Voorstel voor een Beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 91/666/EEG betreffende de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins
Voorstel voor een Beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 91/666/EEG betreffende de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins
Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 91/666/EEG betreffende de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
De Raad heeft bij Richtlijn 85/511/EEG communautaire maatregelen voor bestrijding van mond- en klauwzeer vastgesteld. Bij deze maatregelen is weliswaar principieel een niet-vaccinatiebeleid gevolgd, maar zij voorzien toch in een noodvaccinatie indien de ziekte een grote uitbreiding neemt.
Bij Beschikking 91/666/EEG van 11 december 1991 heeft de Raad besloten tot de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins, en antigeenbanken aangewezen in vier verschillende plaatsen.
Sedert de vaststelling van deze beschikking hebben twee antigeenbanken die waren aangewezen om een deel van de communautaire reserve van mond- en klauwzeer antigeen aan te houden, hun verbintenis om deze diensten aan de Gemeenschap te leveren, opgezegd.
Om verschillende redenen kan het in de toekomst noodzakelijk zijn om de antigeenreserves op korte termijn en, in ieder geval, zonder onnodig tijdverlies, over te brengen naar passende lokalen in de Gemeenschap overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 3, van Beschikking 91/666/EEG van de Raad. Op grond van deze bepalingen moet het antigeen immers op meer dan één plaats worden opgeslagen, om ervoor te zorgen dat indien zich technische problemen voordoen waardoor het antigeen bederft in één antigeenbank, de beschikbaarheid van antigeen voor de vaccinproductie door de andere banken gewaarborgd is.
Dit voorstel van de Commissie betreft de wettelijke bepalingen die nodig zijn om, indien nodig, via een beschikking die door de Commissie wordt vastgesteld na advies van het Permanent Veterinair Comité, aanvullende plaatsen voor de opslag van de communautaire voorraden geïnactiveerd mond- en klauwzeerantigeen aan te wijzen.
Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 91/666/EEG betreffende de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,
(1) Overwegende dat krachtens artikel 13, lid 3, van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (1), gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, kan worden besloten om in een beperkt gebied een noodvaccinatie uit te voeren, wanneer het slachten van het hele beslag alleen wellicht niet toereikend is om het virus volledig uit te roeien;
(1) PB L 315 van 26.11.1985, blz. 11.
(2) Overwegende dat bij Beschikking 91/666/EEG van de Raad (2) is besloten tot de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccin, bestaande uit voorraden geïnactiveerd geconcentreerd antigeen waarmee in noodgevallen zeer snel vaccins kunnen worden aangemaakt, en die op aangewezen plaatsen moeten worden opgeslagen;
(2) PB L 368 van 31.12.1991, blz. 21.
(3) Overwegende dat sinds de vaststelling van Beschikking 91/666/EEG twee antigeenbanken die waren aangewezen voor het aanhouden van een deel van de communautaire reserve van antigeen voor de aanmaak van mond- en klauwzeervaccin hun verbintenissen om deze diensten aan de Gemeenschap te leveren hebben opgezegd;
(4) Overwegende dat, om aan het bepaalde in artikel 3, lid 3, van Beschikking 91/666/EEG van de Raad te voldoen, het om verschillende redenen noodzakelijk kan blijken om in de Gemeenschap passende lokalen aan te wijzen waarover de reserves van mond- en klauwzeerantigeen moeten worden gespreid of waarnaar ze voor nieuwe opslag moeten worden verplaatst;
(5) Overwegende dat, ingevolge artikel 14, lid 3, van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad, voor de Commissie sinds 1 april 1991 niet langer de mogelijkheid bestaat om bij de Raad voorstellen voor de vorming van communautaire reserves van mond- en klauwzeervaccins in te dienen;
(6) Overwegende dat het, om onmiddellijk te kunnen reageren wanneer het nodig zou blijken de communautaire reserves van mond- en klauwzeerantigeen te verspreiden over of op te slaan in verschillende plaatsen, Beschikking 91/666/EEG van de Raad moet worden gewijzigd, inzonderheid wat de procedures voor de aanwijzing van communautaire antigeen- en vaccinbanken betreft,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In artikel 3, lid 1, van Beschikking 91/666/EEG van de Raad
- worden het eerste en het derde streepje geschrapt,
- wordt het volgende nieuwe streepje ingevoegd:
"- elke andere inrichting die wordt aangewezen volgens de procedure van artikel 10."
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, op
Voor de Raad
De Voorzitter