Home

Verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005

Verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005

Verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005 /* COM/2002/0398 def. - CNS 2002/0162 */

Publicatieblad Nr. 262 E van 29/10/2002 blz. 0511 - 0522


VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005

(ingediend door de Commissie)

TOELICHTING

Het aan de Visserijovereenkomst tussen de EG en São Tomé en Principe gehechte protocol is afgelopen op 31 mei 2002. Op 14 februari 2002 hebben de twee partijen een nieuw protocol tot vaststelling van de technische en financiële voorwaarden voor de uitoefening van de visserij door vissersvaartuigen van de EG in de wateren van São Tomé en Principe geparafeerd, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005.

De Commissie stelt dan ook voor dat de Raad bij verordening de sluiting van dit nieuwe protocol goedkeurt.

Een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol, in afwachting van de definitieve inwerkingtreding ervan, is het voorwerp van een afzonderlijke procedure.

2002/0162 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] 1) PB C....

Gezien het advies van het Europees Parlement [2]

[2] 2) PB C....

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé [3], is door de twee partijen onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen aan het einde van de toepassingsperiode van het protocol in die overeenkomst moeten worden aangebracht.

[3] 3) PB van ...., blz. ....

(2) Ter afronding van deze onderhandelingen is op 14 februari 2002 een nieuw protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in genoemde Overeenkomst geparafeerd, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005.

(3) Het is in het belang van de Gemeenschap dit protocol goed te keuren.

(4) Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld , evenals hun verplichtingen wat betreft de notificatie van de vangsten.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe, voor de periode van 1 juni 2002 tot en met 31 mei 2005, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het protocol is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

- vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: // Frankrijk: 18

Spanje: 18

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: // Portugal: 2

- vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: // Spanje: 20

Portugal: 5

- gerichte experimentele diepzeevisserij op krab (uitsluitend van 1juni 2002 tot en met 31 mei 2003) // Spanje: 2 vaartuigen van minder dan 250

brutoregisterton

Portugal: 1 vaartuig van minder dan 250

brutoregisterton

Indien met de door deze lidstaten ingediende aanvragen om een vergunning niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie aanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van dit protocol vissen, notifiëren aan de Commissie de hoeveelheden van elk bestand die in de visserijzone van São Tomé en Principe zijn gevangen dit overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 [4]

[4] 4) PB L 73 van 15.3.2001, blz. 8.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn het protocol te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

PROTOCOL TOT VASTSTELLING, VOOR DE PERIODE VAN 1 JUNI 2002 TOT EN MET 31 MEI 2005, VAN DE VANGSTMOGELIJKHEDEN EN DE FINANCIËLE TEGENPRESTATIE ALS BEDOELD IN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN DE REGERING VAN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK SÃO TOMÉ EN PRINCIPE INZAKE DE VISSERIJ VOOR DE KUST VAN SÃO TOMÉ EN PRINCIPE

Artikel 1

De bij artikel 2 van de overeenkomst verleende vangstmogelijkheden worden voor een periode van drie jaar, ingaande op 1 juni 2002, vastgesteld op:

- vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen: // 36 vaartuigen

- vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: // 2 vaartuigen

- vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug: // 25 vaartuigen

- Voor de vaartuigen voor de gerichte diepzeevisserij op krab geldt een experimentele visperiode van 12 maanden, ingaande op de datum van voorlopige toepassing van dit protocol (1 juni 2002 - 31 mei 2003). Tijdens deze periode van 12 maanden mogen 3 vaartuigen van minder dan 250 brutoregisterton (BRT) gelijktijdig vissen in de exclusieve economische zone (EEZ) van São Tomé en Principe.

Artikel 2

De in artikel 6 van de Overeenkomst bedoelde totale financiële tegenprestatie wordt vastgesteld op:

925 000 EUR voor het eerste jaar, waarvan 555 000 EUR als financiële tegenprestatie en 370 000 EUR voor de in artikel 4 van dit protocol bedoelde acties. Bovendien financiert de Gemeenschap het eerste jaar voor 50 000 EUR een evaluatiestudie van de diepzeekrabbestanden.

637 500 EUR voor het tweede jaar, waarvan 382 500 EUR als financiële tegenprestatie en 255 000 EUR voor de in artikel 4 van dit protocol bedoelde acties.

637 500 EUR voor het derde jaar, waarvan 382 500 EUR als financiële tegenprestatie en 255 000 EUR voor de in artikel 4 van dit protocol bedoelde acties.

Voor de visserij op tonijnachtigen geldt de financiële tegenprestatie voor een vangst van 8 500 ton per jaar in de wateren van São Tomé en Principe. Als de vangst van tonijnachtigen door vaartuigen van de Gemeenschap in de EEZ van São Tomé en Principe op jaarbasis deze hoeveelheid overschrijdt, wordt het bovengenoemde bedrag proportioneel verhoogd met 75 EUR per extra gevangen ton.

De jaarlijkse financiële vergoeding wordt in 2002 uiterlijk op 31 december betaald en in 2003 en 2004 uiterlijk op 31 mei. De besteding van deze vergoeding valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe. De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt naar de Schatkist van São Tomé en Principe.

