Home

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt /* COM/2002/0219 def. */

Publicatieblad Nr. 203 E van 27/08/2002 blz. 0145 - 0145


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Internationale Graanovereenkomst 1995 omvat twee onderdelen, namelijk het Graanhandelsverdrag (1995) en het Voedselhulpverdrag (1999).

Het Voedselhulpverdrag 1999 is na nieuwe onderhandelingen verlengd tot juli 2002. Aangezien het huidige verdrag geen aanpassing behoeft, kan het bij besluit van het Comité voor voedselhulp worden verlengd.

Het Graanhandelsverdrag 1999 is in 2001 met twee jaar verlengd. Dit verdrag loopt af in juni 2003, tenzij het opnieuw met een termijn van ten hoogste twee jaar wordt verlengd.

Financiële consequenties

De bijdrage van de Gemeenschap in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanovereenkomst, die geldt voor de twee Verdragen, is opgenomen in post B7-8210 van de begroting van de Europese Unie.

Conclusie

De Commissie stelt de Raad voor haar te machtigen namens de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel XXV, onder b), van het Voedselshulpverdrag 1999 te stemmen voor een verlenging van dat verdrag voor de periode van 1 juli 2002 tot en met 30 juni 2004, mits gedurende de verlengingstermijn het Graanhandelsverdrag 1995 of een nieuw daarvoor in de plaats gekomen Graanhandelsverdrag van kracht blijft.

Het is passend het Voedselhulpverdrag met twee jaar te verlengen om de onderhandelaars van de Gemeenschap in de WTO voldoende ruimte te geven om de doelstellingen van de Unie ten aanzien van de verlening van voedselhulp te kunnen verwezenlijken.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het in het Comité voor voedselhulp namens de Gemeenschap in te nemen standpunt

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 181, juncto artikel 300, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van ..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

Het Voedselhulpverdrag 1999 is bij Besluit 2000/421/EG van de Raad door de Gemeenschap gesloten. Dit verdrag loopt af op 30 juni 2002, tenzij het bij besluit van het Comité voor voedselhulp nogmaals met ten hoogste twee jaar wordt verlengd. De verlenging van dit verdrag is in het belang van de Gemeenschap. Daarom moet de Commissie, die de Gemeenschap bij het Voedselhulpverdrag vertegenwoordigt, bij besluit van de Raad gemachtigd worden voor die verlenging te stemmen,

BESLUIT:

Enig artikel

1. De Europese Gemeenschap is voor verlenging van het Voedselhulpverdrag 1999 met nogmaals twee jaar.

2. De Commissie wordt hierbij gemachtigd dit standpunt in het Comité voor voedselhulp naar voren te brengen.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

Beleidsgebied: Externe aspecten van bepaalde communautaire beleidssectoren

Activiteiten: Internationale landbouwovereenkomsten

Benaming van de actie: Bijdrage van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Graanraad

1. BEGROTINGSPLAATSEN + OMSCHRIJVINGEN: Artikel B7-821: Internationale landbouwovereenkomsten

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): 0,517 miljoen euro per jaar aan vastleggingskredieten

2.2. Duur: 1.7.2002 tot en met 30.6.2004

2.3. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

X Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

2.4. Financiële gevolgen voor de ontvangsten:

X Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

3. BEGROTINGSKENMERKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 181 van het Verdrag, juncto artikel 300, lid 3.

Besluit 96/88/EG van de Raad van 27.1.1996 (PB L 21 van 27.1.1996) en bekendmaking 2001/C 195/01 van de Raad (PB C 195 van 11.7.2001).

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1. Doel van het communautaire optreden

Vanwege de economische betekenis van de internationale landbouwovereenkomsten, met name voor de landbouwsector, moet de EG partij zijn bij die overeenkomsten, die een belangrijk middel zijn om wereldwijde ontwikkelingen te volgen, en om de belangen van de Gemeenschap met betrekking tot de betrokken producten te behartigen.

De communautaire lidmaatschapscontributie draagt ertoe bij dat de Internationale Graanraad zijn doelstellingen kan verwezenlijken. De Internationale Graanraad, die verantwoordelijk is voor het beheer van het Graanhandelsverdrag van 1995 en het Voedselhulpverdrag van 1999 bevordert de doelstellingen van de Overeenkomst, zoals internationale samenwerking, uitwisseling van statistische informatie, opstelling van marktprognoses, enzovoorts, en, wat het Voedselhulpverdrag betreft, dat de Unie de ontwikkelingslanden een minimumhoeveelheid voedselhulp garandeert. Het is derhalve in het belang van de EG partij te zijn bij deze overeenkomsten.

De lidmaatschapscontributie wordt jaarlijks vastgesteld en is verschuldigd zolang de EG partij is bij de overeenkomsten.

Het is duidelijk dat als de EG dezelfde acties zou moeten ondernemen als nu door de IGR worden ondernomen, de totale kosten daarvan veel hoger zouden zijn dan de lidmaatschapsbijdragen.

5.2. Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

De EG draagt jaarlijks lidmaatschapsgelden af aan de Internationale Graanraad.

Deze bijdragen worden betaald zolang de EG medeondertekenaar van de betrokken overeenkomst blijft.

De Europese Commissie en de lidstaten participeren volledig in de activiteiten van de IGR en trekken volop profijt van de voordelen van het lidmaatschap.

6. FINANCIËLE GEVOLGEN

6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B

VK in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen nauwkeurig): 0,517 miljoen euro per jaar.

6.2. Berekening:

In de uitgaven voor de toepassing van de twee Verdragen wordt voorzien via jaarlijkse bijdragen van alle leden van het Graanverdrag. De bijdrage van elk lid voor elk begrotingsjaar wordt vastgesteld naar verhouding van het aantal stemmen dat hem is toegewezen ten opzichte van het totaal aantal stemmen waarover de leden beschikken. Het aantal stemmen dat aan elk lid is toegewezen wordt aangepast op basis van de samenstelling van de Raad op het tijdstip waarop de betrokken begroting wordt vastgesteld. Het totaal aantal stemmen van het Verdrag bedraagt 2000, waarvan 443 stemmen voor de EU. De bijdrage bedraagt 443 x 640 £ = 283 520 £ (d.i. 450 210,40 EUR). De voorlopige voorziening in punt 6.1 is bedoeld om de schommelingen in de koers van het pond sterling en een eventuele wijziging van de stemmenverdeling op te vangen.

7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* In de personeelsbehoeften en de administratieve behoeften zal worden voorzien met de financiële middelen die aan het DG dat het Verdrag beheert zijn toegewezen in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure. De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

8. TOEZICHT EN EVALUATIE

8.1. Follow-upsysteem

De diensten van de Commissie zullen volledig deelnemen aan de administratieve commissies en de Raad van de IGR; deze organen zijn verantwoordelijk voor de vaststelling van de begrotingsbijdragen.

Een verslag van deze vergadering en van de genomen besluiten wordt bekendgemaakt en is vrij toegankelijk voor alle leden.

8.2. Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

Wegens het bijzondere karakter van de voorgestelde maatregel (verlenging van een bijdrage van de Gemeenschap in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanovereenkomst) en het betrekkelijk gering bedrag, lijkt het niet verantwoord een externe evaluatie hiervan uit te voeren. De gegrondheid en het nut om verder bij te dragen in de huishoudelijke begroting van dit Verdrag zullen periodiek intern worden geëvalueerd op basis van de actieve deelname van de Gemeenschap aan de beheerscomités en aan de Internationale Graanraad.

9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De betalingen worden rechtstreeks op de bankrekening van de IGR overgemaakt, uitsluitend na ontvangst van een schriftelijk verzoek daartoe, en nadat is geverifieerd of het verzoek overeenkomt met het bedrag dat in de Internationale Graanraad is afgesproken.