Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust
(door de Commissie ingediend)
Toelichting
De geldigheidsduur van het aan de visserijovereenkomst tussen de EG en de Republiek Ivoorkust gehechte protocol is op 30 juni 2000 afgelopen. Op 26 mei 2000 hebben de twee partijen een nieuw protocol geparafeerd betreffende de technische en financiële voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van de EG in de wateren van Ivoorkust kunnen vissen in de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003.
De Commissie stelt bijgevolg voor dat de Raad een verordening vaststelt tot goedkeuring van de sluiting van dit nieuwe protocol.
Een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol in afwachting van de definitieve inwerkingtreding daarvan, wordt in het kader van een afzonderlijke procedure behandeld.
Voorstel
VERORDENING VAN DE RAAD
betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie [1],
[1] PB C [...] van [...], blz. [...].
Gezien het advies van het Europees Parlement [2],
[2] PB C [...] van [...], blz. [...].
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust hebben beide partijen onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen in die overeenkomst moeten worden aangebracht aan het einde van de toepassingsperiode van het aan die overeenkomst gehechte protocol [3].
[3] PB L 379 van 31.12.90.
(2) Ter afronding van deze onderhandelingen is op 26 mei 2000 een nieuw protocol tot vaststelling van de in de genoemde overeenkomst bedoelde vangstmogelijkheden en financiële tegenprestatie voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003 geparafeerd.
(3) Het is in het belang van de Gemeenschap dit protocol goed te keuren.
(4) Er moet worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld, uitgaande van de traditionele verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de visserijovereenkomst,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het Protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van het protocol is aan deze verordening gehecht.
Artikel 2
De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
a) demersale visserij:
Spanje: 600 brt
b) tonijnvisserij:
Frankrijk: 25 vaartuigen
Spanje: 41 vaartuigen
Portugal: 5 vaartuigen.
Als met de vergunningsaanvragen van deze lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie aanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.
Artikel 3
De Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
PROTOCOL
tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2003, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust
Artikel 1
De krachtens artikel 2 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een periode van drie jaar, ingaande op 1 juli 2000, vastgesteld op:
a) vriestrawlers voor de visserij op demersale soorten, en met name op schaaldieren in diep water, koppotigen en demersale vis: 600 brutoregisterton per maand op jaarbasis;
b) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 12 vaartuigen,
c) vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: 20 vaartuigen;
d) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen: 39 vaartuigen.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen op verzoek van de Europese Gemeenschap in onderling overleg worden verhoogd, voorzover de rationele exploitatie van de visbestanden van Ivoorkust daardoor niet in gevaar komt.
In dit geval wordt de in artikel 3, lid 1, bedoelde financiële compensatie evenredig verhoogd pro rata temporis.
Artikel 3
1. De financiële tegenprestatie voor de in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden wordt vastgesteld op 957 500 EUR per jaar (waarvan 275 000 EUR als financiële compensatie en 682 500 EUR voor de in artikel 4 van dit protocol bedoelde acties).
2. De financiële tegenprestatie voor de tonijnvisserij heeft betrekking op een vangst van 8 500 ton per jaar in de wateren van Ivoorkust. Als de vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Ivoorkust een grotere hoeveelheid vangen, wordt dit bedrag dienovereenkomstig verhoogd.
3. De jaarlijkse financiële compensatie wordt betaald uiterlijk op 31 december van elk jaar waarin het protocol van toepassing is. Voor de besteding van deze financiële compensatie zijn uitsluitend de autoriteiten van Ivoorkust bevoegd.
4. De financiële compensatie wordt overgemaakt op rekening nr. ....... van de Schatkist bij de "Caisse autonome d'amortissement".
Artikel 4
Van de in artikel 3, lid 1, vermelde financiële tegenprestatie gaat jaarlijks 682 500 EUR naar de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:
1. financiering van wetenschappelijke programma's om de kennis over de visbestanden en de biologische situatie in zijn visserijzone van Ivoorkust te vergroten: 90 000 EUR;
2. financiering van technische programma's: 250 000 EUR;
3. steun voor de met de controle op de visserij belaste instanties: 100 000 EUR;
4. steun voor het voor visserij bevoegde ministerie voor de uitstippeling van een beleid en het opzetten van strategieën voor de ontwikkeling van visserij en aquacultuur: 50 000 EUR;
5. institutionele steun voor de met het beheer van de visserij belaste diensten: 110 000 EUR;
6. financiering van studiebeurzen, praktijkonderwijs of seminars in de verschillende takken van wetenschap, techniek en economie die betrekking hebben op de visserij, en van de kosten van deelname aan internationale bijeenkomsten op visserijgebied: 50 000 EUR;
7. bijdrage aan internationale organisaties: 32 500 EUR.
Het voor visserij bevoegde ministerie bepaalt welke acties worden uitgevoerd en welk bedrag daarvoor elk jaar kan worden besteed, en deelt dit mee aan de Commissie van de Europese Gemeenschap.
Deze jaarlijkse bedragen staan uiterlijk op 31 december van elk jaar ter beschikking van de betrokken instanties en worden overeenkomstig de programmering van hun besteding gestort op de bankrekeningen van de bevoegde Ivoriaanse autoriteiten waarvan het nummer wordt meegedeeld door het voor visserij bevoegde ministerie.
Het voor visserij bevoegde ministerie dient uiterlijk vier maanden na elke verjaardag van het protocol bij de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen een gedetailleerd verslag in over de uitvoering van deze acties en over de resultaten daarvan. De Commissie van de Europese Gemeenschappen kan het voor visserij bevoegde ministerie vragen aanvullende inlichtingen over deze resultaten te verstrekken en kan, na overleg met de autoriteiten van Ivoorkust, de betrokken bedragen herzien in het licht van de concrete uitvoering van deze programma's.
Artikel 5
Als de Europese Gemeenschap een van haar in de artikelen 3 en 4 van dit protocol bedoelde financiële verplichtingen niet nakomt, kan de Republiek Ivoorkust de uitvoering van haar verplichtingen op grond van de visserijovereenkomst schorsen.
Artikel 6
1. Als door overmacht geen visserijactiviteit in de EEZ van Ivoorkust mogelijk is, kan de Europese Gemeenschap, indien mogelijk na voorafgaand overleg tussen de twee partijen, de betaling van de financiële tegenprestatie schorsen.
2. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de toestand wordt genormaliseerd en na overleg tussen de beide partijen, die bevestigen dat de toestand van die aard is dat opnieuw visserijactiviteit mogelijk is.
Artikel 7
De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust wordt vervangen door de bijlage bij dit protocol.
Artikel 8
Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.
Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2000.
BIJLAGE
tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Ivoorkust door vaartuigen van de Gemeenschap
A. Formaliteiten voor het aanvragen en de afgifte van vergunningen
De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust bij het voor visserij bevoegde ministerie van Ivoorkust een aanvraag in voor elk vaartuig waarmee men in het kader van de overeenkomst de visserij wenst uit te oefenen.
De aanvragen worden ingediend op het daartoe door de Ivoorkust verstrekte formulier, waarvan een model in aanhangsel 1.
Elke aanvraag voor een visserijvergunning moet vergezeld gaan van het bewijs dat de voor de geldigheidstermijn van de vergunning verschuldigde visrechten zijn betaald.
In deze visrechten zijn alle nationale en plaatselijke belastingen begrepen, met uitzondering van de kosten voor dienstverlening en de havenrechten.
De Ivoriaanse autoriteiten delen vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst alle gegevens mee over de voor de betaling van de visrechten te gebruiken bankrekeningen.
De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.
Op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt de vergunning in geval van overmacht evenwel vervangen door een nieuwe vergunning voor een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken als het te vervangen vaartuig. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Ivoorkust.
Op de nieuwe vergunning worden vermeld:
-de datum van afgifte;
-dat deze vergunning in de plaats komt van de vergunning voor een ander vaartuig en dat de vergunning van het vorige vaartuig wordt geannuleerd.
In dat geval zijn geen visrechten als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de overeenkomst verschuldigd voor het resterende deel van de geldigheidstermijn.
1. De vergunningen worden binnen 30 dagen na ontvangst van de aanvraag door de autoriteiten van Ivoorkust afgegeven aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust.
2. Het origineel van de vergunning moet steeds aan boord zijn en op ieder verzoek aan de bevoegde autoriteiten van Ivoorkust worden voorgelegd.
De autoriteiten van Ivoorkust vermelden de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de de hengel of de zegen en die voor de visserij met de drijvende beug evenwel op de aan hun controlediensten meegedeelde lijst van vaartuigen die het recht hebben om te vissen, zodra zij van de Commissie van de Europese Gemeenschappen het bericht van betaling van het voorschot hebben ontvangen. Bovendien kan, in afwachting van de ontvangst van het origineel van de vergunning, een kopie van de reeds opgestelde vergunning (per fax) worden meegedeeld om aan boord te worden bewaard.
3. Reders van trawlers die op grond van artikel 2 van de overeenkomst in de visserijzone van Ivoorkust mogen vissen, moeten de bevoegde autoriteiten van Ivoorkust in kennis stellen van elke wijziging van de kenmerken van hun vaartuigen, zoals die in de vergunning zijn aangegeven op de datum van afgifte en zijn opgenomen in aanhangsel 1.
4. Bij iedere verhoging van de brutoregistertonnage van een trawler moet een nieuwe vergunningsaanvraag worden ingediend.
B. Voorschriften voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel of de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug
1. De vergunningen hebben een geldigheidsduur van een jaar. Zij kunnen worden verlengd.
2. De rechten bedragen 25 EUR per ton in de visserijzone van Ivoorkust gevangen vis.
3. De vergunningen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel of de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden afgegeven nadat een forfaitair voorschot is betaald van 375 EUR per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel, 2 750 EUR per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen en 1 000 EUR per jaar voor de visserij met de drijvende beug.
4. De definitieve afrekening van de rechten die voor een bepaald visseizoen verschuldigd zijn, wordt aan het einde van elk kalenderjaar door de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português de Investigacão Marítima (IPIMAR) enerzijds en het Centrum voor oceanologisch onderzoek van Ivoorkust anderzijds. Deze definitieve afrekening wordt terzelfder tijd aan de visserijdiensten van Ivoorkust en aan de reders toegezonden. Eventuele aanvullende rechten moeten uiterlijk 30 dagen na kennisgeving van de definitieve afrekening door de reders aan de Ivoriaanse visserijdiensten worden betaald.
Als het bedrag van de afrekening kleiner is dan het bedrag van het hierboven bedoelde voorschot, wordt het verschil evenwel niet terugbetaald.
5. De autoriteiten van Ivoorkust delen vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst alle gegevens mee over de voor de betaling van de visrechten te gebruiken bankrekening.
C. Voorschriften voor vriestrawlers
1. Vergunningen voor vriestrawlers hebben een geldigheidsduur van een jaar, zes maanden of drie maanden. Zij kunnen worden verlengd.
2. De rechten voor vergunningen met een geldigheidstermijn van een jaar bedragen 168 EUR/brt per vaartuig.
De rechten voor vergunningen met een geldigheidsduur van minder dan één jaar worden berekend pro rata temporis. Voor vergunningen van zes en drie maanden worden de rechten verhoogd met 3%, respectievelijk 5%.
D. Vangstaangiften
1. Voor de vaartuigen die in het kader van de overeenkomst mogen vissen in de visserijzone van Ivoorkust, moet via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust een vangstaangifte aan de voor visserij bevoegde diensten in Ivoorkust worden toegezonden, waarvan de delegatie van de Commissie een kopie krijgt; daarbij moeten de volgende regels in acht worden genomen:
a) voor trawlers wordt gebruik gemaakt van een vangstaangifte volgens het model in aanhangsel 2. Deze vangstaangiften worden per maand opgesteld en worden ten minste eenmaal per kwartaal ingediend;
b) voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel of de zegen en voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug moet tijdens iedere periode waarin in de visserijzone van Ivoorkust wordt gevist, een visserijlogboek worden ingevuld volgens het model in aanhangsel 3 voor de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, en volgens het model in aanhangsel 4 voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen of de hengel. Dit logboek moet altijd worden ingevuld, zelfs als niets wordt gevangen.
