Home

Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende machtiging tot stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten

Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende machtiging tot stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten

Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende machtiging tot stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten /* COM/2001/0419 def. - ACC 2001/0167 */


Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende machtiging tot stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

In toepassing van artikel 3 van de beschikking van de Raad van 16.12.1969 [1] betreffende de geleidelijke eenmaking van de akkoorden inzake de handelsbetrekkingen tussen de lidstaten en derde landen en betreffende onderhandelingen over communautaire akkoorden, stelt de Commissie de Raad voor de lidstaten onder bepaalde voorwaarden te machtigen de bepalingen van handelsovereenkomsten en verdragen van de lidstaten betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek, en die gehecht zijn aan bijgaand voorstel voor een beschikking van de Raad, gedurende een periode van vier jaar stilzwijgend te verlengen of te handhaven.

[1] PB L 326 van 29.12.1969, blz. 39.

Tijdens het in artikel 2 van de beschikking van de Raad van 16.12.1969 bedoelde overleg hebben de diensten van de Commissie vastgesteld dat machtiging om de bepalingen van deze overeenkomsten te verlengen geen belemmering vormt voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De Commissie wenst er overigens op te wijzen dat het voorstel houdende machtiging van de lidstaten tot stilzwijgende verlenging of handhaving gedurende een periode van vier jaar van de aan bijgaand voorstel voor een beschikking van de Raad gehechte handelsovereenkomsten en verdragen, kan worden ingetrokken indien de omstandigheden daartoe nopen en met name wanneer later zou blijken dat handhaving ervan een belemmering vormt of zou kunnen vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

De vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en soortgelijke overeenkomsten die moeten worden verlengd, zijn die in de bijlage bij Beschikking 95/133/EG, met uitzondering van vijf overeenkomsten en protocollen betreffende Frankrijk en Zweden.

In antwoord op het verzoek van de Commissie betreffende de verlenging van de in de bijlage bij Beschikking 95/133/EG genoemde overeenkomsten, verklaarde de Permanente Vertegenwoordiging van Frankrijk bij de Europese Unie gunstig te staan tegenover de verlenging van de haar voorgelegde overeenkomsten, met uitzondering van de, verstreken, scheepvaart- en handelsovereenkomst met de Verenigde Staten en de handels- en scheepvaartovereenkomsten met Turkije, Polen en Roemenië, waarvoor inmiddels recentere overeenkomsten bestaan. Bijgevolg zijn drie overeenkomsten en een verdrag van Frankrijk geschrapt van de lijst in bijlage.

Anderzijds stelde de Zweedse regering tijdens de toetredingsonderhandelingen voor de handelsovereenkomst met China te verlengen. De betrokken diensten van de Commissie verlangden van de Zweedse autoriteiten dat zij de opzeggingsclausule in die zin aanpasten dat de opzeggingstermijn werd verkort van 5 tot 1 jaar; ook was er het verzoek om in de tekst van de overeenkomst een clausule op te nemen met betrekking tot het voorbehoud van de Gemeenschap. De Zweedse regering heeft de overeenkomst in deze zin gewijzigd. Niets staat derhalve verlenging in de weg van de handelsovereenkomst tussen Zweden en China en opname in de briefwisseling van 30 juni 1997 tussen de regeringen van Zweden en China betreffende de handelsovereenkomst van 15 mei 1979. Bijgevolg is de briefwisseling "Överenskommelse av den 30 juni 1997 med Kina om ändring i handelsavtalet av den 15 maj 1979" toegevoegd aan de lijst van overeenkomsten van Zweden.

De Commissie stelt derhalve voor dat de Raad zijn goedkeuring hecht aan bijgaande beschikking.

2001/0167 (ACC)

Voorstel voor een beschikking van de Raad houdende machtiging tot stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek en die vervat zijn in de tussen de lidstaten en derde landen gesloten vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,

Gelet op Beschikking 69/494/EEG van de Raad van 16 december 1969 betreffende de geleidelijke eenmaking van de akkoorden inzake de handelsbetrekkingen tussen de lidstaten en derde landen en betreffende onderhandelingen over communautaire akkoorden [2], inzonderheid op artikel 3,

[2] PB L 326 van 29.12.1969, blz. 39.

