Home

Voorstel voor een Beschikking van de Raad betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

Voorstel voor een Beschikking van de Raad betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

Voorstel voor een Beschikking van de Raad betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden /* COM/2001/0732 def. - CNS 2001/0284 */

Publicatieblad Nr. 075 E van 26/03/2002 blz. 0328 - 0332


Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Het specifieke karakter van de ultraperifere regio's, waaronder de Canarische Eilanden worden gerekend, wordt erkend door artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag. Deze bepalingen stellen het kader van de normen vast die op deze regio's van toepassing zijn. Zo moet er, hoewel de bepalingen van het EG-Verdrag op deze regio's [1] van toepassing zijn, rekening worden gehouden met de structurele economische en sociale situatie van deze regio's. Door het Verdrag vastgestelde factoren die deze situatie bemoeilijken, zijn de grote afstand, het insulaire karakter, het kleine oppervlak, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten. Bovendien wordt bepaald dat door het blijvende en cumulatieve karakter van deze factoren de ontwikkeling van deze gebieden ernstig wordt geschaad. Op basis hiervan is de Raad verzocht om specifieke maatregelen te nemen die er met name op zijn gericht de voorwaarden voor de toepassing van het EG-Verdrag op deze regio's vast te stellen. Er kunnen met name specifieke maatregelen worden vastgesteld op het gebied van het fiscaal beleid. Deze specifieke maatregelen moeten rekening houden met de bijzondere kenmerken en beperkingen van deze regio's, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid. Aldus is het kader waarbinnen de nieuwe fiscale maatregelen moeten vallen die van toepassing zijn op de Canarische Eilanden.

[1] Op het gebied van belastingen heeft de Toetredingsakte van Spanje de toepassing van een reeks bepalingen van afgeleid recht van het EG-Verdrag uitgesloten voor gebieden waaronder met name de Canarische Eilanden vallen. Het gaat met name om het gemeenschappelijk BTW-stelsel dat is vastgesteld krachtens de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting en om Richtlijn 72/464/EEG van de Raad van 19 december 1972 betreffende de belasting, andere dan omzetbelasting, op het verbruik van tabaksfabrikaten (PB L 302 van 15.11.1985, blz.1067).

2. Verscheidene standpunten die door de opeenvolgende Europese Raden [2], het Europees Parlement [3], het Comité van de Regio's [4] en het Economisch en Sociaal Comité [5] zijn ingenomen, wijzen op de bijzondere kenmerken van deze regio's, waarbij de nadruk wordt gelegd op de handicaps van de regio's en op de noodzaak om specifieke maatregelen vast te stellen ter uitvoering van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag die deze handicaps moeten compenseren en die de Commissie verzoeken om onverwijld de betreffende maatregelen voor te stellen.

[2] Paragraaf 38 van de conclusies van de Europese Raad van Keulen van 4 juni 1999, paragraaf 59 van de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 24 maart 2000, paragraaf 53 van de conclusies van de Europese Raad van Feira van 20 juni 2000, conclusies van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, conclusies van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001.

[3] Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 1997 over de ontwikkelingsproblematiek van de ultraperifere regio's van de Europese Unie (PB C 150 van 19.5.1997, blz. 62).

[4] Advies van het Comité van de Regio's van 13 december 2000 over de problematiek van de ultraperifere regio's in het licht van de tenuitvoerlegging van artikel 299, lid 2 (PB C 144 van 16.5.2001, blz.11).

[5] Advies van het Economisch en Sociaal Comité van 1 maart 2001 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden (PB C139 van 11.5.2001, blz. 93).

3. De Commissie heeft in een verslag dat zij op 13 maart 2000 [6] heeft goedgekeurd, een reeks specifieke maatregelen geïdentificeerd die moeten worden goedgekeurd. Wat betreft het fiscale onderdeel wijst dit verslag erop dat op grond van artikel 299, lid 2, bijzondere belastingmaatregelen zijn toegestaan ten gunste van de ultraperifere regio's die moeten worden overwogen op grond van de aanvragen die door de betreffende lidstaten zijn ingediend. Het verslag van de Commissie geeft tevens aan dat voor elk geval moet worden gezocht naar de instrumenten die het best zijn aangepast aan de doelstellingen van regionale ontwikkeling en steun aan de regio's in kwestie, waaronder fiscale afwijkingsmaatregelen die op lange termijn kunnen worden toegepast.

[6] Verslag van de Commissie van 13 maart 2000 over de uitvoering van artikel 299, lid 2: de ultraperifere regio's van de Europese Unie (COM (2000) 147 def.).

4. Het memorandum dat de Spaanse autoriteiten op 23 november 1999 aan de Commissie hebben doen toekomen, beoogde de tenuitvoerlegging van een belasting die als neutraal kan worden aangemerkt en die rekening zou houden met de noodzaak om tot een bepaald ontwikkelingsniveau voor de productie van goederen op de Canarische Eilanden te komen.

5. Bij schrijven van 25 juli 2000 heeft Spanje de Commissie gegevens meegedeeld die een beschrijving van de sociaal-economische situatie op de Canarische Eilanden geven en die de inhoud weergeven van een nieuwe belasting, die « Arbitrio sobre los Importaciones y Entregas de Mercancías en las islas Canarias (AIEM) » wordt genoemd. Deze belasting zou de tenuitvoerlegging van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag op fiscaal gebied betekenen en zou het vervolg zijn op de belastingregeling voor de productie en de invoer (APIM) die op 31 december 2000 is komen te vervallen. Sinds die datum heeft Spanje de informatie die aan de Commissie is toegezonden, aangevuld door met name de beoogde tarieven voor deze toekomstige belasting aan te geven en door gegevens te verschaffen over de specifieke kenmerken van de Canarische Eilanden. Op basis hiervan is de Commissie overgegaan tot de evaluatie van dit belastingplan.

6. De Spaanse autoriteiten hebben echter, aangezien dit onderzoek niet kon worden afgerond voordat de toepassingsperiode van de APIM-belasting was verlopen, gevraagd om verlenging van de overgangsperiode die is voorzien in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden [7]. De Raad heeft vervolgens Verordening (EG) nr. 1105/2001 van de Raad van 30 mei 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 vastgesteld, waardoor de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1911/91 genoemde periode is verlengd tot 31 december 2001 [8].

[7] PB L 171 van 29.6.1991, blz. 1.

[8] PB L 151 van 7.6.2001, blz. 1.