Dit formulier wordt hetzij opgehaald in de haven door de bevoegde diensten van het Centrum voor oceanologisch onderzoek van Ivoorkust, hetzij aan deze diensten toegezonden binnen 45 dagen na elke periode waarin in de visserijzone van Ivoorkust is gevist.
Aan de in deel B, punt 4, genoemde wetenschappelijke instellingen wordt een kopie van deze documenten toegezonden.
Deze formulieren moeten goed leesbaar worden ingevuld en door de kapitein van het vaartuig worden ondertekend. Voorts moet de kapitein voor de perioden waarin de bovenbedoelde vaartuigen buiten de wateren van Ivoorkust verblijven, in het bovenbedoelde logboek de vermelding "Buiten de EEZ van Ivoorkust" aanbrengen.
2. De autoriteiten van Ivoorkust behouden zich het recht voor om bij niet-naleving van deze bepalingen de vergunning voor het betrokken vaartuig te schorsen totdat deze formaliteit is vervuld. In een dergelijk geval wordt de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust daarvan onverwijld in kennis gesteld.
E. Aanvoer van de vangsten
De vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug die hun vangsten in een haven van Ivoorkust aanvoeren, leveren hun bijvangsten zoveel mogelijk aan de plaatselijke handelaars, in het kader van vrije concurrentie en tegen de prijs die gangbaar is op de lokale markt.
Bovendien dragen de tonijnvissers uit de Gemeenschap bij tot de voorziening van de Ivoriaanse tonijnconservenfabrieken tegen een in overleg tussen de reders van de Gemeenschap en de Ivoriaanse handelaars vastgestelde prijs, die wordt berekend op basis van de gangbare prijzen op de internationale markt. De prijs wordt betaald in een convertibele valuta. Het programma voor de aanvoer moet in onderling overleg tussen de reders van de Gemeenschap en de Ivoriaanse handelaars worden vastgesteld.
F. Visserijzones
1. Om de paaigebieden en de ambachtelijke visserij te beschermen is uitoefening van de visserij als bedoeld in artikel 2 van de overeenkomst voor vaartuigen van de Gemeenschap waarvoor een vergunning is afgegeven, verboden in een gebied:
-van 12 zeemijl, gemeten vanaf de kust, voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug,
-van 6 zeemijl, gemeten vanaf de kust, voor vriestrawlers,
-tussen de kust en de 200 m-dieptelijn, voor vriesvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen.
2. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en levend aas mogen evenwel in het vorenbedoelde verboden gebied op aas vissen, met dien verstande dat zij niet meer mogen vangen dan zij nodig hebben om in hun eigen behoeften te voorzien.
G. Binnenvaren en verlaten van de zone
De betrokken vaartuigen moeten telkens binnen drie uur nadat zij de visserijzone zijn binnengevaren of die hebben verlaten, en om de drie dagen bij het vissen in de wateren van Ivoorkust rechtstreeks aan de Ivoriaanse autoriteiten hun positie melden en opgeven welke vangsten zij aan boord hebben; dit gebeurt bij voorrang per fax (+225 21 35 04 09) en voor vaartuigen die niet over een fax beschikken, per radio (.......) of per telex (.......).
Het faxnummer en de radiofrequentie worden meegedeeld bij de afgifte van de visvergunning.
De autoriteiten van Ivoorkust en de reders bewaren een kopie van de faxen of van de radioberichten totdat beide partijen de in deel B bedoelde definitieve afrekening van de rechten hebben goedgekeurd.
Vaartuigen die in de visserijzone van Ivoorkust vissen zonder de nodige meldingen te hebben gedaan aan de autoriteiten van Ivoorkust worden beschouwd als vaartuigen zonder vergunning.
H. Grootte
De maaswijdte (gestrekte mazen) bedraagt minimaal:
a) 40 mm voor vriestrawlers die vissen op schaaldieren in diep water;
b) 70 mm voor vriestrawlers die vissen op koppotigen;
c) 60 mm voor vriestrawlers die hun activiteit richten op de visvangst;
d) voor de visserij op tonijn gelden de door de Iccat aanbevolen normen.
