Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap
Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap
Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap
Publicatieblad Nr. 019 van 22/01/2002 blz. 0003 - 0005
Advies van het Comité van de Regio's over:
- de "Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad 'De verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening in zeehavens: van cruciaal belang voor het vervoer in Europa' en 'Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot de markt voor havendiensten'",
- het "Werkdocument van de diensten van de Commissie over praktijken op het gebied van openbare financiering en aanrekening van kosten in de zeehavens in de Gemeenschap (op basis van door de lidstaten verstrekte gegevens)", en
- het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap"
(2002/C 19/02)
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,
gezien de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad "De verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening in zeehavens: van cruciaal belang voor het vervoer in Europa" en het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot de markt voor havendiensten (COM(2001) 35 def. - 2001/0047 COD); het werkdocument van de diensten van de Commissie over praktijken op het gebied van openbare financiering en aanrekening van kosten in de zeehavens in de Gemeenschap (op basis van door de lidstaten verstrekte gegevens) (SEC(2001) 234) en het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap [COM(2001) 46 def. - 2001/0047 (COD)](1);
gezien de besluiten van de Raad van de Europese Unie van 26 februari en 13 maart 2001 om het Comité van de Regio's over deze voorstellen te raadplegen, overeenkomstig de bepalingen van art. 265, eerste alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
gezien het besluit van zijn bureau van 13 juni 2000 om commissie 3 "Trans-Europese netwerken, vervoer, informatiemaatschappij" met het opstellen van het desbetreffende advies te belasten;
gezien Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet;
gezien Richtlijn nr. 2000/52/EG van de Commissie betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven;
gezien Richtlijn 98/41/EG inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varen;
gezien het ontwerpadvies dat commissie 3 op 4 juli 2001 heeft goedgekeurd (CDR 161/2001 rev.) (rapporteur: de heer Lamberti, I/PSE);
overwegende dat de zeevaart nu al een belangrijke plaats inneemt binnen het vervoer in de Gemeenschap en dat deze moet worden uitgebreid ten einde een doeltreffend intermodaal vervoersnet tot stand te brengen, als alternatief voor het vervoer over land;
overwegende dat havens hierbij van cruciaal belang zijn, en dat bijgevolg op communautair niveau voorschriften moeten worden vastgesteld die, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, een geschikt regelgevingskader bieden voor de naleving van de bepalingen uit het EU-Verdrag die betrekking hebben op de mededinging en de fundamentele vrijheden, en om de huidige procedures binnen havens doeltreffender te maken;
gelet op het belang van de ontwikkeling van havens, niet alleen voor de kustregio's, maar ook voor de lokale overheden met het oog op de algehele economische ontwikkeling,
heeft tijdens zijn 40e zitting op 19 en 20 september 2001 (vergadering van 20 september) met algemene stemmen het volgende advies uitgebracht.
1. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap
Het Comité van de Regio's
1.1. stemt volledig in met de doelstellingen van de richtlijn, namelijk bevordering van de korte vaart door een vereenvoudiging van de meldingsformaliteiten op formulieren voor schepen die aankomen in of vertrekken uit havens in de Gemeenschap;
1.2. is het er derhalve mee eens dat de lidstaten de volgende bij het IMO FAL-Verdrag ingevoerde gestandaardiseerde IMO-formulieren dienen te erkennen:
- IMO FAL formulier 1, "algemene verklaring", voor gegevens betreffende het schip;
- IMO FAL formulier 3, "scheepsgoederenlijst";
- IMO FAL formulier 4, "verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden";
- IMO FAL formulier 5, "bemanningslijst", voor gegevens over het aantal bemanningsleden en de samenstelling van de bemanning;
- IMO FAL formulier 6, "passagierslijst", voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers;
1.3. is het met de Commissie eens dat het gebruik van onderstaande IMO FAL formulieren niet langer wenselijk is:
- IMO FAL formulier 2 "verklaring over de lading", omdat dit formulier de administratie in de scheepvaart nog ingewikkelder zou maken in plaats van gemakkelijker, en omdat de in dit formulier gevraagde informatie ook is terug te vinden in de "ladingmanifesten" die voor handelsdoeleinden en ook door de overheid worden gebruikt;
- IMO FAL formulier 6 voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers, aangezien richtlijn 98/41/EG meer gedetailleerde informatie vereist (bijv. over de noodzaak van speciale zorg of hulp), die in dit formulier niet wordt gevraagd en die is bedoeld om levens op zee te beschermen;
1.4. stemt in met de technische specificaties die op de formulieren zullen worden opgenomen, en is het ermee eens dat de bevoegde controle-instanties alle informatie die in leesbare of begrijpelijke vorm wordt aangeboden - dus ook wanneer deze door middel van technieken voor automatische gegevensverwerking zijn geproduceerd - moeten accepteren;
1.5. stemt in met de in art. 5 voorgestelde procedure voor eventuele wijzigingen van de bijlagen en verwijzingen naar IMO- instrumenten;
1.6. acht het wenselijk dat de in art. 7 voorgestelde termijn voor de datum waarop de lidstaten hun nationale wetgevingen moeten hebben geharmoniseerd, wordt vastgesteld op 1 jaar na goedkeuring van de richtlijn.
2. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot de markt voor havendiensten
Het Comité van de Regio's
2.1. is van mening dat het havenbeleid ook in de toekomst moet worden bepaald door economische en beleidsafwegingen, waarbij commerciële en zakelijke belangen nog meer de boventoon moeten gaan voeren. Er moet geleidelijk een einde worden gemaakt aan beperkingen en monopolies van overheids- en particuliere bedrijven (bijv. op het gebied van loods-, sleep-, aanmeer-en afmeer-, en stuwadoorsdiensten);
2.2. acht het wenselijk dat duidelijk wordt aangegeven dat de richtlijn ook van toepassing is op typische diensten in havens die gelegen zijn in de nabijheid van riviermondingen, maar toch als zeehavens worden erkend;
2.3. acht het zaak dat de bepaling in art. 6, lid 5, wordt verduidelijkt, aangezien de lidstaten in de richtlijn expliciet wordt gevraagd de nodige maatregelen te nemen om de toepassing van hun sociale wetgeving te waarborgen;
2.4. met betrekking tot de beperking van het aantal verleners van havendiensten (art. 7), is het van mening dat de doeltreffendheid, de doorzichtigheid en de vrije toegang tot de markt van havendiensten kunnen worden verbeterd door de toegang tot de markt voor potentiële dienstverleners te waarborgen d.m.v. openbare aanbestedingsprocedures overeenkomstig de communautaire rechtsbeginselen; deze aanpak verdient de voorkeur boven het opheffen van de beperkingen.
De bepaling dat de bevoegde instantie een vergunning verleent aan tenminste twee dienstverleners per vrachtcategorie kan bovendien moeilijk uitvoerbaar zijn en tevens onverenigbaar met bepaalde soorten verkeer: niet alleen vanwege het gebrek aan beschikbare ruimte of capaciteit - voorwaarden op grond waarvan het aantal dienstverleners mag worden beperkt - maar ook om redenen van economische efficiency, de omvang van de markt en de economische levensvatbaarheid van ondernemingen. Het toepassingsgebied van technisch-nautische diensten dient te worden uitgebreid tot aanvoerroutes naar zee en rivieren die toegang tot havens. Bovendien moet in de richtlijn de mogelijkheid worden geboden om gecombineerde aanbestedingen uit te schrijven voor loodsdiensten in havens, op zee en op rivieren. Daarnaast moet goed worden gekeken naar de problemen i.v.m. veiligheidsvoorschriften voor technisch-nautische diensten (met name loodsdiensten), die de aard hebben van algemene diensten met bijzondere kenmerken, onder meer vanwege het vereiste vakmanschap. Juist met het oog op de veiligheid in havens wijst het CvdR erop dat de mogelijkheid van zelfafhandeling moet worden uitgesloten;
2.5. is van mening dat in de richtlijn moet worden aangegeven of de in art. 7 genoemde ruimte- en capaciteitsbeperkingen het gevolg moeten zijn van een bestaande situatie, of van een besluit van de bevoegde instantie. Het begrip "uitzonderlijke omstandigheden" moet met voorbeelden worden toegelicht en ook het begrip "categorie vracht" dient nader te worden gespecificeerd;
2.6. is het ermee eens dat de selectieprocedures transparant en objectief moeten zijn, uitgaande van proportionele, niet-discriminerende en relevante criteria. Met betrekking tot art. 8, lid 6, wijst het er voorts op dat het non-discriminatiebeginsel uit art. 12, lid 4, en de mogelijkheid om in beroep te gaan (art. 13) voldoende moeten zijn, om te voorkomen dat de lidstaten een andere bevoegde instantie moeten aanwijzen voor het uitvoeren van de genoemde selectieprocedure;
2.7. acht de in art. 9 genoemde maximale looptijd van de vergunning te kort. De voorgestelde termijnen zijn onvoldoende indien de geautoriseerde dienstverlener aanzienlijke investeringen moet verrichten. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat investeringen worden afgeremd, met als bijkomend gevolg een terugval van de efficiency van het havensysteem;
2.8. zonder het subsidiariteitsbeginsel te veronachtzamen wijst het erop dat de reikwijdte en beperkingen van zelfafhandeling (art. 11) moeten worden vastgelegd, en dat een bepaling moet worden opgenomen dat de lidstaten voor het afgeven van de vergunning voor zelfafhandeling geen minder strenge criteria mogen toepassen dan die welke op dienstverleners worden toegepast;
2.9. acht het wenselijk dat de overgangsmaatregelen (art. 16) worden herzien om deze tijdelijk te verlengen, gezien de gevolgen die de nieuwe voorschriften met zich meebrengen;
2.10. is van mening dat eerlijke concurrentievoorwaarden moeten worden gecreëerd voor de mededinging tussen en binnen de Europese havens. Daartoe behoort tevens de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en verleners van havendiensten.
Het Comité van de Regio's stemt dus in grote lijnen in met de inhoud van het Commissiedocument, onder voorbehoud van bovenstaande opmerkingen.
3. Werkdocument van de diensten van de Commissie over praktijken op het gebied van openbare financiering en aanrekening van kosten in de zeehavens in de Gemeenschap
Het Comité van de Regio's juicht het werkdocument toe, maar wijst erop dat sommige aspecten nader moeten worden bekeken voordat verdere regels kunnen worden uitgewerkt; de Commissie geeft zelf toe dat de resultaten van de inventarisatie onvoldoende duidelijkheid scheppen.
Algemene opmerkingen
Het Comité van de Regio's
steunt alle maatregelen die zijn gericht op de ontwikkeling van de Europese havens en het zeevervoer;
is over het algemeen ingenomen met de door de Commissie voorgestelde maatregelen om het zeevervoer - met name de korte vaart - te verbeteren door een vereenvoudiging van procedures, zodat binnen de Europese Unie de voorwaarden worden gecreëerd voor een duurzame ontwikkeling van het vervoer, gebaseerd op intermodaal vervoer en dus op de ontwikkeling van de scheepvaart als alternatief voor het vervoer over land.
Een en ander heeft grote gevolgen voor de regio's en gemeenten - als verdedigers van de belangen van de gemeenschappen die zij vertegenwoordigen - bij hun streven naar de totstandbrenging van een duurzame ontwikkeling;
dringt erop aan dat nadere maatregelen worden vastgesteld om de administratieve formaliteiten die schepen moeten vervullen te harmoniseren en te vereenvoudigen, zodat het zeevervoer concurrerender wordt. Hiervoor dient steeds meer gebruik te worden gemaakt van de nieuwe telematica-instrumenten voor transmissie en validering van de documenten. In dit verband is het tevens zaak dat middelen worden uitgetrokken voor de modernisering van de zeevaart;
beveelt aan dat de richtlijn over de toegang tot havendiensten op de in dit advies genoemde punten wordt verduidelijkt en gewijzigd;
Brussel, 20 september 2001.
De voorzitter
van het Comité van de Regio's
Jos Chabert
(1) PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 85.