Home

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2002/0623 def. - COD 2001/0140 */


Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)

TOELICHTING

Gedurende zijn plenaire zitting van 10 juni 2002 heeft het Europees Parlement, behoudens een aantal amendementen, het Commissievoorstel goedgekeurd voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens. Het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's hebben eveneens het wetgevend initiatief ondersteund.

Het Europees Parlement gaat akkoord met de hoofdelementen van het Commissievoorstel. Het heeft echter een aantal amendementen geformuleerd op basis waarvan de Commissie voorstelt sommige nieuwe elementen in haar originele tekst op te nemen.

De Commissie apprecieert de pragmatische en evenwichtige benadering die door het Europees Parlement op dit gebied wordt gevolgd en erkent met name de toegevoegde waarde van de amendementen waarbij voorgesteld wordt bepaalde elementen van de verordening en daarmee de werking van de voorgestelde regels voor de toewijzing van slots te versterken.

Bepaalde kwesties worden van cruciaal belang geacht voor de effectiviteit van het voorstel en voor de herziening op zich, d.w.z. zonder deze maatregelen zou de herziening grotendeels haar "raison d'être" verliezen. Deze kwesties zijn de volgende:

- Definities: het juridische karakter van slots en nieuwe gegadigden (met name van invloed op regionale diensten en de positie van luchtvaartmaatschappijen die binnen een alliantie opereren).

- Beginselen van slottoewijzing: bij slottoewijzing moet rekening worden gehouden met milieumaatregelen (inclusief omvang van vliegtuigen) en intermodaliteit teneinde de congestie zoveel mogelijk te verminderen en niet alle capaciteitsrestricties te laten meespelen die van invloed zijn op de prestatie van de infrastructuur.

- Coordinatiecomité: lokale regels uitgewerkt door dat comité (alle betrokken partijen) moeten door de betrokken lidstaat worden goedgekeurd teneinde te verzekeren dat zij in overeenstemming zijn met het gemeenschapsrecht. Derhalve mag men één lid van het comité (luchthaven) dergelijke regels niet onafhankelijk en zonder goedkeuring van de LS laten goedkeuren.

- Status van de coördinator: de toegenomen verplichtingen van de coördinators (vergelijken, permanent controleren, opleggen van sancties) en hun juridische, feitelijke en financiële onafhankelijkheid vereisen dat hun beslissingen onderworpen zijn aan rechterlijke toetsing. Het is derhalve nodig dat coördinators niet ontheven zijn van enige vorm van aansprakelijkheid (schadeloosstelling) aangezien hun beslissingen schade kunnen toebrengen aan de luchtvaartmaatschappijen waarop de maatregelen betrekking hebben. Derhalve moeten coördinators minstens aansprakelijk zijn voor grove nalatigheid en opzettelijk wangedrag in de loop van hun activiteiten.

- Preventie van slotoverdrachten: deze kwestie moet behandeld worden bij de tweede fase van de herziening. Totdat er een mechanisme is dat voorziet in een nieuw systeem van slottoewijzing op basis van marktopties en neutrale, niet-discriminerende, transparante en eerlijke procedures maakt het huidige slottoewijzingsproces echter geen verhandeling van slots en pseudoslotruil (verborgen slotoverdrachten) mogelijk.

- Sancties: om te voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen misbruik maken van hun slots en zo het probleem van schaarse capaciteitsmiddelen op Europa's "hub and spoke"-luchthavens verergeren, wordt voorgesteld dat zij hun slots verliezen wanneer zij intentioneel en consistent misbruik maken van hun slots of het nog voor het einde van het dienstregelingsseizoen duidelijk is dat zij niet voldoen aan de gebruikseisen voor slots - 80% gebruik gedurende een seizoen.

- Timing van het voorstel: in dit stadium is het voorbarig te bepalen tegen welk moment de Commissie verdere wetgeving moet voorstellen om de huidige regels (markttoegang) verder te herzien. Dit kan alleen worden overwogen wanneer een studie ter beoordeling van alle mogelijke opties voor een dergelijke herziening is voltooid en de industriële stakeholders en lidstaten naar behoren zijn geraadpleegd.