7. Aangezien de Canarische Eilanden worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk BTW-stelsel, zijn de indirecte belastingen die in deze regio van kracht zijn de 'Impuesto General Indirecto Canario' (IGIC) en de belasting op de aldaar verkregen en binnengebrachte producten (APIM). De APIM-belasting die door artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1911/91 wordt toegestaan, is een degressieve indirecte belasting die van toepassing is op producten die op de Canarische Eilanden zijn binnengebracht of die aldaar zijn verkregen en waarvan lokaal geproduceerde goederen kunnen worden vrijgesteld. Het verlenen van deze vrijstellingen wordt als noodzakelijk beschouwd ter bevordering van de lokale productietakken en van de sociaal-economische ontwikkeling van deze regio.

Bovendien was tot 31 december 2000 een belasting, « arbitrio insular - tarifa especial » genaamd, toegestaan door artikel 6, lid 4, van voornoemde Verordening (EEG) nr. 1911/91. Het ging om een belasting die van toepassing was op producten die uit andere delen van de Gemeenschap waren geleverd.

De beoogde AIEM-belasting is een belasting op de leveringen van op de Canarische Eilanden geproduceerde goederen die worden verricht door de producenten van die goederen, alsmede op de invoer van vergelijkbare of soortgelijke goederen die tot dezelfde categorie behoren, zoals gedefinieerd overeenkomstig de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief. De maatstaf van heffing voor de ingevoerde goederen zal op de douanewaarde worden gebaseerd; de maatstaf van heffing voor de leveringen van op de Canarische Eilanden geproduceerde goederen door de producenten van die goederen zal worden gebaseerd op de totale waarde van de tegenprestatie. Voor lokaal geproduceerde goederen zal, net zoals voor de APIM-belasting, ook voor de AIEM-belasting vrijstelling kunnen worden verleend.

8. Verordening (EG) nr. 2674/1999 van de Raad van 13 december 1999 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 [9], heeft de degressie van de APIM opgeschort voor bepaalde sectoren die als kwetsbaar worden beschouwd en waarvoor de afschaffing van de belasting zou kunnen leiden tot het nagenoeg geheel verdwijnen van deze sectoren. Het gaat om de productiesectoren voedingsmiddelen, tabak, chemie, papier, textiel, metaalindustrie en andere producten van de verwerkende industrie. Bij het vaststellen van deze verordening heeft de Raad de Commissie verzocht om met de Spaanse autoriteiten te onderzoeken wat de invloed van de opschorting van de afschaffing van de APIM-belasting op de betrokken economische sectoren is en in het bijzonder op de producten die onder de opschortingsmaatregel vallen. De Raad heeft de Commissie eveneens verzocht om hem in voorkomend geval naar gelang van de resultaten van dit onderzoek een voorstel voor te leggen betreffende de te nemen maatregelen op grond van het Verdrag, zodat het voortbestaan van bepaalde bijzonder kwetsbare lokale productieactiviteiten niet in gevaar komt, en de afschaffing van de belasting op termijn toch wordt gegarandeerd. Deze doelstelling voor afschaffing op termijn van deze belasting moet vanaf nu in het kader van de maatregelen worden geïntegreerd die zijn vastgesteld op basis van artikel 299, lid 2, van het Verdrag dat specifieke maatregelen van lange duur toestaat die rekening houden met de in deze bepaling genoemde handicaps.

[9] PB L 326 van 18.12.1999, blz. 3.

9. Voor de evaluatie van de noodzaak om maatregelen nemen die op fiscaal gebied moeten worden vastgesteld om een bijdrage te leveren aan de sociaal-economische ontwikkeling van de Canarische Eilanden, was het dus nodig om zich op deze sectoren te richten. Bovendien moesten voor de evaluatie van de door Spanje voorgestelde maatregelen de handicaps worden geïdentificeerd waarmee de Canarische economie te kampen heeft.

10. Een van de belangrijkste handicaps waarmee de Canarische economie te kampen heeft en waaraan het ontwerp van de AIEM-belasting tegemoet komt, is van algemene en structurele aard. Het gaat om het overwicht van de toeristensector in het regionale product en om de afhankelijkheid van de Canarische economie van deze sector. De dienstensector waarbinnen het toerisme de eerste plaats inneemt, vertegenwoordigt namelijk 75,57% van het BBP. Het aandeel van de industriële sector in het BBP van de Canarische Eilanden is zeer klein met slechts 7,85% en zelfs 5% wanneer de sectoren energie en waterzuivering niet worden meegerekend. De Spaanse autoriteiten streven derhalve naar diversificatie van de sectoren voor productieactiviteiten en meer in het bijzonder naar ontwikkeling van industriële productieactiviteiten op de Canarische Eilanden. De AIEM-belasting lijkt een nuttig instrument te zijn om een autonome ontwikkeling van deze regio mogelijk te maken en om er de industriële productiesectoren te bevorderen. De AIEM maakt namelijk een aanpassing van de belasting mogelijk ten gunste van de lokale productie, terwijl de IGIC daarentegen zonder onderscheid van toepassing is op alle producten die op de Canarische markt worden gebracht. Dit vormt voor de lokale productie een steunmaatregel van dusdanige aard dat de specifieke handicaps die hieronder worden genoemd, kunnen worden gecompenseerd.

11. De door het Europees Parlement gepubliceerde studie naar de kosten die voortvloeien uit het insulaire karakter, geeft een algemene beschrijving van de handicaps in verband met de geïsoleerde ligging [10]. In tegenstelling tot de doelstellingen van de interne markt belemmert de geïsoleerde ligging van eilanden het vrije verkeer van personen, goederen en diensten. De afhankelijkheid van bepaalde vervoerswijzen, het vervoer door de lucht en over zee, wordt vergroot door het feit dat het gaat om vervoerswijzen waarvan de liberalisering nog niet is voltooid en die hoe dan ook minder efficiënt zijn en kostbaarder dan vervoer over de weg, per spoor of via trans-Europese netwerken. Deze algemene belemmering blijkt uit een reeks bijzondere handicaps die van invloed zijn op de productieactiviteit.

[10] Europees Parlement, REGI 111 EN, 2001.

12. De geringe afmeting van de regio, en dientengevolge van de markt vanwege het geïsoleerde karakter ervan, is eveneens een ongunstige factor. De Canarische producenten zijn namelijk, ondanks de vraag van de kant van de toeristensector, beperkt tot een grondgebied dat slecht 1,6 miljoen inwoners telt. Deze nadelen worden versterkt doordat, met uitzondering van de tabakssector, export slechts op zeer kleine schaal plaatsvindt en zelfs ontbreekt in de meeste industriële sectoren. De exportbelemmeringen worden door de ondernemers omschreven als zijnde met name beperkingen op vervoersgebied waar het gaat om beschikbaarheid en kosten, de geïsoleerde ligging en de langere of minder zekere leveringstermijnen die daaruit voortvloeien. Export is echter voor iedere productieactiviteit noodzakelijk wil men schaalvoordelen bereiken.

13. De geïsoleerde ligging en de geringe afmeting van de regio, die nog wordt versterkt door de opsplitsing in kleine eilandjes, brengen hogere productiekosten met zich mee waardoor de concurrentie met geïmporteerde producten niet kan worden volgehouden.

14. Het hoge niveau van productiekosten is met name te wijten aan de component van de grondstoffen en energie. De Canarische Eilanden zijn afhankelijk van internationale referentieprijzen voor het verkrijgen van grondstoffen en het vervoer ervan maakt ze bovendien extra kostbaar. De afstand vraagt op die manier om de aanleg van voorraden grondstoffen, hetgeen ook weer een financiële last vormt.

15. De productie-installaties zijn tevens minder beschikbaar wat betreft zowel de aanschaf als het onderhoud ervan, hetgeen grotere investeringen voor installaties noodzakelijk maakt.

16. De productiekosten worden bovendien opgedreven door het feit dat de afgelegen ligging extra kosten met zich meebrengt voor het verkrijgen van gespecialiseerde diensten die vanaf het vasteland moeten worden verleend, zoals reparatiewerkzaamheden en de levering van reserveonderdelen, de gespecialiseerde opleiding van bedrijfspersoneel, zowel kaderpersoneel als technici.

17. Er moet tevens rekening worden gehouden met milieukosten die hoger kunnen zijn. De kosten voor het verwijderen van industrieel afval zijn namelijk hoger door het ontbreken van recyclingbedrijven, met uitzondering van enkele producten zoals glas. De kosten voor het afvoeren van afval naar het vasteland brengen voor ondernemingen extra kosten met zich mee en hetzelfde geldt voor de verwijdering van giftig afval dat buiten de Canarische Eilanden wordt verwerkt.

18. De afstand is eveneens een ongunstige factor voor de bevordering van bedrijfsactiviteiten, zoals de aanwezigheid op beurzen en congressen.

19. Op het niveau van de distributie van producten worden de bedrijven, doordat er geen uitgebreid distributienetwerk bestaat, gedwongen om voorraden aan te leggen waardoor zij eveneens met extra kosten te maken krijgen.

20. De bedrijven worden tevens door de geringe omvang van de Canarische markt, de geïsoleerde ligging en de afhankelijkheid ervan ten aanzien van externe hulpbronnen, gedwongen om een hoge productiecapaciteit in stand te houden om te kunnen voldoen aan de vraag, die echter soms groter is dan de vraag op de Canarische markt. Deze verplichting voor de productiebedrijven om een gevarieerde reeks producten te garanderen en dus om korte productiereeksen aan te houden, staat een optimaal gebruik van schaalvoordelen in de weg en dwingt bedrijven tot overcapaciteit, hetgeen extra kosten met zich meebrengt. Een soortgelijk probleem vloeit voort uit de zeer beperkte, of zelfs afwezige, mogelijkheden voor toelevering op de Canarische markt. Hierdoor worden productiebedrijven gedwongen te grote voorraden aan te leggen.

21. Ter afsluiting van deze constateringen kan worden gesteld dat de afzijdige ligging en de geografische fragmentatie van de eilanden en de beperkte omvang van het grondgebied en van de bevolking zorgen voor handicaps die zelfs de moderne communicatietechnologie niet kan verhelpen, zoals een tekort of schaarste aan hulpbronnen en energie, de afstand tot grondstoffen en tot afzetgebieden buiten de binnenlandse markt.

22. In het algemeen heeft men tevens geconstateerd dat het de Canarische bedrijven niet lukt om profijt te trekken van de huidige tendens van mondialisering van de markten op wereldniveau. De mondialisering, die wordt gekenmerkt door een concentratie van producten en tengevolge hiervan door specialisatie van productiesectoren, heeft tot gevolg dat de lokale Canarische productie wordt vervangen door invoer van producten, die varieert per sector en per product. Geconstateerd wordt dat de Canarische markt aantrekkingskracht uitoefent op bepaalde grote buitenlandse producenten die steeds meer naar deze regio exporteren. Deze situatie is in het bijzonder opvallend in de tabakssector waar recentelijk enorme dalingen in de lokale productie hebben plaatsgevonden. Als men hierbij in aanmerking neemt dat de lokale productie veelal wordt gekenmerkt door een onderlinge afhankelijkheid van lokale bedrijven, in een schema dat dicht bij verticale integratie ligt, leidt de verplaatsing van activiteiten in een bepaalde sector tot een verlies aan activiteiten in andere sectoren die hiermee zijn verbonden.

23. De Spaanse autoriteiten beroepen zich op verscheidene studies om tot de conclusie te komen dat de kosten in verband met de ultraperifere ligging 8,3% zouden bedragen voor grote industriële bedrijven en 9,89% voor kleine en middelgrote productiebedrijven. Wat betreft de productie van tabak schatten de Spaanse autoriteiten de kosten in verband met de ultraperifere ligging op 29,4%.

24. Aan de hand van al deze gegevens geeft de kennisgeving van 12 juni 2001 een lijst met industriële producten die zijn gegroepeerd in percentages van 5% of 15% afhankelijk van de producten waarvoor ontheffingen zijn voorzien ten gunste van lokale producties, en een lijst met industriële producten waarvoor geen percentage is vastgesteld maar waarvoor de lokale producties profiteren van een verlaging van 15% van de heffingsgrondslag.

25. De industriële producten waarvoor ontheffingen gelden, behoren tot de categorie landbouw- en visserijproducten, bouwmaterialen, producten van de chemische industrie, producten van de metaalindustrie, producten van de voedings- en drankenindustrie, tabaksproducten, textiel- en lederwaren, papierproducten en artikelen van de grafische industrie en van de uitgeverij.

Deze sectoren komen overeen met de kwetsbare sectoren die zijn vastgesteld door Verordening (EG) nr. 2674/1999, en de producten van deze verschillende sectoren komen grotendeels overeen met die welke als kwetsbaar zijn vastgesteld door dezelfde verordening.

Wat betreft de tarieven die op deze verschillende producten van toepassing zijn, hebben de Spaanse autoriteiten zich gebaseerd op het niveau van de APIM-belasting zoals dit voortvloeide uit de toepassing in 1996 van Verordening (EEG) nr. 1911/91, uit de voor de toepassing van de verordening genomen besluiten en uit de toepassing van de belasting met een zogenaamd « tarifa especial ».

26. Er moet echter op een zeer bijzonder geval worden gewezen: de tabaksproducten vormen een uitzonderlijk geval. De tabaksindustrie, die een belangrijke ontwikkeling heeft doorgemaakt op de Canarische Eilanden, is sinds enkele jaren in een fase van zeer uitgesproken teruggang terechtgekomen.

De hierboven genoemde traditionele handicaps die voortvloeien uit het insulaire karakter van Canarische Eilanden liggen zonder twijfel ten grondslag aan de afname van de lokale tabaksproductie op de Canarische Eilanden. Het fenomeen van herhaalde verplaatsingen van bedrijven die op de Canarische Eilanden zijn gevestigd, is echter eveneens het gevolg van de mondialisering van de economie en van de concentratie van de productie, alsmede van de opkomst en ontwikkeling van nieuwe markten buiten Europa.

De afname van de lokale productie heeft tussen 1985 en 2000 tot een banenverlies van 67% geleid. De achtereenvolgende verplaatsingen en sluitingen betreffen productiecentra van multinationale bedrijven die een leidende rol in de wereld vervullen [11]. Dit fenomeen van een dalende lokale productie steekt bovendien af bij een lokale markt waar de verkoop gedurende dezelfde periode alleen maar constant is toegenomen. De stijging van de verkoop van tabaksartikelen wordt door de producenten gedeeltelijk toegeschreven aan het winstgevende karakter van de markt dat door de toeristen wordt gevormd. De aantrekkelijke verkoopprijs op de Canarische Eilanden van tabaksartikelen in de detailhandel is nog steeds zeer uitgesproken. Een vergelijking van de prijzen toont namelijk prijsverschillen aan in de orde van grootte van de helft ten opzichte van de verkoopprijs van tabaksartikelen in de rest van Spanje. In dit opzicht dient verder te worden opgemerkt dat de stijgingen van de belasting op tabaksartikelen sinds 1995, in het bijzonder de IGIC, de verkoop van tabaksproducten niet hebben afgeremd; de verkoop is in dezelfde periode juist alleen maar toegenomen.

[11] Philip Morris, Britisch American Tobacco en Japan Tobacco International.

Er moet eveneens op worden gewezen dat men op deze groeiende markt ondanks de daling van de lokale productie een aanzienlijk aanbod in stand heeft kunnen houden dankzij de verhoging van de invoer van 5% naar 32% tussen 1992 en 2000.

27. Gelet op al deze gegevens is het gerechtvaardigd om in de tabakssector een substantiële verhoging van het tarief van de AIEM te voorzien ten opzichte van de APIM-belasting. Deze verhoging van de belasting staat namelijk in directe relatie met de doelstelling voor het behoud van productieactiviteit op de Canarische Eilanden.

28. De samenhang van de interne markt moet echter wel in gedachten worden gehouden, en als zodanig worden de instanties die maatregelen nemen hierom verzocht door de criteria van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag. Opgemerkt zij dat de handel in deze sector een belangrijke plaats inneemt. Men heeft namelijk geconstateerd dat de invoer van tabaksartikelen op de Canarische Eilanden de afgelopen jaren is gestegen, maar dat bovendien het aandeel van de export van Canarische tabak eveneens groot is. Er wordt in dit opzicht aangenomen dat op het moment ongeveer 76% van de Canarische sigarettenproductie voor de export is bestemd en slechts 24% hiervan voor de Canarische markt. De vergelijking van de cijfers geeft aan dat het Canarische exportvolume sinds 1995 stijgt, maar dat het importvolume in nog hogere mate toeneemt. Dit betekent dat op deze groeiende markt de lokale productie niet in alle behoeften kan voorzien. Deze constateringen versterken het argument voor de noodzaak van een AIEM-belasting die een voldoende stimulans moet vormen voor het behoud of het herstel van de lokale productie, met inachtneming van het belangrijke aandeel van de handel in deze sector.

29. Dientengevolge lijkt het aanvankelijke voorstel van de Canarische autoriteiten voor een tarief van 45% buitensporig, gelet op het feit dat deze belasting vergezeld kan gaan van een volledige vrijstelling ten gunste van de lokale productie en gelet op het feit dat de lokale producenten profiteren van een voordeel ten opzichte van andere producenten doordat zij de mogelijkheid hebben om ruwe of halfbewerkte tabak tot een hoeveelheid van 20.000 ton per jaar in te voeren. Derhalve wordt voorgesteld om een tarief vast te stellen dat duidelijk hoger is dan voor andere producten, maar dat niet meer bedraagt dan 25%.

30. Wat betreft het lot van de overige producten moeten de voorwaarden van de artikelen 299, lid 2, en 90 van het EG-Verdrag alsmede de voorwaarde van de eerbiediging van de samenhang van de interne markt worden gecombineerd. Dit veronderstelt derhalve dat men zich dient te beperken tot maatregelen die strikt noodzakelijk zijn en die in verhouding staan tot de nagestreefde doelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de handicaps als gevolg van de ultraperifere ligging van de Canarische Eilanden. Het toepassingsgebied van het communautair kader dat wordt voorgesteld bestaat dus uit een lijst met kwetsbare producten waarvoor de Canarische autoriteiten een belasting mogen vaststellen waarvan de maximumtarieven door deze beschikking worden vastgelegd, en waarvoor zij volledige of gedeeltelijke vrijstellingen mogen toepassen indien die producten voortkomen uit lokale industriële activiteiten. Het spreekt evenwel voor zich dat de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van deze maatregelen bij de regionale en nationale autoriteiten berust. Derhalve zijn de tarieven die in het communautair kader zijn vastgesteld, maximumtarieven voor de betreffende producten. De regionale en nationale autoriteiten kunnen deze tarieven binnen de marge van deze maxima aanpassen naar gelang van de behoeften. Hetzelfde geldt voor de toegestane vrijstellingen. Deze kunnen volledig zijn, maar de Spaanse autoriteiten kunnen besluiten dat voor bepaalde producten een gedeeltelijke vrijstelling passender is. De tarieven en de vrijstellingen die in het communautair kader besloten liggen, moeten worden opgevat als aan maxima gebonden mogelijkheden waarbinnen de nationale en regionale autoriteiten de maatregelen voor steun die noodzakelijk is voor de lokale productie, ten uitvoer kunnen leggen. Binnen het kader van de tenuitvoerlegging van deze vrijstellingsmaatregelen kan bovendien niet voetstoots worden aangenomen dat de artikelen 87 en 88 van het Verdrag betreffende de controle op staatssteun niet van toepassing zijn.

31. Zo ook kunnen de regionale en nationale autoriteiten voor alle producten die onder het toepassingsgebied van de beschikking vallen, met name producten die a priori als niet-kwetsbaar worden beschouwd, de belasting toepassen die zij gepast achten, zonder dat zij evenwel lokale producten kunnen bevoordelen. De Commissie is namelijk van mening dat artikel 299, lid 2, geen algemene verlaging van 15% op de heffingsgrondslag toestaat voor alle producten, anders dan die welke in aanmerking kunnen komen voor een volledige of gedeeltelijke vrijstelling, zoals door de Spaanse autoriteiten is voorgesteld.

32. De lijst van kwetsbare producten van producten die onder het toepassingsgebied van deze beschikking vallen, kan naar gelang van de ontwikkeling van de behoeften worden aangepast. In dat geval zullen de Spaanse autoriteiten een kennisgeving in die zin doen toekomen aan de Commissie die zo nodig aan de Raad zal voorstellen om het toepassingsgebied van de beschikking te wijzigen.

33. Wat betreft deze doelstellingen voor steun aan de sociaal-economische ontwikkeling van de Canarische Eilanden is het nuttig erop te wijzen dat een beginsel van doelgerichtheid van de belasting en bestemming van de inkomsten wettelijk zal worden geregeld door de nationale autoriteiten bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen. De nationale autoriteiten hebben namelijk het gebruik van de middelen van de AIEM en IGIC door de regionale autoriteiten nader gepreciseerd. Het voornemen is om een specifieke bepaling inzake de AIEM in de ontwerpwetgeving op te nemen. Deze bepaling zou de doelgerichtheid van deze belasting moeten vastleggen door ervoor te zorgen dat deze middelen zullen worden geïntegreerd in de middelen van het economisch en fiscaal regime van de Canarische Eilanden en door de wettelijke verplichting vast te leggen dat de middelen besteed moeten worden aan een strategie voor economische en sociale ontwikkeling van de Canarische Eilanden door de bijdrage aan de bevordering van lokale activiteiten.

34. De looptijd van de regeling die door deze beschikking wordt vastgelegd, zal van lange duur zijn, overeenkomstig de aanwijzingen die eerder door de Commissie zijn gegeven. De duur is vastgesteld op tien jaar. Een evaluatie van het stelsel dat wordt voorgesteld lijkt evenwel noodzakelijk na afloop van een periode van vijf jaar. Derhalve is een evaluatie van de van kracht zijnde regeling voorzien en in voorkomend geval een aanpassing van de beschikking op basis van deze evaluatie.

Commentaar op de artikelen

Artikel 1

Door deze bepaling worden de Spaanse autoriteiten tot 31 december 2011 gemachtigd om een belasting toe te passen op producten die op de Canarische Eilanden zijn binnengebracht en aldaar zijn verkregen (AIEM), waarvan de tarieven worden vastgesteld door artikel 2, en om op basis van artikel 3 volledige of gedeeltelijke vrijstellingen voor deze producten toe te passen indien deze lokaal zijn geproduceerd.

Artikel 2

Deze bepaling stelt de maximumtarieven vast die de Spaanse autoriteiten mogen toepassen op de producten die in bijlage I worden genoemd. De Spaanse autoriteiten kunnen deze tarieven, binnen de marge van deze maxima, naar gelang van de behoeften aanpassen. Voor de producten die niet in bijlage I worden genoemd, zijn de Spaanse autoriteiten niet gebonden aan de maximumtarieven die op grond van deze bepaling zijn vastgesteld.

Artikel 3

Door deze bepaling worden de Spaanse autoriteiten gemachtigd om volledige of gedeeltelijke vrijstellingen van de AIEM-belasting toe te kennen voor producten die beperkend in bijlage I zijn opgesomd. Volledige vrijstellingen zijn geoorloofd, maar het gaat, net als bij de in artikel 2 genoemde tarieven, om een aan een maximum gebonden recht. De Spaanse autoriteiten zouden namelijk van mening kunnen zijn dat voor bepaalde producten gedeeltelijke vrijstellingen passender zijn. Voor producten die niet in bijlage I zijn opgesomd, kunnen de Spaanse autoriteiten een belasting toepassen die zij passend achten, zonder dat evenwel lokale producten mogen worden bevoordeeld.

Artikel 4

Deze bepaling staat toe het communautair kader aan te passen na afloop van een periode van 5 jaar middels een voorstel dat de Commissie aan de Raad voorlegt, op basis van een evaluatieverslag dat de Spaanse autoriteiten aan de Commissie moeten overleggen met het oog op de verificatie van de invloed van de genomen maatregelen en de bijdrage ervan aan de bevordering of het behoud van lokale economische activiteiten.

Artikel 5

Bij dit artikel worden maatregelen vastgesteld voor de inwerkingtreding en de toepassing van de beschikking. Ter waarborging van de continuïteit zal de beschikking op 1 januari 2002 van toepassing worden.

2001/0284 (CNS)

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 299, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [12],

[12] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Europees Parlement [13],

[13] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [14],

[14] PB C van , blz. .

Gezien het advies van het Comité van de Regio's [15],

[15] PB C van , blz. .

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag zijn de bepalingen hiervan van toepassing op de ultraperifere regio's, en dus op de Canarische Eilanden, maar daarbij dient rekening te worden gehouden met de structurele economische en sociale situatie van de regio's die wordt verergerd door de grote afstand, het insulaire karakter, het kleine oppervlak, alsmede door het blijvende en cumulatieve karakter van deze factoren die de ontwikkeling van deze gebieden ernstig schaden.

(2) Het is derhalve dienstig specifieke maatregelen te nemen die er met name op zijn gericht de voorwaarden voor de toepassing van het EG-Verdrag op deze regio's vast te stellen. Er kunnen met name specifieke maatregelen worden vastgesteld op het gebied van het fiscaal beleid. Deze maatregelen moeten rekening houden met de bijzondere kenmerken en beperkingen van deze regio's, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, met inbegrip van de interne markt en het gemeenschappelijk beleid. De Europese Raad [16], het Europees Parlement [17], het Comité van de Regio's [18] en het Economisch en Sociaal Comité [19] hebben meermaals aangedrongen op de noodzaak om deze specifieke maatregelen vast te stellen.

[16] Paragraaf 38 van de conclusies van de Europese Raad van Keulen van 4 juni 1999, paragraaf 59 van de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 24 maart 2000, paragraaf 53 van de conclusies van de Europese Raad van Feira van 20 juni 2000, conclusies van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, conclusies van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001.

[17] Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 1997 over de ontwikkelingsproblematiek van de ultraperifere regio's van de Europese Unie (PB C 150 van 19.5.1997, blz.62).

[18] Advies van het Comité van de Regio's van 13 december 2000 over de problematiek van de ultraperifere regio's in het licht van de tenuitvoerlegging van artikel 299, lid 2 (PB C 144 van 16.5.2001, blz.11).

[19] Advies van het Economisch en Sociaal Comité van 1 maart 2001 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden (PB C139 van 11.5.2001, blz.93).