Artikel 3

De twee partijen, bijeen in het kader van de bij artikel 8 van de Overeenkomst ingestelde vergadering van de gemengde commissie, plegen, aan de hand van de resultaten van de bovengenoemde experimentele visserij en in het licht van het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg om, in voorkomend geval, duurzame niveaus voor de vangstmogelijkheden voor de gerichte diepzeevisserij op krab en de van toepassing zijnde financiële tegenprestatie vast te stellen vanaf het tweede jaar waarin het protocol van toepassing is. Dit overleg moet voor het eind van het eerste jaar plaatsvinden.

Artikel 4

1. Van de financiële tegenprestatie voor het eerste jaar wordt 370 000 EUR besteed aan de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:

a) wetenschappelijke en technische programma's ter verbetering van de kennis van de visbestanden in en van de biologische kennis van de visserijzone van São Tomé en Principe: 50 000 EUR,

b) versterking van het systeem voor toezicht, inspectie en controle van de visserijzones: 50 000 EUR,

c) institutionele ondersteuning van de bevoegde visserijadministratie: 50 000 EUR,

d) studiebeurzen en praktijkonderwijs in de verschillende takken van wetenschap, techniek en economie met betrekking tot de visserij: 40 000 EUR;

e) bijdragen van São Tomé en Principe aan internationale visserijorganisaties en deelneming van afgevaardigden van São Tomé en Principe aan internationale bijeenkomsten op het gebied van de visserij: 35 000 EUR,

f) steun voor de ambachtelijke visserij: 145 000 EUR.

2. Van de financiële tegenprestatie voor het tweede en derde jaar wordt 255 000 EUR besteed aan de financiering van de volgende acties, volgens de onderstaande verdeling:

a) wetenschappelijke en technische programma's ter verbetering van de kennis van de visbestanden in en van de biologische kennis van de visserijzone van São Tomé en Principe: 40 000 EUR,

b) versterking van het systeem voor toezicht, inspectie en controle van de visserijzones: 40 000 EUR,

c) institutionele ondersteuning van de bevoegde visserijadministratie: 40 000 EUR,

d) studiebeurzen en praktijkonderwijs in de verschillende takken van wetenschap, techniek en economie met betrekking tot de visserij: 30 000 EUR;

e) bijdragen van São Tomé en Principe aan internationale visserijorganisaties en deelneming van afgevaardigden van São Tomé en Principe aan internationale bijeenkomsten op het gebied van de visserij: 35 000 EUR,

f) steun voor de ambachtelijke visserij: 70 000 EUR.

Het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe beslist welke acties zullen worden uitgevoerd en welk bedrag daaraan elk jaar kan worden besteed en deelt dit mee aan de Europese Commissie.

De jaarlijkse bedragen, met uitzondering van de onder punt d) en e) vermelde bedragen, worden overeenkomstig de jaarlijkse programmering van de besteding uiterlijk 31 december 2002 en 31 mei 2003 en 2004 overgemaakt op een door het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe opgegeven rekening, die volgens een met de Schatkist overeen te komen protocol zal worden gebruikt. De bedragen onder punt d) en e) worden uitbetaald al naar gelang zij worden gebruikt.

Het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe doet de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe, uiterlijk drie maanden na de verjaardatum van het protocol een gedetailleerd jaarverslag toekomen over de uitvoering van deze acties en over de bereikte resultaten. De Europese Commissie behoudt zich het recht voor het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe aanvullende inlichtingen over deze resultaten te vragen en, na overleg met de autoriteiten van São Tomé en Principe, in het kader van de vergaderingen van de gemengde commissie als bedoeld in artikel 8 van de Overeenkomst in voorkomend geval de betalingen te herzien op grond van de daadwerkelijke uitvoering van de acties.

Artikel 5

Ingeval de Gemeenschap de in de artikelen 2 en 4 bedoelde betalingen niet verricht, kan de toepassing van dit protocol worden geschorst.

Artikel 6

Jaarlijks wordt een gezamenlijke wetenschappelijke vergadering gehouden om periodiek in de gemengde commissie de situatie van de krabbestanden te evalueren. Op basis van deze situatie kunnen de in artikel 1 van dit protocol bedoelde vangstmogelijkheden en de in artikel 2 bedoelde financiële tegenprestatie worden aangepast, nadat de twee partijen hierover tijdens de vergadering in het kader van de gemengde commissie overeenstemming hebben bereikt.

Artikel 7

In het geval waarin een fundamentele verandering in de omstandigheden het beoefenen van de visserijactiviteiten in de EEZ van São Tomé en Principe onmogelijk maakt, kan de Europese Gemeenschap, zo mogelijk na voorafgaand overleg tussen de twee partijen in het kader van de gemengde commissie, de betaling van de financiële tegenprestatie schorsen.

De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat zodra de situatie weer normaal is en nadat beide partijen in het kader van de gemengde commissie hebben bevestigd dat de situatie hervatting van de visserijactiviteiten weer toelaat.

Artikel 8

De bijlage bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé en Principe wordt ingetrokken en vervangen door de bijlage bij dit protocol.

Artikel 9

Dit protocol treedt in werking op de datum van ondertekening.

Het is van toepassing met ingang van 1 juni 2002.

BIJLAGE VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE GEMEENSCHAP IN DE VISSERIJZONE VAN SÃO TOMÉ EN PRINCIPE

1. FORMALITEITEN VOOR DE AANVRAAG EN DE AFGIFTE VAN VERGUNNINGEN

Procedures voor het aanvragen en de afgifte van vergunningen, als bedoeld in artikel 4 van de overeenkomst:

De bevoegde instanties van de Gemeenschap dienen via de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe, uiterlijk 20 dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidstermijn, bij het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe een aanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst de visserij wenst te beoefenen.