I. Aanmonstering van zeelieden
De reders van vaartuigen waarvoor visserijvergunningen in het kader van de overeenkomst worden verleend, dragen bij tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Ivoorkust onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:
1. Elke reder van trawlers verbindt zich tot het in dienst nemen van:
-één matroos voor vaartuigen met een tonnage van minder dan 250 brt;
-twee matrozen voor vaartuigen met een tonnage tussen 250 en 300 brt;
-drie matrozen voor vaartuigen met een tonnage van meer dan 300 brt.
De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij en van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug nemen onderdanen van Ivoorkust in dienst onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:
-voor de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel worden tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van Ivoorkust wordt gevist, vier matrozen uit Ivoorkust aangemonsterd. Er hoeft evenwel nooit meer dan één matroos per vaartuig te worden aangemonsterd;
-voor de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen worden 30 matrozen uit Ivoorkust aangemonsterd;
-voor de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van Ivoorkust wordt gevist, vier matrozen uit Ivoorkust aangemonsterd. Er hoeft evenwel nooit meer dan één matroos per vaartuig te worden aangemonsterd.
Op verzoek van de reders kunnen nog meer matrozen uit Ivoorkust worden aangemonsterd.
De reders nemen door de bevoegde autoriteiten erkende beroepsmatrozen uit Ivoorkust in dienst.
2. Het loon van deze matrozen wordt door de reders of hun vertegenwoordigers en de Ivoriaanse visserijautoriteiten in onderling overleg vastgesteld voordat een vergunning wordt afgegeven; het loon komt voor rekening van de reders en omvat ook de sociale premies voor de zeelieden (o.a. levens-, ongevallen- en ziektekostenverzekering).
3. Als de verplichting om matrozen uit Ivoorkust in dienst te nemen niet wordt nagekomen, moeten de reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel of de zegen en van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug voor het betrokken visseizoen een forfaitair bedrag betalen dat gelijk is aan het loon van de niet door hen aangemonsterde matrozen.
Dit bedrag wordt besteed aan de opleiding van matrozen uit Ivoorkust en wordt overgemaakt op een door de visserijautoriteiten van Ivoorkust op te geven rekening.
4. Ieder vaartuig moet, als de kapitein daarmee instemt, een door de bevoegde Ivoriaanse autoriteiten voorgestelde stagiair aan boord nemen. De levens- en werkomstandigheden van de stagiair aan boord zijn, voorzover mogelijk, identiek aan die van het personeel van dezelfde rang. Kost en inwoning zijn voor rekening van Ivoorkust.
J. Wetenschappelijke waarnemers
Op verzoek van de autoriteiten van Ivoorkust nemen de vaartuigen die in de EEZ van Ivoorkust vissen, een wetenschappelijk waarnemer aan boord, die wordt behandeld als een officier. Voorzover mogelijk wordt hij ook als dusdanig behandeld wat zijn logies betreft. Hoelang de waarnemer aan boord moet blijven, wordt vastgesteld door de autoriteiten van Ivoorkust, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. Tijdens zijn verblijf aan boord:
-observeert hij de visserijactiviteiten van de vaartuigen,
-controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn,
-verricht hij bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's,
-noteert hij gegevens over het gebruikte vistuig en
-verifieert hij de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten in de visserijzone van Ivoorkust.
Hierbij:
-zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,
-gaat hij zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten,
-stelt hij een activiteitenverslag op, dat aan de bevoegde autoriteiten van Ivoorkust wordt toegezonden, met kopie aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
De voorwaarden van het verblijf aan boord worden in onderling overleg vastgesteld door de reder of zijn vertegenwoordiger en de autoriteiten van Ivoorkust. De reders van de trawlers betalen de autoriteiten van Ivoorkust, tegelijk met de visrechten, een bedrag van 4 EUR per brt per jaar, pro rata temporis, per vaartuig dat vist in de wateren van Ivoorkust. Dit bedrag wordt gestort op een bankrekening die wordt opgegeven door de autoriteiten van Ivoorkust. De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen of met de hengel en van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug betalen de regering van Ivoorkust 10 EUR per maand voor elke aan boord genomen waarnemer. De kosten van inscheping en ontscheping van de waarnemer zijn ten laste van de reder als hij niet in staat is de waarnemer in een met de autoriteiten overeen te komen haven van Ivoorkust aan boord te nemen of aan land te zetten.
Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.
