Home

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2000 afdeling III - Commissie

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2000 afdeling III - Commissie

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2000 afdeling III - Commissie /* SECC/2000/0757 def. */


VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING nr. 1/2000 AFDELING III - COMMISSIE

(ingediend door de Commissie)

Overeenkomstig

- artikel 78 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

- artikel 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

- artikel 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

- het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen [1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/98 van 13 december 1999 [2], en met name artikel 15,

[1] PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

[2] PB L 326 van 18.12.1999.

dient de Europese Commissie, om de in de toelichting hieronder vermelde redenen, bij de begrotingsautoriteit het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2000 in.

AFDELING III - COMMISSIE

1. TOELICHTING

1.1. INLEIDING

1.2. ONTVANGSTEN

1.2.1. Saldo van het begrotingsjaar 1999

1.2.2. Herziening van de ramingen van douanerechten, BTW-grondslag en BNP-grondslag.

1.2.3. Correctie van begrotingsonevenwichtigheden

1.2.4. Budgettaire gevolgen van de niet-deelname van sommige lidstaten aan de financiering van een onderdeel van de werkzaamheden of het beleid van de EU.

1.3. UITGAVEN

2. STAAT VAN ONTVANGSTEN

3. STAAT VAN UITGAVEN

1. TOELICHTING

1.1. INLEIDING

Het belangrijkste doel van dit eerste VOGB van begrotingsjaar 2000 is het opnemen van het saldo van het begrotingsjaar 1999 overeenkomstig artikel 32 van het Financieel Reglement.

Sinds 1998 worden ook de herziene ramingen van de eigen middelen (met name de BTW- en de BNP-middelen) en de correctie van begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk in het eerste VOGAB opgenomen.

Voorgesteld wordt echter in dit VOGB tevens een aantal veranderingen in de nomenclatuur op te nemen door verschillende begrotingsplaatsen te creëren of details aan de begrotingstoelichting toe te voegen. Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de bedragen van de uitgaven van de EU-begroting.

1.2. ONTVANGSTEN

1.2.1. Saldo van het begrotingsjaar 1999

Overeenkomstig artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk jaar opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

Zoals uit de jaarrekening 1999 blijkt, beloopt het saldo van 1999 (exclusief EVA-EER) 3.209 miljoen euro.

1.2.2. Herziening van de ramingen van douanerechten, BTW-grondslag en BNP-grondslag.

Na de goedkeuring van gewijzigde en aanvullende begroting 1/98 heeft de Commissie besloten de aanpassing van de berekeningen van de financiering die gewoonlijk in de eerste gewijzigde en aanvullende begroting van het jaar plaatsvindt, uit te breiden tot de herziene ramingen van de douanerechten, de BTW-grondslag en de BNP-grondslag.

De Commissie is van mening dat het besluit om in de eerste gewijzigde en aanvullende begroting van het jaar herziene ramingen voor deze aggregaten te gebruiken, een logische uitbreiding van de huidige werkwijze vormt. Bij de eerste herziening van de begroting worden de BTW- en BNP-bijdragen van de lidstaten normaliter aangepast om rekening te houden met de eventuele schommelingen van de uitgaven, het saldo van het vorige jaar en de voor de correctie van het Verenigd Koninkrijk herziene cijfers. Het gebruik van voor de grondslagen van de eigen middelen herziene ramingen zal leiden tot nauwkeuriger bijdragen van de lidstaten en zal de negatieve effecten beperken die voortkomen uit onvermijdelijke vergissingen bij de ramingen die in het vorige jaar werden begaan.

Door de wisselkoers van 30 december 1999 te gebruiken voor de omrekening in euro van de in nationale munteenheden uitgedrukte bedragen, kunnen distorties worden vermeden aangezien die wisselkoers dezelfde is als die welke voor de omrekening van de begrotings-euro's in nationale munteenheden wordt gebruikt bij het werkelijk afroepen van middelen (zoals voorgeschreven door Verordening nr. 1552/89).

De in de onderstaande tabel opgenomen ramingen van de eigen middelen voor 2000 zijn gebaseerd op de ramingen die werden goedgekeurd tijdens de vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 16 april 2000.

Herziene ramingen van douanerechten, BTW- en BNP-grondslag voor 2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2.3. Correctie van begrotingsonevenwichtigheden

Correctie van begrotingsonevenwichtigheden

Bij de correctie van begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk werden twee elementen in aanmerking genomen.

(1) Berekening van de bijstelling van de voor 1999 aan het Verenigd Koninkrijk toegekende correctie.

Overeenkomstig het document "Wijze van berekening, financiering, overmaking en opvoering op de begroting van de correctie van de budgettaire onevenwichtigheden", zou de Commissie spoedig aanpassingen kunnen voorstellen indien de werkelijke ontwikkeling van de basisgegevens aanzienlijk van de verwachte cijfers afwijkt.

Sinds de vaststelling van de in de begroting 2000 opgevoerde correctie heeft de Commissie niet kunnen vaststellen of zich tussen de oorspronkelijke en de herziene raming aanzienlijke verschillen in de basisgegevens hebben voorgedaan die een bijstelling van de correctie voor 1999 zouden kunnen rechtvaardigen. Daarom wordt voorgesteld in dit stadium niet over te gaan tot een herziening van de Britse correctie voor 1999, die 3.635.982.606 euro blijft bedragen.

(2) Berekening van het saldo dat nog moet worden verrekend volgens de definitieve berekening van de correctie voor het begrotingsjaar 1996.

De definitieve raming van de Britse correctie voor 1996 is 2.573.772.100 ecu. Aangezien 2.856.475.270 ecu reeds in GAB 1/97 was opgevoerd, moet het negatieve saldo van 282.703.170 euro in GB 1/2000 worden opgenomen.

(3) Opvoering in de begroting van de bijstelling van de Britse correctie voor 1999 en van het saldo dat moet worden verrekend volgens de definitieve berekening van de correctie voor 1996.

Het totaalbedrag dat bij GB 1/2000 in de begroting moet worden opgenomen, is de som van de onder (1) en (2) berekende ramingen, d.w.z.: 3.635.982.606 - 282.703.170 = 3.353.279.436 euro.

Definitieve financiering van de correctie voor 1996

De financiële last ten gevolge van het saldo van de definitieve Britse correctie voor 1996 moet worden afgetrokken van de overmakingen van de andere lidstaten uit hoofde van de BNP-middelenbron. Het totaal bedraagt nul.

Tabel 1 geeft een overzicht van de definitieve berekening in 1997 van de financiering van de Britse correctie voor 1996 met behulp van de eind 1999 definitief vastgestelde grondslagen en de definitieve correctie.

TABEL 1: Belangrijkste resultaten in euro.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TABEL 2: Algemeen overzicht

Definitieve financiering (reeds in de begroting opgenomen bedragen en nog in de begroting op te nemen saldo's in euro).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2.4 Budgettaire gevolgen van de niet-deelname van sommige lidstaten aan de financiering van een onderdeel van de werkzaamheden of het beleid van de EU.

Naar aanleiding van het Protocol betreffende het Verenigd Koninkrijk bij het Verdrag van Maastricht werd tijdens de begrotingsprocedure 1997 rekening gehouden met een bijstelling in verband met de gevolgen van de niet-deelname van dit land in het sociale hoofdstuk. Er werd een "p.m."-begrotingsplaats gecreëerd waarop deze bijstelling kan worden opgenomen op basis van het herziene BNP-aandeel van de overige lidstaten. Deze bijstelling heeft in de praktijk nooit plaatsgevonden.

Overeenkomstig Artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken bij het Verdrag van Amsterdam is dit land volledig vrijgesteld van het dragen van de financiële lasten van enkele specifieke onderdelen van het beleid op het gebied van justitie en binnenlandse zaken [3], met uitzondering van de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Krachtens artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland geldt voor deze twee landen dezelfde vrijstelling als voor Denemarken, tenzij zij te kennen geven dat zij wensen deel te nemen. De financiering door de overige lidstaten zou worden vastgesteld door het BNP-aandeel toe te passen op de werkelijke kosten van het beleid in kwestie. Omdat het bij de betrokken bijstelling om beperkte bedragen gaat, zou het logisch zijn deze financiering slechts eenmaal per begrotingsjaar te berekenen, en wel definitief. Dit zou gebeuren tijdens het jaar volgende op het jaar waarin het beleid ten uitvoer werd gelegd, zodra de Commissie beschikt over de definitieve gegevens over het begrotingsresultaat en de voorlopige BNP-grondslag aan het einde van het jaar voor het begrotingsjaar waarin het beleid ten uitvoer werd gelegd.

