Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijke standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vierentwintigste wijziging van richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether)
Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijke standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vierentwintigste wijziging van richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether)
Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijke standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vierentwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether) /* COM/2002/0334 def. - COD 2001/0018 */
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijke standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vierentwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether)
2001/0018 (COD)
ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijke standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vierentwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (pentabroomdifenylether)
1. Stand van de procedure
Het voorstel [COM(2001) 12 definitief] is op 15 januari 2001 door de Commissie goedgekeurd en vervolgens naar de Raad en het Europees Parlement gezonden.
Het Europees Parlement heeft het voorstel op 6 september 2001 in eerste lezing behoudens amendementen goedgekeurd.
Het gewijzigde voorstel van de Commissie [COM(2001) 555 definitief] is op 28 september 2001 goedgekeurd en vervolgens naar de Raad gezonden.
De Raad heeft op 6 december 2001 zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld. Zweden, Denemarken en de Commissie legden verklaringen af.
Het Europees Parlement heeft op 10 april 2002 in tweede lezing vier amendementen aangenomen.
Het Economisch en Sociaal Comité heeft op 25 april 2001 zijn advies uitgebracht.
2. Doel van de richtlijn
Doel van het voorstel is de invoering van geharmoniseerde bepalingen over het op de markt brengen en het gebruik van pentabroomdifenylether overeenkomstig artikel 95 van het Verdrag betreffende de instelling en de werking van de interne markt. Een ander doel is een hoog beschermingsniveau voor de gezondheid en het milieu te bieden.
3. Advies van de Commissie over de door het Europees Parlement voorgestelde amendementen
3.1. Samenvatting van het standpunt van de Commissie
De Commissie kan de vier amendementen die het Europees Parlement in tweede lezing heeft voorgesteld, niet aanvaarden.
3.2. Amendementen 1 tot en met 3
Het Europees Parlement heeft voorgesteld aan de richtlijn een verbod op octabroomdifenylether toe te voegen.
De Commissie kan niet aanvaarden dat het toepassingsgebied van de voorgestelde richtlijn wordt uitgebreid. De risicobeoordelingsprocedures voor octaBDE en decaBDE zijn in een vergevorderd stadium, maar zijn nog niet afgerond. Voordat adequate maatregelen kunnen worden voorgesteld moeten de risicobeoordeling en de beoordeling van de beschikbaarheid van veilige alternatieven zijn afgerond. De beschikbaarheid van veilige alternatieven is in dit geval in het bijzonder belangrijk omdat een gebrek aan werkzame alternatieven het aantal slachtoffers van brand zou kunnen vergroten.
Verwacht wordt dat voor het eind van dit jaar de vereiste informatie over de risicobeoordeling en over de beschikbaarheid van alternatieven voor octaBDE en decaBDE beschikbaar zal zijn.
Op grond van die resultaten zal de Commissie nieuwe voorstellen doen. Die voorstellen mogen er niet toe leiden dat deze richtlijn over pentabroomdifenylether, waarover de drie instellingen het eens zijn, later van kracht wordt.
3.3. Amendement 4
Het Europees Parlement heeft voorgesteld een verbod op decaBDE toe te voegen dat uiterlijk vanaf 1 januari 2006 van kracht zou moeten zijn, tenzij uit de risicobeoordeling blijkt dat decaBDE geen aanleiding tot bezorgdheid geeft.
De Commissie heeft hierover hetzelfde standpunt als over amendement 1. Bovendien zou indien dit amendement wordt overgenomen, alleen een volledig verbod of in het geheel geen verbod mogelijk zijn. De Commissie pleit voor een genuanceerdere aanpak, die maatregelen mogelijk maakt die veel eerder dan 2006 van kracht kunnen zijn. Na de afronding van de risicobeoordelingen en de analyses van de beschikbaarheid van veilige alternatieven kan worden vastgesteld welk gebruik aanleiding tot bezorgdheid geeft en kunnen snel passende maatregelen worden genomen.
4. Conclusie
Gezien het bovenstaande geeft de Commissie een negatief advies over de amendementen en wijzigt zij haar voorstel niet.