Het salaris en de sociale lasten van de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde autoriteiten van Ivoorkust.
K. Inspectie en controle
Op verzoek van de autoriteiten van Ivoorkust laten de vissersvaartuigen van de Gemeenschap die hun activiteit uitoefenen in het kader van de overeenkomst, de ambtenaren van Ivoorkust aan wie de inspectie van en de controle op de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen en vergemakkelijken zij de uitoefening van hun taak.
Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan nodig is om hun taken te vervullen.
L. Procedure in geval van aanhouding
1. Telkens als vissersvaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat van de Gemeenschap en de visserij uitoefenen in het kader van deze overeenkomst, in de EEZ van Ivoorkust worden aangehouden, wordt de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust daarvan binnen drie werkdagen in kennis gesteld. Terzelfder tijd ontvangt zij een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding.
2. Voordat enige maatregel ten aanzien van de kapitein of de bemanning van het vaartuig of ten aanzien van de lading en de uitrusting van het vaartuig, met uitzondering van maatregelen die tot doel hebben bewijsmateriaal in verband met de vermoedelijke overtreding veilig te stellen, wordt overwogen, wordt ten hoogste één werkdag na ontvangst van het vorenbedoelde bericht overleg gepleegd tussen de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Ivoorkust, de voor visserij bevoegde dienst en de controlediensten, eventueel in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de betrokken lidstaat. Tijdens dit overleg verstrekken de partijen elkaar alle documenten of inlichtingen die de omstandigheden van de geconstateerde feiten kunnen helpen ophelderen. De reder of zijn vertegenwoordiger wordt in kennis gesteld van de uitkomst van dit overleg en van alle maatregelen die naar aanleiding van de aanhouding kunnen worden getroffen.
3. Voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar gestreefd de vermoedelijke overtreding via een minnelijke schikking af te handelen. Deze procedure moet binnen drie werkdagen na de aanhouding zijn afgewikkeld.
4. Als de zaak niet via een schikking kan worden afgehandeld en de kapitein voor een bevoegde rechterlijke instantie van Ivoorkust wordt vervolgd, wordt door de bevoegde autoriteit binnen twee werkdagen na de beëindiging van de schikkingsprocedure bepaald welke bankgarantie, waarvan het niveau redelijk moet zijn, moet worden verstrekt in afwachting van de uitspraak van de rechter. Deze bankgarantie wordt door de bevoegde autoriteit vrijgegeven zodra de kapitein van het betrokken vaartuig is vrijgesproken.
5. Het vaartuig en de bemanning worden vrijgelaten:
-ofwel meteen na afloop van de overlegvergadering, als de geconstateerde feiten zulks mogelijk maken,
-ofwel onmiddellijk na de ontvangst van de betaling van de eventuele boete (bij een schikking),
-ofwel onmiddellijk nadat de bankgarantie is gegeven (bij een gerechtelijke procedure).
6. Als een van de partijen vindt dat de toepassing van de bovenbedoelde procedure een probleem doet rijzen, kan zij om een spoedbijeenkomst verzoeken
Aanhangsel 1
MINISTÈRE DE LA
PRODUCTION ANIMALE
Boîte postale V 84, Abidjan
(République de Côte-d'Ivoire) // RÉPUBLIQUE DE CÔTE-
D'IVOIRE
UNION - DISCIPLINE - TRAVAIL
FORMULIER VOOR DE AANVRAAG VAN EEN VISSERIJVERGUNNING
DEEL A
1. Naam van de eigenaar/reder: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..........
2. Nationaliteit van de eigenaar/reder: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ................................... ...... ...... ...... ............. ...... ...
3. Kantooradres van de eigenaar/reder: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......
...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .................................. ...... ...... ...... .......... ...
...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...................................... ...
DEEL B
(In te vullen voor ider vaartuig)
1. Geldigheidsduur: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...........
2. Naam van het vaartuig: ........... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .............................................................................................................
3. Bouwjaar: ....................... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ............. ...... ......
4. Oorspronkelijke vlaggestaat: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ............. ...... ...... ...............
5. Huidige vlaggestaat: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......................
6. Vaart onder de huidige vlag sinds: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .......... ...........
7. Aankoopjaar: .......... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .............
8. Thuishaven en registratienummer: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .......................
9. Zones waar de visserijactiviteit wordt uitgeoefend:... ...... ...... ...... ...... ............. ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ................
