Home

Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Volgens het gemeenschappelijk douanetarief worden preservatieven (voorbehoedmiddelen, condooms) wanneer deze van rubber zijn, ingedeeld onder hoofdstuk 40 als "hygiënische artikelen, van rubber". Zij komen dus in aanmerking voor een vrijstelling van de douanerechten bij invoer.

2. Wanneer zij vervaardigd zijn van polyurethaan worden deze artikelen ingedeeld onder hoofdstuk 39 van de nomenclatuur als "andere artikelen van kunststof", waarvoor een douanerecht van 6,5% geldt.

3. Met het oog op de volksgezondheid lijkt het wenselijk dat voor deze artikelen wanneer zij van polyurethaan zijn dezelfde tariefbehandeling geldt als voor die van rubber. Met dit verordeningsvoorstel wordt dus bedoeld deze artikelen op autonome wijze vrijstelling van douanerechten te verschaffen.

4. Gelet op het voorafgaande wordt voorgesteld Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad op de geëigende wijze aan te passen.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 26,

Gelet op het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 [2] van de Raad is een goederennomenclatuur tot stand gebracht, "gecombineerde nomenclatuur" genoemd, waarin voor preservatieven (voorbehoedmiddelen, condooms) van rubber, die vallen onder hoofdstuk 40, vrijstelling van douanerechten is verleend.

[2] PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 254/2000 (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 16).

(2) De preservatieven van polyurethaan vallen onder hoofdstuk 39. Voor deze geldt derhalve een douanerecht van 6,5%.

(3) Met het oog op de volksgezondheid is het in het belang van de Gemeenschap de vrijstelling van het douanerecht autonoom uit te breiden tot preservatieven van polyurethaan. De genoemde nomenclatuur en het daarbij behorende recht moeten dientengevolge worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87, tweede deel, afdeling VII, hoofdstuk 39, wordt bij GN-code 3926 90 99 in kolom 3 een verwijzing "(2)" naar een voetnoot opgenomen en wordt onderaan de bladzijde de volgende voetnoot toegevoegd : "(2) Dit douanerecht is voor onbepaalde tijd op autonome wijze geschorst voor preservatieven van polyurethaan (Taric-code 3926 90 99 60).".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening treedt in werking in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN DE MAATREGEL

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

2. BETROKKEN BEGROTINGSLIJN(EN)

Hoofdstuk 12, artikel 120

3. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 26 van het Verdrag

4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL

Vrijstelling, op autonome wijze, van het douanerecht voor bepaalde producten van hoofdstuk 39 van de gecombineerde nomenclatuur.

5. FINANCIËLE GEVOLGEN

Product van post "ex 3926 90 99". Het is bijzonder moeilijk het verlies aan eigen middelen te ramen, aangezien men niet beschikt over tariefstatistieken met betrekking tot de invoer van het betrokken product. Het verlies aan eigen middelen kan evenwel, volgens de door het verzoekende land verstrekte inlichtingen en volgens het aandeel van dit land in de invoer van producten van rubber met betrekking tot de totale invoer in de EU, zonder rekening te houden met eventuele tariefpreferenties die aan bepaalde handelspartners zijn toegekend, voor het jaar 2000 op ten hoogste 300 000 euro worden geschat.

6. VOORZIENE ANTIFRAUDEBEPALINGEN

- Toepassing van de gewoonlijk in het douanewetboek vermelde bepalingen.