Home

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India /* COM/2001/0448 def. */

Publicatieblad Nr. 304 E van 30/10/2001 blz. 0241 - 0241


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Op 12 februari 2001 heeft Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India. Deze onderhandelingen hebben geleid tot de bijgevoegde ontwerpovereenkomst en de bijlage inzake intellectuele eigendomsrechten, welke op 21 maart 2001 zijn geparafeerd.

2. Bij de onderhandelingen over de ontwerpovereenkomst, die zal worden gesloten voor een periode van vijf jaar welke stilzwijgend kan worden verlengd, is gestreefd naar uitbreiding en intensivering van de samenwerking tussen India en de Europese Unie. Daarbij is uitgegaan van het belang van wetenschap en technologie voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling en het wederzijds verlangen om de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op gebieden van gemeenschappelijk belang uit te breiden en te versterken.

3. De ontwerpovereenkomst is gebaseerd op wederzijds belang, wederzijdse mogelijkheden om deel te nemen aan elkaars programma's en activiteiten waarop de ontwerpovereenkomst van toepassing is, non-discriminatie en effectieve bescherming van intellectuele eigendom en billijke deling van intellectuele eigendomsrechten.

De samenwerking laat de vigerende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van beide Partijen onverlet.

4. De ontwerpovereenkomst voorziet in:

- de deelname van personen en juridische entiteiten, waaronder de Partijen zelf, universiteiten, onderzoekinstellingen en andere lichamen of ondernemingen aan elkaars onderzoekprojecten;

- pooling van OTO-projecten die reeds worden uitgevoerd in overeenstemming met de voor de OTO-programma's van iedere Partij geldende procedures;

- uitwisseling en gezamenlijk gebruik van uitrusting en materiaal;

- verstrekking en uitwisseling van informatie en gegevens;

- bezoeken en uitwisselingen van wetenschapsbeoefenaars, technici of ander terzake kundig personeel voor deelname aan vergaderingen, seminars, symposia, workshops en andere voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst relevante onderzoekactiviteiten;

- uitwisseling van informatie inzake voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst relevante praktijken, wetten, voorschriften en programma's;

- andere activiteiten die gezamenlijk kunnen worden overeengekomen in het stuurcomité wanneer deze in overeenstemming met de bij elke Partij gehanteerde beleidslijnen en programma's zijn;

- bekrachtiging door de Partijen van programma's inzake technologiebeheer als voorwaarde voor de uitvoering van onderzoekprojecten overeenkomstig de bijlage bij de ontwerpovereenkomst;

- de samenwerkingsactiviteiten zijn afhankelijk van de beschikbare middelen en onderworpen aan de van toepassing zijnde wetten en voorschriften en aan de geldende beleidslijnen en programma's van India en de Gemeenschap; er vindt geen overdracht van middelen plaats.

5. Met betrekking tot de bijlage over de verspreiding en het gebruik van informatie en het beheer, de toekenning en uitoefening van intellectuele eigendomsrechten zijn beide Partijen overeengekomen dat intellectuele eigendomsrechten worden toegewezen overeenkomstig de van toepassing zijnde wetten en voorschriften van elke Partij.

Het non-discriminatiebeginsel dat in artikel 3 is vastgelegd moet deelnemers uit de Gemeenschap aan Indiase programma's en activiteiten beschermen tegen discriminerende behandeling, ook wat betreft de verspreiding en het gebruik van resultaten, met inbegrip van intellectuele eigendomsrechten. Het stuurcomité zal onder andere het efficiënte en effectieve functioneren van de overeenkomst, met inbegrip van de niet-discriminerende behandeling van de deelnemers, evalueren.

6. Gezien het bovenstaande stelt de Commissie voor dat de Raad:

- besluit dat de overeenkomst namens de Gemeenschap wordt ondertekend en de voorzitter van de Raad machtigt om de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst namen de Gemeenschap te ondertekenen;

- na raadpleging van het Europees Parlement de bijgevoegde overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India goedkeurt;

- de Indiase regering kennis geeft van de voltooiing van de procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst van de zijde van de Europese Gemeenschap.

-

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 20 December 1993 is een samenwerkingsovereenkomst inzake partnerschap en ontwikkeling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India ondertekend [2].

[2] PB L 223 van 27.8.1994, blz. 23.

(2) De Europese Gemeenschap en de Republiek India leggen specifieke OTO-programma's ten uitvoer op gebieden van gemeenschappelijk belang.

(3) Op grond van de opgedane ervaring hebben beide Partijen de wens geuit een dieper en ruimer kader voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie te creëren.

(4) Deze samenwerkingsovereenkomst op het gebied van wetenschap en technologie is onderdeel van de algemene samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India.

(5) Bij besluit van 12 februari 2001 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India.

(6) De op 21 maart 2001 geparafeerde overeenkomst moet worden ondertekend onder voorbehoud van de eventuele sluiting ervan op een later tijdstip,

BESLUIT:

Enig artikel

Onder voorbehoud van de eventuele sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad hierbij gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek India namens de Europese Gemeenschap te ondertekenen.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter