio's.

In dit verband draagt het EFRO ook bij tot de stimulering van een duurzame ontwikkeling en tot het scheppen van duurzame werkgelegenheid.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1. In het kader van zijn taak zoals die in artikel 1 is vastgesteld, neemt het EFRO deel aan de financiering van:

a) productieve investeringen waardoor duurzame arbeidsplaatsen kunnen worden geschapen of in stand kunnen worden gehouden;

b) infrastructuurinvesteringen:

i) die in de regio's die onder doelstelling 1 vallen, bijdragen tot de verhoging van het economisch potentieel, de ontwikkeling, de structurele aanpassing en het scheppen of in stand houden van duurzame werkgelegenheid in die regio's, waaronder investeringen die bijdragen tot de totstandkoming en de ontwikkeling van de transeuropese netten op het gebied van vervoer, telecommunicatie en energie;

ii) die in de regio's of zones die onder de doelstellingen 1 en 2 of onder het in artikel 19, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. . . ./. . bedoelde communautair samenwerkingsinitiatief vallen, betrekking hebben op de diversificatie van bedrijventerreinen en van industriezones met afnemende activiteit, de renovatie van verpauperde stedelijke zones, en de stimulering en ontsluiting van plattelandszones en van de visserij afhankelijke zones; investeringen in infrastructuur waarvan modernisering of aanpassing een voorwaarde is voor het scheppen of ontwikkelen van werkscheppende economische activiteiten, waaronder communicatieinfrastructuurverbindingen en andere voorzieningen die voor de ontwikkeling van deze activiteiten noodzakelijk zijn;

c) de ontwikkeling van eigen potentieel, via maatregelen ter stimulering en ondersteuning van de initiatieven voor plaatselijke ontwikkeling en werkgelegenheid en van de activiteiten van het midden- en kleinbedrijf, waaronder met name:

i) steun ten behoeve van de dienstverlening aan ondernemingen, met name op het gebied van beheer, marktstudies en -onderzoek, en gemeenschappelijke diensten voor verschillende bedrijven,

ii) financiering van de overdracht van technologie, waaronder met name het verzamelen en verspreiden van informatie, en de financiering van de tenuitvoerlegging van de innovatie in de bedrijven,

iii) verbetering van de toegang van de ondernemingen tot financiering en kredietverlening, door invoering en ontwikkeling van passende financieringsinstrumenten zoals die welke worden bedoeld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. . . ./. . (algemene verordening),

iv) ingeval er geen steunregeling bestaat, directe investeringssteun als bedoeld in artikel 27, lid 3, van Verordening (EG) nr. . . ./. .,

v) totstandbrenging van infrastructuurvoorzieningen van beperkte omvang,

vi) steun ten behoeve van de structuur voor plaatselijke dienstverlening met het oog op het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen, med uitluiting van de door het ESF gefinancierde maatregelen;

d) maatregelen inzake technische hulp als bedoeld in artikel 2, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. . . ./. . .

In de regio's van doelstelling 1 kan het EFRO deelnemen aan de financiering van de investeringen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg die bijdragen tot de structurele aanpassing van deze regio's.

2. Ter uitvoering van lid 1 verleent het EFRO financiële steun op bijvoorbeeld de volgende gebieden:

a) het productiemilieu, met name om het concurrentievermogen en de duurzame investeringen van de ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, te ontwikkelen en de aantrekkingskracht van de regio's te vergroten, met name door verbetering van hun infrastructuuruitrusting;

b) onderzoek en technologische ontwikkeling, om de toepassing van de nieuwe technologieën en de innovatie te bevorderen of om de capaciteit voor onderzoek en technologische ontwikkeling die bijdraagt tot de regionale ontwikkeling, te vergroten;

c) ontwikkeling van de informatiemaatschappij;

d) bescherming en verbetering van het milieu, in het bijzonder met inachtneming van het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen bij de ondersteuning van de economische ontwikkeling, alsmede milieuvriendelijk en doeltreffend energiegebruik en ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen;

e) gelijkheid van mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, met name door de oprichting van ondernemingen en door de totstandbrenging van infrastructuurvoorzieningen of diensten die het mogelijk maken werk en gezinsleven beter met elkaar te combineren;

f) transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking op het gebied van regionale ontwikkeling.

Artikel 3

Communautair initiatief

1. Ter uitvoering van artikel 19 van Verordening (EG) nr. . . ./. . draagt het EFRO, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van de genoemde verordening, bij tot de tenuitvoerlegging van het communautair initiatief op het gebied van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking ter stimulering van een harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de gehele communautaire ruimte ("INTERREG").

2. Overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . ./. . wordt het in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde toepassingsgebied bij de beschikking over de bijdrage van de Fondsen verruimd tot maatregelen die op grond van de Verordeningen (EG) nr. . . ./. . (ESF), (EG) nr. . . ./. . en (EG) nr. . . ./. . (FIOV) kunnen worden gefinancierd, teneinde alle in het betrokken programma van het communautair initiatief vastgestelde maatregelen ten uitvoer te kunnen leggen.

Artikel 4

Innovatieve acties

1. Overeenkomstig artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. . . ./. . kan het EFRO deelnemen aan de financiering van:

a) op initiatief van de Commissie uitgevoerde studies voor het analyseren en bepalen van de problemen en oplossingen op het gebied van regionale ontwikkeling, en met name op het gebied van een harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de gehele communautaire ruimte, met inbegrip van het Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief;

b) proefprojecten in het kader waarvan, op het gebied van regionale en plaatselijke ontwikkeling, nieuwe oplossingen voor de problemen worden gezocht of voorgesteld, met de bedoeling deze oplossingen, na de demonstratiefase, in de bijstandspakketten op te nemen;

c) uitwisseling van innovatieve ervaringen, teneinde de opgedane ervaring op het gebied van regionale of plaatselijke ontwikkeling optimaal te benutten en over te dragen.

2. Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Verordening (EG) nr. . . ./. . wordt het in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde toepassingsgebied bij de beschikking over de bijdrage van de Fondsen verruimd tot maatregelen die op grond van de Verordeningen (EG) nr. . . ./. . (ESF), (EG) nr. . . ./. . (EOGFL) en (EG) nr. . . ./. . (FIOV) kunnen worden gefinancierd, teneinde alle in het betrokken proefproject vastgestelde maatregelen ten uitvoer te kunnen leggen.

Artikel 5

Uitvoeringsbepalingen

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden overeenkomstig de procedure van artikel 47 van Verordening (EG) nr. . . ./. . door de Commissie vastgesteld.

Artikel 6

Intrekking

Verordening (EG) nr. 4254/88 van de Raad wordt met ingang van 1 januari 2000 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 7

Herzieningsclausule

Op voorstel van de Commissie wordt deze verordening uiterlijk op 31 december 2006 door de Raad opnieuw bezien.

De Raad neemt over het voorstel van de Commissie een besluit volgens de procedure van artikel 130 E van het Verdrag.

Artikel 8

Overgangsbepalingen

De in artikel 52 van Verordening (EG) nr. . . ./. . bedoelde overgangsbepalingen zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

(1) PB C 176 van 9.6.1998, blz. 35.

(2) PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15.

(3) PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34.