Home

Inleiding van een herzieningsprocedure in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ureum uit Rusland

Inleiding van een herzieningsprocedure in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ureum uit Rusland

Inleiding van een herzieningsprocedure in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ureum uit Rusland

Publicatieblad Nr. C 062 van 04/03/2000 blz. 0019 - 0020


Inleiding van een herzieningsprocedure in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op ureum uit Rusland

(2000/C 62/06)

Na de publicatie van het bericht dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ureum uit Rusland binnenkort zouden vervallen(1), werd bij de Commissie, op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 905/98(3) (hierna "de basisverordening" genoemd), het verzoek ingediend opnieuw een onderzoek naar deze invoer in te stellen.

1. Indiener van het verzoek

Het verzoek werd op 3 december 1999 ingediend door de "European Fertilizer Manufacturers Association (EFMA)", namens producenten wier gezamenlijke productie een groot deel uitmaakt van de productie van ureum (hierna "het betrokken product" genoemd) in de Gemeenschap.

2. Product

Het verzoek heeft betrekking op ureum dat momenteel is ingedeeld onder de GN-codes 3102 10 10 en 3102 10 90. Deze codes worden slechts ter informatie vermeld.

Ureum wordt vervaardigd uit ammoniak en wordt hetzij als meststof gebruikt of als additief in dierenvoedsel (ureum voor landbouwdoeleinden), hetzij als grondstof bij de productie van bepaalde lijm- en kunststoffen (ureum voor industriële doeleinden).

3. Thans geldende maatregelen

Momenteel zijn op bedoelde invoer definitieve antidumpingrechten van toepassing die bij Verordening (EG) nr. 477/95 van de Raad(4) werden ingesteld. Deze rechten zijn variabele rechten die van toepassing zijn wanneer het ureum beneden een bepaalde minimumprijs wordt ingevoerd.

4. Motivering

Hoewel sinds het vorige onderzoek aanzienlijk minder ureum uit Rusland in de Gemeenschap is ingevoerd zal, volgens de indiener van het verzoek, het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk leiden tot een voortzetting of een herhaling van dumping en van de schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap heeft geleden.

Volgens de indiener van het verzoek hebben de Russische exporteurs van ureum hun verkoop in de Gemeenschap tegen dumpingprijzen voortgezet. Ook zouden zij op andere markten tegen dumpingprijzen verkopen, hetgeen erop wijst dat de invoer met dumping zou worden voortgezet indien de maatregelen vervallen.

Daar de normale waarde voor Rusland overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening wordt vastgesteld, heeft de indiener van het verzoek voorgesteld de normale waarde vast te stellen aan de hand van de prijzen in een derde land met markteconomie.

De bewering dat dumping plaatsvindt is daarom gebaseerd op een vergelijking van de normale waarden in de Verenigde Staten van Amerika, Polen en Slowakije met de prijzen bij uitvoer van het betrokken product vanuit Rusland naar de Gemeenschap.

De indiener van het verzoek beweert voorts dat de bedrijfstak van de Gemeenschap waarschijnlijk opnieuw schade zal lijden indien de maatregelen vervallen, gezien de aanzienlijke productie in Rusland en het lage binnenlandse verbruik. De capaciteit die voor uitvoer beschikbaar is, is goed voor meer dan de helft van het totale verbruik in de Gemeenschap.

Indien opnieuw aanzienlijke hoeveelheden ureum met dumping uit Rusland worden ingevoerd, zouden de prijzen in de Gemeenschap nog meer dalen en zou de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap, die ondanks de thans geldende maatregelen nog precair is, nog verder achteruitgaan. De prijzen van deze bedrijfstak zouden sinds 1995/1996 met meer dan 40 % zijn gedaald waardoor de winstgevendheid voortdurend sterk onder druk heeft gestaan.

5. Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een herzieningsprocedure in te leiden. Zij heeft derhalve, op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening een onderzoek geopend.

a) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de producenten in de Gemeenschap, aan organisaties van producenten in de Gemeenschap, de producenten/exporteurs, de importeurs en de organisaties van producenten/exporteurs en importeurs die in het verzoek zijn genoemd en aan de Russische autoriteiten. De partijen die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid, zullen ook een exemplaar van de vragenlijst ontvangen.

Producenten/exporteurs en importeurs die niet aan het onderzoek hebben deelgenomen dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en die van oordeel zijn dat zij mogelijk belang hebben bij dit onderzoek, wordt verzocht zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Commissie om eventueel, uiterlijk 15 dagen na de publicatie van dit bericht, een vragenlijst aan te vragen, daar alle vragenlijsten binnen de in punt 7, onder a), vermelde termijn bij de Commissie moeten zijn ingediend. Vragenlijsten dienen schriftelijk op onderstaand adres te worden aangevraagd, onder vermelding van de naam, adres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.

b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

c) Selectie van het derde land met markteconomie

Voor het vaststellen van de normale waarde wordt, overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening, overwogen een derde land met markteconomie te kiezen. De Commissie is van oordeel dat Slowakije het meest passende derde land is van de drie landen die de indiener van het verzoek heeft voorgesteld, onder meer omdat het ook bij het vorige onderzoek als referentieland werd gebruikt. Binnen de in punt 7, onder b), vermelde termijn kunnen op- of aanmerkingen over de keuze van dit referentieland worden gemaakt.

6. Belang van de Gemeenschap

Om de Commissie in staat te stellen met kennis van zaken te besluiten of het in het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven, wordt de producenten in de Gemeenschap, de importeurs en de representatieve organisaties van producenten, importeurs en gebruikers, overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening, verzocht binnen de termijn die in punt 7, onder a), van dit bericht is genoemd contact met de Commissie op te nemen en inlichtingen te verstrekken, mits zij kunnen aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product. Met informatie die op grond van dit artikel wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien bij die informatie, op het moment dat ze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

7. Termijnen

Alle opmerkingen en verzoeken in het kader van de hieronder vermelde punten moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) binnen de hierna genoemde termijnen door de Commissie worden ontvangen.

a) Algemene termijn

Binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen dienen belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, contact op te nemen met de Commissie, hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en informatie te verstrekken. Zij kunnen binnen dezelfde termijn aanvragen door de Commissie te worden gehoord. Deze termijn geldt voor alle belanghebbenden, ook voor die welke niet bij de Commissie bekend zijn. Deze hebben er derhalve belang bij ten spoedigste contact op te nemen met de Commissie.

b) Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie

Partijen bij het onderzoek die opmerkingen wensen te maken over het voornemen van de Commissie, als in punt 5, onder c), genoemd, Slowakije te kiezen als derde land met markteconomie (referentieland) voor het vaststellen van de normale waarde, dienen dit binnen tien dagen na publicatie van dit bericht te doen.

c) Correspondentieadres van de Commissie

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraten C en E

DM 24 - 8/37

Wetstraat 200 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Indien blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en wordt gebruikgemaakt van de beschikbare gegevens.

(1) PB C 252 van 3.9.1999, blz. 2.

(2) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(3) PB L 128 van 30.4.1998, blz. 18.

(4) PB L 49 van 4.3.1995, blz. 1.