In het licht van deze overwegingen is de Commissie bereid die suggesties en amendementen te incorporeren die gericht zijn op het verbeteren en verduidelijken van de huidige tekst van haar voorstel. Met name:

- Een groot deel (19) van de voorgestelde amendementen zijn aanvaardbaar zoals aangenomen door het Europees Parlement. Deze betreffen de volgende elementen van het voorstel: de definitie van nieuwe gegadigde, luchtvaartmaatschappij, de functies van de coördinator, de functies van het coördinatiecomité en de aanwijzing van coördinatieparameters, de criteria van slottoewijzing. Ook zijn de periodes voor het effectief behandelen van klachten verkort om snelle oplossingen binnen een redelijke tijd te verzekeren. Deze amendementen zijn de volgende: 10, 11, 13, 14, 16, 19, 21, 22, 24, 27, 29, 30, 36, 39, 40, 41, 42, 47 en 49.

In het licht van het bovenstaande zijn de volgende artikelen gewijzigd: 2, onder b), f) en o); 3, lid 5; 4, leden 1 en 6; 5, lid 1; 6, lid 1, tweede alinea; 7, leden 1 en 3; 8, lid 7; 8bis, lid 4, onder a), b) en c); 8ter; 11, lid 1; 14, lid 1.

- Sommige amendementen (4) zijn enkel in beginsel aanvaardbaar: zij betreffen de overwegingen van de verordening (amendementen 3 en 6), de definitie van nieuwe gegadigde en de bevoegdheden van de Commissie bij het onderzoeken van gevallen van uitzonderlijke omstandigheden (amendementen 12 en 44).

In het licht van het bovenstaande zijn de volgende overwegingen en artikelen gewijzigd: overwegingen 5 en 9; artikel 7, lid1, tweede alinea; artikel 10, leden 4 en 5.

- Sommige amendementen (5) zijn aanvaardbaar mits enigszins geherformuleerd (amendementen 4, 37, 48, 51 en 52), terwijl andere (6) slechts gedeeltelijk en mits geherformuleerd aanvaardbaar zijn. Met name:

- Amendement 5 (betreffende overweging 5) kan slechts gedeeltelijk en mits geherformuleerd worden aanvaard om te verzekeren dat het voorstel duidelijk bepaalt dat in de toekomst regels en procedures moeten worden ontworpen voor de coördinatie van luchthaven- en luchtwegenslots. Wat de rest van het amendement betreft, dit kan niet worden aanvaard omdat het verwarrend is wat betreft welk deel van de verordening van toepassing is of niet. Ook is een deel ervan overbodig.

- Amendement 9 (betreffende artikel 2, onder a)) betreft de definitie van slots. Een deel ervan dat verwijst naar de "relevante gebruiksvoorwaarden" dient te worden verworpen zoals bij amendement 5. Ook moet de term "uitsluitend" worden verworpen, aangezien er geen andere communautaire regels betreffende slottoewijzing zijn. De rest kan worden aanvaard aangezien dit de duidelijkheid van de voorgestelde definitie verbetert.

- Amendement 17 (betreffende artikel 3, lid 3) is slechts gedeeltelijk en mits geherformuleerd aanvaardbaar om te verzekeren dat het voorstel duidelijk bepaalt dat de analyse van de luchthavencapaciteit ook wordt gedaan op verzoek van het coördinatiecomité, of de luchtvaartmaatschappijen die meer dan de helft van de operaties op een luchthaven vertegenwoordigen, of het bestuur van de luchthaven, of de lidstaat, of de Commissie.

- Amendement 31 (betreffende artikel 8, lid 2, derde alinea) betreft het recht van de lidstaten om slotrechten te beperken die worden geëxploiteerd met vliegtuigen van een minimale omvang. Enkel het eerste deel van het amendement kan worden aanvaard dat verduidelijkt dat de maatregel moet worden toegepast onverminderd artikel 9 van de slotverordening en de desbetreffende bepalingen van de markttoegangsverordening (Verordening 2408/92 van de Raad). De rest moet worden verworpen als te restrictief.