De aanvragen worden ingediend op de daartoe door de regering van São Tomé en Principe verstrekte formulieren, waarvan een model hierbij is gevoegd (aanhangsel 1).

De vergunningen worden binnen een termijn van 20 dagen na indiening van de aanvraag door de autoriteiten van São Tomé en Principe via de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven.

De vergunning wordt afgegeven op naam van een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. Op verzoek van de Europese Commissie kan de vergunning voor een vaartuig echter worden vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig met soortgelijke kenmerken, en in geval van overmacht wordt dit verzoek steeds ingewilligd. De reder van het te vervangen vaartuig zendt de geannuleerde vergunning via de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe aan het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe.

Op de nieuwe vergunning worden vermeld:

- de datum van afgifte;

- het feit dat deze vergunning een vergunning voor een ander vaartuig vervangt en geldt voor de resterende geldigheidsduur van de vervangen vergunning.

In dat geval zijn niet opnieuw forfaitaire visrechten als bedoeld in punt 2 verschuldigd.

De vergunning moet steeds aan boord zijn. Zodra de autoriteiten van São Tomé en Principe de kennisgeving van de Europese Commissie hebben ontvangen dat het voorschot is betaald, wordt het vaartuig evenwel opgenomen op een lijst van vaartuigen die gerechtigd zijn om te vissen; deze lijst wordt aan de controleautoriteiten van São Tomé en Principe meegedeeld. In afwachting van de eigenlijke vergunning kan een afschrift van de voorlopige vergunning worden verkregen per fax. Dit afschrift wordt aan boord bewaard.

2. BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN, VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL EN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE DRIJVENDE BEUG

De vergunningen hebben een geldigheidsduur van een jaar. Zij kunnen worden verlengd.

De in artikel 4 van de Overeenkomst bedoelde rechten bedragen 25 EUR per ton vis die in de visserijzone van São Tomé en Principe wordt gevangen.

De bevoegde instanties van São Tomé en Principe delen mee op welke wijze de visrechten dienen te worden betaald en geven met name de voor de betalingen te gebruiken bankrekeningen en valuta's aan.

De vergunningen worden afgegeven na overmaking van een forfaitaire som van 3 750 EUR per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, van 625 EUR per jaar per vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel en van 1 375 EUR per jaar per vaartuig voor de visserij met de drijvende beug op een door het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe aangegeven rekening, die volgens de voorwaarden van een protocol waarover nog moet worden onderhandeld met de Schatkist zal worden gebruikt. Dit komt overeen met rechten voor:

- 150 ton tonijn per jaar voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen,

- 25 ton tonijn per jaar voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel,

- 55 ton voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

3. VANGSTAANGIFTEN EN AFREKENINGEN VAN DE VERSCHULDIGDE VISRECHTEN DOOR REDERS VAN VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN, VAN VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL EN VAN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE DRIJVENDE BEUG

De vaartuigen van de Gemeenschap moeten voor iedere visreis in de visserijzone van São Tomé en Principe een ICCAT-logboekformulier bijhouden van het in aanhangsel 2 opgenomen model, zelfs als er niets wordt gevangen.

Voor periodes waarin de vaartuigen buiten de wateren van São Tomé en Principe hebben verbleven, moet op het bovenbedoelde formulier de vermelding "Buiten EEZ São Tomé en Principe" worden aangebracht.

De goed leesbare en door de kapiteins of hun plaatsvervangers ondertekende formulieren worden binnen 45 dagen na het einde van het visseizoen in de EEZ van São Tomé en Principe via de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe toegezonden aan het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe en ze worden met het oog op verwerking ook zo spoedig mogelijk toegezonden aan het "Institut de Recherche pour le Développement (IRD)", aan het Spaanse Oceanografische Instituut (IEO) of aan het "Instituto Português de Investigação Marítima (IPIMAR)".

Wanneer deze bepalingen niet worden nageleefd, behoudt het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe zich het recht voor om de vergunning van het in overtreding zijnde vaartuig te schorsen totdat de formaliteiten zijn vervuld, en de bij de wetgeving van het land vastgestelde sancties toe te passen. In dit geval wordt de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe daarvan onverwijld in kennis gesteld.

De lidstaten delen de Europese Commissie vóór 31 juli van elk jaar de door de wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstgegevens over het voorgaande jaar, uitgedrukt in ton, mee. Aan de hand van deze gegevens stelt de Commissie de definitieve afrekening vast van de rechten die voor een bepaald visseizoen verschuldigd zijn; deze afrekening wordt meegedeeld aan het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe.

De reders ontvangen uiterlijk 30 september kennisgeving van de door de Europese Commissie vastgestelde afrekening en beschikken over een termijn van dertig dagen om aan hun financiële verplichtingen te voldoen. De reders maken het te betalen bedrag over op een door het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe aangegeven rekening, die volgens de voorwaarden van een protocol waarover nog moet worden onderhandeld met de Schatkist zal worden gebruikt. De reders kunnen, ingeval de voor de visserijactiviteiten verschuldigde rechten minder bedragen dan het betaalde voorschot, het verschil niet terugvorderen.

4. BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP VAARTUIGEN VOOR DE GERICHTE DIEPZEEVISSERIJ OP KRAB

a) De vergunningen voor vaartuigen voor de gerichte diepzeevisserij op krab zijn drie maanden geldig. Zij kunnen worden verlengd.

b) De rechten voor de driemaandelijkse vergunningen worden vastgesteld op 42 EUR/BRT per vaartuig.

5. VANGSTAANGIFTEN DOOR REDERS VAN VAARTUIGEN VOOR DE GERICHTE DIEPZEEVISSERIJ OP KRAB

Voor vaartuigen voor de gerichte diepzeevisserij op krab die in het kader van de Overeenkomst mogen vissen in de EEZ van São Tomé en Principe moeten via de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe de vangstgegevens aan het voor de visserij bevoegde ministerie worden toegezonden met een aangifte volgens het model in aanhangsel 3. Deze vangstaangiften worden per maand opgesteld en worden ten minste eenmaal per kwartaal ingediend.

6. INSPECTIE EN CONTROLE

De vaartuigen van de Gemeenschap die hun activiteit uitoefenen in de visserijzone van São Tomé en Principe staan toe dat ambtenaren van São Tomé en Principe aan wie de inspectie en de controle van de visserijactiviteiten is opgedragen, aan boord komen en vergemakkelijken hun de uitoefening van hun taak. Deze ambtenaren verblijven niet langer aan boord dan nodig is voor de uitvoering van steekproefsgewijze vangstcontroles en van alle andere met de visserijactiviteiten verband houdende inspectiewerkzaamheden.

7. WAARNEMERS

Op verzoek van de autoriteiten van São Tomé en Principe wordt op de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug een waarnemer aan boord genomen. Vaartuigen voor de diepzeevisserij die gericht is op krab nemen altijd een waarnemer aan boord. Deze waarnemer wordt behandeld als een officier. Hoelang de waarnemer aan boord dient te blijven, wordt vastgesteld door de autoriteiten van São Tomé en Principe, maar in het algemeen zal dit niet langer zijn dan nodig is voor de uitvoering van zijn taak. Tijdens zijn verblijf aan boord:

- observeert de waarnemer de visserijactiviteiten van de vaartuigen,

- controleert hij de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn,

- neemt hij biologische monsters in het kader van wetenschappelijke programma's,

- noteert hij gegevens over het gebruikte vistuig en

- verifieert hij de in het logboek opgenomen vangstgegevens in de visserijzone van São Tomé en Principe.

Tijdens zijn verblijf aan boord:

- zorgt de waarnemer ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,

- gaat hij zorgvuldig om met de inventaris en de installaties van het vaartuig, en bewaart hij geheimhouding over alle aan het vaartuig toebehorende documenten.

- stelt hij een activiteitenverslag op, dat aan de bevoegde autoriteiten van São Tomé en Príncipe wordt toegezonden, met kopie aan de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Príncipe. Voor de vaartuigen voor de diepzeevisserij op krab bevat dit verslag in het bijzonder een voorlopige afrekening van de in de EEZ gevangen en in het logboek genoteerde hoeveelheden. Deze afrekening moet worden overlegd voordat de vergunning voor de volgende periode wordt vernieuwd.

De voorwaarden van het verblijf aan boord, waarbij de visserijactiviteiten niet mogen worden onderbroken of gehinderd, worden in onderling overleg vastgesteld door de reder of zijn gemachtigde en de autoriteiten van São Tomé en Principe.

De reder betaalt via zijn gemachtigde aan de regering van São Tomé en Principe 10 EUR voor iedere dag die een waarnemer doorbrengt aan boord van een vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, van een vaartuig voor de visserij met de beug of van een vaartuig voor de gerichte diepzeevisserij op krab, als bijdrage in de kosten voor het aan boord hebben van een waarnemer.

De kosten van inscheping en ontscheping van de waarnemer zijn ten laste van de reder indien hij niet in staat is de waarnemer in een met de autoriteiten overeen te komen haven van São Tomé en Principe aan boord te nemen of aan land te zetten.

Indien de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan boord te nemen.

Het salaris en sociale bijdragen voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde autoriteiten van São Tomé en Principe.

8. VISSERIJZONE

De in artikel 1 van het protocol bedoelde vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug mogen vissen in de wateren buiten 12 zeemijl vanaf de kust van elk eiland.

De in artikel 1 van het protocol bedoelde vaartuigen voor de diepzeevisserij die gericht is op krab mogen vissen in de wateren vanaf de 650m-dieptelijn.

Zonder onderscheid is elke visserijactiviteit verboden in de voor gezamenlijke exploitatie bestemde zone tussen São Tomé en Principe en Nigeria, die wordt begrensd door de in bijlage 4 vermelde coördinaten.

9. BINNENVAREN EN VERLATEN VAN DE ZONE

De betreffende vaartuigen melden hun voornemen om de visserijzone van São Tomé en Principe binnen te varen of te verlaten ten minste 24 uur van tevoren aan het kustradiostation en aan het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe (per telefoon +239-12-22091, per fax +239-12-22828 of per e-mail dpescas1@cstome.net).

Tegelijk met hun voornemen om de visserijzone van São Tomé en Principe te verlaten, melden zij de geschatte hoeveelheden die tijdens het verblijf in de betrokken zone zijn gevangen. De meldingen vinden bij voorkeur plaats per telefax, of via de radio indien geen telefax aan boord is.

Vaartuigen waarvan bij controle wordt vastgesteld dat zij vissen zonder het voor visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe van tevoren te hebben ingelicht, worden beschouwd als vaartuigen zonder vergunning.

