Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma
Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma
Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Op 27 juni 1996 heeft de Raad een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (1996-1999) aangenomen dat betrekking had op de exploitatie van de Hogefluxreactor (HFR) in Petten. Dit programma loopt dan ook op 31 december 1999 af.
2. In dit voorstel voor een beschikking wordt een nieuw vierjarenprogramma (2000-2003) voorgesteld.
3. De Hogefluxreactor (HFR) in Petten wordt door de Commissie geëxploiteerd op grond van de overeenkomst tussen Euratom en Nederland van 25 juli 1961. In het kader van deze overeenkomst heeft de Commissie zich er namens de Gemeenschap toe verbonden de nodige faciliteiten te bouwen en bijkomende uitrusting te leveren om deze faciliteiten (met inbegrip van de HFR) optimaal te gebruiken. Deze overeenkomst is gesloten voor een periode van 99 jaar. Met het oog op de uitvoering ervan hebben beide partijen op 31 oktober 1962 een erfpachtovereenkomst met een looptijd van 99 jaar gesloten.
4. De HFR speelt in de Europese Unie een belangrijke rol in het medisch onderzoek en medische toepassingen, in het materiaalonderzoek en bij de ondersteuning van veilige nucleaire technologieën.
· De reactor produceert isotopen voor meer dan 60% van de 10 miljoen medische diagnoses die jaarlijks in Europa worden verricht. Door zijn kwaliteiten en betrouwbaarheid is het een onmisbaar instrument voor alle Europese farmaceutische bedrijven die op dit gebied actief zijn. Bovendien kunnen de producten van de reactor, omdat deze in Europa is gevestigd, snel naar de medische centra in Europa worden getransporteerd. Dit is essentieel voor de kortlevende isotopen die het meest worden gebruikt.
· De sluiting van de HFR-reactor zou snel tot gevolg kunnen hebben dat een niet-Europese onderneming een monopoliepositie verwerft. Een dergelijke situatie zou ingrijpende technische en financiële gevolgen voor de Europese Unie hebben: minder zekerheid wat de levering van kortlevende isotopen betreft en een prijsstijging die ten laste zou komen van de socialezekerheidsstelsels van de lidstaten.
· De HFR wordt ook gebruikt door een associatie van Europese centra die werken aan een nieuwe behandeling voor hersentumoren door gebruik te maken van BNCT (Boron Neutron Capture Therapy) technieken. Deze ziekte veroorzaakt jaarlijks ongeveer 15.000 sterfgevallen in Europa. Alleen Japan, de Verenigde Staten en Finland hebben installaties van het BNCT-type ontwikkeld.
· De HFR-reactor ondersteunt ook ander onderzoek: productie van nieuwe isotopen, ontwikkeling van andere technische BNCT-toepassingen, onderzoek aan nieuwe producten voor alfa-immuno-therapie, onderzoek aan materialen voor medische prothesis&
· De neutronenbundels worden gebruikt voor fundamenteel onderzoek van materiaalstructuren. Deze activiteit is permanent in ontwikkeling en heeft zelfs geleid tot de bouw van nieuwe reactoren zoals FRM II in Duitsland. In dit verband is in 1998 in de reactor een uniek Europees instrument voor het meten van restspanningen in industriële constructiedelen tot één ton geassembleerd.
· Ondanks de daling van de middelen voor O&O op nucleair gebied blijft de HFR zeer actief op het gebied van de veiligheid van de bestaande reactoren en de ontwikkeling van toekomstige veiliger reactoren. De HFR levert een bijdrage aan de volgende programma's: management, van veroudering en levensduur van reactoren, transmutatie van nucleair afval om de veiligheid van de opslag van afval te verbeteren, verhoging van het rendement en de veiligheid van splijtstof.
· Er wordt onderzoek verricht aan plutoniumbevattende splijtstof (gemengde oxiden van U en Pu en splijtstof voor hogetemperatuurreactor) met het oog op het wegwerken van plutonium voor militaire toepassingen.
· Voor het ontwerp en de bouw van toekomstige veiliger reactoren is het gedrag van diverse materialen bepalend. Deze materialen worden getest in de HFR-reactor.
