Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005 /* COM/2002/0238 def. - CNS 2002/0104 */
Publicatieblad Nr. 203 E van 27/08/2002 blz. 0142 - 0144
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005
(door de Commissie ingediend)
TOELICHTING
1. INLEIDING
De Commissie heeft contact opgenomen met UNRWA voor onderhandelingen over een elfde overeenkomst tussen EG en UNRWA teneinde de bijdrage van de Gemeenschap aan UNRWA voor de jaren 2002-2005 vast te stellen, op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 18 maart 2002 heeft goedgekeurd.
1.1. Politieke achtergrond
Het vluchtelingenprobleem is een van de kernoorzaken van het conflict in het Midden-Oosten. Volgens de vredesakkoorden van Oslo hadden de onderhandelingen tussen de partijen uiterlijk op 4 mei 1999 tot een oplossing voor de problemen rond de definitieve status moeten leiden. Tot dusver hebben deze besprekingen, onder andere over het vluchtelingenvraagstuk, echter nog niet plaatsgevonden. De onderhandelingen in Camp David, in de zomer van 2000, liepen vast op het vluchtelingenvraagstuk, met name het recht op terugkeer. De besprekingen over het vluchtelingenvraagstuk werden voortgezet in Taba in januari 2001.
Het beleid van de Gemeenschap is erop gericht actief bij te dragen tot vermindering van de spanning en een minimum aan stabiliteit in het Midden-Oosten tot stand te brengen en zo de partijen in staat te stellen hun streven naar vrede voort te zetten. Verdere steun van de Gemeenschap aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) is een essentieel onderdeel van dit beleid en draagt ook bij tot verbetering van de toegang tot sociale basisdiensten, bestrijding van armoede en verbetering van de levensstandaard van de vluchtelingen.
1.2. UNRWA
De Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) is bij Resolutie 302 (IV) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 8 december 1949 opgericht als afzonderlijke entiteit binnen het systeem van de Verenigde Naties. Het mandaat van UNRWA is herhaaldelijk verlengd, laatstelijk bij Resolutie 56/52 van de Algemene Vergadering van 14 februari 2002 (verlenging tot 2005).
Het doel van UNRWA is het bevorderen van het welzijn van de vluchtelingen en versterken van de zelfstandigheid van de vluchtelingengemeenschap. De levensvatbaarheid en duurzaamheid van de programma's zijn belangrijke elementen van de activiteiten van UNRWA. De algemene strategie van UNRWA blijft het verstrekken van basisdiensten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, bijstand en sociale diensten.
UNRWA past haar rol en haar dienstverlening voortdurend aan aan de behoeften van de vluchtelingen en de veranderende omgeving waarin de organisatie opereert. Gezien de huidige situatie in het Midden-Oosten zijn er verschillende scenario's denkbaar voor de ontwikkeling van de activiteiten van UNRWA. Wanneer de onrust voortduurt, zullen veiligheidsproblemen, de verslechterende economische omstandigheden voor de vluchtelingen en de restricties op het verkeer van goederen, diensten en personen van invloed zijn op de activiteiten van UNRWA. Worden de vredesbesprekingen hervat en leidt dat tot een regeling, dan kan de organisatie worden gevraagd nieuwe taken op zich te nemen of een of meer van haar taken over te dragen.
De laatste paar jaar zien we een toenemende bezorgdheid in de vluchtelingengemeenschap en in het algemeen in de regio over de achteruitgang van de dienstverlening van UNRWA (70 USD per capita in de jaren negentig tegen 200 USD in de jaren zeventig). Door opeenvolgende financieringstekorten, gevolgd door bezuinigingen en kostenbesparingen, konden de programma's niet groeien in hetzelfde tempo als het aantal vluchtelingen en moesten programma-activiteiten worden ingekrompen. Sommige activiteiten die normaal gesproken deel zouden uitmaken van het normale UNRWA-werk konden niet worden uitgevoerd. Het ernstigst is dat deze maatregelen hebben geleid tot grotere klassen in de scholen van UNRWA, een slechtere verhouding tussen het aantal patiënten en het aantal personeelsleden in de gezondheidszorg en een hogere werkdruk voor maatschappelijk werkers die zich met de armste vluchtelingen bezighouden.
De organisatie kan haar diensten uitsluitend verlenen indien zij jaarlijks voldoende vrijwillige bijdragen ontvangt. Het doel van de overeenkomst is dan ook UNRWA te helpen haar financiële basis veilig te stellen, zodat zij duurzaam en kosteneffectief kan blijven functioneren, zonder te moeten bezuinigen of andere ad hoc-maatregelen voor kostenbesparing te moeten nemen, en om de kwaliteit en het niveau van de dienstverlening aan de vluchtelingen in stand te houden. Het huidige minimumniveau van dienstverlening mag met het oog op de stabiliteit in de regio niet nog verder worden teruggedrongen.
2. ALGEMEEN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE ELFDE OVEREENKOMST
Sinds 1972 zijn er tien overeenkomsten tussen EG en UNRWA geweest over de EG-bijdrage aan de reguliere begroting en de voedselhulpbegroting van UNRWA [1]. De overeenkomsten bevatten bepalingen inzake:
[1] Overeenkomst EEG-UNRWA 1972-1974, PB L 304 van 31.12.1972, blz. 24. Overeenkomst EEG-UNRWA 1975-1978, PB L 203 van 28.7.1976, blz. 40. Overeenkomst EEG-UNRWA 1979-1980, PB L 108 van 26.4.1980, blz. 56. Overeenkomst EEG-UNRWA 1981-1983, PB L 392 van 31.12.1981, blz. 3-6. Overeenkomst EEG-UNRWA 1984-1986, PB L 188 van 16.7.1984, blz. 18-19. Overeenkomst EEG-UNRWA 1987-1989, PB L 136 van 26.5.1987, blz. 43. Overeenkomst EEG-UNRWA 1990-1992, PB L 118 van 9.5.1990, blz. 36. Overeenkomst EEG-UNRWA 1993-1995, PB L 9 van 13.1.1994, blz. 16. Overeenkomst EG-UNRWA 1996-1998, PB L 282 van 1.11.1996, blz. 69-71. Overeenkomst EG-UNRWA 1999-2001, PB L 261 van 7.10.1999.
- de bijdrage aan de reguliere begroting (onderwijs, gezondheidszorg, bijstand en sociale voorzieningen) voor de komende drie jaar;
- de jaarlijkse vastlegging van de bijdrage aan de voedselhulpbegroting.
In overeenstemming met de tweejaarlijkse begrotingscyclus van UNRWA heeft de nieuwe overeenkomst een looptijd van vier jaar. Zij wordt ten uitvoer gelegd door subsidieovereenkomsten met jaarlijkse begrotingstoewijzingen op basis van de overeenkomst van 1999 tussen de Verenigde Naties en de Europese Gemeenschap over de beginselen die van toepassing zijn op de financiering of cofinanciering door de Gemeenschap van programma's en projecten die door de Verenigde Naties worden beheerd.
Bij het opstellen van de subsidieovereenkomsten let de Commissie op de evaluatie van de prestaties die door de diensten van de Commissie in 1999 en 2001 is verricht, met name wat betreft de internationale normen voor boekhouding en financiële controle.
De uit hoofde van de nieuwe overeenkomst voorgestelde kredieten zijn bedoeld als bijdrage aan de financiering van de vaste UNRWA-programma's voor de circa 3,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen in Jordanië, Syrië en Libanon, op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Ook zal jaarlijks in overleg de bijdrage van de Gemeenschap aan het voedselhulpprogramma worden vastgesteld.
UNRWA verzoekt om een bijdrage aan het Algemeen Fonds (de begroting voor de vaste programma's) van 55 miljoen euro in 2002 en een jaarlijkse verhoging van 5% voor elk van de daarop volgende jaren. Per jaar betekent dit: 55 miljoen euro in 2002, 57,75 miljoen euro in 2003, 60 637 500 euro in 2004 en 63 669 375 euro in 2005. De EG-bijdrage werd ook in de voorgaande overeenkomsten al geïndexeerd. De vaste programma's die uit het Algemeen Fonds van UNRWA worden gefinancierd, omvatten onderwijs, gezondheidszorg en bijstand en sociale voorzieningen.
