Home

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van in de Gemeenschap

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van in de Gemeenschap

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van in de Gemeenschap /* COM/2001/0753 def. - COD 2001/0026 */

Publicatieblad Nr. 103 E van 30/04/2002 blz. 0005 - 0016


Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van in de Gemeenschap

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Het probleem: ver Documentformaten

Bij de aankomst en/of het vertrek van een schip verlangen de autoriteiten vaak documenten en gegevens, onder meer betreffende het schip, de voorraden, de eigendommen van de bemanning, de bemanning en de passagiers. Dit zijn formaliteiten die schepen die een haven aandoen moeten vervullen.

In de mededeling van de Commissie COM(1999) 317 def. betreffende de ontwikkeling van de korte vaart [1] wordt erkend dat de formaten van de documenten die bij verstrekking van deze gegevens worden overgelegd van lidstaat tot lidstaat vaak aanzienlijk verschillen.

[1] De ontwikkeling van de korte vaart in Europa - Een dynamisch alternatief in een duurzame vervoersketen - Tweede tweejaarlijks voortgangsrapport, COM(1999) 317 def. van 29.6.1999.

Het gebruik van verschillende documentformaten voor dezelfde of soortgelijke doeleinden maakt het zeevervoer, en vooral de korte vaart, een ingewikkelde zaak. Daarom adviseert de Commissie in haar mededeling dat "De lidstaten van de EU uniforme formulieren voor aankomst en vertrek van een schip te accepteren, die gebaseerd zijn op de IMO FAL-formulieren 1, 3, 4 en 5, al naar gelang van toepassing" (punt 9.2.3 van de Mededeling en aanbeveling nr. 12 in bijlage I bij deze mededeling ).

De Vervoersraad heeft de Commissie in de resolutie van 14 februari 2000 inzake de bevordering van de korte vaart [2] de Commissie uitgenodigd voorstellen in te dienen voor een uniforme toepassing van IMO FAL-formulieren in de Gemeenschap (Resolutie van de Raad, punt 12b).

[2] PB C 56 van 29.2.2000, blz. 3.

Ook het Europees Parlement was in de resolutie van 7 juli 2000 [3] inzake de mededeling van de Commissie van mening dat vereenvoudiging en stroomlijning van de administratieve formaliteiten en documenten bijzonder belangrijk zijn.

[3] Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

2. De oplossing: Erkenning van standaardformulieren voor aankomende en vertrekkende schepen in de Gemeenschap

2.1. Vergemakkelijking van het zeeverkeer in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie

Het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie inzake vergemakkelijking van het verkeer ter zee (IMO FAL-verdrag) is ondertekend op 9 april 1965, en trad in werking op 5 maart 1967. Het verdrag is door de meeste lidstaten ondertekend. Het is meermalen gewijzigd, en zal in de toekomst hoogstwaarschijnlijk weer worden herzien.

De huidige situatie is zo, dat het verdrag onder meer adviseert tot gebruik door de nationale instanties van zes standaardformulieren die moeten worden ingevuld om de aankomst en het vertrek van een schip in/uit de haven te melden:

(1) IMO Algemene verklaring (Formulier nr. 1),

(2) IMO Verklaring over de lading (Formulier nr. 2),

(3) IMO Scheepsgoederenlijst (Formulier nr. 3),

(4) IMO Verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden (Formulier nr. 4),

(5) IMO Bemanningslijst(Formulier nr. 5), en

(6) IMO Passagierslijst (Formulier nr. 6).

2.2. Implementatie van de IMO FAL-formulieren in de lidstaten

Volgens de beschikbare informatie [4]:

[4] Vergelijking van de documentatie over de korte vaart en het wegvervoer ("CODISSSART"), november 1998, Maritime Research Centre, Southampton Institute, United Kingdom.