De fax- en telefoonnummers en het e-mailadres worden eveneens medegedeeld bij het afgeven van de visvergunning.

Het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe en de reders bewaren een kopie van de faxberichten of van de opname van de radioberichten totdat beide partijen de in punt 3 bedoelde definitieve afrekening van de rechten hebben aanvaard.

10. BIJVANGSTEN

De vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen stellen eventuele bijvangsten ter beschikking aan het Directoraat Visserij van São Tomé en Principe, dat zich belast met de los- en andere werkzaamheden.

11. AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN

Op verzoek van de autoriteiten van São Tomé en Principe monsteren de reders van de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen voor de duur van de activiteiten zes uit São Tomé en Principe afkomstige zeelieden aan, met een maximum van één per vaartuig.

De arbeidsvoorwaarden en lonen worden vastgesteld via besprekingen tussen de reders en de vertegenwoordigers van de zeelieden.

Als de gezamenlijke vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen geen 6 zeelieden uit São Tomé en Principe aanmonstert, betalen de reders voor elke niet aangemonsterde zeeman een vergoeding, waarvan de hoogte door beide partijen wordt vastgesteld op basis van de duur van het visseizoen.

Dit bedrag zal worden besteed aan de opleiding van zeevissers van São Tomé en Principe en wordt gestort op een door het voor de visserij bevoegde ministerie van São Tomé en Principe opgegeven rekening.

12. NORMEN

De door ICCAT aanbevolen internationale normen op het gebied van de tonijnvisserij zijn van toepassing.

13. GEBRUIK VAN DIENSTEN

De vaartuigen van de Gemeenschap streven ernaar de voor de uitoefening van hun activiteiten benodigde goederen en diensten zoveel mogelijk in São Tomé en Principe aan te schaffen.

14. PROCEDURE IN GEVAL VAN AANHOUDING

a) Kennisgeving

Het voor de visserij bevoegde ministerie stelt de delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe en de vlaggenstaat binnen ten hoogste 48 uur ervan in kennis wanneer een vaartuig uit de Gemeenschap dat in het kader van de visserijovereenkomst opereert in de visserijzone van São Tomé en Principe is aangehouden en verstrekt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de aanhouding. De delegatie in São Tomé en Principe en de vlaggenstaat worden tevens op de hoogte gehouden van het verloop van de ingeleide procedures en van de getroffen sancties.

b) Afwikkeling van de aanhouding

Overeenkomstig de geldende visserijwetgeving en de in het kader daarvan genomen besluiten, kan de overtreding worden geregeld:

- via een schikking; het bedrag van de toegepaste geldboete wordt in dat geval bepaald met inachtneming van de in de wetgeving van São Tomé en Principe vastgestelde minimum- en maximumwaarden;

- langs gerechtelijke weg, indien de zaak niet via een schikking kan worden geregeld, overeenkomstig de wetgeving van São Tomé en Principe.

c) Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanning gemachtigd om de haven te verlaten zodra:

- bij een schikking, aan de desbetreffende verplichtingen is voldaan en tot staving daarvan een bewijs van betaling is overgelegd; ofwel

- bij een gerechtelijke procedure, in afwachting van de voltooiing ervan een bankwaarborg is verstrekt en tot staving daarvan een bewijs van borgstelling is overgelegd.

15. PROCEDURE IN GEVAL VAN SANCTIES

De delegatie van de Europese Commissie in São Tomé en Principe wordt geïnformeerd over elke toepassing van sancties met betrekking tot een vissersboot die de vlag voert van een lidstaat van de Gemeenschap en die vist in het kader van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en São Tomé en Principe en ontvangt een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de sanctie.

Aanhangsel 1 DEMOCRATISCHE REPUBLIEK SÃO TOMÉ EN PRINCIPE

MINISTERIE VAN LANDBOUW EN VISSERIJ.

VERGUNNINGSAANVRAAG NR

Naam van de aanvrager

Naam en adres van de reder van het vaartuig

Naam en adres van diens eventuele vertegenwoordiger in São Tomé en Principe

Naam van het vaartuig

Vaartuigtype

Land van registratie

Registratiehaven en registratienummer

Op het vaartuig aangebrachte identificatieletters en -cijfers

Oproepletters/seinletters

Lengte van het vaartuig

Breedte van het vaartuig

Motortype en motorvermogen

Inhoud van de ruimen

Minimumaantal zeelieden

Visserijmethode

Doelsoorten

Gewenste geldigheidsduur:

"Hierbij verklaar ik dat deze gegevens juist zijn.

Ik ben op de hoogte van zowel de in de Democratische Republiek São Tomé en Principe geldende wetgeving op het gebied van de zeevisserij als de in internationaal verband geldende voorschriften, die ik onderschrijf, en verbind mij ertoe de bedoelde wetgeving en voorschriften in acht te nemen en in acht te doen nemen".