Dit financieringsvoorstel houdt tevens rekening met de steun die UNRWA ontvangt van de internationale gemeenschap, waaronder ook lidstaten van de EU. Een ander aspect dat een rol heeft gespeeld, is de toenemende druk op die organisatie als gevolg van de aanhoudende crisis, de groei van de Palestijnse vluchtelingenbevolking en de inflatie.
De bijdragen waarom UNRWA verzoekt zijn gebaseerd op de bijdragen die in de tiende overeenkomst zijn vastgesteld, verhoogd met 10 miljoen euro boven de indexering met 5% in verband met de inflatie, de bevolkingsgroei, nieuwe behoeften die zijn ontstaan doordat de crisis in het Midden-Oosten van UNRWA meer langlopende inspanningen vergt, en de noodzaak aanvullende diensten te verlenen. De Commissie heeft UNRWA verzocht om motivering van de verhogingen die voor de bijdrage van de Gemeenschap worden voorgesteld ten opzichte van de bijdrage volgens de tiende overeenkomst.
3. ACTIVITEITEN VAN UNRWA
3.1. Onderwijsprogramma
In het kader van haar onderwijsprogramma verzorgt UNRWA onderwijs voor meer dan 475 000 leerlingen (ruim 30 000 meer dan toen de tiende overeenkomst in werking trad) in 639 basisscholen, middenscholen (preparatory schools) en middelbare scholen (middelbare scholen uitsluitend in Libanon). UNRWA verzorgt ook onderwijs voor meer dan 6 000 cursisten in acht centra voor beroepsopleiding en drie wetenschappelijke opleidingscentra in Jordanië, Syrië en Libanon, op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Het onderwijsprogramma is in nauwe coördinatie met Unesco ontwikkeld. Het algemene doel van het onderwijsprogramma is om in het kader van de door de opvanglanden en het Palestijnse Gezag voorgeschreven leerplannen algemeen basisonderwijs, een lerarenopleiding en beroeps- en technisch onderwijs te verstrekken aan Palestijnse vluchtelingen, teneinde hun onderwijsmogelijkheden op alle niveaus te verbeteren.
Het onderwijsprogramma heeft te kampen met budgettaire beperkingen als gevolg van nieuwe eisen van de gastautoriteiten, zoals de invoering van Engels taalonderricht in Jordanië voor de eerste vier klassen en andere wijzigingen in de diverse nationale leerprogramma's. Bovendien is het aantal in te schrijven leerlingen ongebruikelijk toegenomen, onder meer doordat bij de oprichting van het Palestijns Gezag vele vluchtelingengezinnen naar de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever zijn teruggekeerd. De scholen van UNRWA moeten nu plaats bieden aan hun kinderen, die in hun vorige verblijfplaats in Arabische landen aan andere scholen onderwijs volgden. Het Palestijnse Gezag heeft onlangs de leerplichtige leeftijd verlaagd, waardoor het leerlingenaanbod voor de scholen van UNRWA aanzienlijk zal stijgen. Gezien de bijzondere situatie van de Palestijnse vluchtelingen in Libanon verstrekt UNRWA nu ook voortgezet onderwijs in delen van Libanon.
De scholen in alle vijf gebieden zijn overbevolkt, als gevolg van de beperkte middelen die beschikbaar zijn voor het financieren van docenten en de bouw van nieuwe scholen en lesruimten. Vanwege budgettaire beperkingen is geen geld meer beschikbaar voor het onderhoud van schoolgebouwen. In veel gevallen zijn daardoor nu uitgebreide onderhouds- of verbouwingswerkzaamheden nodig. UNRWA moet zorgen voor vervanging van al te zeer versleten meubilair en uitrusting in een aantal scholen (vooral scholen met een dubbel lesrooster).
