Home

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds /* COM/2000/0865 def. - CNS 2000/0348 */

Publicatieblad Nr. 120 E van 24/04/2001 blz. 0186 - 0192


Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De geldigheidstermijn van het Derde Protocol in het kader van de visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Groenland loopt 31 december 2000 af.

De benutting van sommige vangstquota is onder dit Derde Protocol laag gebleven, voornamelijk wegens de slechte toestand van de bestanden. Dit heeft geleid tot een pleidooi voor de vaststelling van vangstmogelijkheden die wat er effectief in de wateren van Groenland aanwezig is, niet te boven gaan, hetgeen een volledige benutting van deze mogelijkheden door de Gemeenschap ten goede zou komen.

Als gevolg daarvan is een deel van de quota ten opzichte van het Derde Protocol verlaagd. De Gemeenschap heeft echter de mogelijkheid achter de hand om de quota te verruimen, in de meeste gevallen tot op het niveau dat onder het Derde Protocol gold, indien de visbestanden zich herstellen en er zich overeenkomstige nieuwe vangstmogelijkheden aanbieden gedurende de looptijd van het nieuwe Protocol.

Het Protocol voorziet zoals vroeger in de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen. In verband met wijzigingen in de Gemeenschapswetgeving dienaangaande, is de financiële bijstand wat betreft tijdelijke samenwerkingsverbanden afgeschaft en wat betreft gemengde vennootschap gekoppeld aan de voorwaarden die in Verordening (EG) nr. 2792/99 van de Raad zijn vastgesteld.

Er is een artikel ingevoegd dat de procedure voor de evaluatie van het functioneren van het Protocol vastlegt. De partijen zullen uiterlijk 30 juni 2003 hun relatie in haar geheel bekijken en onderzoeken of aanvullende instrumenten nodig zijn om beter aan de ontwikkelingsbehoeften van Groenland tegemoet te komen.

De Raad wordt verzocht deze verordening aan te nemen en het eraan gehechte Protocol, nadat het Europees Parlement een advies heeft uitgebracht, goed te keuren.

Een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het nieuwe Protocol in afwachting van de definitieve inwerkingtreding ervan is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2, en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 2, lid 1, en artikel 6 van de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds [3], hebben partijen onderhandelingen gevoerd over een Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de in genoemde Overeenkomst bedoelde visserij, dat aan het einde van de geldigheidsduur van het Derde Protocol in werking moet treden.

[3] PB L 29 van 1.2.1985, blz. 9.

(2) Ter afronding van deze onderhandelingen is op 13 september 2000 een nieuw Protocol geparafeerd.

(3) Op grond van dit protocol krijgen de vissers uit de Gemeenschap voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2006 vangstmogelijkheden toegewezen in de wateren die onder de jurisdictie van Groenland vallen.

(4) Het is in het belang van de Gemeenschap dit Protocol goed te keuren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het Protocol is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn het Protocol te ondertekenen en daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

VIERDE PROTOCOL

tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds.

De Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds,

Gelet op de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds,

HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HET VOLGENDE:

Artikel 1

1. Dit Protocol geldt voor visserijactiviteiten in de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2006.

2. De in artikel 2 van de Overeenkomst bedoelde quota worden voor elk jaar als volgt vastgesteld:

(in ton)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Los van de in lid 2 vastgestelde quota, mag de Gemeenschap tot de in bijlage I vermelde referentiehoeveelheden vangen. Hiervoor wordt geen verdere financiële compensatie toegekend dan die waarin bij artikel 11 is voorzien. De quota worden jaarlijks aangepast of op een enig ander tijdstip, afhankelijk van de beschikbare wetenschappelijke gegevens.

4. Het quotum voor garnaal uit de wateren ten oosten van Groenland mag worden gevangen in de wateren ten westen van Groenland als per bedrijf regelingen voor quotaruil zijn getroffen tussen reders uit Groenland en uit de Gemeenschap. De Plaatselijke Regering van Groenland verbindt zich ertoe dergelijke regelingen te vergemakkelijken. De ruil van quota is slechts mogelijk voor ten hoogste 2000 ton per jaar uit gebieden ten westen van Groenland. Voor de betrokken garnalenvisserij door communautaire vissersvaartuigen gelden dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in de aan de Groenlandse reder afgegeven vergunning.

5. Groenland verbindt zich ertoe jaarlijks een hoeveelheid van 2000 ton "snow crab" (Chionocetes) toe te kennen aan tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in de artikelen 4 en 5.

Artikel 2

De in artikel 7, eerste alinea, van de Overeenkomst bedoelde hoeveelheden bedragen per jaar:

(in ton)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Groenland geeft bijzondere voorrang aan ondernemingen uit lidstaten van de Gemeenschap bij de gunning van contracten voor hoeveelheden kabeljauw of andere vissoorten die Groenland voor verkoop van schip tot schip of lossen van netten aan boord van andere schepen aanbiedt wanneer de capaciteit van de Groenlandse visverwerkende bedrijven ontoereikend is om de hoeveelheden die door de Groenlandse vissersvloot zijn gevangen zelf te verwerken. Over dergelijke contracten wordt rechtstreeks volgens marktbeginselen onderhandeld.

Artikel 4

Voor de toepassing van artikel 8 bis van de Overeenkomst wordt verstaan onder:

Tijdelijk samenwerkingsverband (temporary joint venture): een overeenkomst van beperkte duur tussen een of meer reders uit de Gemeenschap en natuurlijke personen of rechtspersonen uit Groenland, met het doel de Groenlandse visquota gezamenlijk te exploiteren met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat van de Europese Gemeenschap en de kosten, winsten of verliezen van de gezamenlijke economische activiteit te delen en de vangsten bij voorrang te gebruiken voor de visvoorziening van de markt van de Gemeenschap.

Gemengde vennootschap (joint enterprise): een vennootschap naar Groenlands recht die is opgericht door een of meer reders uit de Gemeenschap en een of meer partners in Groenland met het doel de Groenlandse visquota in de wateren onder soevereiniteit en/of jurisdictie van Groenland te exploiteren met vaartuigen die de vlag van Groenland voeren en de vangsten bij voorrang te gebruiken voor de visvoorziening van de markt van de Gemeenschap.

Artikel 5

De partijen selecteren de projecten voor de tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 4. De projecten worden geselecteerd volgens de in bijlage II vastgestelde methodes en criteria.

Artikel 6

Om de oprichting van gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 4 te bevorderen, kan financiële bijstand worden verleend overeenkomstig het bepaalde in Verordening 2792/1999 van de Raad.

Artikel 7

Er wordt een Gemengde Commissie opgericht die toeziet op de toepassing van de artikelen 5 en 6 van dit Protocol. De Gemengde Commissie heeft met name de taak:

- de door partijen voorgestelde projecten voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als bedoeld in artikel 4 te evalueren volgens de in bijlage II vastgestelde criteria;

- vóór het einde van de samenwerkingsovereenkomst de activiteit in de Groenlandse wateren van vaartuigen uit de Gemeenschap die deel uitmaken van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen te evalueren.

De Gemengde Commissie komt bijeen op verzoek van een van de partijen.

Artikel 8

De voorwaarden voor de toegang van tijdelijke samenwerkingsverbanden tot de visbestanden zijn vastgesteld in bijlage III.

Artikel 9

De partijen stimuleren de beoefening van experimentele visserij op, onder andere, diepzeesoorten, snow crab en inktvissen in de wateren van Groenland. Daartoe plegen zij overleg wanneer een van de partijen daarom verzoekt en stellen zij per geval de doelsoort, de visserijvoorschriften en de overige voorwaarden vast. Bovendien onderzoeken zij of de projecten inzake experimentele visserij voor financiële bijstand in aanmerking komen.

Artikel 10

De partijen verbinden zich ertoe om ter vervulling van de bij artikel 9 van de Overeenkomst opgedragen plicht samen te werken, nauwer contact te onderhouden met het oog op de aanwijzing van gebieden waarop zinvol kan worden samengewerkt, in het bijzonder in het kader van regionale visserijorganisaties en inzake onderzoek.

De partijen erkennen in dit verband het belang van een doeltreffende controle- en rechtshandhavingsregeling in het kader van de regionale visserijorganisaties waarvan zij beiden lid zijn. Zij komen overeen samen te werken om de effectieve tenuitvoerlegging van dergelijke regelingen in de praktijk te vergemakkelijken, elk naar eigen draagkracht en vermogen.