(3) Op het gebied van belastingen moeten de specifieke maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd, gebaseerd zijn op de instrumenten die het best zijn afgestemd op de doelstellingen voor regionale ontwikkeling en steun voor deze regio's, onder meer door afwijkende belastingmaatregelen van lange duur, met inachtneming van de criteria voor samenhang van het Gemeenschapsrecht en van de interne markt, en voorzover deze maatregelen noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot de nagestreefde doelstellingen.

(4) De regeling die op de Canarische Eilanden van toepassing is op het gebied van indirecte belastingen, wordt gevormd door verscheidene belastingen, waaronder de Impuesto General Indirecto Canario (IGIC) en de « Arbitrio sobre la Producción y sobre las Importaciónes » (APIM) (belasting op de productie en invoer), die is toegestaan tot 31 december 2001 door artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1911/91 van de Raad van 26 juni 1991 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden [20], als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2674/1999 van 13 december 1999 [21], waarmee de degressie van de APIM-belasting is opgeschort voor bepaalde sectoren die als kwetsbaar worden beschouwd, en verlengd bij Verordening (EG) nr. 1105/2001 van 30 mei 2001 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1911/91 [22].

[20] PB L 171 van 29.6.1991, blz. 1.

[21] PB L 326 van 18.12.1999, blz.3.

[22] PB L 151 van 07.6.2001, blz. 1.

(5) Bij het vaststellen van Verordening (EG) nr. 2674/1999 heeft de Raad de Commissie verzocht om met de Spaanse autoriteiten te onderzoeken wat de invloed van de opschorting van de afschaffing van de APIM-belasting op de betrokken economische sectoren is en meer in het bijzonder op de producten die onder de opschortingsmaatregel vallen. De Raad heeft de Commissie eveneens verzocht om hem in voorkomend geval naar gelang van de resultaten van dat onderzoek een voorstel voor te leggen met betrekking tot de te nemen maatregelen op grond van het Verdrag, zodat het voortbestaan van bepaalde bijzonder kwetsbare lokale productieactiviteiten niet in gevaar komt, en de afschaffing van de belasting op termijn toch wordt gegarandeerd. Deze doelstelling van afschaffing op termijn van deze belasting moet vanaf nu in het kader van de maatregelen worden geïntegreerd die zijn vastgesteld op basis van artikel 299, lid 2, van het Verdrag dat specifieke maatregelen van lange duur toestaat die rekening houden met de in deze bepaling genoemde handicaps.

(6) Bij schrijven van 25 juli 2000 en 12 juni 2001 hebben de Spaanse autoriteiten op grond van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag aan de Commissie gegevens meegedeeld met betrekking tot een nieuwe belasting, die « Arbitrio sobre los Importaciones y Entregas de Mercancías en las islas Canarias (AIEM) » wordt genoemd. De AIEM-belasting is een belasting op de leveringen van op de Canarische Eilanden geproduceerde goederen die worden verricht door de producenten van die goederen, alsmede op de invoer van vergelijkbare of soortgelijke goederen die tot dezelfde categorie behoren, zoals gedefinieerd overeenkomstig de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief. De maatstaf van heffing voor de ingevoerde goederen zal op de douanewaarde worden gebaseerd; de maatstaf van heffing voor de leveringen van op de Canarische Eilanden geproduceerde goederen door de producenten van die goederen zal worden gebaseerd op de totale waarde van de tegenprestatie. Voor lokaal geproduceerde goederen zal, net zoals voor de APIM-belasting, ook voor de AIEM-belasting vrijstelling kunnen worden verleend. De Commissie is overgegaan tot evaluatie van dit belastingplan ten aanzien van de verplichtingen die zij jegens de Raad is aangegaan bij de vaststelling van Verordening (EG) nr. 2674/1999 en ten aanzien van de handicaps die een zware stempel drukken op de industriële productieactiviteit op de Canarische Eilanden.

(7) Van de handicaps die men heeft kunnen identificeren komt op de eerste plaats het overwicht van de dienstensector, en dan met name de toeristensector, in het regionale product, alsmede de afhankelijkheid van de Canarische economie van deze sector en het kleine aandeel van de industriële sector in het Canarische BBP. De AIEM-belasting lijkt in dit opzicht een nuttig instrument ten dienste van de doelstelling van autonome ontwikkeling van de Canarische industriële productiesectoren en van de diversificatie van de Canarische economie.

(8) Voorts heeft men geconstateerd dat de geïsoleerde ligging van eilanden het vrije verkeer van personen, goederen en diensten belemmert. De afhankelijkheid van bepaalde vervoerswijzen, het vervoer door de lucht en over zee, wordt vergroot door het feit dat het gaat om vervoerswijzen waarvan de liberalisering nog niet is voltooid. De productiekosten zijn hoog, aangezien het gaat om vervoerswijzen die minder efficiënt zijn en kostbaarder dan vervoer over de weg, per spoor of via trans-Europese netwerken.

(9) Door de geïsoleerde ligging zijn de hogere productiekosten ook het gevolg van de afhankelijkheid van grondstoffen en energie, van de noodzaak om voorraden aan te leggen en van de problemen bij de levering van productie-installaties.

(10) De geringe omvang van de Canarische markt, het weinig ontwikkelde karakter van de export, de geografische versplintering van de archipel en de verplichting om gediversifieerde, maar in omvang beperkte productielijnen in stand te houden, beperken de mogelijkheden om schaalvoordelen te behalen.

(11) Het verkrijgen van gespecialiseerde diensten en onderhoudsdiensten, alsmede de opleiding van kaderpersoneel en technici voor bedrijven of de mogelijkheden voor toelevering blijken dikwijls beperkter en kostbaarder te zijn, hetgeen tevens geldt voor de bevordering van bedrijfsactiviteiten buiten de Canarische markt. Bovendien zorgen de beperkte distributiewijzen voor te grote voorraden.

(12) Op het gebied van het milieu brengen de verwijdering van industrieel afval en de verwerking van giftig afval hogere milieukosten met zich mee. Deze kosten zijn hoger door het ontbreken van recyclingbedrijven, met uitzondering van enkele producten, en door het afvoeren van afval naar het vasteland of door de verwerking van giftig afval buiten de Canarische Eilanden.

(13) In het algemeen levert de huidige tendens van mondialisering van de markten op wereldniveau, die wordt gekenmerkt door een concentratie van producten en tengevolge hiervan specialisatie van productiesectoren, voor Canarische bedrijven niet het voordeel op dat vergelijkbaar is met bedrijven die in een minder geïsoleerde en grotere markt zijn gesitueerd. Dit heeft tot gevolg dat de lokale Canarische productie geleidelijk wordt vervangen door de invoer van producten, die varieert per sector en per product. Als men hierbij in aanmerking neemt dat de lokale productie veelal wordt gekenmerkt door onderlinge afhankelijkheid van lokale bedrijven, in een schema dat dicht bij verticale integratie ligt, leidt de verplaatsing van activiteiten in een bepaalde sector tot verlies van activiteiten in andere sectoren die hiermee verbonden zijn.