- accepteren 2 lidstaten het IMO-formulier met de algemene verklaring ongewijzigd,

- accepteren 7 lidstaten het IMO-formulier met de verklaring over de lading ongewijzigd,

- accepteren 5 lidstaten het IMO-formulier met de scheepsgoederenlijst ongewijzigd,

- accepteren 6 lidstaten het IMO-formulier met de verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden ongewijzigd,

- accepteren 9 lidstaten het IMO-formulier met de bemanningslijst ongewijzigd.

Een aantal lidstaten aanvaardt niet alle IMO-formulieren, maar vraagt om invulling van nationale formulieren die soms op de FAL-formulieren lijken.

Tabel 1: Implementatie van FAL-standaardformulieren door de lidstaten van de EU

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bron: CODISSSART / IMO 1998b, Bijlage

Code:

1 Geen documenten vereist

2 IMO FAL-formulier ongewijzigd geaccepteerd

3 Nationaal formulier op basis van IMO FAL-formulier ingevoerd

4 IMO FAL-formulier nog niet geaccepteerd, de invoering is in beraad

5 IMO FAL-formulier wordt niet geaccepteerd; nationale formulieren blijven in gebruik

* Wordt als IMO FAL-formulier gekwalificeerd.

2.3. Erkenning van gestandaardiseerde IMO FAL-formulieren in de Gemeenschap

De Commissie heeft besloten haar voorstel op de IMO FAL-formulieren te baseren.

In het voorstel zijn de relevante bestaande IMO FAL-modelformulieren in detail weergegeven, omdat de Commissie het niet gewenst acht afzonderlijke formulieren te gaan gebruiken voor Europa voor hetzelfde doel als de IMO FAL-formulieren in de hele wereld worden gebruikt. Dat de Gemeenschap kiest voor de FAL-formulieren kan ook bijdragen tot een ruimere toepassing daarvan in hun modelformaat, hetgeen dan weer de administratieve procedures wereldwijd zal vergemakkelijken.

Voorgesteld wordt dat de lidstaten een aantal gemeenschappelijke gestandaardiseerde IMO FAL-formulieren accepteren, wanneer zij om op die formulieren te verstrekken gegevens vragen in het kader van de meldingsformaliteiten die een in een haven van de Gemeenschap aankomend of daaruit vertrekkend schip moet vervullen. De FAL-formulieren moeten dienen voor verstrekking van die gegevens in documentvorm en zullen volstaan om de aankomst en het vertrek van een schip te melden. In het voorstel worden de IMO FAL-formulieren nrs. 1, 3, 4 en 5 voor alle schepen en nr. 6 voor vrachtschepen voldoende geacht voor de respectievelijke formaliteiten:

* Verstrekking van gegevens over het schip (Algemene verklaring, formulier nr. 1);

* Verstrekking van gegevens over de scheepsvoorraden (scheepsgoederenlijst, formulier nr. 3);

* Verstrekking van gegevens over de bezittingen van de bemanningsleden (verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden, formulier nr. 4);

* Verstrekking van gegevens over het aantal bemanningsleden en de samenstelling van de bemanning (monsterrol, formulier nr. 5);

* De schepen die ten hoogste twaalf passagiers mogen vervoeren (vrachtschepen), verstrekking van gegevens over de passagiers (passagierslijst, formulier nr. 6).

De lidstaten zullen geen andere soorten gegevens kunnen vragen dan de gegevens op de betreffende IMO FAL-formulieren, en ook geen andere documenten of formaten kunnen eisen om te voldoen aan die formaliteiten waarvoor de FAL-formulieren in dit voorstel bedoeld zijn. De lidstaten zullen ook de formulieren moeten accepteren die ondertekend zijn door de ondertekenaars van het IMO FAL-Verdrag.