Artikel 11

1. De in artikel 6 van de Overeenkomst bedoelde financiële compensatie bedraagt voor de geldigheidsduur van dit Protocol 42 820 000 euro (EUR), jaarlijks te betalen aan het begin van het visseizoen.

2. Deze compensatie wordt in de loop van elk visseizoen aangepast naar evenredigheid van de krachtens artikel 8 van de Overeenkomst in kabeljauwequivalent berekende aanvullende quota die aan de Gemeenschap zijn toegewezen.

3. Groenland stelt voor de Gemeenschap een hoeveelheid van 20 000 ton kabeljauwequivalent beschikbaar, dewelke door de Gemeenschap mag worden gebruikt om aanvullende vangstmogelijkheden te verwerven. De in lid 2 bedoelde aangepaste compensatie mag voor maximaal 50% uit deze kabeljauwequivalenten bestaan.

4. De procedure voor de toewijzing van aanvullende vangstmogelijkheden als bedoeld in artikel 8 van de Overeenkomst is vastgesteld in bijlage IV.

Artikel 12

Indien de in dit Protocol vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen, kunnen de in de artikelen 1 en 11 van dit Protocol vermelde verbintenissen, onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 10 van de Overeenkomst, overeenkomstig worden verlaagd.

Artikel 13

Dit Protocol treedt in werking op de datum van de ondertekening. Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2001. De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

Artikel 14

1. De partijen komen uiterlijk 30 juni 2003 bijeen om de effectiviteit van het Protocol te evalueren.

2. Zij onderzoeken en beoordelen of het Protocol naar behoren functioneert en stellen zo nodig wijzigingen voor. In dit verband wordt de relatie tussen de partijen in haar geheel bekeken en wordt onderzocht of aanvullende instrumenten nodig zijn om beter aan de ontwikkelingsbehoeften van Groenland tegemoet te komen.

3. Na de inwerkingtreding van dit Protocol doen de partijen het nodige met het oog op het verrichten van de in lid 1 bedoelde evaluatie. Daartoe onderhouden zij contact met elkaar en wisselen zij de passend geachte informatie uit.

Ten laatste vier maanden vóór de in lid 1 bedoelde bijeenkomst geven de partijen elkaar kennis van de onderwerpen die zij ter sprake willen brengen en van de eventuele voorstellen voor wijzigingen.

4. Twee maanden na deze kennisgeving treden de partijen met elkaar in overleg om de evaluatiebijeenkomst voor te bereiden en eventuele wijzigingsvoorstellen te onderzoeken.

5. In aansluiting op de evaluatiebijeenkomst stellen de partijen elkaar ervan in kennis wanneer voorgestelde wijzigingen door hun respectieve autoriteiten zijn goedgekeurd

Artikel 15

Dit Protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

De autoriteiten van Groenland zorgen voor een vertaling van het Protocol in de Groenlandse taal.

Bijlage I

Referentiehoeveelheden

(in ton)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage II

Methodes en criteria voor de selectie van projecten

1. De partijen wisselen in het kader van artikel 4 van dit Protocol informatie uit over de ingediende projecten voor de oprichting van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen.

2. De projecten worden via de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat of lidstaten bij de Gemeenschap ingediend.

3. De Gemeenschap legt aan de Gemengde Commissie de lijst voor van projecten voor tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen. De Gemengde Commissie evalueert de projecten onder meer volgens de onderstaande criteria:

(a) de vismethoden die voor de voorgenomen visserijactiviteit worden voorgesteld;

(b) de doelsoorten en de vangstgebieden;

(c) de leeftijd van het vaartuig;

(d) wat tijdelijke samenwerkingsverbanden betreft, de duur van de samenwerkingsovereenkomst en van de visserijactiviteit;

(e) de ervaring op visserijgebied van de reder uit de Gemeenschap en de Groenlandse partner.

4. De Gemengde Commissie brengt na de beoordeling op grond van de criteria in punt 3 een advies uit.

5. Wat tijdelijke samenwerkingsverbanden betreft, geeft de bevoegde autoriteit van Groenland de nodige vergunningen af zodra projecten een gunstig advies van de Gemengde Commissie hebben gekregen.

Bijlage III

Voorwaarden voor de toegang tot de visbestanden van tijdelijke samenwerkingsverbanden in Groenland

1. Vergunningen

De visvergunningen worden door Groenland afgegeven voor een periode die gelijk is aan de duur van het tijdelijk samenwerkingsverband. De visserij vindt plaats in het kader van quota die door de Groenlandse uitvoerende autoriteit worden toegekend.

2. Vervanging van vaartuigen

Een vaartuig uit de Gemeenschap dat onder een tijdelijk samenwerkingsverband is gebracht, mag alleen op met redenen omklede gronden en met instemming van de partijen worden vervangen door een ander vaartuig uit de Gemeenschap met een gelijkwaardige capaciteit en gelijkwaardige technische kenmerken.

3. Uitrusting

Voor vaartuigen die onder tijdelijke samenwerkingsverbanden zijn gebracht, gelden de Groenlandse wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften inzake scheepsuitrusting. De voorschriften zullen worden toegepast zonder te discrimineren tussen Groenlandse en communautaire vaartuigen.

4. Vangstaangiften

(a) Alle vaartuigen uit de Gemeenschap zenden de Groenlandse uitvoerende autoriteit een vangstaangifte overeenkomstig de Groenlandse visserijwetgeving.

(b) Een kopie van deze vangstaangifte wordt toegezonden aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

(c) Indien deze bepalingen niet worden nagekomen, kan de Groenlandse uitvoerende autoriteit de visvergunning van het betrokken vaartuig schorsen totdat zulks wel is gebeurd.

5. Wetenschappelijke waarnemers

Op verzoek van de Groenlandse uitvoerende autoriteit staan vaartuigen uit de Gemeenschap die in het kader van dit Protocol vissen, toe dat een door die autoriteit aangewezen wetenschappelijke waarnemer aan boord komt en er zijn werkzaamheden verricht. De waarnemer krijgt de beschikking over alle voorzieningen die voor de uitoefening van zijn taken nodig zijn.

De wetenschappelijke waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de andere officieren van het vaartuig. Het salaris en de sociale lasten voor de waarnemers zijn voor rekening van de Groenlandse autoriteiten. De verblijfkosten aan boord zijn voor rekening van de reder van het vaartuig.

Bijlage IV

Aanvullende vangstmogelijkheden

1. De voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten verbinden zich ertoe de Gemeenschap jaarlijks tegen 15 november de in artikel 8 van de Overeenkomst bedoelde aanvullende vangstmogelijkheden aan te bieden waarvan op dat tijdstip wordt verwacht dat zij het volgende visseizoen beschikbaar zijn.

De Gemeenschap deelt de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten uiterlijk zes weken na ontvangst van het aanbod mee of zij daarop ingaat of niet. Wanneer de Gemeenschap het aanbod afwijst of niet binnen zes weken antwoordt, mogen de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de aanvullende vangstmogelijkheden aan andere gegadigden aanbieden.

2. Wanneer in de loop van het visseizoen blijkt dat de in artikel 8 van de Overeenkomst bedoelde aanvullende vangstmogelijkheden groter zijn dan de vangstmogelijkheden die zijn genoemd in het in punt 1 bedoelde aanbod, bieden de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de Gemeenschap die aanvullende mogelijkheden aan.

De Gemeenschap deelt de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten uiterlijk zes weken na ontvangst van het aanbod mee of zij daarop ingaat of niet. Wanneer de Gemeenschap het aanbod afwijst of niet binnen zes weken antwoordt, mogen de voor Groenland verantwoordelijke autoriteiten de aanvullende vangstmogelijkheden aan andere gegadigden aanbieden.

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. TITEL VAN DE MAATREGEL:

Vierde Protocol tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij als bedoeld in de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Regering van Denemarken en de Plaatselijke Regering van Groenland, anderzijds

2. BEGROTINGSPOST: B7-8000

3. RECHTSGRONDSLAG:

- Artikel 37 van het Verdrag juncto artikel 300, lid 2, en lid 3, eerste alinea

- Overeenkomst EG/Groenland (PB L 29 van 1.2.1985, blz. 9)

4. OMSCHRIJVING VAN DE MAATREGEL:

4.1 Algemeen doel: vaststelling protocol en bijlage voor een periode van zes jaar

4.2 Looptijd, wijze van vernieuwing of verlenging

Looptijd: 1.1.2001 tot en met 31.12.2006

Tussentijdse evaluatie: uiterlijk 30 juni 2003

Wijze van verlenging: onderhandelingen voordat het protocol afloopt

5. INDELING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

5.1 VU

5.2 GK

6. AARD VAN DE UITGAVEN:

De financiële compensatie is een forfaitair bedrag, vastgesteld voor de gehele zesjarige periode, dat jaarlijks geheel uit de begroting van de Commissie aan de Plaatselijke Regering van Groenland moet worden betaald.