[3] B5-810:"European Fund for refugees :administrative expenditures", B5-811:"Emergency measures for massive refugees inflows", B5-812:"Eurodac" and B5-820:"Education, exchange and co-operation programmes in Justice and Home Affairs".

Daarom wordt voorgesteld in VOGB 1/2000 een nieuw hoofdstuk en een nieuwe begrotingsplaats te creëren. Deze begrotingsplaats zou worden voorzien van de vermelding "p.m." totdat tegen het einde van 2001 de berekening in verband met de tenuitvoerlegging in 2000 wordt verricht (in het begrotingsjaar 1999 was geen sprake van tenuitvoerlegging).

1.3. UITGAVEN

1. EOGFL-Garantie

Met betrekking tot het EOGFL-Garantie moeten enkele technische wijzigingen worden aangebracht. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen), met betrekking waartoe de Commissie voorstelt een nieuw hoofdstuk B1-41 (met bijbehorende artikelen) te creëren om de "goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en vermindering/schorsing van de voorschotten" voor uitgaven in verband met deze subrubriek apart in de begroting te kunnen opnemen. In het kader van subrubriek 1a teruggevorderde/geschorste bedragen zullen ook in de toekomst in het huidige hoofdstuk B1-37 worden opgenomen.

De andere kleine wijzigingen hebben betrekking op post B1-1509: "Overige interventies" (begrotingstoelichting moet worden uitgebreid om rekening te houden met Agenda 2000), artikel B1-333: "Fytosanitaire maatregelen" (correctie van een technische fout), de posten B1-4070: "Bosbouw (artikel 29)" en B1-4071: "Bosbouw (andere)" (verandering in de titels van de posten voor bosbouwprogramma's als gevolg van een technische fout), post B1-408: "Bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden" (uitsplitsing toevoegen om goede follow-up van individuele maatregelen te waarborgen) en ten slotte op het creëren van post B1-4092: "Overgangsmaatregelen" inclusief uitsplitsing en toelichting.

2. B2-164: "Voltooiing van de vroegere programma's"

De lijst van verordeningen die nog steeds op het EOGFL-Oriëntatie worden toegepast voor de voltooiing van vroegere periodes, moet worden aangepast: Verordening (EEG) nr. 270/79 van de Raad van 6 februari 1979 inzake de ontwikkeling van de landbouwvoorlichting in Italië, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1760/87 van de Raad, moet worden toegevoegd. Er staan nog betalingsverplichtingen uit het verleden open die op die verordening zijn gebaseerd, en in 2000 zouden betalingen moeten worden toegestaan.

3. B5-312: "Subsidie aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling"

Wijziging van de begrotingstoelichting van dit artikel om de tenuitvoerlegging van de nieuwe verordening betreffende weesgeneesmiddelen te vergemakkelijken.

Weesgeneesmiddelen: het probleem

Weesgeneesmiddelen zijn geneesmiddelen om zeldzame ziekten te genezen. Omdat de markt voor deze geneesmiddelen per definitie klein is, maar de vaste kosten voor het ontwikkelen en testen even hoog als voor andere geneesmiddelen, is het vaak niet rendabel deze middelen op de markt te brengen. Voor weesgeneesmiddelen laat de markt het vaak afweten.

Voorgestelde oplossing

Via een verordening die op 16 december 1999 door de Raad werd goedgekeurd, wordt getracht het falen van de markt te corrigeren. Omdat de vergoeding van 200.000 euro die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling moet worden betaald, vaak niet is op te brengen, is in de verordening bepaald dat de directeur van het Bureau gehele of gedeeltelijke vrijstelling kan verlenen voor de betaling van deze vergoeding. De werklast voor het Bureau is echter voor de beoordeling van een weesgeneesmiddel gemiddeld even groot als voor een ander geneesmiddel. Het bureau heeft er dan ook weinig belang bij om deze vrijstelling te verlenen, tenzij het compensatie ontvangt voor de gederfde ontvangsten.

Om dit probleem op te lossen, is in de nieuwe verordening bepaald dat naast de basissubsidie jaarlijks een speciale bijdrage van de Gemeenschap aan het Bureau wordt toegekend. Deze bijdrage wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt ter compensatie van vrijstelling van betaling van vergoedingen. De directeur brengt verslag uit over het gebruik dat van deze speciale bijdrage wordt gemaakt.

Wijziging van de begrotingstoelichting van artikel B5-312

Met het oog op de politieke zichtbaarheid en de budgettaire doorzichtigheid moet de begrotingstoelichting van artikel B5-312 worden veranderd: er moet worden aangegeven dat de totale subsidie naast de basissubsidie een speciale bijdrage van een miljoen euro omvat. Vervolgens kan worden overwogen een bedrag van 1 miljoen euro van artikel B5-313 (Normalisatie) naar artikel B5-312 (subsidie aan EMEA) over te schrijven.

4. B7-547: "Tijdelijk burgerlijk bestuur"

Steun aan organen die na conflicten door de internationale gemeenschap worden opgericht om te zorgen voor voorlopig burgerlijk bestuur van bepaalde regio's of voor de tenuitvoerlegging van vredesovereenkomsten.

De Commissie heeft een verordening van de Raad voorgesteld om in de eerste pijler een rechtsgrond te creëren voor de financiering van het voorlopige burgerlijke bestuur in Kosovo (UNMIK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina.

De nieuwe verordening wordt waarschijnlijk in mei goedgekeurd. Daarom wordt voorgesteld in deze gewijzigde begroting de hiervoor benodigde begrotingsstructuur te creëren (B7-547: tijdelijk burgerlijk bestuur), voorzien van de vermelding p.m., en in de toelichting naar de toekomstige rechtsgrond te verwijzen.

De Commissie is ervan overtuigd dat de voorgestelde UNMIK-operatie een cruciaal element voor de wederopbouw van Kosovo is. Om een juridisch vacuüm tussen het aflopen van het huidige gemeenschappelijk optreden in het kader van het GBVB op 30 april en de goedkeuring van de gewijzigde begroting te voorkomen, is tijdens de begrotingstrialoog van 12 april overeengekomen dat de Raad zo spoedig mogelijk de nodige stappen zou ondernemen om ervoor te zorgen dat de tijdelijke financiering uit hoofdstuk B8-01 van de begroting met betrekking tot het GBVB (artikel B8-012, oplossing van conflicten) mogelijk blijft.

5. Voorstel om een snellereactiefaciliteit te creëren (artikel B7-671)

Evenals in het VOB 2001 het geval is, wordt voorgesteld om in de begroting 2000 een nieuw artikel B7-671: "snellereactiefaciliteit" te creëren, samen met een artikel B7-671A. In afwachting van de goedkeuring van de rechtsgrond die de Commissie spoedig zal voorstellen, worden deze artikelen slechts van de vermelding "p.m." voorzien. Zo nodig kunnen naar dit artikel kredieten worden overgeschreven.

Op basis van de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de tijdens de Europese Raad van Keulen overeengekomen richtsnoeren en de conclusies van de Europese Raad van Helsinki heeft de Europese Gemeenschap meer aandacht gekregen voor versterking en betere coördinatie van de reactie van de niet-militaire instrumenten van de Europese Unie op crisissituaties.

Een door de Europese Raad van Helsinki goedgekeurd actieplan geeft een overzicht van de belangrijkste maatregelen die de Europese Unie zal overwegen om de mogelijkheid te scheppen om snel te reageren op het gebied van crisisbeheersing en -preventie door niet-militaire instrumenten te gebruiken.

Het actieplan voorziet in het opzetten van financieringsmechanismen waarmee snel geld kan worden vrijgemaakt, zoals de snellereactiefaciliteit die door de Commissie is gecreëerd om de financiering van EU-activiteiten in de hele wereld te versnellen, bij te dragen aan door internationale organisaties geleide operaties en NGO-activiteiten te financieren.

De huidige communautaire procedures zijn echter niet toegesneden op de vrijmaking van middelen op extreem korte termijn. Desondanks is snelle verstrekking van financiële bijstand op basis van de geldende voorschriften mogelijk, zoals blijkt uit de ervaring van het Bureau voor humanitaire hul van de Europese Gemeenschap (ECHO).

De snellereactiefaciliteit, die bestaat uit een nieuw begrotingsartikel en die wordt ondersteund door passende administratieve regelingen binnen de Commissie, heeft als doel de snelle vrijmaking van middelen voor dringende en niet te voorziene activiteiten in verband met crisisbeheersing mogelijk te maken.

Snelheid en het afleggen van verantwoording zijn noodzakelijke voorwaarden voor een dergelijk mechanisme, dat de Commissie in staat moet stellen de juiste procedure te kiezen om snelle interventies mogelijk te maken die ten hoogste 12 miljoen euro per actie mogen kosten.

2. STAAT VAN ONTVANGSTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 1 -- EIGEN MIDDELEN

HOOFDSTUK 1 2 -- DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 2 0 -- Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder b).

De aanwending van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Gemeenschap vrij verkeer van goederen bestaat.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 3 -- EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 3 0 -- Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder c).

Gezien de aftopping van de BTW-grondslagen en de compensatie ten gunste van het Verenigd Koninkrijk, zijn de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde als volgt. Het uniforme BTW-percentage bedraagt 0,87662 %:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 4 -- EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6, EERSTE ALINEA, VAN BESLUIT 94/728/EG, EURATOM

Artikel 1 4 0 -- Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom

Post 1 4 0 0 -- Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, met uitzondering van de middelen die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Het op het bruto nationaal product van iedere lidstaat toe te passen percentage voor het lopende begrotingsjaar, de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, de reserve voor de garantie van verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp niet inbegrepen, bedraagt 0,4454 %.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Post 1 4 0 1 -- Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea, van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, eerste alinea.

Het voorlopige bedrag komt overeen met een percentage van 0,006 %, toe te passen op het bruto nationaal product van iedere lidstaat.

De verdeling van de overmakingen is als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Het werkelijk over te maken bedrag wordt echter beperkt tot dat van de overschrijving uit hoofdstuk B1-6 0 van de staat van uitgaven van afdeling III «Commissie» uit hoofde van de monetaire reserve.

Post 1 4 0 2 -- Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor verstrekte leningen en de garantie voor verstrekte leningen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1149/1999 (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5).

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7).

Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14).

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Post 1 4 0 3 -- Eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 94/728/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor noodhulp

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh van 11 en 12 december 1992 tot instelling van een reserve voor spoedhulp.

Verordening (EG, Euratom) nr. 2729/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 5).

Verordening (EGKS, EG, Euratom) nr. 2730/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot wijziging van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 7).

Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14).

Wanneer de Commissie van oordeel is dat een beroep op deze reserve dient te worden gedaan, roept zij ten spoedigste een tripartiete vergadering bijeen teneinde de instemming van de twee takken van de Begrotingsautoriteit te verkrijgen betreffende de noodzaak van het beroep op de reserve en het vereiste bedrag. De reserve wordt beschikbaar gesteld door middel van overschrijvingen naar de betrokken begrotingsonderdelen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 5 -- CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

Artikel 1 5 0 -- Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 en 5 van Besluit 94/728/EG, Euratom

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name de artikelen 4 en 5.

De verdeling van de correctie is als volgt.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HOOFDSTUK 1 9 -- KOSTEN VOOR DE LIDSTATEN IN VERBAND MET DE INNING VAN DE EIGEN MIDDELEN

Artikel 1 9 0 -- Kosten voor de lidstaten in verband met de inning van de eigen middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 9), met name artikel 2, lid 3.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 3 -- OVERSCHOTTEN

HOOFDSTUK 3 0 -- OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

Artikel 3 0 0 -- Overschot van het vorige begrotingsjaar

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van Besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 (PB L 175 van 13.7.1996, blz. 3).

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar als overschot of als tekort bij de ontvangsten of bij de uitgaven opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 (PB L 175 van 13.7.1996, p. 3).

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde en/of aanvullende begroting.

Een tekort wordt in hoofdstuk B0-3 0 van de staat van uitgaven van afdeling III «Commissie» opgenomen.

HOOFDSTUK 3 4 -- OVERSCHOT AAN EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT IN VERBAND MET DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID INZAKE JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Artikel 3 4 0 -- Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan het communautaire beleid inzake justitie en binnenlandse zaken

Post 3 4 0 0 -- Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan het communautaire beleid inzake justitie en binnenlandse zaken uit hoofde van het begrotingsjaar 2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Protocollen gehecht aan het Verdrag van Amsterdam voor Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland betreffende het beleid inzake justitie en binnenlandse zaken, en met name de respectieve artikelen 3 en 5.