Datum:

DE AANVRAGER,

Aanhangsel 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 3

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanhangsel 4

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

Beleidsgebied(en): Externe aspecten van bepaalde communautaire beleidssectoren

Activiteit(en): Internationale visserijovereenkomsten

Benaming van de actie: Protocol tot vaststelling van vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie bij de visserijovereenkomst tussen de EG en de Democratische Republiek São Tomé en Principe

1. BEGROTINGSPLAATS(EN) + OMSCHRIJVING(EN)

B78000: "Internationale visserijovereenkomsten"

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1 Totale toewijzing voor de actie (deel B): 2,250 miljoen EUR aan VK/BK

2.2 Duur: 2002-2005

2.3 Meerjarenraming van de totale uitgaven: 2,250 miljoen EUR

a) Tijdschema vastleggingskredieten/betalingskredieten (financiering uit de begroting) (cf. punt 6.1.1)

in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Technische en administratieve bijstand en ondersteuningsuitgaven (cf. punt 6.1.2)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Financiële gevolgen in verband met de personele middelen en andere huishoudelijke uitgaven (cf. punten 7.2 en 7.3)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.4 Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

|X| Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering

| | Dit voorstel vereist een herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten,

| | inclusief, in voorkomend geval, een beroep op de bepalingen van het interinstitutioneel akkoord.

2.5 Financiële gevolgen voor de ontvangsten

|X| Geen enkele financiële implicatie (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel)

OF

| | Financiële gevolgen - Het effect op de ontvangsten is als volgt:

N.B.: Alle opmerkingen en toelichtingen met betrekking tot de methode waarmee de gevolgen voor de ontvangsten worden berekend, moeten op een afzonderlijk blad worden toegevoegd aan dit financieel memorandum.

in miljoen EUR (tot op 1 decimaal nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(Elke betrokken begrotingsplaats beschrijven en het passende aantal regels aan de tabel toevoegen indien het effect betrekking heeft op meerdere begrotingsplaatsen)

3. BEGROTINGSKENMERKEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 37 van het Verdrag, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea.

De Overeenkomst met São Tomé en Principe (PB L 54 van 25.2.1984, blz. 1).

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1 Noodzaak van het communautaire optreden

5.1.1 Doelstellingen

Het protocol betreffende de Visserijovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe loopt af op 31 mei 2002. Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de regering van de Democratische Republiek São Tomé en Principe inzake de visserij voor de kust van São Tomé, is door de twee partijen onderhandeld om te bepalen welke wijzigingen of aanvullingen aan het einde van de toepassingsperiode van het protocol in die overeenkomst moeten worden aangebracht. Deze hernieuwing moet de reders van de Gemeenschap in staat stellen hun visserijactiviteiten (met name de tonijnvisserij) voort te zetten in de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van São Tomé en Principe en nieuwe vangstmogelijkheden te verkrijgen, in het bijzonder voor de gerichte diepzeevisserij op krab, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in het protocol dat ter afronding van de van 11 tot en met 14 februari te São Tomé gehouden onderhandelingen tussen de Commissie, namens de Gemeenschap, en de onderhandelaar van São Tomé is geparafeerd.

5.1.2 Genomen maatregelen die onder de evaluatie ex ante vallen

De bevoegde eenheden van het DG Visserij van de Commissie hebben het eerste protocol, dat binnenkort afloopt (1999-2002), geëvalueerd.

De totale in het protocol 1999/2002 vastgestelde vangstmogelijkheden waren: 36 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, 33 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug en 7 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel.

Er is vastgesteld dat de gemiddelde benuttingsgraad, d.w.z. het aantal vergunningsaanvragen, goed was voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (80%), maar niet geheel bevredigend voor de vaartuigen voor de visserij met de beug (35%) en nihil voor de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel.

Er zij op gewezen dat de benuttingsgraad, vanuit het oogpunt van de vangsten, gering was: 2 274 ton in 1999 en 1 839 ton in 2000 (de cijfers voor 2001 zijn nog niet beschikbaar).

Deze overeenkomst vormt een integrerend deel van een netwerk van akkoorden inzake tonijn in het Atlantisch gebied, dat de vloot van de Gemeenschap in staat stelt grensoverschrijdende bestanden te volgen. Bij de bestudering van de vangstcijfers in het kader van de Overeenkomst met São Tomé dient te worden opgemerkt dat de EEZ van São Tomé eveneens onontbeerlijk is voor de doorvaart van de EU-vloot, om in de wateren van de buurlanden te kunnen vissen.

Voorts dient in aanmerking te worden genomen dat, aangezien tonijn een over grote afstanden trekkende soort is, de werkelijke vangsten in een bepaalde zone per visjaar aanzienlijk kunnen fluctueren. Vooraf kan dus niet worden bepaald hoe groot de vangsten van de communautaire vloot in de wateren van São Tomé en Principe zullen zijn. De tonijnvangsten worden naar de verwerkingsfabrieken in de Europese landen (Spanje, Italië, Frankrijk en Portugal) en naar de conservenfabrieken in bepaalde westafrikaanse landen (Senegal, Ivoorkust en Ghana) gezonden, waarvandaan een groot deel van de productie wordt geëxporteerd naar de communautaire markt.

5.1.3. Naar aanleiding van de evaluatie ex post genomen maatregelen

Bij de onderhandelingen met São Tomé is rekening gehouden met een aantal conclusies van het ex post-evaluatieverslag over de visserijovereenkomsten van september 1999 (IFREMER). Zo zijn bijvoorbeeld de voorschotten van de reders verhoogd en zijn de procedures voor de controle op de gerichte acties, die thans 40% van de totale financiële bijdrage uitmaken, verbeterd.

5.2 Voorgenomen acties en wijze van financiering uit de begroting

Het protocol, dat op 14 februari 2002 is geparafeerd, voorziet in vangstmogelijkheden voor 36 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, 25 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug 2 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel, een referentiehoeveelheid van 8 500 ton en de invoering van een nieuw onderdeel voor de experimentele gerichte diepzeevisserij op krab (3 vaartuigen van minder dan 250 brutoregisterton gedurende 12 maanden).

Gelet op het nieuwe luik dat de mogelijkheid tot experimentele visserij voorziet (en dat hoegenaamd niet verwaarloosbaar is), betekent het nieuwe protocol een toename van de vangstmogelijkheden ten opzichte van het vorige protocol.

In het kader van het nieuwe protocol (2002/2005) zal de EG een financiële tegenprestatie betalen van EUR 2 250 000 over 3 jaar, tegenover EUR 1 912 500 over 3 jaar in het kader van het vorige protocol (1999/2002).

Van dit bedrag zal 40% of EUR 880 000 worden besteed aan de financiering van doelgerichte acties voor de ontwikkeling van de visserijsector in São Tomé (financiering van wetenschappelijke en technische programma's); controle van en toezicht op de visserij; financiering van studiebeurzen en opleidingsstages; enz. De betrokken bedragen worden in jaarlijkse tranches ter beschikking van de autoriteiten van São Tomé en Principe gesteld op basis van een jaarlijkse bestedingsprogrammering:

eerste jaar: // 370 000 EUR

tweede jaar: // 255 000 EUR

derde jaar: // 255 000 EUR

De financiële compensatie, namelijk 60% of EUR 1 370 000, zal elk jaar worden overgemaakt op een rekening bij de Schatkist:

eerste jaar: // 555 000 EUR + 50 000 EUR (studie)

tweede jaar: // 382 500 EUR

derde jaar: // 382 500 EUR

De eerste tranche moet vóór 31 december 2002 worden overgemaakt.

Voor de verhoging van de vangstmogelijkheden en de bijdrage zijn verschillende redenen:

1. Het belang van de lidstaten: Sinds de mislukking van de onderhandelingen met Marokko is in grotere mate gebruik gemaakt van de andere visserijovereenkomsten en het belang dat de lidstaten erbij hebben dat nieuwe vangstmogelijkheden worden gevonden in het kader van andere overeenkomsten, is aanzienlijk toegenomen. De meeste vaartuigen die van het nieuwe segment gebruik zullen maken, voerden hun visserijactiviteit oorspronkelijk uit in het kader van de overeenkomst met Marokko.

2. Tonijnvisserij: Een kenmerk van de tonijnvisserij, dat rechtstreeks verband houdt met het feit dat de soort over grote afstanden trekt, is dat de vangsten in een bepaald gebied naargelang van het seizoen zeer sterk kunnen verschillen. Vooraf kan dus niet worden bepaald hoe groot de vangsten van de communautaire vloot in de wateren van een derde land zullen zijn. Daarom betaalt de Gemeenschap, zoals bij alle overeenkomsten betreffende de tonijnvisserij, een forfaitair bedrag dat normaal gesproken rechtstreeks evenredig is met de verwachte vangsten in ton (rerentiehoeveelheid); die hoeveelheid wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vangsten in de voorafgaande jaren. In het geval van São Tomé is het zo dat de opgetekende vangsten niet voldoende gebleken zijn en dat andere elementen eveneens in rekening gebracht zijn: zo bijvoorbeeld het strategisch belang van dit akkoord (zie 5.1.2) voor de Atlantische tonijnvloot die in de golf van Guinea actief is. Indien de vangsten de referentiehoeveelheid overschrijden, betaalt de Gemeenschap een extra bedrag naar evenredigheid van de omvang van de overschrijding. Indien de verwachte vangsten niet worden gehaald, behoudt het derde land het oorspronkelijk betaalde bedrag.

De kosten per ton gevangen tonijn bedragen EUR 75 voor de Gemeenschap op basis van de referentiehoeveelheid en EUR 25 voor de reders. De handelswaarde van tonijn bedraagt tussen EUR 500 en EUR 1 500 per ton, naargelang van de soort.

3. Krabbenvisserij: De gemiddelde kosten van het protocol per eenheid van de nieuwe experimentele demersale vangstmogelijkheden (brt), ongeveer EUR 383/brt, zijn gunstig. Dit cijfer moet worden vergeleken met de handelswaarde van krab, die 5 000 EUR per ton bedraagt. De vermelding van de vangstmogelijkheden voor trawlers in maandgemiddelden op jaarbasis leidt tot een betere beschikbaarheid en tot grote flexibiliteit in het gebruik van de vangstmogelijkheden.

4. Duurzame en verantwoorde visserij: Dat de Democratische Republiek São Tomé en Principe besloten heeft 40% van de financiële tegenprestatie te besteden aan doelgerichte acties voor de ontwikkeling van haar visserijsector (onderzoek, toezicht, enz.) is ook belangrijk voor de continuïteit van de communautaire visserijsector.

5. ACS-Staten: In de door de Raad vastgestelde richtsnoeren voor de onderhandelingen over visserijovereenkomsten met de ACS-Staten is bepaald dat rekening moet worden gehouden met het belang dat de Gemeenschap erbij heeft om met de betrokken derde landen betrekkingen op visserijgebied aan te knopen of in stand te houden.

5.3 Tenuitvoerlegging

De tenuitvoerlegging van het protocol is een exclusieve bevoegdheid van de Commissie, die daarvoor een beroep zal doen op haar statutair personeel te Brussel en bij de delegatie in de São Tomé en Principe.

6. FINANCIËLE GEVOLGEN

6.1 Totale financiële gevolgen voor deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

6.1.1 Financiering

VK in miljoen EUR (tot op 3 decimalen nauwkeurig)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6.2. Berekening van de kosten per overwogen maatregel in deel B (voor de gehele programmeringsperiode)

VK in mln EUR (tot 3 cijfers na de komma)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. GEVOLGEN VOOR HET PERSONEELSBESTAND EN DE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

De behoeften aan personele en administratieve middelen moeten worden gefinancierd uit de aan het beherend DG toegewezen middelen.

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7.2 Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen stemmen overeen met totale uitgaven gedurende 12 maanden.

7.3 Andere uit de maatregel voortvloeiende huishoudelijke uitgaven

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De bedragen stemmen overeen met de totale uitgaven gedurende 12 maanden.

(1) De aard van het comité en de groep waar het deel van uitmaakt, vermelden

I. Jaartotaal (7.2 + 7.3) // EUR 1 259 892

II. Duur van de actie // 3 jaar

III. Totale kosten van de actie (IxII) // EUR 3 779 676

Het is niet mogelijk het effect van een bepaald protocol op de werkbelasting van de verantwoordelijke eenheid van DG Visserij afzonderlijk te kwantificeren.

De verlenging van in het kader van bestaande visserijovereenkomsten gesloten protocollen behoort weliswaar tot de taken van de betrokken eenheid, maar heeft niet per se gevolgen voor de administratieve uitgaven.

Als het protocol niet was gesloten (geparafeerd), dan zou dit immers ook heel wat werk en uitgaven in de vorm van dienstreizen en vergaderingen hebben meegebracht.

8. TOEZICHT EN EVALUATIE

8.1 Follow-upsysteem

De benutting van de vangstmogelijkheden wordt doorlopend geëvalueerd, zowel vanuit het oogpunt van de vergunningaanvragen als vanuit dat van de omvang en de waarde van de vangsten.

De financiële compensatie en de bedragen voor de doelgerichte acties worden elk jaar overgemaakt op een door de autoriteiten van São Tomé en Principe aangewezen rekening bij de Schatkist.

De bijdragen in de financiering van doelgerichte acties worden in jaarlijkse tranches ter beschikking van de autoriteiten van São Tomé en Principe gesteld op basis van een jaarlijkse bestedingsprogrammering (zie artikel 4 van het protocol). De bedragen voor de financiering van studiebeurzen, opleidingsstages en bijdragen aan internationale organisaties en aan internationale bijeenkomsten op het gebied van de visserij worden betaald naarmate zij worden besteed.

Er zij op gewezen dat in een nieuw artikel 7 van het protocol wordt bepaald dat, wanneer de visserijactiviteiten als gevolg van een ingrijpende wijziging in de omstandigheden niet meer kunnen worden uitgeoefend, de EG de betaling van de financiële tegenprestatie kan schorsen.

Een gedetailleerd verslag over de uitvoering van de acties en over de resultaten daarvan moet elk jaar aan de Commissie worden overgelegd binnen 3 maanden na de datum waarop het protocol verjaart. De Commissie heeft het recht aanvullende inlichtingen te vragen en de betalingen te herzien in het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de voorgenomen acties.

De EG en de Democratische Republiek São Tomé en Principe kunnen, wanneer nodig, te allen tijde bijeenkomen in het kader van een gemengde commissie die op de goede toepassing van het protocol toeziet, om alle aangelegenheden betreffende de uitvoering van het protocol te bespreken.

8.2 Procedure en periodiciteit van de voorgeschreven evaluatie

Vóór een eventuele verlenging in 2005 zal de volledige toepassingsperiode van het protocol (2002-2005) worden geëvalueerd, waarbij de indicatoren voor het resultaat (omvang en waarde van de vangsten) en voor het effect (aantal nieuwe arbeidsplaatsen en aantal arbeidsplaatsen dat is gehandhaafd, verhouding tussen de kosten van het protocol en de waarde van de vangsten) zullen worden gemeten.

Met betrekking tot de doelgerichte acties wordt verwezen naar het bovenstaande.

9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Het betreft hier financiële vergoedingen van de Gemeenschap als rechtstreekse compensatie voor toegekende vangstmogelijkheden; het begunstigde derde land gebruikt deze bedragen naar goeddunken. Over de besteding van bepaalde middelen moet evenwel bij de Commissie verslag worden uitgebracht, op de wijze die in het protocol is vastgesteld. Een jaarverslag over de uitvoering en de bereikte resultaten moet worden overgelegd voor alle in artikel 4 van het protocol genoemde acties. De Commissie behoudt zich het recht voor aanvullende inlichtingen omtrent de behaalde resultaten te vragen en de betalingen te herzien in het licht van de daadwerkelijke uitvoering van de acties.

Bovendien moeten de lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de overeenkomst actief zijn, aan de Commissie de juistheid garanderen van de gegevens die in de meetbrieven van de vaartuigen vermeld zijn, zodat de vergunningsrechten op een deugdelijke grondslag kunnen worden berekend.

Daarnaast moeten voor de communautaire vaartuigen overeenkomstig het protocol ook vangstaangiften worden ingevuld (welke aan de Commissie en aan de autoriteiten van São Tomé en Principe moeten worden overgelegd), die de grondslag vormen voor de definitieve afrekening van de in het kader van het protocol gerealiseerde vangsten en de overeenkomstige visrechten.