- Amendement 32 (betreffende artikel 8, lid 4) betreft de mogelijkheden tot wijziging van de tijden van reeksen slots met historische rechten. Het deel dat verduidelijkt dat wijziging van de tijden van reeksen slots ook kan worden aanvaard indien door wijziging van de tijden een reeks slots zou worden vastgesteld die dichter bij de oorspronkelijke aanvraag van de luchtvaartmaatschappij ligt, is aanvaardbaar. De rest van het amendement waarin voorgesteld wordt elke verwijzing te schrappen naar gevallen van "operationele redenen" moet worden verworpen aangezien dit de deur openzet voor verschillende interpretaties van hetgeen beschouwd kan worden als een "operationele reden".

- Amendement 33 (betreffende artikel 8, lid 5) betreft de lokale regels met betrekking waartoe het coördinatiecomité een beslissing neemt en die door de betrokken lidstaat worden goedgekeurd. Het enige aanvaardbare gedeelte van het amendement is de verwijzing naar de "EU-wijde richtlijnen". Deze zijn reeds ontwikkeld als "beste praktijken" door de Europese associatie van luchthavencoördinators. De rest van het amendement kan niet worden aanvaard aangezien de kans bestaat dat het discriminerend is gegeven het feit dat "luchthavencapaciteit efficiënter en effectiever te benutten" in elke luchthaven anders kan worden geïnterpreteerd. Verder is de vraag wat "luchthavencapaciteit efficiënter en effectiever te benutten" inhoudt een kwestie voor de de tweede fase van de herziening van de slottoewijzingsregels.

In het licht van de mits kleine herformuleringen aanvaarde amendementen zijn de volgende overwegingen en artikelen gewijzigd: overweging 7; artikel 8bis, lid 1, onder b), eerste alinea; artikel 11, lid 2, onder c); artikel 14, leden 4 en 5.

- De Commissie dient een aantal (18) voorgestelde wijzigingen van de verordening te verwerpen die van invloed zijn op de kernkwesties van haar voorstel. Meer bepaald:

- De uitgebalanceerde benadering van het voorstel: de amendementen 1, 18 en 28 zijn significant van invloed op de uitgebalanceerde benadering van het voorstel die verzekert dat met alle belangen (luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en consumenten) naar behoren rekening wordt gehouden. Aan de ene kant wekt de exclusieve verwijzing naar consumenten de indruk dat de voorgestelde herziening niet in het belang is van de luchthavens (aanbieders van capaciteit) en de luchtvaartmaatschappijen (gebruikers). Aan de ander kant schrappen de amendementen 18 en 28 elke verwijzing naar lokale passagiersorganisaties uit het overlegproces betreffende luchthavencapaciteitsanalyse en de bepaling van de coördinatieparameters. Deze amendementen te aanvaarden zou de consumentenbelangen compleet elke rol ontzeggen in het slottoewijzingsproces. Amendement 46 wordt niet aanvaard omdat het van invloed is op het evenwicht tussen gevestigde en belangstellende luchtvaartmaatschappijen. De volgende artikelen worden door de verworpen amendementen beïnvloed: overweging 2; artikel 3, lid 4; artikel 6, lid 3; artikel 10, lid 6.

- De definities en de duidelijkheid van de slottoewijzingscriteria: sommige amendementen zouden vooruitlopen op het resultaat van de studie over de invoering van een marktmechanisme, die nog niet is uitgevoerd (amendement 7) of tot verwarring leiden wat de toepassing betreft van de slottoewijzingscriteria zowel op het niveau van de Gemeenschap als wereldwijd (amendementen 2, 15, 45, en 50) of zijn overbodig (amendementen 26 en 38). De volgende artikelen worden door de verworpen amendementen beïnvloed: overwegingen 3 en 13; artikel 2, onder f), alinea ii); artikel 5, lid 3; artikel 8bis, lid 1, onder c); artikel 10, lid 5, tweede alinea; artikel 14, lid 2.