HOOFDSTUK 3 5 -- OVERSCHOT AAN EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT BETREFFENDE DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

Artikel 3 5 9 -- Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van de begrotingsjaren vanaf 1991

Post 3 5 9 6 -- Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1996

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Nieuwe post

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van het begrotingsjaar 1996.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PARTB -- B. FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2000 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 94/728/EG, Euratom van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, en in artikel 10 van het Verdrag van 22 april 1970 houdende wijziging van een aantal budgettaire bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben

Omschrijving // Bedrag

Uitgaven //

A. Afdeling III «Commissie» (deel B) //

1. Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (onderafdeling B1) // 41 493 900 000

2. Structurele acties, structurele en cohesie-uitgaven, financieel mechanisme, overige landbouwacties, overige regionale acties, vervoer en visserij (onderafdeling B2) // 31 956 998 244

3. Opleiding, jeugdzaken, cultuur, audiovisuele sector, voorlichting en overige acties op sociaal gebied (onderafdeling B3) // 718 545 000

4. Energie, nucleaire veiligheidscontrole van Euratom en milieu (onderafdeling B4) // 188 200 000

5. Bescherming van de consument, interne markt, industrie en trans-Europese netwerken, ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid (onderafdeling B5) // 1 012 062 000

6. Onderzoek en technologische ontwikkeling (onderafdeling B6) // 3 600 000 000

7. Externe maatregelen (onderafdeling B7) // 5 480 572 279

8. Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (onderafdeling B8) // 30 000 000

9. Garanties, reserves en compensaties (onderafdeling B0) // 203 000 000

Subtotaal van deel B van afdeling III // 84 683 277 523

B. Afdeling III «Commissie» (deel A) // 3 069 303 410

Subtotaal van afdeling III // 87 752 580 933

C. Afdelingen I, II, IV, V, VI, VII en VIII (overige instellingen) // 1 634 370 360

Totaal van de uitgaven // 89 386 951 293

Ontvangsten //

Diverse ontvangsten (titels 4 tot en met 9) // 674 114 692

Overschot van het vorige begrotingsjaar // 3 209 100 914

Overschot van eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde en van eigen middelen op basis van het bruto nationaal product betreffende de voorgaande begrotingsjaren // p.m.

Overschot van eigen middelen uit de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw // p.m.

Totaal van de ontvangsten // 3 883 215 606

Uit de eigen middelen als bedoeld in artikel 2 van Besluit 94/728/EG, Euratom te dekken kredieten // 85 503 735 687

//

Bedrag van de uit de eigen middelen als bedoeld in artikel 2 van Besluit 94/728/EG, Euratom te financieren uitgaven // 85 503 735 687

Nettobedrag (= 90 %) van de douanerechten, landbouwheffingen en bijdragen en heffingen «suiker» en «isoglucose» (zie tabel 7) // -13 703 670 000

Blijft te financieren // 71 800 065 687

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Blijft te financieren uit de aanvullende eigen middelen:

71 800 065 687 euro - 34 048 587 740 euro=37 751 477 947 euro.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Limiet van de eigen middelen in procent van het bruto nationaal product: 1,27 %.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verdeling van de aandelen der lidstaten

Duitsland:

(9 809 216 000)/(38 840 786 500 - 7 529 532 000) × 3 353 279 436 × (2)/(3 )=700 345 458

Overige landen (bijvoorbeeld België):

(1 017 440 000)/(38 840 786 500 - 7 529 532 000 - 9 809 216 000) × (3 353 279 436 - 700 345 458)/1=125 532 337

Door de correctie voor het Verenigd Koninkrijk bevroren BTW-percentage (bijvoorbeeld België):

(125 532 337)/(1 017 440 000)=0,123380579859770

Brutobedrag:

0,123380580 × 38 840 786 500=4 792 198 761

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. STAAT VAN UITGAVEN

ONDERAFDELING B1 -- EUROPEES ORIËNTATIE- EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW, AFDELING GARANTIE

TITEL B1-1 -- PLANTAARDIGE PRODUCTEN

HOOFDSTUK B1-1 5 -- GROENTEN EN FRUIT

Artikel B1-1 5 0 -- Verse groenten en fruit

Volgende alinea toevoegen:

Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/99 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Post B1-1 5 0 9 -- Overige interventies

Volgende alinea toevoegen:

Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/99 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name het artikel 52, leden 1 en 2.

