Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot vaststelling van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. Op 30 maart 1999 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te beginnen met het oog op verdere wederzijdse landbouwconcessies in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa.
2. Een eerste onderhandelingsronde tussen de EU en Litouwen heeft geleid tot een overeenkomst die, in afwachting van de aanpassing van de relevante bepalingen in de Europaovereenkomst, op 1 januari 2001 in de vorm van een autonome overgangsregeling in werking getreden is.
3. Beide partijen hebben zich reeds tijdens de onderhandelingen in 1999/2000 bereid getoond de onderhandelingen voort te zetten teneinde de werkingssfeer van de bilaterale handelsconcessies nog verder te kunnen verruimen. Bovendien heeft de Commissie in de in november 2000 door haar goedgekeurde strategienota over de periodieke verslagen verklaard voornemens te zijn een nieuwe ronde te wijden aan de liberalisering van de handel in landbouwproducten.
4. De tweede onderhandelingsronde, die paste in het algemene kader van de toetredingsbesprekingen, was gebaseerd op artikel 20, lid 4, van de Europa-overeenkomst met Litouwen. In artikel 20, lid 4, is bepaald dat de Gemeenschap en Litouwen in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen, waarbij zij rekening houden met de omvang van hun onderlinge handelsverkeer in landbouwproducten, de specifieke gevoeligheid van hun markten en de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Gemeenschap en van het landbouwbeleid van Litouwen.
5. Overeenkomstig het besluit van de Raad zouden de onderhandelingen moeten leiden tot een eerlijk evenwicht tussen de belangen van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en die van de geassocieerde landen, zowel wat de uitvoer als wat de invoer betreft.
6. Het resultaat van de onderhandelingen tussen de Commissie en de Republiek Litouwen betreffende aanvullende landbouwconcessies is een onmiddellijke en volledige liberalisering van bijna alle landbouwproducten waarvoor het communautaire invoerrecht meer dan 10% bedraagt, zowel wat de invoer in de Gemeenschap als wat de invoer in Litouwen betreft. Ook zijn de concessies in het kader van tariefcontingenten aanzienlijk verruimd. De partijen zijn voorts overeengekomen de uitvoerrestituties voor verscheidene sectoren op te heffen.
7. Als gevolg van de met Litouwen overeengekomen aanpassingen moet aan de Europaovereenkomst met Litouwen een nieuw Aanvullend Protocol worden gehecht. Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met Litouwen is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen. Omdat de procedure voor de goedkeuring van een dergelijk nieuw protocol tijd in beslag neemt, kan het Aanvullend Protocol niet op 1 juli 2002 in werking treden.
8. Een verordening van de Raad met een autonome overgangsregeling kan zorgen voor een prompte uitvoering van de resultaten van de onderhandelingen. Die verordening van de Raad kan dan worden vervangen door het nieuwe Aanvullend Protocol zodra dat in werking treedt. Men is op analoge wijze te werk gegaan in 1996 in verband met de overeenkomst inzake de landbouw die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde was gesloten, en in 2000 om de eerste onderhandelingsronde inzake verdere liberalisering van de handel in landbouwproducten ten uitvoer te leggen.
9. Doel van dit voorstel is ervoor te zorgen dat de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe Aanvullende Protocollen bij de Europaovereenkomst met Litouwen snel worden toegepast, namelijk met ingang van 1 juli 2002. Het voorziet in de aanpassing van de bijlagen bij de Europaovereenkomst met Litouwen, die de door de Gemeenschap toegekende concessies voor invoer van oorsprong uit Litouwen bevatten.
10. Litouwen zal de nodige wettelijke bepalingen in de vorm van een autonome overgangsregeling in werking doen treden om te zorgen voor de snelle en gelijktijdige uitvoering van de aanpassingen van de landbouwconcessies voor Litouwen die in de Europaovereenkomst zijn vastgelegd.
2002/0102 (ACC)
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133,
Gezien het voorstel van de Commissie [1],
[1] PB C ... van ..., blz. ...
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen, anderzijds [2], voorziet in bepaalde concessies voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Litouwen.
[2] PB L 51 van 20.2.1998, blz. 3.
(2) In de eerste verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met Litouwen was voorzien bij het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Litouwen, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguay-ronde, waaronder ook de verbeteringen van de bestaande preferentieregeling [3].
[3] PB L 321 van 30.11.1998, blz. 3.
(3) De preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met Litouwen zijn na een eerste onderhandelingsronde over de liberalisering van de handel in landbouwproducten ook verbeterd door middel van een overeenkomst in de vorm van een autonome overgangsregeling, in afwachting van de aanpassing van de relevante bepalingen in de Europaovereenkomst. De verbeteringen zijn op 1 januari 2001 in werking getreden in de vorm Verordening (EG) nr. 2766/2000 van de Raad tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen [4]. De tweede aanpassing van de relevante bepalingen in de Europaovereenkomst - die de vorm krijgt van een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst - is nog niet in werking getreden.
[4] PB L 321 van 19.12.2000, blz. 8.
(4) Er is onderhandeld over een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst inzake de liberalisering van de handel in landbouwproducten.
(5) Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met Litouwen is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen. Derhalve moeten de bij de Europaovereenkomst met Litouwen vastgestelde landbouwconcessies worden aangepast via een autonome overgangsregeling.
(6) Aangezien de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van deze verordening nodig zijn, beheersmaatregelen in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [5] zijn, moeten zij worden vastgesteld volgens de beheersprocedure waarin is voorzien bij artikel 4 van dat besluit.
[5] PB L 184 1 van 7.7.1999, blz. 23.
(7) Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek [6] zijn de voorschriften inzake het beheer van de tariefcontingenten vastgelegd die bepalen dat de chronologische volgorde van de data van de douaneaangiften moet worden gevolgd. De bij deze verordening vastgestelde tariefcontingenten moeten derhalve volgens deze voorschriften worden beheerd.
[6] PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 442/2002 van de Commissie (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).
(8) Door bovengenoemde onderhandelingen is Verordening (EG) nr. 2766/2000 overbodig geworden, en moet deze derhalve worden ingetrokken,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De voorwaarden voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Litouwen, als aangegeven in de bijlagen Ca en Cb bij deze verordening, komen in de plaats voor de in bijlage Va bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en de Republiek Litouwen anderzijds, hierna "de Europaovereenkomst", vastgestelde invoerregeling.
2. Op de datum van inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol tot aanpassing van de Europaovereenkomst om rekening te houden met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies, komen de in dat Protocol vastgestelde concessies in de plaats voor die welke in de bijlagen Ca en Cb bij deze verordening zijn vastgesteld.
3. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 3, lid 2, de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vast.
Artikel 2
De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden beheerd door de Commissie overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Artikel 3
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité van beheer voor granen dat is ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad [7], of in voorkomend geval door het Comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen betreffende gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten.
[7] PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21.
2. Ingeval naar dit lid wordt verwezen, is de bij artikel 4 juncto artikel 7, lid 3, van Besluit 1999/468/EG vastgestelde beheersprocedure van toepassing.
3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.
Artikel 4
Verordening (EG) nr. 2766/2000 van de Raad wordt ingetrokken.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2002.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De Voorzitter
BIJLAGE Ca
Producten van oorsprong uit Litouwen die in onbeperkte hoeveelheden tegen een preferentieel nultarief (0% van MFN) in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 279 van 23.10.2001, blz. 1).
BIJLAGE Cb
Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit Litouwen in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies (MFN = recht voor meest begunstigde natie)
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
(1) Ongeacht de bepalingen voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen. Voor ex GN-codes geschiedt dit op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd.
(2) Indien een MFN-minimumrecht bestaat, is het geldende minimumrecht gelijk aan het MFN-minimumrecht vermenigvuldigd met het in deze kolom vermelde percentage.
(3) Het contingent voor dit product is geopend voor de Tsjechische republiek, de Slowaakse republiek, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Polen, Estland, Letland en Litouwen. Ingeval de invoer van levende runderen in de Gemeenschap voor een gegeven jaar meer bedraagt dan 500 000 stuks mag de Gemeenschap de nodige beheersmaatregelen nemen om haar markt te beschermen, niettegenstaande andere volgens de overeenkomst gegeven rechten.
(4) Het contingent voor dit product is geopend voor de Tsjechische republiek, de Slowaakse republiek, Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Polen, Estland, Letland en Litouwen.
(5) Behalve varkenshaas, apart aangeboden.
(6) Onderworpen aan regelingen inzake minimuminvoerprijzen, die zijn vermeld in de bijlage bij deze bijlage.
(7) De reductie is alleen van toepassing op het ad valorem-gedeelte van het recht.
(8) Deze concessie geldt enkel voor producten die niet voor een uitvoerrestitutie in aanmerking komen.
(9) In gedroogd-ei-equivalent (100 kg vloeibaar ei = 25,7 kg gedroogd ei)
BIJLAGE bij Bijlage Cb
Regelingen inzake minimuminvoerprijzen voor bepaalde soorten voor verwerking bestemd kleinfruit
1. In onderstaande tabel worden de minimumprijzen vastgesteld voor de volgende voor verwerking bestemde producten van oorsprong uit Litouwen:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
2. De minimuminvoerprijzen bedoeld in punt 1 worden per zending toegepast. Wanneer de in de douane-aangifte vermelde waarde lager is dan de minimuminvoerprijs, wordt een compenserend recht geheven dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs en de in de douane-aangifte vermelde waarde.
3. Wanneer de invoerprijzen van een onder deze bijlage vallend product een tendens vertonen die erop wijst dat deze prijzen op korte termijn onder het niveau van de minimuminvoerprijs kunnen dalen, stelt de Europese Commissie de autoriteiten van Litouwen daarvan in kennis ten einde hen in staat te stellen corrigerende maatregelen te nemen.
4. Op verzoek van de Gemeenschap of van Litouwen stelt het Associatiecomité een onderzoek in naar de werking van het systeem of de herziening van de minimuminvoerprijzen. Het Associatiecomité neemt, indien nodig, passende besluiten.
5. Ter bevordering van het handelsverkeer en in het belang van alle betrokken partijen kan drie maanden voor de aanvang van elk verkoopseizoen in de Europese Gemeenschap een overlegvergadering worden georganiseerd. Dit overleg vindt plaats tussen de Europese Commissie en de belanghebbende verenigingen van Europese producenten van de betrokken producten, enerzijds, en de autoriteiten en verenigingen van producenten en exporteurs van al de geassocieerde exportlanden, anderzijds.
Tijdens deze overlegbijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over de marktsituatie voor kleinfruit, met inbegrip van, in het bijzonder, de ramingen van de productie, de voorraadsituatie, de prijsontwikkeling en de marktbeweging, alsmede over de maatregelen die moeten worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen.
>RUIMTE VOOR DE TABEL>