5. In het huidige aanvullend programma dat zijn einde nadert, werden de HFR-activiteiten hoofdzakelijk uitgevoerd in samenwerking tussen drie partners: Nederland, Duitsland en Frankrijk, die zorg droegen voor de financiering ervan. Bijkomende financiële middelen, die voortdurend zijn toegenomen, werden verkregen uit externe contracten en uit deelname aan programma's van de Gemeenschap. Het werkprogramma werd bijgevolg zo opgesteld dat het voldeed aan de in het kader van deze samenwerking geuite behoeften.
In de notulen van de vergadering van de Raad van 27 juni 1996 verklaarde de Commissie dat zij bevestigt dat "deelname aan programma's van de Gemeenschap" inhoudt dat de HFR op basis van toereikende financiering kan deelnemen aan de uitvoering van programma's van de Gemeenschap, al dan niet in het kader van de kaderprogramma's. Deze deelname kan plaatsvinden op concurrerende grondslag of door de verkoop van bestralingsdiensten aan GCO-instituten in verband met de uitvoering van hun activiteiten. .
6. Met het oog op het nieuwe HFR-programma heeft de Commissie de mogelijkheden onderzocht om de bedrijfskosten van de reactor te verlagen op basis van een studie waarbij alle partners betrokken waren en waaraan gespecialiseerde bedrijven deelnamen. Dit heeft geleid tot een reeks interne hervormingen om het concurrentievermogen van de HFR te verbeteren zonder afbreuk te doen aan de veiligheid of betrouwbaarheid ervan.
7. In het financieel memorandum bij het bijgevoegde voorstel voor het nieuwe aanvullende programma is alleen de bijdrage van de drie deelnemende lidstaten vermeld. Met externe partners kunnen pas formele overeenkomsten worden aangegaan als er een juridische grondslag is. Deze juridische grondslag zal worden gevormd door de beschikking van de Raad.
De bijdrage van de drie deelnemende lidstaten aan het nieuwe programma is ongeveer 38,97 miljoen euro. Dit bedrag omvat de bijdrage aan de toekomstige ontmanteling van de reactor.
8. Sinds 1998 is er een "HFR-gebruikersgroep". Voorzitter van de groep is het hoofd van de HFR-eenheid en de groep is samengesteld uit deskundigen die zijn voorgedragen door de Nederlandse, Duitse en Franse leden van de raad van beheer van het GCO. De groep adviseert de Commissie over de exploitatie van de reactor en de ontwikkeling van het toekomstige gebruik ervan.
99/0232 (CNS)
Voorstel voor een
BESCHIKKING VAN DE RAAD
tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 7,
Gezien het voorstel van de Commissie [1], ingediend na raadpleging van het Wetenschappelijk en Technisch Comité,
[1] &
Gezien het advies van het Europees Parlement [2],
[2] &
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De ontwikkeling van de nucleaire geneeskunde in de Europese Unie draagt bij tot de bescherming van de volksgezondheid, die de Unie zich ten doel heeft gesteld en die vereist dat in sterkere mate proefreactoren voor medische doeleinden worden gebruikt.
(2) In het kader van het gemeenschappelijk beleid op het gebied van wetenschap en technologie is het aanvullend onderzoekprogramma waarin gebruik wordt gemaakt van de Hogefluxreactor (HFR) een van de voornaamste instrumenten van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding om bij te dragen tot de ondersteuning en beproeving van medische diagnostische en therapeutische methoden, tot de ontwikkeling van materiaalkunde en tot de oplossing van problemen op het gebied van de kernenergie.
(3) De financiële bijdragen voor dit aanvullende programma zullen rechtstreeks worden geleverd door Nederland, Duitsland en Frankrijk.
(4) Naast deze bijdragen zal de HFR financiële middelen ontvangen uit contracten met derden en uit de deelname aan programma's van de Gemeenschap op concurrerende grondslag,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Het aanvullend programma voor de exploitatie van de HFR, hierna het "programma" te noemen, waarvan de doelstellingen in bijlage I zijn neergelegd, wordt vastgesteld voor een periode van vier jaar die ingaat op 1 januari 2000.
Artikel 2
De voor de uitvoering van het programma noodzakelijk geachte financiële bijdragen worden geraamd op ongeveer 38,97 miljoen euro. De verdeling van dit bedrag is vermeld in bijlage II. Dit bedrag omvat de bijdrage aan de toekomstige ontmanteling van de reactor.
Artikel 3
De Commissie draagt via haar Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het programma. De raad van beheer van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek wordt op de hoogte gehouden van de uitvoering van het programma.
Artikel 4
De Commissie zendt jaarlijks vóór 15 april aan het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité een verslag over de tenuitvoerlegging van deze beschikking.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
BIJLAGE I
WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNISCHE DOELSTELLINGEN
De belangrijkste doelstellingen van het programma zijn:
1. De veilige en betrouwbare exploitatie van de Hogefluxreactor (HFR) in Petten; dit omvat routinebedrijf van de faciliteit gedurende meer dan 250 dagen per jaar en het beheer van de splijtstofcyclus met inachtneming van de veiligheids- en kwaliteitszorg.
2. Rationeel gebruik van de reactor voor een breed scala van onderwerpen. De belangrijke onderzoek- en ontwikkelingsthema's waarbij de HFR wordt gebruikt, worden geïllustreerd door de volgende voorbeelden: materiaalonderzoek, ondersteuning van O&O in verband met de veiligheid van de splijtstofkringloop, de mogelijkheid om splijtstof te ontwikkelen met gebruikmaking van plutonium dat voor kernwapens bestemd was, de ontwikkeling van medische isotopen om een antwoord te geven op vragen vanuit het medisch onderzoek en de beproeving van medische therapeutische technieken.
BIJLAGE II VERDELING VAN DE BIJDRAGEN
De bijdragen voor dit aanvullend programma zullen worden geleverd door Nederland, Duitsland en Frankrijk.
De verdeling van deze bijdragen is als volgt:
Nederland: 34 miljoen euro
Duitsland: 3,77 miljoen euro
Frankrijk: 1,20 miljoen euro
Totaal: 38,97 miljoen euro
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. BENAMING VAN DE MAATREGEL
Aanvullend programma "Exploitatie van de Hogefluxreactor (HFR)".
2. BEGROTINGSPLAATS(EN)
6221: Ontvangsten uit de exploitatie van de HFR die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.
B6-443: Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek - Exploitatie van de Hogefluxreactor (HFR) [3];
[3] Begrotingslijn voorgesteld voor de begroting voor 2000.
B6-111: Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek - Aan de instelling verbonden personen (gedeeltelijk);
B6-121: Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek - Uitvoeringsmiddelen (gedeeltelijk).
3. RECHTSGRONDSLAG
- Financieel reglement, artikel 96, lid 1;
- Voorstel voor een beschikking van de Raad tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (2000-2003).
4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL
4.1 Algemene doelstelling
Het voorgestelde aanvullende programma betreft de exploitatie van de HFR in de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek ten behoeve van onderzoekprojecten van Nederland, Duitsland en Frankrijk.
De belangrijkste doelstellingen van het programma zijn:
- De veilige exploitatie van de HFR. Dit omvat routinebedrijf van de faciliteit gedurende meer dan 250 dagen per jaar, beheer van de splijtstofcyclus en veiligheids- en kwaliteitszorg.
- Een rationeel gebruik van de reactor voor een breed scala van onderwerpen, zoals de productie van radio-isotopen en aanverwante activiteiten, bestralingsbeproeving van materialen voor splijtingsreactoren en voor toekomstige kernfusiereactoren, neutronentoepassingen voor onderzoekingen op het gebied van de vastestoffysica en materiaalkunde, neutronenradiografie als niet-destructieve testmethode en behandeling van bepaalde vormen van kanker met neutronen (BNCT) en aanverwant onderzoek.
4.2 Looptijd en verlenging
De looptijd van het voorgestelde programma is vier jaar vanaf 1 januari 2000. Wat de eventuele verlenging van de maatregel betreft zal een nieuw voorstel worden gedaan voor een exploitatieprogramma dan wel voor de buitenbedrijfstelling van de faciliteit.
5. INDELING VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN
5.1 Verplichte/niet-verplichte uitgaven (niet verplicht uitgaven)
5.2 Gesplitste/niet-gesplitste kredieten (gesplitste kredieten)
5.3 Aard van de ontvangsten
Ontvangsten uit diensten en prestaties die het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek tegen betaling aan derden levert.
6. AARD VAN DE UITGAVEN/ONTVANGSTEN
De voor deze maatregel bestemde ontvangsten afkomstig van de drie betrokken lidstaten zullen in de begrotingsjaren 2000 tot en met 2003 worden ingeschreven op post 6221 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten zullen het mogelijk maken aanvullende kredieten te openen ter dekking van de personeelsuitgaven, de uitvoeringsmiddelen en de beleidskredieten (exploitatiekosten, investeringen en contracten).
