Voorstel voor een Verordening van de Raad tot aanpassing van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegden die zijn vastgelegd in volgens de instemmingsprocedure goedgekeurde besluiten van de Raad
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot aanpassing van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegden die zijn vastgelegd in volgens de instemmingsprocedure goedgekeurde besluiten van de Raad
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot aanpassing van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegden die zijn vastgelegd in volgens de instemmingsprocedure goedgekeurde besluiten van de Raad
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
Bij Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [1] werd Besluit 87/373/EEG van 13 juli 1987 ingetrokken.
[1] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
Verklaring nr. 2 van de Raad en de Commissie ad Besluit 1999/468/EG bepaalt dat de Raad en de Commissie overeenkomen dat de bepalingen met betrekking tot de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die op grond van Besluit 87/373/EEG zijn vastgelegd, moeten worden aangepast teneinde deze met de artikelen 3, 4 en 5 van Besluit 1999/468/EG in overeenstemming te brengen.
De gezamenlijke verklaring voorziet in de automatische aanpassing van de procedures van het type I, IIa, IIb, IIIa en IIIb, terwijl de wijziging van de vrijwaringsprocedures van geval tot geval zou moeten geschieden.
Deze verordening is niet van invloed op de inhoudelijke bepalingen van de gewijzigde wetgevende besluiten, noch op de toepassing hiervan.
Deze verordening, die strekt tot aanpassing van de wetgevende besluiten tot instelling van de comités, alsmede van de wetgevende besluiten waarin naar deze comités wordt verwezen, is niet van invloed op de aard van de comités zoals bedoeld in het basisbesluit.
Deze verordening is niet van toepassing op de wetgevende besluiten die reeds bij een besluit tot wijziging van het basisbesluit zijn aangepast.
De verordening laat de sinds 18 juli 1999, datum van inwerkingtreding van Besluit 1999/468/EG van de Raad, ingediende voorstellen voor wetgevende besluiten van de Commissie tot wijziging van het basisbesluit onverlet.
Deze verordening is van toepassing op de wetgevende besluiten die ten tijde van de inwerkingtreding van dit besluit nog steeds van kracht zijn.
2001/0313 (AVC)
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot aanpassing van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegden die zijn vastgelegd in volgens de instemmingsprocedure goedgekeurde besluiten van de Raad
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 161,
Gezien het voorstel van de Commissie [2],
[2]
Gezien de instemming van het Europees Parlement2,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],
[3]
Gezien het advies van het Comité van de Regio's [4],
[4]
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Besluit 87/373/EEG5 is vervangen door Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [5].
[5] PB L 184 van 17.7.99, blz. 23.
(2) Overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie [6] ad Besluit 1999/468/EG dienen de bepalingen met betrekking tot de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden die op grond van Besluit 87/373/EEG zijn vastgelegd, te worden aangepast teneinde deze met de artikelen 3, 4 en 5 van Besluit 1999/468/EG in overeenstemming te brengen.
[6] PB C 203 van 17.7.1999, blz. 1.
(3) Genoemde verklaring vermeldt de wijze van aanpassing van de procedures van de comités, die automatisch geschiedt wanneer zij niet van invloed is op de in het basisbesluit vastgestelde aard van het comité.
(4) De in de aan te passen bepalingen vastgestelde termijnen moeten van kracht blijven. Daar waar geen precieze termijn voor de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen was vastgesteld, dient deze termijn op drie maanden te worden gesteld.
(5) Bijgevolg dienen de bepalingen van de besluiten die voorzien in toepassing van de bij Besluit 87/373/EEG vastgestelde comitéprocedure van het type I te worden vervangen door bepalingen die verwijzen naar de raadplegingsprocedure als bedoeld in artikel 3 van Besluit 1999/468/EG.
(6) De bepalingen van de besluiten die voorzien in toepassing van de bij Besluit 87/373/EEG vastgestelde comitéprocedures van het type IIa en IIb moeten worden vervangen door bepalingen die verwijzen naar de beheersprocedure als bedoeld in artikel 4 van Besluit 1999/468/EG,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wat de raadplegingsprocedure betreft, wordt het in bijlage I genoemde besluit overeenkomstig die bijlage gewijzigd.
Artikel 2
Wat de beheersprocedure betreft, wordt het in bijlage II genoemde besluit overeenkomstig die bijlage gewijzigd.
Artikel 3
De verwijzingen naar de bepalingen van het in de bijlagen bedoelde besluit moeten worden gelezen als verwijzingen naar deze bepalingen, zoals gewijzigd bij deze verordening.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, [...]
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE I
Raadplegingsprocedure
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
In artikel 47 komt lid 2 te luiden als volgt:
« 2. Wanneer de in lid 1, onder a), c) en d), genoemde comités als raadgevende comités fungeren, zoals bepaald in respectievelijk de artikelen 48, 50 en 51, is de in artikel 3 van Besluit 1999/468/EG bedoelde procedure van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 van dat besluit."
BIJLAGE II
Beheersprocedure
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
In artikel 47 komt lid 3 te luiden als volgt:
«3. Wanneer de in lid 1, onder a), c) en d), genoemde comités als comités van beheer fungeren, zoals bepaald in respectievelijk de artikelen 48, 50 en 51, is de in artikel 4 van Besluit 1999/468/EG bedoelde procedure van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 van dat besluit. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand."