Home

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen /* COM/2002/0409 def. - ACC 2002/0166 */

Publicatieblad Nr. 291 van 26/11/2002 blz. 0174 - 0178


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De handelsregeling die tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen van toepassing is op verwerkte landbouwproducten is te vinden in Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst, enerzijds, en Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, anderzijds.

Krachtens de artikelen 76, 102 en 128 van de Toetredingsakte moesten Oostenrijk, Finland en Zweden vanaf 1 januari 1995 de bepalingen van de preferentiële overeenkomsten tussen de Gemeenschap en bepaalde derde landen (Zwitserland en Noorwegen) toepassen, met dien verstande dat alle ten gevolge van de uitbreiding noodzakelijke aanpassingen zouden worden vastgelegd in aanvullende protocollen, waarover met de betrokken landen moest worden onderhandeld.

In de genoemde artikelen is bepaald dat, indien deze protocollen op 1 januari 1995 nog niet gesloten zijn, de Gemeenschap de noodzakelijke maatregelen moet nemen om aan deze situatie het hoofd te bieden.

Verordening (EG) nr. 1416/95 van de Raad van 19 juni 1995 houdende vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten in 1995 voor bepaalde verwerkte landbouwproducten [1] opende daarom ten gunste van Noorwegen en Zwitserland tariefcontingenten voor het jaar 1995.

[1] PB L 141 van 24.6.1995, blz. 1.

In 2000 zijn de autonome maatregelen voor Zwitserland aangenomen in het kader van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Zwitserland.

Wat Noorwegen betreft, werd Verordening (EG) nr. 1416/95 van de Raad verlengd voor 1996, 1997, 1998, 1999, 2000, 2001 en 2002 [2]. Deze maatregelen werden goedgekeurd op voorwaarde dat het betrokken derde land gelijkwaardige wederzijdse autonome maatregelen ten gunste van de Europese Gemeenschap neemt.

[2] PB L 46 van 16.2.2002, blz. 1.

In 1999 werd de mogelijkheid overwogen de bestaande bilaterale tariefcontingenten op te nemen in Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Omdat het evenwel niet mogelijk was bilaterale tariefcontingenten te handhaven wanneer ze in Protocol nr. 3 zouden zijn opgenomen, besloten de Europese Gemeenschap en Noorwegen de in bilaterale regelingen opgenomen contingenten buiten de EER-Overeenkomst te houden en een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te sluiten om deze contingenten op permanente basis te behouden.

Bijgaand voorstel vormt de weerslag van deze doelstelling en voorgesteld wordt dat de Raad dit besluit goedkeurt.

2002/0166 (ACC)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, over Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 juncto de eerste zin artikel 300, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, is op basis van wederkerigheid een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling gesloten betreffende een aantal verwerkte landbouwproducten die vallen onder Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen [3], teneinde de handelsregeling te verbeteren en bepaalde problemen op te lossen.

[3] PB L 171 van 27.6.1973, blz. 1.

(2) Aangezien de maatregelen die voor de tenuitvoerlegging van dit besluit vereist zijn, beheersmaatregelen zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [4], dienen deze maatregelen volgens de beheersprocedure van artikel 4 van dat besluit te worden vastgesteld.

[4] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(3) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

Namens de Gemeenschap wordt de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Voorschriften voor de toepassing van dit besluit worden vastgesteld door de Commissie, die wordt bijgestaan door het in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad [5] bedoelde Comité van beheer van horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer van verwerkte landbouwproducten. Artikel 4 van Besluit 1999/468/EG is van toepassing; de in artikel 4, lid 3, van dat besluit bedoelde termijn bedraagt één maand.

[5] PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

Artikel 3

De Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de in artikel 1 bedoelde overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op die van haar goedkeuring.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING

tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en het Koninkrijk Noorwegen, anderzijds, betreffende Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen.

A. Brief van de Gemeenschap

Brussel,

Mijnheer,

Ik heb de eer te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met bijgaand "Goedgekeurd proces-verbaal" betreffende een reeks aanpassingen van de respectieve invoerregelingen die door de Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen worden toegepast voor verwerkte landbouwproducten, waarvan sommige onder Protocol nr. 2 van de bilaterale vrijhandelsovereenkomst vallen.

Ik moge u verzoeken mij te willen bevestigen dat de Regering van het Koninkrijk Noorwegen met de inhoud van deze brief instemt.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor de Europese Gemeenschap

B. Brief van Noorwegen

Brussel,

Mijnheer,

Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt

"Ik heb de eer te bevestigen dat de Europese Gemeenschap instemt met bijgaand "Goedgekeurd proces-verbaal" betreffende een reeks aanpassingen van de respectieve invoerregelingen die door de Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen worden toegepast voor verwerkte landbouwproducten, waarvan sommige onder Protocol nr. 2 van de bilaterale vrijhandelsovereenkomst vallen."

Ik heb de eer te bevestigen dat mijn Regering instemt met de inhoud van uw brief en met de datum die is voorgesteld voor de inwerkingtreding van de aanpassingen.

Gelieve, Mijnheer, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.

Voor het Koninkrijk Noorwegen

Goedgekeurd proces-verbaal

I - Inleiding

Tussen ambtenaren van de Europese Commissie en van het Koninkrijk Noorwegen heeft een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden over de autonome maatregelen die werden genomen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de EU in 1995.

Na deze bijeenkomsten werd overeengekomen een reeks aanpassingen van de respectieve invoerregelingen van de Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen voor een aantal verwerkte landbouwproducten, die vallen onder Protocol nr. 2 bij de bilaterale vrijhandelsovereenkomst, voor goedkeuring aan hun respectieve autoriteiten voor te leggen.

Deze aanpassingen zijn van toepassing vanaf [1 januari 2003].

II - Noorse invoerregeling

1. Het Koninkrijk Noorwegen opent jaarlijks ten gunste van de Europese Gemeenschap de volgende tariefcontingenten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

III - Communautaire invoerregeling

1. De Gemeenschap opent jaarlijks ten gunste van Noorwegen de volgende tariefcontingenten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De onder II en III genoemde tariefcontingenten worden verleend voor producten van oorsprong, in overeenstemming met de oorsprongsregels, die zijn neergelegd in Protocol nr. 3 van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EG en Noorwegen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>