7. FINANCIËLE GEVOLGEN

7.1 Wijze van berekening van de totale kosten van de maatregel (bepaling van de kosten per eenheid)

De jaarlijkse totale financiële compensatie bedraagt EUR 42,820 miljoen.

De Gemeenschap heeft de actuele waarde van de visserijcomponent van de totale financiële compensatie eenzijdig geraamd op EUR 28 miljoen per jaar. Zij komt tot dit bedrag rekening houdende met de quota van artikel 1, lid 2, van het Protocol, de huidige (augustus 2000) marktprijzen, de exploitatiekosten, de geschatte waarde van de quota voor snow crab en de waarde van de quotaverhogingsmogelijkheden.

De compensatie kan jaarlijks worden aangepast naar evenredigheid van de aanvullende quota die aan de Gemeenschap worden toegekend. Deze aanpassingen kunnen voor maximaal 50% bestaan uit een deel van of de volledige 20 000 ton kabeljauwequivalent die ter beschikking van de Gemeenschap worden gesteld.

De rest van de jaarlijkse compensatie, namelijk EUR 14,820 miljoen, dekt de componenten van de Overeenkomst die niet direct met de visserij te maken hebben, zoals de ontwikkelings- en samenwerkingsbehoeften van Groenland.

7.2 Uitsplitsing per onderdeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het financiële effect van de uiterlijk in 2003 te verrichten evaluatie is momenteel niet te ramen.

7.3 Tijdschema uitgaven (in te vullen voor nieuwe maatregelen), in mln EUR (tegen courante prijzen)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het financiële effect van de uiterlijk in 2003 te verrichten evaluatie is momenteel niet te ramen.

8. MAATREGELEN OM FRAUDE TEGEN TE GAAN (EN RESULTATEN VAN DE TOEPASSING DAARVAN°

Daar het de betaling van dienstprestaties (aangeboden vangstmogelijkheden en andere) betreft en de Overeenkomst noch het Protocol dienaangaande specifieke bepalingen bevatten, mag de financiële compensatie van de Gemeenschap door de autoriteiten van Groenland naar eigen goeddunken worden gebruikt.

Bij het Protocol wordt een Gemengde Commissie ingesteld die toeziet op de activiteiten van tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen als omschreven in artikel 4.

9. ELEMENTEN VAN DE KOSTEN/BATENANALYSE

* Vangstquota: de quota in art. 1, lid 2, zijn in vergelijking met het Derde Protocol een stuk minder om vangstmogelijkheden aan te bieden die ook effectief aanwezig zijn. Dit is het geval voor kabeljauw (van 31000 naar 2000 ton), roodbaars (van 52320 naar 31000 ton), zeewolf (van 1000 naar 300 ton), blauwe wijting (van 30000 naar 15000 ton), grenadiervis (van 8000 naar 3350 ton) en poolkabeljauw (geen quotum meer). Tegelijkertijd beschikt de Gemeenschap over de mogelijkheid dat de quota worden verruimd, in de meeste gevallen tot het niveau van het Derde Protocol, voor kabeljauw, roodbaars, zeewolf en grenadiervis, en dit zonder extra financiële compensatie. Aanpassingen binnen de in de tabel van referentiehoeveelheden vermelde limieten, zijn steeds mogelijk in het licht van de wetenschappelijke gegevens die beschikbaar komen (zie art. 1, lid 3, in combinatie met bijlage I, van het Protocol). Op verzoek van Groenland zijn de voor de Faeröer bestemde hoeveelheden als bedoeld in art. 1, leden 2 en 5, van het Derde Protocol in de nieuwe quotatabellen verrekend.

* Nieuwe vangstmogelijkheden: de vangstmogelijkheden omvatten voor het eerst quota voor het westelijk loddebestand (25000 ton). Voorts staat Groenland de vangst van 2000 ton snow crab per jaar toe aan tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen.

* Experimentele visserij: er is een artikel toegevoegd betreffende de bevordering van experimentele visserij (art. 9), met name op diepzeesoorten, snow crab en inktvissen. Beslissingen hieromtrent worden voor elk geval afzonderlijk genomen.

* Grotere flexibiliteit Oost-West: de hoeveelheid garnaal die ook in de wateren ten westen van Groenland mag worden gevangen, is verhoogd van 1000 ton tot 2000 ton per jaar. Nieuw is de mogelijkheid om een deel van het oostelijke roodbaarsquotum in het westen te vangen.

* Overdracht van de "kabeljauwbank" van het Derde Protocol: 20,000 ton kabeljauwequivalent, met een geschatte waarde van EUR 7,3 miljoen, wordt ter beschikking van de Gemeenschap gesteld en mag binnen zekere grenzen worden aangesproken als compensatie voor het verwerven van aanvullende vangstmogelijkheden.

* Regeling inzake verkoop van schip tot schip en lossen van netten aan boord van andere schepen: de voorrang voor communautaire bedrijven wanneer Groenland wegens ontoereikende verwerkingscapaciteit vis aanbiedt voor verkoop van schip tot schip of lossen van netten aan boord van andere schepen, waarvan reeds melding werd gemaakt in de Goedgekeurde Notulen van de onderhandelingen voor het Derde Protocol, is nu in het eigenlijke Protocol vastgelegd (art. 3). Bovendien geldt de regeling nu ook voor andere soorten dan kabeljauw.

* Nauwere samenwerking: er is een artikel ingevoegd dat de samenwerking in het kader van regionale visserijorganisaties beoogt te versterken, in het bijzonder wat betreft de tenuitvoerlegging van controle- en rechtshandhavingsregelingen en onderzoek (art. 10).

* Tijdelijke samenwerkingsverbanden/gemengde vennootschappen: de bepalingen betreffende tijdelijke samenwerkingsverbanden en gemengde vennootschappen zijn gehandhaafd. In verband met wijzigingen in de Gemeenschapswetgeving dienaangaande, is de financiële bijstand wat betreft tijdelijke samenwerkingsverbanden afgeschaft en wat betreft gemengde vennootschap gekoppeld aan de voorwaarden die in Verordening (EG) nr. 2792/99 van de Raad zijn vastgesteld.

* Evaluatie: er is een artikel ingevoegd waarbij een procedure wordt vastgelegd voor het evalueren van de goede werking van het nieuwe Protocol en van de relatie tussen beide partijen in het algemeen. Deze evaluatie vindt uiterlijk 30 juni 2003 plaats.

De Overeenkomst levert, naast de directe handelswaarde van de vangsten, de volgende voordelen op:

- werkzekerheid voor de bemanningen van vissersvaartuigen;

- multipliereffect op de werkgelegenheid in de havens, visafslagen, verwerkende bedrijven, scheepswerven en ondersteunende diensten in de betrokken regio's;

- de arbeidsplaatsen worden gecreëerd in regio's met weinig alternatieven voor de visserij;

- de voorziening van de markt van de Gemeenschap met visserijproducten wordt veilig gesteld.

Daarnaast mogen ook het belang van de betrekkingen met Groenland, zowel op visserijgebied als op politiek vlak, en de sleutelrol van de visserijovereenkomst met Groenland voor het evenwicht in het kader van de communautaire visserijovereenkomsten met andere derde landen niet uit het oog worden verloren. Te vermelden is eveneens dat de partijen zijn overeengekomen dat Groenland geen financiële steun op grond van zijn LGO-status zal ontvangen gedurende de looptijd van het Vierde Protocol, tenzij na de evaluatie overeenkomstig artikel 14 van het Protocol anders wordt overeengekomen.

10. HUISHOUDELIJKE UITGAVEN (DEEL A VAN DE BEGROTING)

Overeenkomstig het Protocol zal een vóór 2004 te beëindigen tussentijdse evaluatie worden gehouden waarbij externe partners en diverse diensten van de Commissie zullen worden betrokken. Bovendien moet het functioneren en de uitvoering van de Protocolbepalingen worden gevolgd en moet een algemene beoordeling van de toepassing van het Protocol voltooid zijn tegen de tijd dat het afloopt. Voor al deze activiteiten moet naar schatting een extra half manjaar worden voorzien.