7. FINANCIËLE GEVOLGEN
7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (verhouding individuele/totale kosten)
Bij de berekening van de totale kosten van de voorgestelde maatregel is rekening gehouden met:
- De verwachte personeelsuitgaven op basis van de verwachte economische ontwikkeling op middellange termijn in de lidstaten waar vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek zijn, met name in Nederland.
- De verwachte uitgaven in verband met uitvoeringsmiddelen (wetenschappelijke en technische ondersteuning en aandeel in de kosten van algemene diensten);
- De verwachte ontwikkeling van de beleidskredieten die nodig zijn voor de uitvoering van het geplande programma (directe bedrijfskosten, uitrusting en contracten).
Evenals voor de eerdere aanvullende programma's zal voor de uitvoering van dit programma geen beroep worden gedaan op middelen van de Gemeenschap.
De drie betrokken lidstaten zullen hun bijdrage aan de financiering van dit aanvullende programma hetzij rechtstreeks, hetzij via overeenkomsten met onderzoekorganisaties leveren.
De indicatieve verdeling van de bijdragen in de totale kosten is als volgt:
- Nederland 34 miljoen euro
- Duitsland 3,77 miljoen euro
- Frankrijk 1,2 miljoen euro
Totaal 38,97 miljoen euro
7.2 Indeling naar onderdeel van de maatregel:
VK in mln euro (lopende prijzen)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
7.3 Tijdschema voor de vastleggingskredieten/betalingskredieten
VK in mln euro
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
8. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN FRAUDE
Programma voor boekhoudkundige en interne controle wat wetenschappelijke en financiële aspecten betreft, uitgevoerd door functionarissen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, interne boekhoudkundige controle door de Financiële Controle, controle ter plaatse en boekhoudkundige controle door de Financiële Controle en de Rekenkamer. De controle op het verkeer van splijtbaar materiaal vindt plaats in het kader van Euratom- en IAEA-inspecties.
9. GEGEVENS KOSTEN-BATENANALYSE
9.1 Specifieke en kwantificeerbare doelstellingen; doelgroep
De specifieke doelstellingen van het programma zijn kort samengevat in punt 4.1 (Algemene doelstelling).
De doelgroep zijn personen uit de Europese wetenschap en industrie, met name die welke zich bezighouden met energieonderzoek, veiligheid van reactoren en van de splijtstofkringloop en met het gebruik van de HFR voor medische doeleinden.
9.2 Motivering van de maatregel
_ Reden waarom een maatregel van de Gemeenschap noodzakelijk is.
De Hogefluxreactor in Petten wordt door de Commissie geëxploiteerd op grond van de overeenkomst tussen Euratom en Nederland van 25 juli 1961. Deze overeenkomst met een looptijd van 99 jaar bevat geen opzeggingsclausule (in dergelijke overeenkomsten worden de gevolgen van opzegging per geval door de partijen overeengekomen).
_ In het kader van deze overeenkomst gebruiken de Nederlandse, Duitse en Franse autoriteiten de reactor voor de uitvoering van hun eigen onderzoekprogramma. Een aanvullend programma - dat hoofdzakelijk gefinancierd wordt door Nederland - is het enige geschikte juridische instrument gebleken.
9.3 Follow-up en evaluatie van de maatregel
De aard en regelmaat van de interne evaluatie moeten de Commissie in staat stellen zich van haar verplichtingen te kwijten.
Voor elk project worden kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren en criteria bepaald om de resultaten van het programma te beoordelen: de resultaten zullen worden meegedeeld aan de leden van de raad van beheer van het GCO en zo mogelijk in een jaarverslag worden gepubliceerd.
Behalve een jaarverslag dat uitsluitend aan de HFR gewijd is (EUR 18714 EN, 1998) publiceert het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek ieder jaar een "Jaarverslag" dat van tevoren aan de raad van beheer wordt voorgelegd: het jaarverslag over 1998 heeft de referenties COM(1999)222 def. en EUR 18704 EN.
10. ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (DEEL A VAN AFDELING III VAN DE ALGEMENE BEGROTING)
Niet van toepassing.