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Voor de in de bijlage genoemde verdragen, overeenkomsten en protocollen werd, laatstelijk bij Beschikking 97/351/EG [3], machtiging verleend tot handhaving of stilzwijgende verlenging na de overgangsperiode.

[3] PB L 151 van 10.06.1997, blz. 24.

(2) De betrokken lidstaten hebben verzocht om machtiging om de bepalingen van de in de bijlage genoemde vriendschaps-, handels- en scheepvaartverdragen en soortgelijke overeenkomsten met derde landen die betrekking hebben op aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek in de zin van artikel 133 van het Verdrag, stilzwijgend te verlengen of te handhaven, ten einde een onderbreking in hun op overeenkomsten berustende handelsbetrekkingen met de betrokken derde landen te vermijden.

(3) Het merendeel van de terreinen die onder bovenbedoelde bepalingen van de nationale verdragen en overeenkomsten vallen, wordt inmiddels echter door communautaire overeenkomsten bestreken. Onder deze omstandigheden gaat het enkel om het verlenen van machtiging tot het handhaven van deze bepalingen voor de terreinen die niet onder communautaire overeenkomsten vallen. Deze machtiging doet geen afbreuk aan de verplichting van de lidstaten om elke onverenigbaarheid van deze verdragen en overeenkomsten met de bepalingen van het communautaire recht te vermijden en, in voorkomend geval, ongedaan te maken.

(4) De bepalingen van de stilzwijgend te verlengen of te handhaven verdragen en overeenkomsten hoeven geen belemmering te vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

(5) De betrokken lidstaten hebben verklaard dat stilzwijgende verlenging of handhaving van deze verdragen en overeenkomsten het openen van communautaire handelsbesprekingen met de betrokken derde landen en het overnemen van de in de geldende bilaterale overeenkomsten voorkomende bepalingen op het gebied van de handel in de communautaire overeenkomsten niet in de weg staat.

(6) Tijdens het bij artikel 2 van Beschikking 69/494/EEG bedoelde overleg is, zoals blijkt uit bovengenoemde verklaringen van de betrokken lidstaten, vastgesteld dat de bepalingen van de betreffende bilaterale verdragen en overeenkomsten geen belemmering vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

(7) De betrokken lidstaten hebben zich voorts bereid verklaard deze verdragen en overeenkomsten aan te passen of, in voorkomend geval, op te zeggen, voor zover de stilzwijgende verlenging of handhaving van de bepalingen die betrekking hebben op aangelegenheden die vallen onder artikel 133 van het Verdrag een belemmering zou blijken te vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek.

(8) De bedoelde verdragen en overeenkomsten bevatten clausules waarbij zij kunnen worden beëindigd, mits een opzeggingstermijn van drie tot twaalf maanden in acht wordt genomen.

(9) Er bestaat derhalve geen enkel beletsel voor de stilzwijgende verlenging of handhaving van de betrokken bepalingen gedurende een periode van 4 jaar.

(10) Het is wenselijk te voorzien in de mogelijkheid bedoelde machtiging in te trekken indien de omstandigheden daartoe nopen en met name wanneer later zou blijken dat handhaving ervan een belemmering vormt of zou kunnen vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Het is derhalve opportuun een regeling vast te stellen waarbij de lidstaten worden verplicht de Commissie in kennis te stellen van de gevallen waarin een dergelijk risico zou kunnen bestaan,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bepalingen betreffende aangelegenheden die vallen onder de gemeenschappelijke handelspolitiek in de zin van artikel 133 van het Verdrag en die zijn vervat in de in de bijlage vermelde vriendschaps,- handels- en scheepvaartverdragen en handelsovereenkomsten, kunnen tot en met 30 april 2005 stilzwijgend worden verlengd of gehandhaafd voor de onderwerpen die niet onder overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrokken derde landen vallen en voor zover zij verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke beleidslijnen.

Deze machtiging kan worden ingetrokken indien de omstandigheden daartoe nopen en met name wanneer later zou blijken dat handhaving ervan een belemmering vormt of zou kunnen vormen voor de implementatie van de gemeenschappelijke handelspolitiek. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de gevallen waarin een dergelijk risico zou kunnen bestaan.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, op

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE