Home

Advies van het Comité van de Regio's over de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Evaluatie van de brugfase van TIDE (Technology Initiative for Disabled and Elderly people — Technologisch initiatief ten behoeve van gehandicapten en ouderen)"

Advies van het Comité van de Regio's over de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Evaluatie van de brugfase van TIDE (Technology Initiative for Disabled and Elderly people — Technologisch initiatief ten behoeve van gehandicapten en ouderen)"

Advies van het Comité van de Regio's over de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Evaluatie van de brugfase van TIDE (Technology Initiative for Disabled and Elderly people — Technologisch initiatief ten behoeve van gehandicapten en ouderen)"

Publicatieblad Nr. C 357 van 14/12/2001 blz. 0024 - 0026


Advies van het Comité van de Regio's over de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's 'Evaluatie van de brugfase van TIDE (Technology Initiative for Disabled and Elderly people - Technologisch initiatief ten behoeve van gehandicapten en ouderen)'"

(2001/C 357/06)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien de "Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Evaluatie van de brugfase van TIDE (Technology Initiative for Disabled and Elderly People - Technologisch Initiatief ten behoeve van gehandicapten en ouderen)" (COM(2000) 727 def.);

gezien het besluit van de Europese Commissie van 20 november 2000 om het Comité hierover te raadplegen, overeenkomstig art. 265, eerste alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

gezien het besluit van de voorzitter van het CvdR van 7 februari 2001 om commissie 5, "Sociaal beleid, volksgezondheid, consumentenbescherming, onderzoek, toerisme", te belasten met het opstellen van dit advies;

gezien het door commissie 5 op 19 april 2001 goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 65/2001 rev.) (rapporteur: de heer Pella (I/EVP)),

heeft tijdens zijn 39e zitting op 13 en 14 juni 2001 (vergadering van 13 juni), met algemene stemmen het volgende advies uitgebracht.

1. Algemene opmerkingen

1.1. Het "technologisch initiatief voor gehandicapten en ouderen" (TIDE) is een initiatief van de Gemeenschap gericht op bevordering en toepassing van technologie met als hoofddoelstelling "het stimuleren van het tot stand komen van een interne markt voor revalidatietechnologie in Europa ten einde de sociaal-economische integratie van gehandicapten en ouderen te bevorderen".

1.2. De zogenoemde "brugfase" van dit initiatief had betrekking op de periode 1993-1994 en moest de schakel vormen tussen de proeffase van TIDE, waarmee al in 1991 een aanvang was gemaakt, en de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten van TIDE in het kader van het in 1994 gestarte programma Telematicatoepassingen.

1.3. In november 1993 en april 1994 werden na een openbare aanbesteding, gepubliceerd in het PB van 21 april 1993, 55 projecten geselecteerd.

1.4. Na de voltooiing hiervan is het initiatief in 1999 en 2000 geëvalueerd.

1.5. Een panel van onafhankelijke deskundigen heeft de brugfase van TIDE geëvalueerd op basis van een beoordeling van de resultaten en effecten van de activiteiten, zoals bepaald in de beschikking van de Raad van 21 september 1993, die de juridische grondslag van dit initiatief vormt.

2. Evaluatie van de brugfase van TIDE

2.1. De 55 geselecteerde projecten hebben betrekking op de volgende toepassingsgebieden:

a) toegang tot technologie en bijbehorende diensten

b) dagelijks leven thuis en zorg op afstand

c) mobiliteit en vervoer

d) besturing en manipulatie

e) herstel en verbetering van functies

f) gebruikers- en marktvraagstukken.

2.2. Bij de evaluatie is bijzondere aandacht besteed aan de vijf beginselen waaraan de projectwerkzaamheden volgens de beschikking van de Raad moesten voldoen:

- gebruikersgeoriënteerdheid

- marktgeoriënteerdheid

- innovatie en aanpassing van technologie

- multidisciplinaire aanpak

- technologische verificatie.

2.3. Bij de beoordeling van de resultaten is het evaluatiepanel gestuit op grote verschillen in het niveau van de projectresultaten en in de mate waarin de projecten aan deze vijf beginselen beantwoorden.

2.4. Ook bleken er tussen de zes toepassingsgebieden verschillen te bestaan ten aanzien van de mate waarin de resultaten van de diverse projecten op een bepaald terrein commercieel benut en door de markt geaccepteerd worden.

3. Algemene aanbevelingen van het evaluatiepanel

3.1. De evaluatie wordt afgesloten met drie algemene aanbevelingen van het evaluatiepanel voor de brugfase van TIDE:

- "De Europese Unie dient door te gaan met het steunen van een brede en geïntegreerde reeks maatregelen die op ouderen en gehandicapten zijn gericht ten einde de ontwikkeling en introductie van producten en diensten van de revalidatietechnologie voor verschillende categorieën gebruikers te bevorderen."

- "Als integrerend deel van dit proces zouden er ten behoeve van ouderen en gehandicapten overtuigende en goed onderbouwde onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten moeten worden ontplooid zowel in het kader van de technologie van de informatiemaatschappij als op andere onderzoeksterreinen."

- "Deze activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling dienen te worden aangevuld met een sterk kader voor het sociaal beleid van de Europese Unie, waarmee het mogelijk is nieuwe, op technologieën van de informatiemaatschappij gebaseerde systemen en diensten waarmee aan de noden van ouderen en gehandicapten kan worden voldaan, te verspreiden en ingang te doen vinden op basis van het beginsel 'toegang voor allen'."

4. Specifieke aanbevelingen van het evaluatiepanel

4.1. Het evaluatiepanel heeft bovendien 13 specifieke aanbevelingen gedaan, waarvoor wordt verwezen naar de mededeling.

4.2. De Commissie reageert op elke aanbeveling van het evaluatiepanel afzonderlijk, en laat zien dat veel van deze aanbevelingen hebben geleid tot specifieke programma's die de Commissie in de jaren volgend op de TIDE-brugfase heeft uitgevoerd.

5. Uitvoering van de aanbevelingen van het evaluatiepanel

5.1. Het Comité van de Regio's waardeert de reacties van de Commissie op de aanbevelingen van het evaluatiepanel.

5.2. Het is met name ingenomen met het feit dat veel van de aanbevelingen - vooral de drie algemene aanbevelingen, waarin belangrijke richtsnoeren worden gegeven voor alle toekomstige initiatieven op dit gebied - zich reeds vóór de evaluatie van de brugfase van TIDE hebben vertaald in concrete projecten en initiatieven van de Commissie.

5.3. De eerste algemene aanbeveling ("De Europese Unie dient door te gaan met het steunen van een brede en geïntegreerde reeks maatregelen die op ouderen en gehandicapten zijn gericht ten einde de ontwikkeling en introductie van producten en diensten van de revalidatietechnologie voor verschillende categorieën gebruikers te bevorderen") heeft een concrete uitwerking gekregen in het vierde kaderprogramma (1994-1998) en is ook in het vijfde kaderprogramma (1998-2002) terug te vinden.

5.4. De tweede algemene aanbeveling ("Als integrerend deel van dit proces zouden er ten behoeve van ouderen en gehandicapten overtuigende en goed onderbouwde onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten moeten worden ontplooid zowel in het kader van de technologie van de informatiemaatschappij als op andere onderzoekterreinen") is concreet uitgevoerd in het kader van de activiteiten van het vijfde kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO) (1998-2000).

5.5. De derde algemene aanbeveling ("Deze activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling dienen te worden aangevuld met een sterk kader voor het sociaal beleid van de Europese Unie, waarmee het mogelijk is nieuwe, op technologieën van de informatiemaatschappij gebaseerde systemen en diensten waarmee aan de noden van ouderen en gehandicapten kan worden voldaan, te verspreiden en ingang te doen vinden op basis van het beginsel 'toegang voor allen'") is voor de Commissie de directe aanleiding geweest voor het initiatief "eEurope - Een informatiemaatschappij voor iedereen" en de Mededeling "Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking".

5.6. De dertien specifieke aanbevelingen zijn eveneens gedeeltelijk uitgevoerd in het kader van het vijfde kaderprogramma.

5.7. Het Comité is het met de Commissie eens dat de aanbeveling inzake de multidisciplinaire aanpak in de huidige initiatieven niet uit de verf komt, en het spoort de Commissie dan ook aan de nodige stappen te nemen om hier alsnog in te voorzien.

6. Conclusies

Het Comité van de Regio's:

6.1. herhaalt zijn eerdere opmerking in het advies over de Mededeling "Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking"(1), en breidt deze uit tot ouderen: het nastreven van synergie op het vlak van werkgelegenheid, onderwijs, beroepsopleiding, vervoer, de interne markt, de informatiemaatschappij, nieuwe technologieën en consumentenbescherming draagt bij tot het bevorderen van gelijke kansen voor gehandicapten en ouderen;

6.2. waardeert het dat wordt gewezen op het belang van de moderne massamedia voor de verspreiding van kennis over alle initiatieven die als doelstelling hebben "het stimuleren van het tot stand komen van een interne markt voor revalidatietechnologie in Europa ten einde de sociaal-economische integratie van gehandicapten en ouderen te bevorderen";

6.3. merkt echter op dat er ook nog steeds gebruik moet worden gemaakt van de traditionele media (radio, pers) om ervoor te zorgen dat deze informatie ook ouderen bereikt, aangezien in deze leeftijdscategorie slechts weinigen bekend zijn met nieuwe informatiemiddelen als Internet;

6.4. hoopt dan ook dat hiermee rekening wordt gehouden bij het kiezen van de wijze waarop de projectresultaten worden verspreid, door de informatie telkens goed af te stemmen op de betreffende doelgroep;

6.5. wijst erop dat tevens aandacht moet worden besteed aan het belang van de technologie voor de waarborging van leef- en woonomstandigheden die voldoen aan de specifieke behoeften van ouderen en personen met een handicap;

6.6. acht het verder van groot belang dat personen die technische hulpmiddelen willen aanschaffen in aanmerking kunnen komen voor financiële bijstand, en dat vormen van cofinanciering worden uitgewerkt voor ondernemers die t.b.v. innoverende producten gebruik willen maken van de nieuwe technologieën die voortkomen uit communautaire onderzoeksprojecten;

6.7. hoopt dat de Commissie alle initiatieven bevordert waarmee synergie tot stand wordt gebracht tussen communautaire acties en universitair onderzoek en waarbij alle belanghebbenden worden betrokken, en tevens wordt samengewerkt met de lokale en regionale overheden, de lidstaten, NGO's en alle andere actoren in deze sector;

6.8. wijst erop dat bestudering van het verslag over de evaluatie van de brugfase van TIDE aantoont dat programma's die specifiek gericht zijn op technologie t.b.v. ouderen nog ontbreken; dringt er dan ook bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat specifieke initiatieven op dit gebied worden ontplooid, hoe moeilijk het ook is om oudere personen meer vertrouwd te maken met de nieuwe technologieën en deze meer te laten gebruiken; juist vanwege dit soort moeilijkheden moeten de inspanningen niet alleen zijn gericht op het aanbieden van apparatuur waaraan moderne technologie te pas komt, maar ook en vooral op de verbetering van de dienstverlening aan ouderen;

6.9. onderstreept dat de lokale en regionale overheden onmisbare tussenschakels zijn bij alle pogingen om ouderen meer vertrouwd te maken met de nieuwe technologieën; gezien de vertrouwensband die de lagere overheden vaak onderhouden met oudere bevolkingsgroepen zijn zij immers in staat om speciaal op deze doelgroep toegesneden initiatieven aan te bieden;

herinnert eraan dat de lokale en regionale overheden vanwege het feit dat zij dicht bij de plaatselijke realiteit staan en verantwoordelijkheid hebben op sociaal gebied, het best in staat zijn om ouderen te helpen; een groot deel van de steunmaatregelen t.b.v. ouderen wordt immers doorgaans door hen gefinancierd;

6.10. dringt er bij de Commissie op aan, rekening te houden met alle aanbevelingen van het evaluatiepanel voor de brugfase van TIDE, dus ook de aanbevelingen m.b.t. de modernisering en integratie van het personenvervoer in de Europese Unie. Dit geldt met name voor de luchtvaart, die nog tekort schiet op het vlak van voorzieningen voor personen met een handicap, en de mogelijkheid van gratis openbaar vervoer voor ouderen;

6.11. stelt vast dat de lokale en regionale overheden met een aantrekkelijke geografische en klimatologische situatie specifieke maatregelen nemen waarmee optimaal op de behoeften van dit deel van de bevolking kan worden ingespeeld;

6.12. met betrekking tot maatregelen ter bevordering van de mobiliteit binnen de Unie van personen met een handicap en ouderen, onderstreept het wederom de cruciale rol van de lokale en regionale overheden voor de modernisering van de dienstverlening in de binnenstad en perifere stadsdelen, met name ter opheffing van bouwtechnische belemmeringen;

6.13. onderstreept ten slotte dat met de behoeften van ouderen en personen met een handicap rekening moet worden gehouden tijdens de projectontwikkelingsfase van gebouwen, niet alleen openbare gebouwen, waarvoor reeds doeltreffende wettelijke voorschriften bestaan, maar ook voor particuliere woningen.

Brussel, 13 juni 2001.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Jos Chabert

(1) COM(2000) 284 def. - CDR 301/2000 fin - PB C 144 van 16.5.2001, blz. 67.