Er lijkt geen enkele geldige reden te bestaan om de uniforme erkenning van de betreffende IMO FAL-formulieren te beperken tot de korte vaart of tot vlaggen van landen van de Gemeenschap. Het doel van de in havens van de Gemeenschap voor te leggen documenten is voor iedere activiteit en iedere vlag hetzelfde. Het IMO FAL-verdrag maakt evenmin onderscheid naar activiteit of vlag. Daarom stelt de Commissie voor om de richtlijn te laten gelden voor alle schepen die in havens in de Gemeenschap binnenlopen of daaruit vertrekken, ongeacht hun vlag of activiteit.

De lidstaten worden niet verplicht om formaliteiten in te voeren die nu nog niet behoeven te worden vervuld. Evenmin worden zij verplicht om alle gegevens te vragen die met de IMO FAL-formulieren kunnen worden verstrekt. Zij kunnen voor de vervulling van de betreffende formaliteiten echter niet vragen bijkomende informatie over te leggen.

Verder zijn de lidstaten ook vrij om met betrekking tot andere onderwerpen en formaliteiten op een andere wijze informatie te verlangen conform andere communautaire en/of internationale regels), voorzover die onderwerpen en formaliteiten niet onder de IMO FAL-formulieren vallen (met inbegrip van informatie over registratie, tonnage, veiligheid, bemanning, vervoerde lading en douaneprocedures).

Een aantal lidstaten heeft de IMO in kennis gesteld van verschillen tussen nationale gebruikenen de standaards en aanbevolen handelwijzen van het IMO FAL-verdrag. Kennisgevingen van nationale handelwijzen die niet verenigbaar zijn met de doelstelling van deze richtlijn dienen te worden ingetrokken, omdat zij door deze richtlijn overbodig zijn geworden.

De lidstaten worden niet verplicht om het IMO FAL-Verdrag te ondertekenen of te aanvaarden.

Bij elektronische transmissie van de betreffende IMO FAL-formulieren moeten de verhoudingen van het elektronisch eindformaat worden gevolgd en bij het printen de verhoudingen van de gestandaardiseerde modelformulieren. Het voorstel beoogt geen harmonisatie van de interconnection tools of de voor de gegevensoverdracht gebruikte elektronische berichtvormen.

2.3.1. Opmerking over de IMO FAL-formulieren nrs. 2 en 6

2.3.1.1. Verklaring over de lading

De Commissie stelt geen uniform IMO FAL-formulier nr. 2 (verklaring over de lading) voor, omdat dit document gewoonlijk wordt vervangen door ladingmanifesten die voor handelsdoeleinden en ook door de overheid worden gebruikt. Opname van dat formulier in het voorstel houdt het gevaar in dat in feite een nieuw document wordt ingevoerd, waardoor de administratie in de scheepvaart nog ingewikkelder zou worden in plaats van gemakkelijker. Met andere woorden, een IMO FAL-formulier voor het verstrekken van gegevens over de lading zou dan nog toegevoegd worden aan de manifesten die tegenwoordig vaak in commercieel formaat worden geaccepteerd. Bovendien kan een manifest gedetailleerder informatie bevatten dan een IMO FAL-formulier nr. 2.

2.3.1.2. Passagierslijst

Niets wijst erop dat de passagierslijsten (IMO FAL-formulier nr. 6) in het algemeen problemen zullen veroorzaken. Zij worden overal in Europa gebruikt, tenminste voor de geregelde diensten. Bovendien bevat het IMO FAL-formulier niet alle informatie die onder meer volgens Richtlijn 98/41/EG [5] vereist is (met name over geslacht en speciale zorg of hulp).

[5] Richtlijn 98/41/EG van de Raad van 18.6.1998 inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varen, PB L 188 van 2.7.1998, blz. 35.

Om het geheel sluitend te maken stelt de Commissie echter voor om de IMO FAL-passagierslijsten te erkennen voor schepen die niet onder Richtlijn 98/41/EG vallen (vrachtschepen met ten hoogste twaalf passagiers).

* * * * *

2001/0026 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [6],

[6] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [7],

[7] PB C [...] van [...], blz. [...].

Gezien het advies van het Comité van de regio's [8],

[8] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag [9],

[9] PB C [...] van [...], blz. [...].

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De bevordering van duurzaam vervoer, zoals scheepvaart, en met name de bevordering van de korte vaart, is gevestigd beleid van de Gemeenschap.

(2) Vergemakkelijking van het zeevervoer is een belangrijke doelstelling voor de Gemeenschap, waarmee verdere versterking van de positie van de scheepvaart binnen het vervoer wordt beoogd, als alternatief voor en aanvulling op andere vervoerswijzen in een vervoerketen van deur tot deur.

(3) De bij zeevervoer verlangde administratieve procedures geven aanleiding tot bezorgdheid en worden als een belemmering voor een volledige ontplooiing van deze tak van vervoer beschouwd.

(4) Het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie inzake het vergemakkelijken van het verkeer ter zee, zoals gewijzigd, hierna "het IMO FAL-Verdrag" genoemd, aangenomen door de Internationale Conferentie van 9 april 1965 inzake vergemakkelijking van reizen en vervoer over zee, geeft een aantal modellen voor gestandaardiseerde faciliteringsformulieren ter vervulling van bepaalde meldingsformaliteiten bij aankomst in en/of vertrek uit een haven.

(5) Weliswaar gebruiken de meeste lidstaten deze formulieren, maar zij passen de in het kader van de IMO opgestelde modellen niet op uniforme wijze toe.

(6) Uniformering van de formulieren die bij aankomst in en/of vertrek uit een haven voor een schip worden verlangd, moet de administratieve procedures bij het aandoen van een haven vergemakkelijken en de ontwikkeling van de communautaire scheepvaart ten goede komen.

(7) Derhalve is het gewenst dat de IMO-faciliteringsformulieren, hierna "IMO FAL-formulieren" genoemd, door de Gemeenschap worden erkend. De lidstaten moeten deze IMO FAL-formulieren erkennen en de daarop vermelde categorieën gegevens als voldoende bewijs beschouwen dat een schip heeft voldaan aan de meldingsformaliteiten waarvoor deze formulieren zijn bedoeld.

(8) Bij bepaalde IMO FAL-formulieren, met name de verklaring inzake de lading, en - voor passagiersschepen - de passagierslijst, zou erkenning de meldingsformaliteiten enkel ingewikkelder maken, omdat in die formulieren niet alle nodige gegevens kunnen worden verstrekt of omdat er reeds een vaste afhandelingspraktijk bestaat. Derhalve dient erkenning van deze formulieren niet verplicht te worden voorgeschreven.

(9) Zeevervoer is een wereldomvattende activiteit en invoering van de IMO FAL-formulieren in de Gemeenschap kan de weg vrijmaken voor intensiever gebruik daarvan in de hele wereld.

(10) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, kunnen de doelstellingen van het overwogen optreden, het vergemakkelijken van het vervoer ter zee, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en derhalve kunnen zij wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Deze richtlijn beperkt zich tot het vereiste minimum om deze doelstellingen te verwezenlijken en gaat niet verder dan hiertoe nodig is.

(11) Daar de nodige maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn maatregelen van algemene strekking zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [10], dienen deze maatregelen volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van genoemd besluit te worden vastgesteld,

[10] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1 - Doel

Deze richtlijn heeft tot doel het zeevervoerte vergemakkelijken door middel van standaardisering van de meldingsformaliteiten.

Artikel 2 - Werkingssfeer

Deze richtlijn is van toepassing op de meldingsformaliteiten bij de aankomst in en/of het vertrek uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap, als beschreven in bijlage I, deel A, met betrekking tot een schip, de scheepsvoorraden, de bezittingen van de bemanning, de bemanningslijst, en bij een schip dat ten hoogste twaalf passagiers mag vervoeren, de passagierslijst.

