Home

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2000/0864 def. - COD 99/0159 */

Publicatieblad Nr. 096 E van 27/03/2001 blz. 0362 - 0364


Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

A. Beginselen

Voor de Verordening (EG) nr. 307/97 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging [1] en de Verordening (EG) nr. 308/97 van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2158/92 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand [2], is artikel 43 van het Verdrag als juridische grondslag gebruikt. Omdat het Hof in een arrest van 30 april 1997 heeft bepaald dat de juridische grondslag van beide verordeningen artikel 130S (nu artikel 175) van het Verdrag moet zijn, zijn nieuwe verordeningen voorgesteld met als enig doel de juridische grondslag voor beide verordeningen aan te passen.

[1] PB L 51 van 21.2.1997, blz. 9.

[2] PB L 51 van 21.2.1997, blz. 11.

Daarbij is wel het budget voor de twee acties aangepast, gezien de bedragen die voor de jaren 1997-2000 werkelijk waren toegewezen via de begroting en gezien de bedragen die waren opgevoerd in het voorontwerp voor de begroting (VOB) van het jaar 2001.

De bovenbedoelde voorstellen (oorspronkelijke versie) zijn door de Commissie ingediend op 22 juli 1999 (COM(1999) 379 def.).

Op basis van een verslag dat is opgesteld door mevrouw Encarnación Redondo Jiménez, heeft het Europees Parlement die voorstellen van de Commissie op 6 juli 2000 in eerste lezing goedgekeurd met twaalf amendementen.

Gezien deze ontwikkelingen, heeft de Commissie twee gewijzigde voorstellen uitgewerkt.

De Commissie heeft twee soorten wijzigingen aangebracht:

In de eerste plaats is naar aanleiding van de bespreking in eerste lezing door het Europees Parlement een aantal nieuwe bepalingen geaccepteerd.

In de tweede plaats is in de gewijzigde voorstellen ook rekening gehouden met de bedragen die voor de periode 1997-2000 werkelijk via de begroting zijn toegewezen, en met de bedragen die zijn opgevoerd in het VOB 2001.

B. Motivering

De Commissie is akkoord gegaan met acht door het EP voorgestelde amendementen. Het merendeel van deze amendementen heeft betrekking op beleids- of technische kwesties.

De amendementen of belangrijke delen van amendementen waarmee de Commissie niet heeft kunnen instemmen, betreffen:

-een verhoging van de referentieniveaus voor de uitgaven tot de in 1997 bepaalde bedragen + 10 %, namelijk tot 44 miljoen euro voor Verordening (EEG) nr. 3528/86 en tot 77 miljoen euro voor Verordening (EEG) nr. 2158/92, en

-de vervanging van de regelgevingsprocedure door de raadplegingsprocedure.

Gezien de bedragen die werkelijk in de begrotingen 1997-2000 zijn uitgetrokken, zou de door het Parlement voorgestelde verhoging leiden tot een verhoging van het budget voor 2001 met 37 miljoen euro. Met andere woorden, in plaats van de 16 miljoen euro die is voorgesteld in het VOB 2001 (artikel B2-515 "Bosbouw") en vervolgens tijdens de begrotingsprocedure door de twee takken van de begrotingsautoriteit is bevestigd, had 53 miljoen euro moeten worden opgevoerd.

Het "comitologie"-amendement is niet in overeenstemming met artikel 2, onder b), van Besluit 1999/468/EG van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

1999/0159(COD)

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3528/86 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175,

Gezien het voorstel van de Commissie [3],

[3] PB C

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [4],

[4] PB C

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [5],

[5] PB C

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De periode van toepassing van Verordening (EEG) nr. 3528/86 van de Raad van 17 november 1986 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen luchtverontreiniging [6] loopt op 31 december 1996 af.

[6] PB L 326 van 21.11.1986, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2157/92 (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 1).

(2) Bossen zijn van essentiële betekenis voor de handhaving van het fundamentele evenwicht in met name de bodem, de waterhuishouding, het klimaat en de flora en fauna. Ecologisch evenwicht op deze punten is noodzakelijk voor een duurzame landbouw en voor het beheer van het platteland.

(3) De instandhouding van de bossen is belangrijk om economische, ecologische en sociale redenen en draagt met name bij tot het behoud van de sociale positie van degenen die in de landbouw en op het platteland werkzaam zijn.

(4) De mediterrane bossen zijn van groot belang voor de ecosystemen van de landen in het zuiden van de Europese Unie, met name de regio's die te kampen hebben met woestijnvorming.

(5) De Gemeenschap en de lidstaten hebben zich er op internationaal niveau (pan-Europese ministeriële conferenties over de bescherming van de bossen in Europa te Straatsburg in 1990 en te Helsinki in 1993) toe verbonden voortdurend onderzoek naar de schade aan bossen te doen. De actie waarin Verordening (EEG) nr. 3528/86 voorziet, draagt bij tot de tenuitvoerlegging van deze verbintenissen.

(6) De met het systematische bewakingsnet verkregen resultaten laten duidelijke tendensen zien wat de ruimtelijke en temporele spreiding van de aan de bossen toegebrachte schade over het gehele gebied van de Gemeenschap betreft.

(7) De lidstaten hebben waarnemingspunten voor de intensieve en doorlopende bewaking van de bosecosystemen ingericht. Alleen door voortzetting van de betrokken bewakingsactiviteiten over een langere periode kan een beter inzicht worden verkregen in de causale verbanden tussen de veranderingen in de bosecosystemen en de factoren die daarop van invloed zijn.

(8) De schade die aan bossen wordt toegebracht als gevolg van diverse factoren, met name luchtverontreiniging en andere ongunstige meteorologische omstandigheden, brengt de ontwikkeling van een duurzame landbouw en het beheer van de landbouwzones in gevaar.

(9) De bescherming van de bossen tegen luchtverontreiniging en andere ongunstige meteorologische omstandigheden draagt bijgevolg rechtstreeks bij tot de verwezenlijking van de in artikel 33, lid 1, onder b), van het Verdrag geformuleerde doelstellingen.

(10) De actie waarin Verordening (EEG) nr. 3528/86 voorziet, moet derhalve worden voortgezet en besloten moet worden tot een verlenging van die verordening met vijf jaar waardoor de looptijd van de actie vanaf 1 januari 1987 vijftien jaar bedraagt.

(11) De maatregelen ter uitvoering van deze verordening dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7].

[7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(12) In deze verordening wordt voor de hele looptijd van het programma een bedrag vastgesteld dat voor de jaarlijkse begrotingsprocedure een referentiepunt is in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure.

(13) Verordening (EEG) nr. 3528/86 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 3528/86 wordt vervangen door:

"Artikel 11

1. De actie heeft een looptijd van vijftien jaar, ingaande op 1 januari 1987.

2. Voor de periode 1997-2001 beloopt het budget voor de uitvoering van de actie 34,5 miljoen EUR.

De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

3. Vóór het verstrijken van de in lid 1 bedoelde periode brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening en dient zij bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel tot herziening in waarin met name de ecologische, economische en sociale aspecten (kwalitatieve evaluatie) en de resultaten van een kosten-batenanalyse (kwantitatieve evaluatie) zijn verwerkt.».

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter