Home

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen /* SEC/2001/1331 def. - COD 2000/0136 */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

2000/0136 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 97/24/EG betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

1. Overzicht van het dossier

- Datum van indiening van het voorstel bij het EP en de Raad (COM(2000) 314 def. - 2000/0136 (COD)): 22.6.2000

- Datum van het advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 14.2.2001

- Datum van goedkeuring van het gewijzigde voorstel: 23.5.2001

- Datum van vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: 13.7.2001

2. Doel van het voorstel van de Commissie

De emissievoorschriften voor motorfietsen zijn vastgelegd in de zogenaamde "Multirichtlijn" 97/24/EG van 17 juni 1997. Door de richtlijn werd een eerste fase van grenswaarden ingevoerd (EURO 1) en werd een verdere aanscherping van de voorschriften in het vooruitzicht gesteld.

Het huidige voorstel bevat de volgende elementen:

* Lagere emissiegrenswaarden voor motorvoertuigen op twee en drie wielen die vanaf 2003 voor nieuwe en vanaf 2004 voor alle voertuigtypes (EURO 2) gelden, met nadruk op de beperking van de uitstoot van koolwaterstoffen;

* Facultatieve grenswaarden met het oog op fiscale stimuleringsmaatregelen;

* Een derde fase van grenswaarden (EURO 3) gebaseerd op een verdere analyse en de ontwikkeling van een nieuwe testcyclus waarbij de uitstoot van NOx, koolwaterstoffen en mogelijk deeltjes wordt beperkt.

3. Opmerkingen over het gemeenschappelijk standpunt

Emissiegrenzen - fase 2003

De door de Commissie voor 2003 voorgestelde grenswaarden kunnen in het gemeenschappelijk standpunt op ruime steun rekenen, met uitzondering van de enigszins minder strenge grenswaarde voor koolwaterstoffen voor motorfietsen van meer dan 150cc (1 g/km in plaats van 1,2 g/km). Dit is in overeenstemming met de prioriteiten van het voorstel van de Commissie en het AUTO-OIL II programma waarin staat dat de uitstoot van koolwaterstoffen, als precursoren voor ozon, de hoofdprioriteit voor deze grenswaardenfase voor motorfietsen vormt.

In het gemeenschappelijk standpunt wordt de verplichte toepassing van 1 januari 2004 naar 1 juli 2004 verschoven(artikel 2.3). Op die manier krijgen de fabrikanten meer speelruimte om hun nieuwe voertuigtypes aan de nieuwe voorschriften aan te passen, hetgeen ook het Parlement wenst.

Eveneens in overeenstemming met de amendementen van het Parlement is de invoering van een apart tijdschema voor "trial"-motorfietsen. De Raad heeft in zijn gemeenschappelijk standpunt ook de 'enduro"-motorfietsen in dit tijdschema opgenomen (artikel 2.4). De data zijn 1 januari 2004 voor nieuwe types en 1 juli 2005 voor alle types.

Fiscale stimuleringsmaatregelen

De Raad is het met het voorstel van de Commissie eens om ook "facultatieve grenswaarden" vast te stellen als optie voor lidstaten die geavanceerdere schone technologieën willen stimuleren met behulp van belastingvoordelen. Voor de facultatieve waarden en de bijbehorende testmethoden heeft de Raad zich gericht naar de momenteel geldende EURO 3 grenswaarden voor personenauto's.

Verdere maatregelen (artikel 4)

De Commissie heeft in haar voorstel aangekondigd dat zij de technische en economische haalbaarheid zal onderzoeken van een verdere aanscherping van de emissienormen die dan vanaf 2006 van kracht moeten worden. Deze fase zou gebaseerd zijn op de nieuwe, mogelijk wereldwijd geharmoniseerde testcyclus die momenteel in een gecoördineerde actie op het niveau van de VN-ECE wordt ontwikkeld. De Raad is het hiermee eens maar heeft de Commissie opgedragen tegen het einde van 2002 met een voorstel te komen. Deze deadline is in overeenstemming met het door de Commissie beoogde tijdschema dat in de toelichting is uiteengezet.

De Raad heeft voorts een aantal items aan artikel 4 toegevoegd die voor verdere werkzaamheden als prioritair moeten worden beschouwd. Tegen het einde van 2002 moet de Commissie ook met voorstellen komen voor een verdere beperking van de emissies van bromfietsen, de meting van deeltjes en grenswaarden voor de uitstoot daarvan, meting van CO2-emissies en duurzaamheidseisen. Andere elementen voor artikel 4 hebben betrekking op de overeenstemming van in gebruik zijnde voertuigen, inspectie en onderhoud, boorddiagnosesystemen (OBD) en beperking van de verdampingsemissies. De Raad komt met dit standpunt ruimschoots tegemoet aan de wensen van het Parlement aangezien de meeste punten ook in de amendementen van het Parlement aan bod zijn gekomen. Voor sommige elementen komen het tijdschema en de gedetailleerde bepalingen van de amendementen echter niet overeen met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.

Het gemeenschappelijk standpunt inzake artikel 4 vormt een zeer ambitieus programma met een strak tijdschema. De verschillende elementen sluiten echter aan op de prioriteiten die de Commissie reeds heeft vastgesteld.

Manipulatievoorzieningen en abnormale emissiebeperkingssystemen

In overeenstemming met de amendementen van het Parlement heeft de Raad in het voorstel een verbod opgenomen op het gebruik van manipulatievoorzieningen en abnormale beperkingsstrategieën, alsmede bepalingen betreffende de informatie die de fabrikant moet verstrekken om de technische diensten in staat te stellen de emissiebeperkingsvoorzieningen te controleren.

4. Amendementen van het Europees Parlement in eerste lezing en het advies van de Commissie

Op 14 februari heeft het Europees Parlement 25 amendementen aangenomen. De amendementen kunnen in 3 groepen worden verdeeld:

4.1. Invoering van een bindende EURO 3 fase (van toepassing in 2006):

Amendementen 3, 5, 10, 11, 23, 24 en 25.

De voorgestelde grenswaarden voor de EURO 3 fase brengen alleen de testcyclus en de grenswaarden voor grote motorfietsen in overeenstemming met die welke momenteel voor personenauto's gelden. De Commissie heeft in haar voorstel aangekondigd dat zij onderzoek zal doen naar een verdere fase die in 2006 zou moeten ingaan en op de technische en economische haalbaarheid zou gebaseerd zijn en waarvoor een speciale testcyclus voor motorfietsen moet worden ontwikkeld die rekening houdt met het typische dynamische gebruiks- en rijpatroon van motorfietsen.

De Commissie heeft daarom alle amendementen van het Parlement waarin een bindende EURO 3 fase werd gevraagd, verworpen.

4.2. Amendementen betreffende duurzaamheid, manipulatievoorzieningen, overeenstemming van voertuigen in gebruik, CO2-diagnose en boorddiagnose (amendementen 6, 7, 8, 13, 14, 15, 16, 17, 20 en 21 (deel 4))

In het verslag worden een aantal elementen besproken die bedoeld zijn om een efficiënte werking van de emissiebeperkingsvoorzieningen tijdens de normale levensduur van het voertuig te garanderen. De tenuitvoerlegging van deze voorstellen kan aanzienlijke gevolgen hebben die zorgvuldig moeten worden geëvalueerd in het licht van de kosteneffectiviteit, de technische haalbaarheid en de praktische gevolgen voor de motorfietsensector.

De Commissie is in principe bereid sommige van deze maatregelen te bestuderen maar verwerpt amendementen die nu al een definitieve beslissing over de tenuitvoerlegging ontkrachten.

4.3. Diverse amendementen (amendementen 1, 2, 4, 12, 18, 19, 21, 22 en 26)

In het verslag worden nog andere amendementen over verschillende punten voorgesteld. Met sommige amendementen is de Commissie het volledig eens, zoals:

- de mogelijkheid om fiscale stimuleringsmaatregelen in te voeren om oudere voertuigen met de nodige voorzieningen uit te rusten (amendementen 4 en 12);

- bij het onderzoek naar toekomstige maatregelen, beperking van de economische gevolgen voor kleine fabrikanten (amendement 18).

Andere amendementen over toekomstige werkzaamheden zijn in principe of gedeeltelijk aanvaardbaar maar moeten nader worden bestudeerd voordat definitieve voorstellen worden uitgevoerd.

Eén amendement is niet aanvaardbaar:

- de datum voor EURO 2 voor "alle types" van 1 januari 2004 naar 1 januari 2005 verplaatsen (amendement 26 deel 1).

De Commissie heeft derhalve de volgende amendementen aanvaard:

- drie amendementen volledig (nummers 4, 12, en 18);

- zes amendementen gedeeltelijk (nummers 1, 14, 19, 20, 22 en 26 deel 2);

- vijf amendementen in principe (nummers 2, 7, 8, 16 en 21),

en heeft elf amendementen verworpen (nummers 3, 5, 6, 10, 11, 13, 15, 17, 23, 24 en 25).

5. conclusies

De instellingen zijn het erover eens dat er een nieuwe fase van emissiebeperkingen noodzakelijk is die in 2006 moet ingaan. Er is ook eensgezindheid over de noodzaak van een verbeterde testcyclus. Maar in tegenstelling tot het Europees Parlement kan de Raad zich wel vinden in het standpunt van de Commissie dat de testprocedure bij voorkeur moet worden vastgesteld op basis van de testcyclus die momenteel op VN-ECE niveau wordt ontwikkeld, vóórdat een besluit wordt genomen over de grenswaarden vanaf 2006.

Met de herziening van artikel 4 heeft de Raad voor de Commissie een ambitieus programma met een strak tijdschema vastgesteld. Hiermee is de Raad in grote mate aan de wensen van het Parlement tegemoetgekomen. De Commissie is het ermee eens dat maatregelen om de emissieprestaties van in gebruik zijnde voertuigen te verbeteren, inclusief de noodzakelijke beperkingssystemen, tot de prioritaire acties behoren.

Derhalve kan de Commissie in het algemeen instemmen met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad en verzoekt zij beide instellingen zo snel mogelijk tot overeenstemming te komen. De Commissie is bereid hieraan mee te werken.