3.2. Programma voor de gezondheidszorg
Het gezondheidsprogramma van UNRWA steunt op de basisgemeenschappen, met de nadruk op de eerstelijnsgezondheidszorg en een zeer selectief gebruik van ziekenhuisdiensten. De eerstelijnszorg wordt verstrekt in de 122 eigen centra van UNRWA. De tweedelijnszorg verloopt via contracten met ziekenhuizen, al dan niet van de overheid, of via een gedeeltelijke terugbetaling van de behandelingskosten. Twee derde van de vluchtelingenbevolking bestaat uit vrouwen in de vruchtbare leeftijd en kinderen van minder dan 15, zodat de zorg voor moeder en kind, met inbegrip van diensten voor gezinsplanning, van prioritair belang is. Instandhouding van de eerstelijnsgezondheidszorg in Gaza en van het programma voor gezinsplanning voor de gehele organisatie was een prioriteit van de tiende overeenkomst. De algemene strategische aanpak van het gezondheidsprogramma zal verder toegespitst blijven op het consolideren van de duurzame investeringen die in de eerstelijnsgezondheidszorg zijn gedaan, zodat de kwaliteit van de essentiële gezondheidsdiensten voor Palestijnse vluchtelingen wordt verbeterd en het beleid voor gezondheidszorg en het dienstverleningspeil worden afgestemd op de opvanglanden en het Palestijns Gezag. UNRWA wil ook kunnen voorzien in de noodzaak van een redelijke versterking van het beschikbare personeel om de ongunstige verhouding tussen personeel en bevolking te kunnen verbeteren. Deze verhouding ligt nu ver beneden de normale waarde in alle opvanglanden en op het grondgebied van het Palestijnse Gezag.
Grote verschuivingen in het demografische patroon en de ziektecijfers onder de vluchtelingen vormen nieuwe uitdagingen die UNRWA het hoofd moet bieden. In verband met een verhoogde sterfte aan niet-besmettelijke ziekten als verhoogde bloeddruk, suikerziekte, hartkwalen, kanker en andere aandoeningen, moest een actieve interventiestrategie worden opgezet voor controle, preventie en beheersing van deze ziekten. Bovendien moet UNRWA hoge kosten maken voor de behandeling op tweede- en derdelijnsniveau van complicaties en invaliditeitsveroorzakende effecten. UNRWA zal de behandeling van suikerziektepatiënten aanpassen aan de protocollen voor geneesmiddelenbeheersing in de opvanglanden.
3.3. Hulpverlening en sociale dienstverlening
UNRWA wil een minimumnorm handhaven voor voeding en onderdak voor vluchtelingen. Het programma van de organisatie voor hulpverlening en sociale dienstverlening steunt de armste vluchtelingengezinnen, die niet zelf in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Het programma stimuleert daarnaast sociale en economische ontwikkeling voor vluchtelingen en hun gemeenschappen op de langere termijn.
De dienst voor hulpverlening organiseert directe materiële en financiële steun voor vluchtelingengezinnen zonder mannelijke volwassenen die medisch in staat zijn een inkomen te verwerven en zonder andere aanwijsbare financiële middelen waarmee kan worden voorzien in voedsel, onderdak en andere eerste levensbehoeften. De sociale dienstverlening stimuleert onafhankelijkheid in de vluchtelingengemeenschap door regelingen voor armoedebestrijding en door middel van in de gemeenschap gewortelde en ter plaatse beheerde instellingen en diensten met betrekking tot vrouwen in het ontwikkelingsproces, revalidatie en integratie van gehandicapte vluchtelingen, activiteiten voor jongeren en leiderschapstraining.
3.4. Voedselhulpprogramma
UNRWA verzoekt dat de nieuwe overeenkomst voorziet in afzonderlijke vaststelling, door onderhandelingen, van de jaarlijkse bijdrage van de Gemeenschap in natura en in geld aan het voedselhulpprogramma van UNRWA en de bijdrage in natura aan het programma voor aanvullende voeding (onderdeel van het programma voor gezondheidszorg).
4. CONCLUSIE
De Commissie heeft nota genomen van de speciale verzoeken van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de werkgroep van VN-leden inzake de financiering van UNRWA om de steun van de Gemeenschap voor UNRWA voort te zetten en uit te breiden. De Commissie constateert voorts dat de donoren, onder meer de EU-lidstaten, wensen dat de donorbijdragen aan UNRWA rekening houden met de toenemende druk op die organisatie als gevolg van de crisis in het Midden-Oosten, de groei van de Palestijnse bevolking en de inflatie. De bijdrage van de Gemeenschap dient in ieder geval op een zodanig minimum te worden gehandhaafd dat de dienstverlening aan de vluchtelingen op een redelijk peil kan worden gehandhaafd.
Indien gedurende de periode 2002-2005 taken van UNRWA aan het Palestijnse Gezag worden overgedragen, kan de bijdrage die de Gemeenschap op grond van de overeenkomst aan UNRWA verstrekt, indien nodig worden aangepast. Aanpassing moet ook mogelijk zijn wanneer aan UNRWA extra eisen worden gesteld.
Voorgesteld wordt dat UNRWA vóór het verstrijken van de overeenkomst de Gemeenschap in kennis moet stellen van plannen die zij uitwerkt of uitvoert voor overdracht van een of meer van haar taken.
De Commissie stelt daarom voor dat de Raad, na het Parlement te hebben geraadpleegd, zijn goedkeuring hecht aan de tekst van de elfde overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005.
2002/0104 (CNS)
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 181, in samenhang met artikel 300, lid 3, eerste alinea, en lid 4,
Gezien het voorstel van de Commissie [2],
[2] PB C ... van ..., blz. ...
Gezien het advies van het Europees Parlement [3],
[3] PB C ... van ..., blz. ...
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De tiende overeenkomst [4] tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten (UNRWA) is op 31 december 2001 verstreken.
[4] PB L 261 van 7.11.1996, blz. 69-71.
(2) De huidige crisis in het Midden-Oosten is een bijkomende belasting voor UNRWA.
(3) De bijstand van de Gemeenschap aan UNRWA is een belangrijke factor voor de stabilisering van de situatie in het Midden-Oosten en is onderdeel van de maatregelen ter bestrijding van armoede in de ontwikkelingslanden, en draagt derhalve bij tot duurzame economische en sociale ontwikkeling van de betrokken bevolkingsgroep en van de landen waar die bevolkingsgroep verblijft.
(4) Steun voor de activiteiten van UNRWA zal naar verwachting bijdragen tot de verwezenlijking van de in bovenstaande overweging genoemde doelstellingen van de Gemeenschap.
(5) Er moet een nieuwe overeenkomst worden gesloten met UNRWA, zodat de Gemeenschap haar hulp kan blijven verlenen als onderdeel van een breed programma dat een zekere mate van continuïteit biedt.
(6) Teneinde de goede werking van de overeenkomst te waarborgen, dienen passende interne procedures tot stand te worden gebracht. De Commissie dient daarom de bevoegdheid te krijgen wijzigingen aan te brengen in die gevallen dat de overeenkomst voorziet in de vaststelling van wijzigingen volgens een vereenvoudigde procedure (door middel van een briefwisseling),
BESLUIT:
Artikel 1
De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
Voor de uitvoering van het communautaire programma voor voedselhulp aan UNRWA geldt de procedure zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1292/96 [5].
[5] PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1.
Artikel 3
In die gevallen dat de overeenkomst voorziet in de vaststelling van wijzigingen van de overeenkomst volgens een vereenvoudigde procedure (door middel van een briefwisseling), worden wijzigingen goedgekeurd door de Commissie, in overleg met een speciaal comité.
Artikel 4
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die de bevoegdheid hebben de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE
OVEREENKOMST
TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
EN DE ORGANISATIE VAN DE VERENIGDE NATIES
VOOR HULPVERLENING AAN PALESTIJNSE VLUCHTELINGEN (UNRWA)
INZAKE HULP AAN VLUCHTELINGEN
IN DE LANDEN VAN HET NABIJE OOSTEN
Artikel 1
De Europese Gemeenschap, hierna ,de Gemeenschap" genoemd, sluit deze overeenkomst met de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen, hierna ,UNRWA" genoemd, teneinde haar verbintenis tot financiële ondersteuning van UNRWA te bevestigen. Deze financiële ondersteuning stekt zich uit over een periode van vier jaar, van 2002 tot en met 2005, en geschiedt in de vorm van geldelijke bijdragen aan het Algemeen Fonds van UNRWA.
De financiële bijdragen worden vastgelegd onder voorbehoud van de in de begroting beschikbare kredieten en met inachtneming van de financiële vooruitzichten van de Europese Gemeenschappen tot het jaar 2006.
Artikel 2
Bijdrage van de Gemeenschap
1. De Gemeenschap verstrekt UNRWA jaarlijks een bijdrage in geld aan het Algemeen Fonds.
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 van deze overeenkomst is deze bijdrage ten hoogste 55 miljoen euro in 2002, 57,75 miljoen euro in 2003, 60 637 500 euro in 2004 en 63 669 375 euro in 2005.
2. Voor de verstrekking van de bijdrage aan het Algemeen Fonds worden tussen de Europese Commissie en UNRWA subsidieovereenkomsten gesloten met betrekking tot de jaren 2002 tot en met 2005. De subsidieovereenkomsten worden gesloten met volledige inachtneming van het bepaalde in de overeenkomst van 9 augustus 1999 tussen de Verenigde Naties en de Europese Gemeenschap over de beginselen die van toepassing zijn op de financiering of cofinanciering door de Gemeenschap van programma's en projecten die door de Verenigde Naties worden beheerd.
3. De bijdrage is onderworpen aan de procedures voor interne en externe audit, zoals die zijn neergelegd in de financiële reglementen, voorschriften en richtsnoeren van UNRWA, waarvan de resultaten aan de Europese Commissie worden medegedeeld.
Artikel 3
Voedselhulp
Aan de hand van de jaarlijkse evaluatie van de behoeften van de vluchtelingenbevolking kunnen ook andere communautaire middelen beschikbaar worden gesteld voor het voedselhulpprogramma van UNRWA, om aan de specifieke behoeften van kwetsbare groepen te voldoen. Voor de bedragen, hoeveelheden en kenmerken van de verstrekte producten en gelden en de verleende diensten en alle andere aspecten in verband met de ondersteuning van het voedselhulpprogramma, gelden afzonderlijk over te komen voorwaarden, die gebaseerd worden op de jaarlijkse aanvragen van UNRWA.
Artikel 4
Aanpassingen
Indien nodig kunnen de partijen gedurende de looptijd van de overeenkomst in onderlinge overeenstemming, bij briefwisseling tussen de Gemeenschap en UNRWA, die gedeelten van de bijdragen verhogen of verlagen die anders krachtens deze overeenkomst zijn vastgesteld.
Eind 2003 worden de politieke ontwikkelingen met betrekking tot de vluchtelingen door de betrokken partijen geëvalueerd, evenals door UNRWA opgestelde en/of reeds ten uitvoer gelegde plannen met betrekking tot de overdracht van haar taken aan het Palestijnse Gezag en/of een andere instantie.
Indien gedurende de looptijd van de overeenkomst bepaalde dan wel alle taken van UNRWA worden overgedragen aan het Palestijns Gezag en/of een andere instantie, worden bij briefwisseling tussen de Gemeenschap en UNRWA de nodige aanpassingen verricht van de gedeelten van de bijdrage van de Gemeenschap aan UNRWA zoals die bij deze overeenkomst zijn vastgesteld.
