Home

Voorstel voor een Verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand

Voorstel voor een Verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand (door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Voor de verordening (EG) nr. 307/97 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging [1] en de verordening (EG) nr. 308/97 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand [2], is artikel 43 van het Verdrag als juridische grondslag gebruikt.

[1] PB L 51 van 21.2.1997, blz. 9.

[2] PB L 51 van 21.2.1997, blz. 11.

In verband met dit laatste heeft het Europees Parlement op 30 april 1997 bij het Hof van Justitie een verzoekschrift ingediend. Op 25 februari 1999 heeft het Hof in de betrokken gevoegde zaken C-164/97 en C-165/97 arrest gewezen. Dit arrest bepaalt dat de twee verordeningen nietig worden verklaard en dat de Raad zich alleen had moeten baseren op artikel 130S van het Verdrag (nu artikel 175).

Het Hof heeft echter de gevolgen van de nietigverklaring opgeschort totdat de Raad, binnen een redelijke termijn, nieuwe verordeningen met hetzelfde doel vaststelt.

Bijgaand voorstel betreft uitsluitend nieuwe verordeningen met hetzelfde doel als de nietig verklaarde verordeningen, echter gebaseerd op artikel 175 van het Verdrag.

Het budget voor de twee acties is licht gewijzigd, gezien de bedragen die voor de jaren 1997-1999 werkelijk zijn uitgetrokken op de begroting en gezien de bedragen die zijn opgevoerd in het voorontwerp voor de begroting van het jaar 2000.

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175,

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB C

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [4],

[4] PB C

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [5],

[5] PB C

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

(1) Overwegende hoe fundamenteel de rol is van de plattelandsbevolking, met name de bosbouwers en de veehouders - de belangrijkste bewaarders van de Europese bossen - en met name van hun beroepsorganisaties bij de regionale planning voor bescherming tegen brand, bij een preventieve bosbouwtechniek en bij de eerste brandbestrijdingsmaatregelen, en hoe noodzakelijk het is de voorwaarden te scheppen om ervoor te zorgen dat deze personen ingeschakeld kunnen worden bij de bescherming van de Europese bossen tegen dit abiotische agens;

(2) Overwegende dat de toepassingsperiode van Verordening (EEG) nr. 2158/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand [6] op 31 december 1996 afloopt;

[6] PB L 217 van 31.7.1992, blz. 3.

(3) Overwegende dat bossen van essentiële betekenis zijn voor de handhaving van het fundamentele evenwicht in met name de bodem, de waterhuishouding, het klimaat en de flora en fauna; dat ecologisch evenwicht op deze punten noodzakelijk is voor een duurzame landbouw en voor het beheer van het platteland;

(4) Overwegende dat de instandhouding van de bossen belangrijk is om economische, ecologische en sociale redenen en met name bijdraagt tot het behoud van de sociale positie van degenen die in de landbouw en op het platteland werkzaam zijn;

(5) Overwegende dat de Gemeenschap en de lidstaten een bijzonder belang toekennen aan de bescherming van hun bosbezit en in dit verband internationale verbintenissen inzake de duurzame ontwikkeling en de bescherming van de bossen hebben aangegaan, met name op de Wereldconferentie van de Verenigde Naties over milieu en ontwikkeling te Rio in 1992 en op twee Paneuropese ministeriële conferenties over de bescherming van de bossen in Europa respectievelijk te Straatsburg in 1990 en te Helsinki in 1993; dat de bij Verordening (EEG) nr. 2158/92 vastgestelde communautaire actie bijdraagt tot de uitvoering van deze verbintenissen;

(6) Overwegende dat in het kader van Verordening (EEG) nr. 2158/92 60 miljoen hectare bos, d.w.z. bijna de helft van het Europese bosareaal, bij de brandgevaarlijke gebieden is ingedeeld;

(7) Overwegende dat bosbranden de mogelijkheden voor een duurzame ontwikkeling van de bossen in brandgevaarlijke gebieden blijven beperken;

(8) Overwegende dat via het communautaire informatiesysteem betreffende bosbranden dat overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2158/92 is opgezet, een communautaire samenwerking op het gebied van bosbranden tot stand is gebracht; dat door verdere ontwikkeling van dit systeem een doeltreffend instrument zal worden verkregen waarmee de activiteiten ter bescherming van de bossen beter kunnen worden geëvalueerd en de oorzaken van bosbranden nader kunnen worden geanalyseerd;

(9) Overwegende dat het derhalve dienstig is de bij Verordening (EEG) nr. 2158/92 vastgestelde communautaire actie voort te zetten, met name om de in brandgevaarlijke gebieden gefinancierde bosbouwmaatregelen coherenter te maken, de bestrijding van de oorzaken van bosbranden grondiger aan te pakken en de preventie- en bewakingssystemen te verbeteren; dat daarom moet worden besloten tot een verlenging van die verordening met vijf jaar waardoor de looptijd van de actie vanaf 1 januari 1992 tien jaar bedraagt;

(10) Overwegende dat in deze verordening voor de hele looptijd van het programma een bedrag wordt vastgesteld dat voor de jaarlijkse begrotingsprocedure een referentiepunt is in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure;

(11) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2158/92 dienovereenkomstig moet worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2158/92 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

"1. De actie heeft een looptijd van tien jaar, ingaande op 1 januari 1992.

2. Voor de periode 1997-2001 beloopt het budget voor de uitvoering van de actie 50 miljoen EUR.

De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. TITEL VAN DE MAATREGEL

Voortzetting van de acties voor bescherming van de bossen tegen luchtverontreiniging (Verordening (EEG) nr. 3528/86 - actie nr. 1) en tegen bosbranden (Verordening (EEG) nr. 2158/92 - actie nr. 2).

2. BEGROTINGSLIJN

B2-515 bossen

3. JURIDISCHE GRONDSLAG

Artikel 175 van het Verdrag

4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

4.1 Algemene doelstelling van de maatregel

Actie nr. 1 : verbetering van de kennis over de gezondheidstoestand van de bossen

Actie nr. 2 : verbetering van de kennis over bosbranden, verbetering van het voorkomen daarvan en verbetering van de bewaking

4.2 Periode waarvoor de maatregel geldt

1997-2001

5. INDELING VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN

5.1 Verplichte uitgaven (V.U.)

5.2 Gesplitste kredieten (G.K.)

6. AARD VAN DE UITGAVEN

Zie punt 7

7. FINANCIËLE CONSEQUENTIES

7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (bepaling van de kosten per eenheid)

Actie nr. 1 :

- communautaire bijstand maximaal 50% voor projecten die de lidstaten bij de Commissie indienen met betrekking tot de periodieke inventarisatie van de gezondheidstoestand van de bossen, voor intensieve bewaking van bosecosystemen en voor proefprojecten en experimenten,

- communautaire bijstand 100% voor maatregelen voor coördinatie, evaluatie en follow-up van de verschillende acties,

- het totale bedrag van de communautaire bijstand zal naar verwachting voor 10% worden gebruikt voor periodieke inventarisaties, 65% voor intensieve bewaking, 15% voor proefprojecten en 10% voor coördinatieacties.

Actie nr. 2 :

- communautaire bijstand maximaal 30 of 50% (naargelang het brandrisico) voor projecten/programma's die de lidstaten bij de Commissie indienen inzake studies over de oorzaken van bosbranden, inzake voorlichtingscampagnes, maatregelen ter voorkoming van bosbranden en toezichtacties,

- communautaire bijstand maximaal 15, 30 of 50% (naargelang van het brandrisico) voor verdere maatregelen met betrekking tot het communautaire informatiesysteem over bosbranden,

- communautaire bijstand 100% voor maatregelen op het vlak van coördinatie, evaluatie en follow-up van de acties,

- het totale bedrag van de communautaire bijstand zal naar verwachting voor 15% worden gebruikt voor studies met betrekking tot bosbranden en voor voorlichtingscampagnes, voor 45% voor preventieve maatregelen, voor 35% voor toezicht, en voor 5% voor het informatiesysteem en voor de coördinatie.

7.2 Uitsplitsing van de kosten van de maatregel

Het voorstel van de Commissie voor 1996 is door de begrotingsautoriteit niet volledig overgenomen. Daardoor is er een verschil ontstaan tussen het feitelijk toegewezen bedrag en het referentiebedrag dat in de verordeningen was vastgesteld. De onderstaande tabel is gebaseerd op de feitelijk in 1997, 1998 en 1999 toegewezen bedragen en op de bedragen van het voorontwerp voor de begroting van 2000.

V.K. in miljoen EUR (lopende prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.4 Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten

Onderstaande tabel is eveneens aangepast aan de werkelijke begrotingen voor de periode 1997-1999 en aan de cijfers uit het voorontwerp voor de begroting van 2000.

in miljoen EUR

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. MAATREGELEN OM FRAUDE TEGEN TE GAAN (EN RESULTATEN VAN DE TOEPASSING DAARVAN)

9. GEGEVENS INZAKE KOSTEN-BATENANALYSE

10. HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (DEEL A VAN AFDELING III VAN DE BEGROTING)

Wat deze laatste drie punten betreft, zijn er geen wijzigingen ten opzichte van het in 1996 opgestelde financiële memorandum bij de toenmalige voorstellen voor deze twee verordeningen.