Home

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen /* COM/2000/0845 def. - CNS 2000/0333 */

Publicatieblad Nr. 120 E van 24/04/2001 blz. 0184 - 0185


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Achtergrond

Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen en Richtlijn 93/7/EEG van de Raad betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht, voorzien in begeleidende maatregelen voor de totstandbrenging van de interne markt die tot doel hebben het fundamentele beginsel van vrij verkeer van cultuurgoederen te verenigen met dat van bescherming van nationale kunstschatten. De verordening voert een eenvormige preventieve controle op de uitvoer van cultuurgoederen aan de buitengrenzen van de Gemeenschap in, waardoor de bevoegde instanties (cultuur en douane) van de lidstaten van waaruit cultuurgoederen naar een derde land worden uitgevoerd, rekening kunnen houden met de belangen van de andere lidstaten. De richtlijn vormt een aanvulling op dit preventieve instrument en voorziet in mechanismen en een procedure voor de teruggave van nationale kunstschatten wanneer die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht.

Om het toepassingsgebied van Verordening (EEG) nr. 3911/92 en Richtlijn 93/7/EEG af te bakenen, worden telkens in een bijlage met identieke inhoud categorieën cultuurgoederen opgesomd. Deze categorieën zijn vastgesteld met de aard van de betrokken goederen en hun ouderdom als criteria, waaraan een economische waarde in ecu's is toegevoegd. In deze bijlagen wordt l januari 1993 vastgesteld als datum voor de omrekening in nationale valuta van deze waarden in ecu's.

2. De gevolgen van de overgang naar de euro voor het Gemeenschapsrecht

Op grond van Verordening (EG) nr. 1103/97 is iedere verwijzing naar de ecu in rechtsinstrumenten op 1 januari 1999 een verwijzing naar de euro geworden, na omrekening tegen een koers van 1 tegen 1.

In haar mededeling "Gevolgen van de overgang op de euro voor het beleid, de instellingen en de wetgeving van de Gemeenschap" van 5 november 1997 (COM(97)560 def.) stelt de Commissie dat deze relatief eenvoudige aanpassing ingewikkelder wordt indien het bedrag in ecu's in een rechtsinstrument van de Gemeenschap is voorzien van een clausule over de omrekening naar de respectieve nationale valuta. Voor de lidstaten die aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) deelnemen, is het immers ervoor logisch te zorgen dat alle verschillen tussen verwijzingen naar bedragen in de Gemeenschapswetgeving en verwijzingen in nationale wetten die uitsluitend het gevolg zijn van eerdere koersschommelingen of afrondingen, binnen een redelijke termijn - in ieder geval voor het einde van de overgangsperiode (1 januari 2002) - door een aanpassing van de bedragen worden weggenomen.

3. Het voorstel voor een verordening tot wijziging van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 3911/92

In bijlage 8 van de mededeling "Gevolgen van de overgang op de euro voor het beleid, de instellingen en de wetgeving van de Gemeenschap" van 5 november 1997 stelde de Commissie vast dat - tenzij de bijlage van Verordening (EEG) nr. 3911/92 (en dus de vaste wisselkoers die overeenkomt met de koers van 1 januari 1993) wordt gewijzigd - de lidstaten die aan de EMU deelnemen verschillende bedragen zullen blijven toepassen (omgerekend op basis van de wisselkoersen van 1993 en niet van de omrekeningskoersen die op 1 januari 1999 onherroepelijk zijn vastgesteld), en dat dit zo zal blijven zolang de omrekeningsregel een integrerend deel van de verordening is. Voorts gaf de Commissie aan dat zij een wijziging van de verordening zou kunnen voorstellen om de deelnemende lidstaten vanaf 1 januari 2002 direct de drempels in euro's te laten toepassen die in de Gemeenschapswetgeving zijn vastgelegd. De andere lidstaten zullen deze drempels in nationale valuta blijven omrekenen op basis van een wisselkoers die op een geschikte - nog te bepalen - datum wordt vastgesteld, totdat de nieuwe drempels op 1 januari 2002 in werking treden (deze datum vervangt de datum 1 januari 1993 die nu als referentie voor de omrekening in ecu's wordt gebruikt).

Tijdens de achtste vergadering van het Raadgevend Comité cultuurgoederen (artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3911/92 en artikel 17 van Richtlijn 93/7/EEG), die op 30 november 1999 in Brussel werd gehouden, hebben de diensten van de Commissie onder verwijzing naar de bovengenoemde mededeling de te volgen richtsnoeren uiteengezet voor de aanpassing van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92. Op basis van deze richtsnoeren passen de deelnemers aan de EMU vanaf 1 januari 2002 direct de drempels in euro's toe die in de Gemeenschapswetgeving zijn vastgelegd, terwijl de andere lidstaten deze drempels blijven omrekenen in nationale valuta op basis van een wisselkoers die op een geschikte datum vóór 1 januari 2002 wordt vastgesteld en die periodiek wordt aangepast om de wisselkoersschommelingen tussen deze nationale valuta en de euro te compenseren. Afgezien van enkele nader te onderzoeken punten zijn deze richtsnoeren bij de lidstaten niet op bezwaren gestuit. De Commissie heeft op deze richtsnoeren gewezen in haar Verslag van 25 mei 2000 aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3911/92 en Richtlijn 93/7/EEG (COM(2000)325 def.).

Bij deze achtste vergadering van het Raadgevend Comité cultuurgoederen is ook gebleken dat de waarde 0 (nul), die op een aantal categorieën in de bijlage van toepassing is, moet worden vervangen om interpretatieverschillen te vermijden. De Commissie heeft bij deze gelegenheid, en nogmaals in haar verslag van 25 mei 2000, aangekondigd de bijlage te willen wijzigen door de waarde "0 (nul)" te vervangen door de uitdrukking "ongeacht hun waarde".

Het voorstel van de Commissie heeft dus tot doel de twee technische wijzigingen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 aan te brengen die zijn aangekondigd in het verslag over de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3911/92 en Richtlijn 93/7/EEG:

- in de eerste plaats de vervanging van de waarde "0 (nul)" in rubriek B door "ongeacht hun waarde";

- in de tweede plaats de wijziging van de laatste alinea van rubriek B, door voor de landen die niet aan de EMU deelnemen een datum voor de omrekening van de in euro's uitgedrukte waarden in nationale valuta vast te stellen en een tweejaarlijkse aanpassing van de bedragen in nationale valuta voor te schrijven. Als referentiedatum is 31 december 2001, de laatste dag van de overgangsperiode naar de euro, gekozen. Voor de tweejaarlijkse aanpassing is het systeem van de periodieke aanpassingen zoals bepaald in de richtlijnen inzake overheidsopdrachten als voorbeeld genomen.

2000/0333 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad betreffende de uitvoer van cultuurgoederen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van..., blz. ..

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C ... van..., blz. ..

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB C ... van..., blz. ..

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De oprichting van de Economische en Monetaire Unie en de overgang naar de euro hebben gevolgen voor de laatste alinea van rubriek B van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 [4], waarin de waarden van de cultuurgoederen waarop de verordening van toepassing is, in ecu's worden uitgedrukt. In deze alinea wordt de datum voor de omrekening van deze waarden in nationale valuta vastgesteld op 1 januari 1993.

[4] PB L 395 van 31.12.1992, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2469/96 (PB L 335 van 24.12.1996, blz. 9).

(2) Op grond van Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoer van de euro [5] is iedere verwijzing naar de ecu in rechtsinstrumenten op 1 januari 1999 een verwijzing naar de euro geworden, na omrekening tegen een koers van 1 tegen 1. Tenzij Verordening (EEG) nr. 3911/92 wordt gewijzigd, en daarmee de vaste wisselkoers die overeenkomt met de koers van 1 januari 1993, zullen de lidstaten die de Euro als munt hebben verschillende bedragen blijven toepassen, die op basis van de koers van 1993 en niet op die van de op 1 januari 1999 onherroepelijk vastgelegde omrekeningskoersen zijn omgerekend, en zal deze situatie voortduren zolang de omrekeningsregel een integrerend deel van de verordening is.

[5] PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1.

(3) Daarom moet de laatste alinea van rubriek B van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 zodanig worden gewijzigd, dat de lidstaten die de Euro als munt hebben vanaf 1 januari 2002 direct de waarden in euro's toepassen die in de Gemeenschapswetgeving zijn vastgelegd. Voor de andere lidstaten, die deze drempels blijven omrekenen in nationale valuta, moet er op een geschikte datum vóór 1 januari 2002 een wisselkoers worden vastgesteld, en moet worden bepaald dat deze lidstaten deze koers automatisch en periodiek aanpassen om de wisselkoersschommelingen tussen de nationale valuta en de euro te compenseren.

(4) Gebleken is dat de waarde 0 (nul) in rubriek B van de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92, die als waardedrempel voor bepaalde categorieën cultuurgoederen geldt, ten nadele van een doeltreffende toepassing van de verordening kan worden uitgelegd. Deze waarde 0 (nul) betekent dat goederen in de bedoelde categorieën, ongeacht hun waarde, zelfs indien deze verwaarloosbaar of nul is, als cultuurgoederen in de zin van de verordening moeten worden aangemerkt. Sommige autoriteiten hebben deze waarde echter zo uitgelegd dat het betrokken cultuurgoed geen enkele waarde heeft, en hebben deze categorieën goederen bijgevolg niet de bescherming gegeven die in de verordening is voorgeschreven.

(5) Om misverstanden hierover te voorkomen, moet de waarde 0 (nul) derhalve worden vervangen door een duidelijkere uitdrukking die geen twijfel laat bestaan over de noodzaak de betrokken goederen te beschermen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3911/92 wordt rubriek B als volgt gewijzigd:

1) Het opschrift "0 (nul)", wordt vervangen door:

"WAARDE:

ongeacht hun waarde"

2) De laatste alinea over de omrekening in nationale valuta van de in ecu's uitgedrukte waarde, komt als volgt te luiden:

"Voor de lidstaten die de Euro niet als munt hebben, worden deze in de bijlage in euro's uitgedrukte waarden omgerekend en uitgedrukt in nationale valuta's tegen de wisselkoers die op 31 december 2001 in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is gepubliceerd. Deze tegenwaarden in nationale valuta's worden met ingang van 31 december 2001 iedere twee jaar herzien. De berekening van deze tegenwaarden is gebaseerd op het gemiddelde van de dagelijkse waarden van deze valuta's in euro's over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus onmiddellijk voorafgaande aan de herziening die op 31 december in werking treedt. Deze berekeningsmethode wordt op voorstel van de Commissie, in beginsel twee jaar na de eerste toepassing, door het Raadgevend Comité cultuurgoederen opnieuw onderzocht. Bij iedere herziening worden de waarden in euro's en hun tegenwaarden in nationale valuta's periodiek bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen vanaf de eerste dagen van de maand november voorafgaande aan de datum waarop de herziening in werking treedt."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad,

De Voorzitter