Artikel 3 - Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

(a) "IMO FAL-Verdrag": het verdrag inzake de vergemakkelijking van het verkeer ter zee van de Internationale Maritieme Organisatie, aangenomen door de Internationale Conferentie van 9 april 1965 inzake vergemakkelijking van reizen en vervoer over zee;

(b) "IMO FAL-formulieren": bij het IMO FAL-Verdrag ingevoerde gestandaardiseerde IMO-modelfaciliteringsformulieren van A4-formaat;.

(c) "Meldingsformaliteit": de gegevens die op verzoek van een lidstaat voor administratieve en procedurele doeleinden moeten worden verstrekt, wanneer een schip in een haven aankomt en/of daaruit vertrekt;

(d) "Schip": zeegaand vaartuig, ongeacht het type, dat in het mariene milieu wordt geëxploiteerd;

(e) "Scheepsgoederen": goederen voor gebruik aan boord, met inbegrip van verbruiksgoederen, voor de verkoop aan passagiers en bemanningsleden vervoerde goederen, brandstof en smeermiddelen, doch met uitzondering van scheepsuitrusting en reserveonderdelen;

(f) "Scheepsuitrusting": goederen, niet zijnde reserveonderdelen, die zich aan boord van het schip bevinden voor gebruik aan boord en verplaatsbaar zijn, doch geen verbruiksgoederen, met inbegrip van toebehoren, zoals reddingsboten, reddingsmiddelen, meubilair, scheepstoestellen en soortgelijke voorwerpen;

(g) "Reserveonderdelen": voor reparatie of vervangingsdoeleinden bestemde voorwerpen voor inbouw in het schip waarop zij worden vervoerd;

(h) "Bezittingen van de bemanning": kleding, voorwerpen voor dagelijks gebruik en andere zaken, waaronder eventueel geld, die aan de bemanningsleden toebehoren en zich aan boord bevinden;

(i) "Bemanningslid": een persoon die gedurende een reis daadwerkelijk aan boord taken verricht met betrekking tot de werking of het onderhoud van het schip, en die op de bemanningslijst staat.

Artikel 4 - Accepteren van formulieren

De lidstaten accepteren dat aan de in artikel 2 bedoelde meldingsformaliteiten wordt voldaan met informatie die wordt verstrekt overeenkomstig

(a) de respectievelijke specificaties van bijlage I, delen B en C, en

(b) de desbetreffende modelformulieren van bijlage II met de daarop vermelde categorieën gegevens.

Artikel 5 - Wijzigingsprocedure

Wijzigingen van de bijlagen en verwijzingen naar IMO-instrumenten om deze in overeenstemming te brengen met in werking getreden communautaire of IMO-maatregelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 6, lid 2 voorzover die wijzigingen het toepassingsgebied van deze richtlijn niet uitbreiden.

Artikel 6 - Comité

(1) De Commissie wordt bijgestaan door het met toepassing van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad [11] ingestelde comité.

[11] PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/74/EG van de Commissie (PB L 276 van 13.10.1998, blz. 7).

(2) Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van artikel 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

(3) Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 7 - Tenuitvoerlegging

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ... [12] op 30 juni 2002 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

[12] Achttien maanden na de inwerkingtreding van deze reichtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 8 - Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 9 - Bestemming

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europese Parlement Voor de Raad

De Voorzitster De Voorzitter

BIJLAGE I

Deel A

Lijst van meldingsformaliteiten als bedoeld in artikel 2 met betrekking tot schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten van de Gemeenschap

1. IMO FAL Formulier 1, algemene verklaring

De algemene verklaring is het bij aankomst en/of vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over het schip bevat.

2. IMO FAL Formulier 3, scheepsgoederenlijst

De scheepsgoederenlijst is het bij aankomst en vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over de scheepsvoorraden bevat.

3. IMO FAL Formulier 4, verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

De verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden is het bij aankomst en vertrek over te leggen basisdocument dat de door de autoriteiten van een lidstaat gevraagde gegevens over de bezittingen van de bemanningsleden bevat. Deze verklaring is niet vereist bij vertrek.

4. IMO FAL Formulier 5, bemanningslijst

De bemanningslijst is het basisdocument dat de autoriteiten van een lidstaat voorziet van informatie over het aantal bemanningsleden en de samenstelling van de bemanning bij aankomst en/of vertrek van het schip. Wanneer de autoriteiten informatie over de bemanning vragen bij vertrek van het schip, wordt het bij aankomst overgelegde exemplaar van de bemanningslijst geaccepteerd indien het nogmaals wordt ondertekend en daarop aantekening wordt gedaan van elke wijziging in het aantal bemanningsleden of de samenstelling van de bemanning, dan wel wordt bevestigd dat geen wijziging heeft plaatsgevonden.

5. IMO FAL Formulier 6, passagierslijst

Voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers, is de passagierslijst het basisdocument dat de autoriteiten van een lidstaat voorziet van informatie over de passagiers bij aankomst en/of vertrek van het schip.

Deel B

Ondertekenende partijen

1. IMO FAL Formulier 1, algemene verklaring

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een algemene verklaring die is gedateerd en ondertekend door de kapitein, de scheepsagent of enige andere persoon die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze is geauthentiseerd.

2. IMO FAL Formulier 3, scheepsgoederenlijst

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een scheepsgoederenlijst die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd en persoonlijk op de hoogte is van de situatie met betrekking tot de scheepsvoorraden, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze is geauthentiseerd.

3. IMO FAL Formulier 4, verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een verklaring over de bezittingen van de bemanningsleden die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze is geauthentiseerd. De autoriteiten van de lidstaat kunnen ook verlangen dat ieder bemanningslid zijn handtekening plaatst of, indien de betrokkene daartoe niet in staat is, zijn merkteken aanbrengt op de verklaring over zijn bezittingen.

4. IMO FAL Formulier 5, bemanningslijst

De autoriteiten van de lidstaat accepteren een bemanningslijst die is gedateerd en ondertekend door de kapitein of door een andere scheepsofficier die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze is geauthentiseerd.

5. IMO FAL Formulier 6, passagierslijst

Voor schepen die zijn gecertificeerd voor het vervoer van ten hoogste 12 passagiers, accepteren de autoriteiten van de lidstaat een passagierslijst die is gedateerd en ondertekend door de kapitein, de scheepsagent of enige andere persoon die daartoe naar behoren door de kapitein is gemachtigd, dan wel op een voor de betrokken autoriteit aanvaardbare wijze is geauthentiseerd.

Deel C

Technische specificaties

1. Qua formaat dienen de IMO FAL Formulieren de verhoudingen van de in bijlage II opgenomen modellen zo dicht te benaderen als technisch mogelijk is. Zij moeten worden gedrukt op afzonderlijke vellen papier van A4-formaat (210 x 297 mm) staand. Ten minste 1/3 van de ommezijde van de formulieren dient te worden gereserveerd voor officieel gebruik door de autoriteiten van de lidstaten.

Met het oog op de erkenning van IMO FAL Formulieren worden de formaten en layout van de gestandaardiseerde faciliteringsformulieren die op basis van het IMO FAL-Overeenkomst zoals van kracht op 1 mei 1997 door de IMO zijn aanbevolen en gereproduceerd geacht gelijkwaardig te zijn met de in bijlage II weergegeven formaten.

2. De autoriteiten van de lidstaat accepteren alle informatie die in leesbare of begrijpelijke vorm wordt aangeboden, met inbegrip van met inkt of onuitwisbaar potlood ingevulde of door middel van technieken voor gegevensverwerking geproduceerde formulieren.

3. Wanneer een lidstaat in elektronische vorm geleverde meldingen van schepen accepteert moet hij, ongeacht de gebruikte methode voor elektronische datatransmissiede transmissie van die meldingen accepteren wanneer deze geproduceerd wordt met technieken van elektronische gegevensverwerking of uitwisseling, die voldoen aan internationale normen, en op voorwaarde dat die meldingen in een leesbare en begrijpelijke vorm gebeuren en de vereiste informatie bevatten.

De lidstaten mogen vervolgens de verkregen gegevens verwerken, in elk formaat dat zij geschikt achten.

BIJLAGE II

Modellen van IMO FAL-formulieren als bedoeld in artikel 4 en bijlage I

Om met de reproductie verband houdende redenen worden de modellen in deze bijlage weergegeven op 4:5 van het werkelijke A4-formaat

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

EFFECTBEOORDELINGSFORMULIER EFFECT VAN HET VOORSTEL OP HET BEDRIJFSLEVEN, MET NAME OP HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF (MKB)

Titel van het voorstel

Voorstel voor Richtlijn 2000/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens in de Gemeenschap.

Referentienummer van het document

COM(...).....def. van

Voorstel

1. Waarom is, gelet op het subsidiariteitsbeginsel, communautaire wetgeving op dit gebied noodzakelijk en wat zijn de voornaamste doelstellingen-

Het Verdrag voorziet in de instelling van een gemeenschappelijk vervoersbeleid en de maatregelen om een dergelijk beleid ten uitvoer te leggen omvatten maatregelen die gericht zijn op het bevorderen van het zeevervoer, de werkgelegenheid in de maritieme sector en duurzame mobiliteit.

De Gemeenschap heeft er belang bij de scheepvaart aantrekkelijker te maken voor de vervoersgebruikers en eveneens om deze te bevorderen als alternatief voor en aanvulling op het verstopte vervoer over land. De Commissie is immers voorstander van een totaalbenadering om met name van de korte vaart een echt deur-tot-deur-concept met éénloketsystemen te maken.

In de Mededeling van de Commissie betreffende de korte vaart (COM(1999) 317 def.) werden gebieden aangewezen die belemmeren dat de ontwikkeling van de scheepvaart zijn volledige potentieel bereikt. Documentaire en administratieve verplichtingen, en in het bijzonder de diversiteit van de administratieve documenten die door de verschillende lidstaten met hetzelfde doel worden geëist, werden als een dergelijke belemmering aangewezen. In de mededeling werd erkend dat vergemakkelijkende maatregelen, zoals vergrote uniformiteit in de formaten van documenten, dienden te worden nagestreefd. Hoewel de mededeling betrekking had op de korte vaart lijkt er geen reden te zijn om de grote vaart van de werkingssfeer van de vergemakkelijking uit te sluiten.

De meeste lidstaten baseren nu al verscheidene van de documenten die vereist zijn voor schepen die aankomen in en vertrekken uit havens op modelformulieren die in het kader van de IMO op mondiaal niveau zijn uitgewerkt. De toepassing van deze gestandaardiseerde modellen verschilt echter zozeer, dat hieraan iets moet worden gedaan. Sommige lidstaten nemen de faciliteringsdocumenten van de IMO in hun modelvorm over, maar niet voor alle doeleinden. In sommige lidstaten moeten nationale formulieren of toegepaste FAL-formulieren van de IMO worden gebruikt. Er zijn communautaire maatregelen nodig om deze situatie te uniformiseren.

Effect op het bedrijfsleven

2. Waarop is het voorstel van invloed:

- welke bedrijfstakken-

- welke bedrijfsomvang (met welk aandeel van kleine en middelgrote bedrijven)-

- zijn er bijzondere geografische gebieden van de Gemeenschap waar deze bedrijven voorkomen-

Dit voorstel is van invloed op alle scheepvaartondernemingen die zeevervoersdiensten naar/van/tussen havens in de Gemeenschap verrichten. Verder is het van invloed op ondernemingen in sectoren die voor de scheepvaart werken, zoals scheepsagenten, scheepsbevrachters en expediteurs.

Het voorstel is zowel op grote als op kleine en middelgrote ondernemingen van invloed, omdat er geen reden is om één categorie ervan van de voorgestelde vergemakkelijking uit te sluiten. Het aantal door de EU gecontroleerde schepen bedroeg in 1999 ongeveer 8 400 met een totaal dwt van 240 miljoen. In het zeevervoer van de EU waren direct ongeveer 146 000 mensen tewerkgesteld.

Het voorstel maakt geen onderscheid tussen branche of vlag. Het is dan ook van invloed op alle ondernemingen, ongeacht hun nationaliteit of plaats van vestiging, die binnen de Europese of in de overzeese handel naar/van Europa werkzaam zijn. Het is ook van invloed op kortevaartactiviteiten in de Middellandse Zee, Oostzee en Zwarte Zee.

3. Wat moeten de bedrijven doen om aan de voorgestelde wetgeving te voldoen-

Het voorstel houdt geen eisen voor de bedrijven in. Alle eisen zijn voor de lidstaten bedoeld.

4. Welke economische gevolgen zal het voorstel waarschijnlijk hebben:

- voor de werkgelegenheid-

- voor de investeringen en de oprichting van nieuwe bedrijven-

- voor het concurrentievermogen van de bedrijven-

Van het voorstel worden voordelige gevolgen verwacht voor de werkgelegenheid, vooral in de sector van de korte vaart, aangezien het beoogt de procedures in de scheepvaart te vergemakkelijken en daardoor de attractiviteit ervan te vergroten. Er kan worden vermeld dat de groei van de scheepvaart ook voordelige gevolgen moet hebben voor andere toeleveringsactiviteiten, zoals de scheepsbouw.

Met het aantrekkelijker maken van de korte vaart voor de klanten moet het marktaandeel ervan vergroten en nieuwe investeringskansen en bedrijven worden gecreëerd. Vergemakkelijking kan eveneens als voordeling worden beschouwd voor het concurrentievermogen van de scheepvaart in vergelijking met andere vervoerswijzen en voor het concurrentievermogen van Europa in verhouding tot de mondiale markten.

5. Bevat het voorstel maatregelen om rekening te houden met de bijzondere situatie van kleine en middelgrote bedrijven (minder zware of andere eisen, enz.)-

Er is in geen specifieke maatregelen voorzien om rekening te houden met de bijzondere situatie van kleine en middelgrote bedrijven omdat de vergemakkelijking op alle bedrijven betrekking heeft en geen eisen worden gesteld aan bedrijven van een bepaalde grootte.

Raadpleging

6. Geef een overzicht van de organisaties die over het voorstel zijn geraadpleegd en zet hun standpunten in grote lijnen uiteen.

- Forum voor de maritieme industrie (dat reders, expediteurs, havens enz. omvat);

- Knooppunten voor de korte vaart (vertegenwoordigers van de nationale maritieme autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van de korte vaart) in hun hoedanigheid van knooppunten en niet van regeringsvertegenwoordigers.

De industrie vraagt al lang om vergemakkelijking van de documenten en administratie in de scheepvaart. Het voorstel komt voor een deel aan hun verzoek tegemoet en kreeg positieve respons.

Vanuit het oogpunt van het bevorderen van de korte vaart achten de nationale knooppunten eveneens vergemakkelijking aangewezen. Wat het algemene kader van het voorstel betreft hebben zij zich in positieve zin uitgelaten.

Afgezien van specifiek overleg met organisaties en personen verzocht de Vervoersraad in zijn resolutie van 14 februari 2000 betreffende de bevordering van de korte vaart de Commissie voorstellen in te dienen met betrekking tot de uniforme toepassing van de FAL-formulieren van de IMO in de Gemeenschap. Ook het Europees Parlement is in zijn op 7 juli 2000 aangenomen resolutie betreffende de mededeling van de Commissie van oordeel dat het bijzonder belangrijk is om de administratieve formaliteiten en documenten te vereenvoudigen en stroomlijnen.

* * * * *