(14) Op grond van al deze gegevens en van de kennisgeving van de Spaanse autoriteiten is het passend om de uitvoering van een belasting toe te staan die van toepassing is op een lijst met industriële producten waarvoor vrijstellingen kunnen worden voorzien ten gunste van lokale producties.

(15) Het is echter passend om de voorwaarden van de artikelen 299, lid 2, en 90 van het EG-Verdrag te combineren, alsmede de voorwaarden voor de eerbiediging van de samenhang van het Gemeenschapsrecht en de interne markt. Dit veronderstelt derhalve dat men zich dient te beperken tot maatregelen die strikt noodzakelijk zijn en die in verhouding staan tot de nagestreefde doelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de negatieve factoren als gevolg van de ultraperifere ligging van de Canarische Eilanden. Het toepassingsgebied van het communautair kader dat wordt voorgesteld wordt dus gevormd door een lijst met kwetsbare producten waarvoor de Canarische autoriteiten een belasting mogen vaststellen waarvan de maximumtarieven door deze beschikking worden vastgelegd en waarvoor zij volledige of gedeeltelijke vrijstellingen mogen toepassen indien die producten voortkomen uit lokale industriële activiteiten.

(16) De industriële producten waarvoor ontheffingen gelden, behoren tot de categorie landbouw- en visserijproducten, bouwmaterialen, producten van de chemische industrie, producten van de metaalindustrie, producten van de voedings- en drankenindustrie, tabaksproducten, textiel- en lederwaren, papierproducten en artikelen van de grafische industrie en van de uitgeverij. Deze sectoren en producten komen grotendeels overeen met de kwetsbare sectoren en producten die bij Verordening (EG) nr. 2674/1999 zijn vastgesteld. In het kader van de tenuitvoerlegging van deze ontheffingen gelden de bepalingen van deze beschikking, onverminderd de eventuele toepassing van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag.

(17) De maximumtarieven die voor de betrokken industriële producten kunnen worden vastgesteld, variëren per sector en per product van 5% tot 15%. De tarieven die op deze verschillende producten van toepassing zijn, komen volgens de Spaanse autoriteiten overeen met het niveau van de APIM-belasting zoals dit in 1996 voortvloeide uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1911/91, uit de voor de toepassing ervan genomen besluiten en uit de toepassing van de belasting met het zogenaamde « tarifa especial ».

(18) Het percentage dat van toepassing is op eindproducten van tabak is echter hoger, aangezien de tabakssector een uitzonderlijk geval vormt. De tabaksindustrie die een belangrijke ontwikkeling op de Canarische Eilanden heeft gekend, bevindt zich sinds enkele jaren in een fase van zeer duidelijke teruggang. De hierboven beschreven traditionele handicaps als gevolg van het insulaire karakter van de Canarische Eilanden liggen zonder twijfel ten grondslag aan de afname van de lokale tabaksproductie op de Canarische Eilanden. Het fenomeen van herhaalde verplaatsingen van bedrijven die op de Canarische Eilanden zijn gevestigd, is echter tevens het gevolg van de mondialisering van de economie en van de concentratie van de productie, alsmede van de opkomst en ontwikkeling van nieuwe markten buiten Europa. De afname van de lokale productie heeft tussen 1985 en 2000 tot een banenverlies van 67% geleid. De achtereenvolgende verplaatsingen en sluitingen betreffen productiecentra van multinationale bedrijven die een leidende rol in de wereld vervullen.

(19) Dit fenomeen van een dalende lokale productie steekt bovendien af bij de lokale markt waar de verkoop gedurende dezelfde periode alleen maar constant is toegenomen. De stijging van de verkoop van tabaksartikelen wordt door de producenten gedeeltelijk toegeschreven aan het winstgevende karakter van de markt dat door de toeristen wordt gevormd. De aantrekkelijke verkoopprijs op de Canarische Eilanden van tabaksartikelen in de detailhandel is nog steeds zeer uitgesproken. Een vergelijking van de prijzen toont namelijk prijsverschillen aan in de orde van grootte van de helft ten opzichte van de verkoopprijs van tabaksartikelen in de rest van Spanje. De stijgingen van de belasting op tabaksartikelen sinds 1995, in het bijzonder de IGIC, lijken de verkoop van tabaksproducten niet hebben afgeremd; de verkoop is in dezelfde periode juist alleen maar toegenomen. Op deze groeiende markt heeft men, ondanks de daling van de lokale productie, een aanzienlijk aanbod in stand weten te houden dankzij de verhoging van de invoer van 5% naar 32% tussen 1992 en 2000.

(20) Gelet op al deze gegevens is het gerechtvaardigd om in de tabakssector in een substantiële verhoging van het AIEM-tarief te voorzien. Deze verhoging van de belasting staat namelijk in directe relatie tot de doelstelling voor het behoud van productieactiviteit op de Canarische Eilanden.

(21) De samenhang van de interne markt moet echter wel in gedachten worden gehouden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag. De handel speelt een belangrijke rol in de tabakssector. De invoer van tabaksartikelen op de Canarische Eilanden mag de afgelopen jaren dan wel gestegen zijn, het aandeel van de export van Canarische tabak is echter even belangrijk. Er wordt in dit opzicht aangenomen dat momenteel ongeveer 76% van de Canarische sigarettenproductie voor de export is bestemd en slechts 24% voor de Canarische markt. De vergelijking van de cijfers geeft aan dat het Canarische exportvolume sinds 1995 stijgt, maar dat het importvolume in nog hogere mate toeneemt. Dit betekent dat op deze groeiende markt de lokale productie niet in alle behoeften kan voorzien. Deze constateringen versterken het argument voor de noodzaak van een AIEM-belasting die een voldoende stimulans moet vormen voor het behoud of het herstel van de lokale productie, met inachtneming van het belangrijke aandeel van de handel in deze sector.

(22) Gelet op deze gegevens, op het feit dat deze belasting vergezeld kan gaan van een volledige vrijstelling ten gunste van de lokale productie en op het feit dat de lokale producenten profiteren van een voordeel ten opzichte van andere producenten doordat zij de mogelijkheid hebben om ruwe of halfbewerkte tabak tot een hoeveelheid van 20.000 ton per jaar in te voeren [23], lijkt het aanvankelijke voorstel van de Spaanse autoriteiten voor een tarief van 45% buitensporig. Derhalve wordt voorgesteld om een tarief vast te stellen dat duidelijk hoger is dan voor andere producten, maar niet meer bedraagt dan 25%.