TITEL B1-3 -- BIJKOMENDE UITGAVEN

HOOFDSTUK B1-3 3 -- VETERINAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN

Artikel B1-3 3 3 -- Fytosanitaire maatregelen

Volgende alinea schrappen:

«Een bedrag van maximaal 40.000 kan worden gebruikt ter dekking van uitgaven voor studies, .... waarvan zij een integrerend bestanddeel uitmaken»

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL B1-4 -- PLATTELANDSONTWIKKELING

HOOFDSTUK B1-4 0 -- PLATTELANDSONTWIKKELING

Volgende alinea toevoegen:

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Artikel B1-4 0 7 -- Bosbouw

Post B1-4 0 7 0 -- Bosbouw (nieuwe regeling, artikel 31)

Toelichting als volgt wijzigen (cursief, vet):

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name artikel 31.

Post B1-4 0 7 1 -- Bosbouw (nieuwe regeling, andere)

Toelichting als volgt wijzigen (cursief, vet):

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name de artikelen 30 en 32.

Artikel B1-4 0 8 -- Bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden

Post B1-4 0 8 0 -- Belangrijkste maatregelen in verband met de landbouwsector

Nieuwe post

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toelichting (van het oude artikel 408) als volgt wijzigen (cursief, vet):

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name artikel 33, punten 1 tot 4, 7 tot 9 en 14.

Post B1-4 0 8 1 -- Overige maatregelen

Nieuwe post

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toelichting (van het oude artikel 408) als volgt wijzigen (cursief, vet):

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), met name de niet door post B1-4080 bestreken punten van artikel 33.

Artikel B1-4 0 9 -- Andere

Post B1-4 0 9 2 -- Overgangsmaatregelen

Nieuwe post

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Volgende alinea toevoegen:

Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie van 9 december1999 tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de in Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad voorziene steun voor plattelandsontwikkeling, met name het artikel 4, lid 2.

HOOFDSTUK B1-4 1 -- Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlagingen/opschortingen van voorschotten uit hoofde van de plattelandsontwikkeling

Nieuw hoofdstuk

Artikel B1-4 1 0 -- Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlagingen/opschortingen van voorschotten uit hoofde van de plattelandsontwikkeling

Nieuw artikel

Post B1-4 1 0 0 -- Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren uit hoofde van de plattelandsontwikkeling

Nieuwe post

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Volgende alinea's (van post 3700) toevoegen:

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 16.6.1999, blz. 103).

Deze post is ingesteld overeenkomstig artikel 102 van het Financieel Reglement, waarin is bepaald dat de gevolgen van de in artikel 7, leden 3 en 4, en artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 1258/1999 bedoelde besluiten worden verantwoord op de rekening van het begrotingsjaar waarin de rekeningen worden goedgekeurd.

Post B1-4 1 0 1 -- Verlagingen/opschortingen van voorschotten uit hoofde van de plattelandsontwikkeling

Nieuwe post

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Volgende alinea toevoegen:

Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 14), meer in het bijzonder artikel 13, waarin is bepaald dat de Commissie bij duidelijke niet-naleving van de voorschriften de maandelijkse voorschotten aan de lidstaten tijdelijk kan verlagen of opschorten, onverminderd de besluiten die in het kader van de goedkeuring van de rekeningen zullen worden genomen.

ONDERAFDELING B2 -- STRUCTURELE ACTIES, STRUCTURELE EN COHESIE-UITGAVEN, FINANCIEEL MECHANISME, OVERIGE LANDBOUWACTIES, OVERIGE REGIONALE ACTIES, VERVOER EN VISSERIJ

TITEL B2-1 -- STRUCTUURFONDSEN

HOOFDSTUK B2-1 6 -- INNOVERENDE ACTIES EN TECHNISCHE BIJSTAND

Artikel B2-1 6 4 -- Voltooiing van de vroegere programma's

Volgende alinea's toevoegen:

Meer specifiek voor het EOGFL, afdeling Oriëntatie:

Verordening (EEG) nr. 270/79 van de Raad van 6 februari 1979 inzake de ontwikkeling van de landbouwvoorlichting in Italië (PB L 38 van 14.2.1979, blz. 6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1760/87 (PB L 167 van 26.6.1987, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 458/80 van de Raad van 18 februari 1980 betreffende de herstructurering van wijngaarden in het kader van collectieve maatregelen (PB L 57 van 29.2.1980, blz. 27), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 596/91 (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 16).