Artikel 5
Arbitrageclausule
1. Geschillen, onenigheden of vorderingen die voortvloeien uit of verband houden met de uitleg, de toepassing of de naleving van deze overeenkomst (waaronder het bestaan, de geldigheid of de beëindiging daarvan) die door de partijen niet in der minne kunnen worden geschikt, worden aan arbitrage onderworpen overeenkomstig het op het tijdstip van de ondertekening van deze overeenkomst van kracht zijnde Facultatief Reglement van het Permanente Hof van Arbitrage voor arbitrage waarbij internationale Organisaties en Staten betrokken zijn.
2. Er is één arbiter.
3. De voertaal voor de arbitrage is het Engels.
4. Komen de twee partijen niet tot overeenstemming, dan wordt de arbiter aangewezen door de President van het Internationale Hof van Justitie op schriftelijk verzoek van een der partijen.
5. De arbiter neemt zijn/haar besluit overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van het contract, met inachtneming van de algemene door de staten erkende rechtsbeginselen.
Artikel 6
Overeenstemming inzake algemene regelingen
Wanneer de besprekingen tussen de Verenigde Naties en de Commissie tot overeenstemming leiden over algemene regelingen voor het leveren van vrijwillige bijdragen, worden de desbetreffende bepalingen van die overeenstemming en deze overeenkomst onmiddellijk geëvalueerd en worden in de desbetreffende bepalingen van deze overeenkomst alle nodige wijzigingen aangebracht die UNRWA en de Commissie overeenkomen.
Artikel 7
Looptijd van de overeenkomst
De overeenkomst heeft een looptijd van vier kalenderjaren (2002, 2003, 2004 en 2005).
Artikel 8
Deze overeenkomst wordt door de partijen overeenkomstig hun eigen procedures goedgekeurd.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar mededelen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Artikel 9
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT
Benaming van de maatregel: Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) inzake hulp aan vluchtelingen in de landen van het Nabije Oosten gedurende de periode 2002-2005
1. BEGROTINGSPLAATS EN OMSCHRIJVING
Bijdragen aan het vaste programma: B7-421 (Steun aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten).
2. JURIDISCHE GRONDSLAG
Artikelen 181 en 300 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
3. OMSCHRIJVING
Sluiting van een nieuwe overeenkomst tussen de EG en UNRWA betreffende de bijdrage van de Gemeenschap aan de begroting van UNRWA voor de periode 2002 tot en met 2005.
4. FINANCIËLE GEVOLGEN
4.1. Algemeen Fonds
UNRWA verzoekt om de volgende bijstand voor haar vaste programma's (Algemeen Fonds):
- 55 000 000 euro in 2002 (aantekening: de begrotingslijn voor UNRWA voorziet momenteel in 45 miljoen euro. Wanneer de begroting het toelaat, wordt dit verhoogd tot 55 miljoen euro);
- 57 750 000 euro in 2003;
- 60 637 500 euro in 2004;
- 63 669 375 euro in 2005.
In totaal is dit 237 056 875 euro voor vier jaar, waarbij de communautaire bijdrage over die periode ieder jaar met 5% stijgt, en bovendien de bijdrage van de Gemeenschap voor het eerste jaar van de elfde overeenkomst ten opzichte van het laatste jaar van de tiende overeenkomst met 10 miljoen euro is verhoogd. Deze bijdragen komen ten laste van artikel B7-421 (Steun aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het Nabije Oosten).
4.2. Bijdrage aan het voedselhulpprogramma
Krachtens de overeenkomst worden over de omvang en de inhoud van de jaarlijkse bijdrage aan het voedselhulpprogramma van UNRWA afzonderlijke onderhandelingen gevoerd. Het desbetreffende besluit wordt genomen volgens de procedure van Verordening (EEG) nr. 3972/86.
UNRWA raamt de behoeften in verband met de EG-bijdragen aan het voedselhulpprogramma voor de periode 2002-2005 op 89,23 miljoen euro, waarvan 44,38 miljoen euro in geld en 44,85 miljoen euro in natura.
4.3. Verhoging van de bijdragen
Voor een verhoging van de bijdragen die de bedragen die in de overeenkomst zijn vastgesteld overschrijdt, is de goedkeuring vereist van de begrotingsautoriteit, binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.