10. Type visserij:....................................................................................................................................................................... ...... ...... ...... .......
11. Brutoregistertonnage (brt):.................................................................................................................. ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........
12. Nettoregistertonnage (nrt): ..................................................................................................................................................... ............ ...........
13. Oproepletters:... ...... ...... ...... ...... ........................................................................................ ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........
14. Lengte over alles (in m): ........................ ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......................
15. Lengte voorsteven (in m): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...........
16. Holte (in m): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .......................
17. Contstructiemateriaal romp: ....................... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .............. .......
18. Motorvermogen: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........................
19. Snelheid (in knopen): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..................................
20. Aantal kajuiten: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ............
21. Capaciteit van de reservoirs (in m3): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...........
22. Capaciteit van de visruimen (in m3): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .............. ...... ...... ...... ...... ...... ..........
23. Invriescapaciteit (in tonnen/24 uur) en gebruikte methode: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .............. ................................................
24. Kleur van de romp: ........................... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .......... ...... ...... ...... ...... ......................
25. Kleur van de bovenbouw:... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ............
26. Aantal bemanningsleden: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........
27. Communicatiesysteem
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
28. Navigatie- en opsporingsmiddelen
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
29. Hulpvaartuigen (voor ieder vaartuig): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..............................
29.1. Brutoregistertonnage:.................................................................................................................. ...... ...... ...... .................... ...... ............
29.2. Lengte over alles (in m): ........................ ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .......... ...... ...... ..........
29.3. Lengte voorsteven (in m): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..........
29.4. Holte (in m): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..............................
29.5. Contstructiemateriaal romp: ....................... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......
29.6. Motorvermogen: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .....................
29.7. Snelheid (in knopen): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ................................
30. Apparatuur voor opsporing van vis vanuit de lucht (ook indien niet geïnstalleerd aan boord): ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........
...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ................................. ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...........
31. Thuishaven: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ......................................................
32. Naam van de kapitein: ........... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..........................................................................................................
33. Adres: ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........................................................
34. Nationaliteit van de kapitein: ........... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ..................................................................................................
Bij te voegen:
-drie kleurenfoto's van het vaartuig (zijaanzicht), van de hulpvaartuigen en van de apparatuur voor het opsporen van vis vanuit de lucht,
-een afbeelding en een gedetailleerde beschrijving van het gebruikte vistuig,
-een document waaruit blijkt dat de vertegenwoordiger van de eigenaar/reder gemachtigd is om deze aanvraag te ondertekenen.
...... ...... ...... ...... ...... // ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ........
(Datum van de aanvraag) // .(Handtekening van de vertegenwoordiger van de eigenaar/reder)
Aanhangsel 2
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Aanhangsel 3
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Aanhangsel 4
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. TITEL VAN DE MAATREGEL: Nieuw protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, gehecht aan de Visserijovereenkomst EG/Ivoorkust
2. BEGROTINGSLIJN: B7-8000
3. RECHTSGRONDSLAG
-- Art. 37 van het Verdrag juncto art. 300, leden 2 en 3,
-- Overeenkomst tussen de EG en Ivoorkust (PB L 379 van 31.12.1990).
4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL
4.1 Algemene doelstelling van de maatregel: vaststelling van een protocol met bijlage voor een periode van drie jaar
4.2 Looptijd, wijze van vernieuwing of verlenging
Periode : 1.7.2000 tot en met 30.6.2003
Wijze van verlenging : onderhandelingen voordat het protocol afloopt.
5. INDELING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
5.1 Verplichte uitgaven (VU)
5.2 Gesplitste kredieten (GK)
5.3 Aard van de verwachte ontvangsten
6. AARD VAN DE UITGAVEN
Overige: financiële tegenprestatie toegekend aan een derde land in ruil voor door dat land toegekende en in het protocol vastgelegde vangstmogelijkheden.
7. FINANCIËLE CONSEQUENTIES
7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (bepaling van de kosten per eenheid)
Zie bijlage bij het protocol.
7.2 Uitsplitsing van de kosten van de maatregel
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
7.3 Tijdschema uitgaven in miljoen lopende euro (in te vullen voor nieuwe maatregelen)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
8. MAATREGELEN OM FRAUDE TEGEN TE GAAN (EN RESULTATEN VAN DE TOEPASSING DAARVAN)
Aangezien het gaat om de betaling van een prestatie (vangstmogelijkheden), kunnen de autoriteiten van het derde land de door de Gemeenschap als financiële tegenprestatie overgemaakte bedragen naar eigen goeddunken aanwenden. Zij moeten evenwel bij de Gemeenschap op de in elke overeenkomst bepaalde wijze verslagen over de besteding van bepaalde kredieten (bijdrage aan het wetenschappelijk programma) indienen. In het geval van Ivoorkust moet voor alle acties die in artikel 4 van het protocol zijn vermeld, jaarlijks verslag worden uitgebracht over de uitvoering en de bereikte resultaten; de betalingen kunnen in het licht van de concrete uitvoering van de verschillende maatregelen worden herzien.
De lidstaten van hun kant moeten de Commissie officieel de juistheid van de in de meetbrieven van de vaartuigen vermelde gegevens bevestigen, opdat de financiële tegenprestaties (en de visrechten) op onaanvechtbare grondslagen kunnen worden berekend. De overeenkomst voorziet daartoe in vangstaangiften voor de vaartuigen van de Gemeenschap.
9. ELEMENTEN VAN DE KOSTEN-BATENANALYSE
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
De vangstmogelijkheden voor de demersale visserij die dit protocol biedt, zijn aangegeven in brt en niet langer in vaartuigen, wat tot een grotere flexibiliteit en een hogere benuttingsgraad moet leiden en het protocol rendabeler moet maken. Door de nieuwe berekening in brt kunnen in de praktijk meer vangstmogelijkheden worden geboden.
Voor de tonijnvisserij is er een stijging van het aantal vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en van het aantal vaartuigen met de hengel. De referentietonnage is behouden op 8 500 ton.
De visrechten die de reders van vaartuigen voor de demersale visserij moeten betalen, zijn gestegen van 140 ecu/brt naar 168 EUR/brt en zorgen zo voor een evenwichtiger verdeling van de financiële lasten over de EG en de reders.
De visrechten voor de tonijnvisserij zijn verhoogd van 20 naar 25 EUR/t en de door de reders te betalen voorschotten bedragen nu:
- 2 750 EUR voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, in plaats van 1 600 EUR,
- 1 000 EUR voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, in plaats van 400 EUR,
- 375 EUR voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel, in plaats van 300 EUR.
Hiermee wil men de reders meer verantwoordelijkheidsbesef bijbrengen.
Een bedrag van 682 500 EUR (71%) per jaar is uitdrukkelijk bestemd voor wetenschappelijke en technische programma's, voor opleiding, voor institutionele steun voor de met het beheer van de visserij belaste diensten en voor toezicht op zee. In het voorgaande protocol bedroegen deze bijdragen slechts 200 000 EUR per jaar (20%).
De totale financiële tegenprestatie daalt van 1 000 000 EUR tot 957 500 EUR per jaar.
Deze overeenkomst biedt bijgevolg de mogelijkheid in de EEZ van Ivoorkust met 71 vaartuigen voor de tonijnvisserij te vissen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug in te zetten voor een equivalent van 600 brt.
Voorts levert deze overeenkomst, naast de directe handelswaarde van de vangsten, nog de volgende voordelen op:
-werkzekerheid voor de bemanningen van de vissersvaartuigen,
-multipliereffect op de werkgelegenheid in de havens, de visafslagen, de verwerkende bedrijven, de scheepswerven en de dienstensector in de betrokken regio's,
-deze arbeidsplaatsen worden gecreëerd in regio's zonder alternatief voor de visserij,
-de overeenkomst draagt bij tot de voorziening van de markt van de Gemeenschap met visserijproducten.
Daarnaast moet uiteraard ook rekening worden gehouden met het belang van onze betrekkingen met de Republiek Ivoorkust, zowel op het gebied van de visserij als op politiek vlak.
10. HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (DEEL A VAN DE BEGROTING)
De regeling heeft geen gevolgen voor de huishoudelijke uitgaven.