[23] Verordening (EG) nr. 1528/2001 van de Commissie van 26 juli 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2179/92 houdende uitvoeringsbepalingen van de specifieke maatregelen bij invoer voor tabak ten behoeve van de Canarische Eilanden (PB L 202 van 27.7.2001, blz. 9 - 10).

(23) De doelstellingen voor steun aan de sociaal-economische ontwikkeling van de Canarische Eilanden worden op nationaal niveau geregeld door de voorwaarden voor doelgerichtheid van de belasting en bestemming van de inkomsten. Er zal bij wet worden voorgeschreven dat de opbrengsten van deze belasting moeten worden geïntegreerd in de middelen van het economisch en fiscaal regime van de Canarische Eilanden en moeten worden besteed aan een strategie voor economische en sociale ontwikkeling van de Canarische Eilanden door de bijdrage aan de bevordering van lokale activiteiten.

(24) De duur van de vastgelegde regeling is vastgesteld op tien jaar. Een evaluatie van het voorgestelde systeem lijkt evenwel noodzakelijk na afloop van een periode van vijf jaar. Derhalve zullen de Spaanse autoriteiten de Commissie uiterlijk op 31 december 2005 een verslag moeten voorleggen inzake de toepassing van de regeling die in artikel 1 wordt genoemd, ter verificatie van de invloed van de genomen maatregelen en de bijdrage ervan aan de bevordering of het behoud van lokale economische activiteiten, waarbij rekening moet worden gehouden met de handicaps waarmee de ultraperifere regio's te kampen hebben. Op basis hiervan zullen het toepassingsgebied, de tarieven en de krachtens de communautaire normen toegestane vrijstellingen zo nodig worden herzien,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Tot 31 december 2011 worden de Spaanse autoriteiten gemachtigd om een belasting te heffen die « Arbitrio sobre los Importaciones y Entregas de Mercancías en las islas Canarias (AIEM) » wordt genoemd, waarvan de tarieven en vrijstellingen overeenkomstig artikel 2 en 3 worden vastgesteld, op producten die op de Canarische Eilanden zijn binnengebracht en aldaar zijn verkregen en die zijn opgesomd in bijlage 1.

Artikel 2

1. Voor de in deel A van de bijlage bedoelde producten kunnen de tarieven van de AIEM-belasting hooguit 5% bedragen.

2. Voor de in deel B van de bijlage bedoelde producten kunnen de tarieven van de AIEM-belasting hooguit 15% bedragen.

3. Voor de in deel C van de bijlage bedoelde producten kunnen de tarieven van de AIEM-belasting hooguit 25% bedragen.

Artikel 3

In afwijking van de artikelen 23, 25 en 90 van het Verdrag worden de Spaanse autoriteiten gemachtigd om voor de in de bijlage bedoelde producten die lokaal op de Canarische Eilanden worden geproduceerd, in een volledige vrijstelling dan wel een vermindering van de in artikel 1 bedoelde belasting te voorzien.

Deze vrijstellingen moeten worden geïntegreerd in de strategie voor economische en sociale ontwikkeling van de Canarische Eilanden en moeten bijdragen aan de bevordering van lokale activiteiten.

Artikel 4

De Spaanse autoriteiten leggen de Commissie uiterlijk op 31 december 2005 een verslag voor inzake de toepassing van de in artikel 1 bedoelde regeling ter verificatie van de invloed van de genomen maatregelen en de bijdrage ervan aan de bevordering of het behoud van lokale economische activiteiten, waarbij rekening moet worden gehouden met de handicaps waarmee de ultraperifere regio's te kampen hebben.

Op basis hiervan legt de Commissie de Raad een verslag voor en, in voorkomend geval, een voorstel ter aanpassing van de bepalingen van deze beschikking.

Artikel 5

Deze beschikking is van toepassing vanaf 1 januari 2002.

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

A. Lijst van de in artikel 2, lid 1 genoemde producten volgens de classificatie van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief:

Landbouw en visserijproducten:

020311 / 020312 / 020319 / 020711 / 0207 13 / 0302 69 6100 / 0302 69 9400 / 0701 90 / 0702 0703 / 0803

Bouwmaterialen:

3816 / 3824 400000 / 3824 90 4500 / 3824 90 7000 / 6809

Chemie:

2804 3000 / 2804 4000 / 2851 00 30 / 3208 / 3209 / 3210 / 3212 90 9000 / 3213 / 3214 / 3401 / 3402 / 3406 / 3814 00 90 90 / 3920 30 00 90 / 3921 90 60 / 3923 90 90 / 4012 10

Metaalindustrie:

7604 / 7608 / 8428 39 98 00 / 8479 500000

Voedingsindustrie:

0210 11 1100 / 0210 11 3100 / 0210 12 1900 / 0210 19 4000 / 0210 19 8100 / 0305 4100 / 0901220000 / 1101 / 1901200090 / 1901909196 / 2006003100 / 1601 / 1602 / 1704 90 30 00 / 1704 90 51 90 / 1704 90 5500 / 1704 90 71 / 1704907500 / 1806 / 1901 90 99 / 1904 10 10 / 1905 / 2007 91 10 / 2008 99 61 / 2008 99 68 / 2009 11 / 2009 19 / 2009 40 / 2009 50 / 2009 70 / 2009 80 / 2009 90 / 2105/ 2309

Dranken:

2201/ 2202

Textiel en leder:

6112 31 / 611241

Papier:

482290 / 4823 90 90 90

Artikelen van de grafische industrie en van de uitgeverij:

4910

B. Lijst van de in artikel 2, lid 2 genoemde producten volgens de classificatie van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief:

Landbouw en visserijproducten:

0407 00 30

Bouwmaterialen:

2523 290000 / 2523 90 / 7010

Chemie:

38099100 / 3917 / 3923 1000 / 3923 2100 / 3923 30 10 / 3924 10 10

Metaalindustrie:

730900 / 7325 / 7610 / 9403209900 / 9404

Voedingsindustrie:

0403 / 0901 21 / 1902 / 2103 / 210690 98

Dranken:

2203 / 2208 40

Textiel en leder:

6302

Papier:

4808 / 4818 10 / 4818 20 / 4818 30 / 4818 90 90 10 / 4819 / 4821 / 4823 59 10 / 4823 59 90

Artikelen van de grafische industrie en van de uitgeverij:

4909 / 4911

C. Lijst van de in artikel 2, lid 3 genoemde producten volgens de classificatie van de nomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief:

Tabak:

2402

FINANCIËLE GEGEVENS //

// DATUM: 09.2001

1. // BENAMING VAN DE MAATREGEL:

Beschikking van de Raad betreffende de AIEM-belastingregeling die van toepassing is op de Canarische Eilanden

2. // RECHTSGRONDSLAG:

Artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag

3. // FINANCIËLE GEVOLGEN:

Geen financiële gevolgen