ONDERAFDELING B5 -- BESCHERMING VAN DE CONSUMENT, INTERNE MARKT, INDUSTRIE EN TRANS-EUROPESE NETWERKEN, RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID

TITEL B5-3 -- INTERNE MARKT

HOOFDSTUK B5-3 1 -- NORMALISATIE EN EVALUATIEMAATREGELEN

Artikel B5-3 1 2 -- Subsidie aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

Volgende alinea's toevoegen:

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 21.01.2000, blz. 1).

Dit krediet dekt tevens de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 bedoelde speciale bijdrage, die verschilt van de in artikel 57 van Verordening (EEG) nr. 2309/93 bedoelde bijdrage en door het Bureau uitsluitend wordt gebruikt ter compensatie van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van alle vergoedingen die verschuldigd zijn voor een weesgeneesmiddel. Deze speciale bijdrage wordt beperkt tot 1 miljoen euro.

ONDERAFDELING B7 -- EXTERNE MAATREGELEN

TITEL B7-5 -- SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN MIDDEN-EN OOST-EUROPA EN MET DE NIEUWE ONAFHANKELIJKE STATEN VAN DE VOORMALIGE SOVJETUNIE EN MONGOLIË

HOOFDSTUK B7-5 4 -- SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN DE BALKAN

Artikel B7-5 4 7 -- Tijdelijk burgerlijk bestuur

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Nieuw artikel

Volgende alinea's toevoegen:

Voorstel voor een Verordening van de Raad, op 21 februari 2000 ingediend door de Commissie, betreffende de ondersteuning van bepaalde door de internationale gemeenschap in de nasleep van conflicten tot stand gebrachte entiteiten om het tijdelijk burgerlijk bestuur van bepaalde regio's of de tenuitvoerlegging van vredesakkoorden te verzekeren (COM(2000) 95 def.).

In Kosovo en Bosnië-Herzegovina heeft de internationale gemenschap entiteiten tot stand gebracht om het tijdelijk burgerlijk bestuur en de tenuitvoerlegging van de vredesakkoorden te verzekeren, met name de Tijdelijke Missie van de VN voor Kosovo (MINUK) en het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina (OHR).De tijdige vestiging en de normale werking van deze entiteiten zijn beslissende factoren bij het zo efficiënt mogelijke gebruik van de communautaire steun uit hoofde van dit beleid. Derhalve moet een juridisch kader worden geschapen voor de financiële ondersteuning van deze beide entiteiten door de Gemeenschap. De financiering zal bestaan uit een subsidie voor de begroting van het OHR.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL B7-6 -- ANDERE SAMENWERKINGSMAATREGELEN

Nieuwe titel

HOOFDSTUK B7-6 7 -- Snellereactiefaciliteit

Nieuw hoofdstuk

Artikel B7-6 7 1 -- Snellereactiefaciliteit

Nieuw artikel

Volgende alinea's toevoegen:

Voorstel voor een Verordening van de Raad tot instelling van een Snellereactiefaciliteit (COM(2000) 119, goedgekeurd door de Commissie op 11 april 2000.

Met deze Verordening wordt beoogd het juridisch kader te creëren waarbinnen kan worden opgetreden om te voorkomen dat crisissituaties zich verbreiden of tot gewapende conflicten escaleren, teneinde duurzame economische en sociale ontwikkeling te bevorderen.

De kredieten zijn met name bestemd ter dekking van:

- alle niet-militaire activiteiten ter bestrijding of oplossing van opkomende crisissituaties en van ernstige conflictrisico's of het uitbreken van conflicten;

- alle organisatorische maatregelen voor de planning, tenuitvoerlegging en controle en het financiële onderzoek van dergelijke steunmaatregelen, waaronder informatie- en communicatiebeheer, technische bijstand en opleiding, de aankoop en/of levering van essentiële producten en outillage, veilig vervoer en alle huishoudelijke uitgaven i.v.m. dergelijke maatregelen;

- maatregelen die nodig zijn om de coördinatie van de Gemeenschap met de lidstaten en andere donorlanden, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en hun vertegenwoordigers te verbeteren.

Indien de bovengenoemde maatregelen daarvoor in aanmerking komen, worden zij gefinancierd krachtens Verordening nr. 1257/96 van de Raad betreffende humanitaire hulp. In specifieke veiligheids- of crisisbeheersituaties kan de Commissie besluiten dat een interventie in het kader van de Snellereactiefaciliteit doeltreffender is wanneer deze gecombineerd wordt met een maatregel krachtens de verordening van de Raad betreffende humanitaire hulp.