- De status van de coördinator: de amendementen 8 en 48 betreffen de aanspreekbaarheid van de coördinator; het Europees Parlement heeft voorgesteld de coördinator te ontheffen van elke aansprakelijkheid ondanks zijn toegenomen verplichtingen. De Commissie hecht bijzonder belang aan de plichten van de coördinator en kan derhalve geen algemene ontheffing aanvaarden zoals voorgesteld door het Parlement. Wel is de Commissie van mening dat de aansprakelijkheid van de coördinator beperkt moet worden tot gevallen van grove nalatigheid en opzettelijk wangedrag. Amendement 23 wordt door de Commissie beschouwd als te algemeen en verzwaart de informatieverplichtingen van de coördinatoren overmatig. De volgende artikelen worden door de verworpen amendementen beïnvloed: overweging 17, samen met artikel 11, lid 2, onder c); artikel 4, lid 8.

- Aanwijzing van luchthavens op basis van transparante en niet-discriminerende procedures: amendement 20 (betreffende artikel 3, lid 5, alinea 1) houdt er geen rekening mee dat er altijd een capaciteitsanalyse moet zijn voordat slotcoördinatie wordt opgelegd op een luchthaven en moet derhalve worden verworpen.

- Het functioneren van het coördinatiecomité: amendement 25 (betreffende artikel 5, lid 3) houdt er geen rekening mee dat procedureregels een noodzakelijke functioneringseis zijn voor het coördinatiecomité om transparantie te verzekeren en derhalve niet enkel een optie kunnen blijven. Wat amendement 34 (waarbij een nieuwe alinea wordt toegevoegd aan artikel 8, lid 5) betreft, is het nodig dat lokale regels altijd door het coördinatiecomité en niet door een andere op zichzelf staande entiteit worden aangenomen en door de lidstaten worden goedgekeurd om te verzekeren dat zij niet op enige wijze het Gemeenschapsrecht schenden. Ook zou het amendement, indien aanvaard, aan de coördinatoren de verplichting opleggen regels toe te passen buiten de verordening om; dit zou het gevaar doen ontstaan dat bepaalde regels toepassing vereisen ook al kunnen deze onverenigbaar zijn met de verordening.

- Intermodaliteit en openbaredienstverplichtingen: de amendementen 35 en 43 (betreffende respectievelijk artikel 8, lid 6, en artikel 9, lid 1) kunnen niet worden aanvaard aangezien zij negatief van invloed zijn op vast communautair recht betreffende intermodaliteit en openbaredienstverplichtingen. Amendement 35 betreft de toepassing van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes. Uit dat artikel blijkt duidelijk dat beslissingen ten aanzien van de vraag op welke routes de toepassing ervan van invloed is door de lidstaten en niet door enige andere entiteit worden genomen. Wat amendement 43 betreft, indien aanvaard zou het een discriminerende behandeling introduceren van luchtdiensten op routes waar openbaredienstverplichtingen zijn opgelegd met toepassing van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad. Het zou in feite de toepassing van beide verordeningen betreffende deze materie onmogelijk maken

In het licht van al het bovenstaande en in overeenstemming met artikel 250, lid 2, wijzigt de commissie haar voorstel.

2001/0140 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens

HET EUROPEES PARLEMENT EN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [2] en van het Comité van de Regio's [3],

[2] PB C

[3] PB C

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Naar aanleiding van de conclusies van de Europese Raad van Stockholm van 23 en 24 maart 2001 vormt deze verordening een eerste stap in een uitgebreid herzieningsproces. Deze verordening moet na een bepaalde toepassingsperiode opnieuw worden bezien om de ontwikkelingen, met name wat betreft nieuwe gegadigden en de overdracht van "slots" tegen financiële vergoeding, te evalueren.

(2) De ervaring heeft uitgewezen dat Verordening (EEG) nr. 95/93 [4] betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van "slots" op communautaire luchthavens [5] moet worden aangescherpt om ervoor te zorgen dat de beperkte capaciteit op verzadigde communautaire luchthavens zo volledig en flexibel mogelijk wordt gebruikt.

[4] PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1. Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993, PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1.

[5] PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1.

(3) Bijgevolg is het noodzakelijk die verordening ingrijpend te wijzigen, zoals bepaald in artikel 14 van die verordening en een aantal van haar bepalingen te verduidelijken.

(4) Het is wenselijk de internationale terminologie aan te houden en derhalve de termen luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen (schedules facilitated airport) en gecoördineerde luchthaven (coordinated airport) te gebruiken in plaats van respectievelijk gecoördineerde en volledig gecoördineerde luchthaven.

(5) Luchthavens met ernstige capaciteitstekorten moeten op basis van objectieve criteria en na een capaciteitsanalyse als gecoördineerd worden aangewezen. Op gecoördineerde luchthavens zijn gedetailleerde regels nodig om ervoor te zorgen dat de beginselen van doorzichtigheid, onpartijdigheid en niet-discriminatie volledig worden nageleefd.

(6) Op luchthavens met bemiddeling inzake de dienstregelingen moet de bemiddelaar inzake de dienstregelingen op onafhankelijke wijze te werk gaan. Op gecoördineerde luchthavens speelt de coördinator een centrale rol in het coördinatieproces. De coördinatoren moeten zich derhalve in een volledig onafhankelijke positie bevinden en hun verantwoordelijkheden moeten in detail worden beschreven.

(7) De rol van het coördinatiecomité, dat wordt opgericht om adviserende en bemiddelende functies in verband met de toewijzing van "slots" te vervullen, moet in detail worden beschreven; het is belangrijk te verzekeren dat het coördinatiecomité geen beslissingen kan nemen die bindend kunnen zijn voor de coördinator.

(8) Tevens moet duidelijk worden gemaakt dat de toewijzing van "slots" moet worden beschouwd als een gebruiksrecht dat luchtvaartmaatschappijen het recht verleent om gedurende de periode waarvoor het is verleend op welbepaalde data en tijdstippen de luchthavenfaciliteiten te gebruiken om te landen en op te stijgen; de noodzaak om regels en procedures vast te stellen teneinde "airport-slots" en "airway-slots" op elkaar af te stemmen, moet worden onderzocht.

(9) Met het oog op de stabiliteit van de exploitatie bepaalt het huidige systeem dat slots waarop historische rechten zijn verworven, opnieuw worden toegewezen aan gevestigde luchtvaartmaatschappijen. Om geregelde operaties op een gecoördineerde luchthaven aan te moedigen, moet worden bepaald dat historische rechten betrekking hebben op een reeks "slots"; de lidstaten moeten een recht op een reeks "slots" kunnen beperken op grond van gewijzigde milieuomstandigheden op de desbetreffende luchthaven;

(10) "Slots" waarop historische rechten zijn verworven, moeten voldoen aan de eisen inzake het berekende gebruik en andere toepasselijke voorschriften van de verordening, willen luchtvaartmaatschappijen het recht behouden om deze "slots" in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode op te eisen. De situatie van de historische rechten ingeval van gezamenlijke diensten, codesharing of franchise-overeenkomsten moet worden verduidelijkt.

(11) Regelmatige operaties op een luchthaven dienen prioriteit te krijgen, welke prioriteit strikt dient te worden toegekend zonder onderscheid tussen geregelde en niet-geregelde diensten.

(12) Om op verzadigde luchthavens een efficiënt gebruik van de capaciteit te waarborgen en de mieueffecten te verminderen en om intermodaal vervoer verder te bevorderen is het nodig dat bij de toewijzing van "slots" ook rekening wordt gehouden met het bestaan van adequate diensten van een bevredigende kwaliteit die door andere takken van vervoer worden geleverd.

(13) De definitie van nieuwe gegadigde moet tevens bijdragen tot het verlenen van adequate luchtdiensten aan regio's en de potentiële concurrentie op intracommunautaire routes vergroten.

(14) Om beter te waarborgen dat derde landen communautaire luchtvaart maatschappijen een vergelijkbare behandeling geven, dient een procedure te worden ingesteld die de Gemeenschap in staat stelt efficiënter op te treden tegen derde landen die geen behandeling geven die vergelijkbaar is met de in de Gemeenschap gegeven behandeling.

(15) Aangezien de maatregelen die nodig zijn ter uitvoering van deze verordening, maatregelen van algemene strekking zijn in de zin van artikel 2 van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [6], dienen zij te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit.

[6] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(16) Op een gecoördineerde luchthaven kan een luchtvaartmaatschappij alleen toegang krijgen als er een "slot" is toegewezen. Er moeten maatregelen worden ingevoerd om de handhaving van deze verordening te waarborgen, met name voor het geval dat luchtvaartmaatschappijen herhaaldelijk en opzettelijk de regels voor de toewijzing van "slots" niet naleven.

(17) Er dient een juridische procedure te zijn om besluiten van de coördinator te herzien.

(18) Om twijfel uit te sluiten dient te worden bepaald dat de toepassing van de bepalingen van deze verordening geen afbreuk doet aan de mededingingsregels van het Verdrag, met name de artikelen 81 en 82, en Verordening (EEG) nr. 4064/89 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen [7], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/97 [8],

[7] PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1, gecorrigeerde versie PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13.

[8] PB L 180 van 9.7.1997, blz. 1.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 95/93 wordt als volgt gewijzigd:

(1) Artikel 1, lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

'Deze verordening heeft betrekking op communautaire luchthavens.'

(2) Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a) De punten (a) en (b) worden vervangen door de volgende tekst:

'(a) 'slot': het uit hoofde van deze verordening aan een luchtvaartmaatschappij verleende recht op een welbepaalde datum en tijd de gehele voor de uitvoering van een luchtdienst noodzakelijke luchthaveninfrastructuur op een gecoördineerde luchthaven te gebruiken om te landen en op te stijgen, dat overeenkomstig deze verordening is toegewezen door een coördinator;

(b) 'nieuwe gegadigde':

i) een luchtvaartmaatschappij die, als onderdeel van een reeks "slots", voor een bepaalde dag om een "slot" op een luchthaven verzoekt, als deze luchtvaartmaatschappij, als haar verzoek zou worden aanvaard, op die luchthaven op die dag minder dan vijf "slots" ter beschikking zou hebben, of

ii) een luchtvaartmaatschappij die om een reeks "slots" verzoekt voor een rechtstreekse geregelde passagiersdienst tussen twee communautaire luchthavens waar ten hoogste twee andere luchtvaartmaatschappijen op die dag dezelfde rechtstreekse geregelde dienst onderhouden tussen die luchthavens of luchthavensystemen, als deze luchtvaartmaatschappij, als haar verzoek zou worden aanvaard, voor die rechtstreekse dienst op die luchthaven op die dag desondanks minder dan vijf "slots" ter beschikking zou hebben;

iii) een luchtvaartmaatschappij die om een reeks "slots" verzoekt voor een rechtstreekse geregelde dienst voor het vervoer van personen tussen die luchthaven en een regionale luchthaven waar geen andere luchtvaartmaatschappij op die dag een rechtstreekse geregelde dienst onderhoudt tussen die luchthavens of luchthavensystemen, als deze luchtvaartmaatschappij, als haar verzoek zou worden aanvaard, voor die rechtstreekse dienst op die luchthaven op die dag desondanks minder dan vijf "slots" ter beschikking zou hebben.

Voor de toepassing van de punten i) en ii) wordt een luchtvaartmaatschappij niet als nieuwe gegadigde beschouwd, wanneer op het ogenblik van de toewijzing:

- zij op de betrokken luchthaven een gezamenlijke dienst, codesharing of franchiseregeling heeft met een andere luchtvaartmaatschappij die niet als nieuwe gegadigde wordt beschouwd, of

- de meerderheid van haar kapitaal in handen is van een andere luchtvaartmaatschappij die niet als nieuwe gegadigde wordt beschouwd (dochtermaatschappij), of

- zij direct of indirect de meerderheid bezit van het kapitaal van een andere luchtvaartmaatschappij die niet als nieuwe gegadigde wordt beschouwd (moedermaatschappij), of

- zij deel uitmaakt van een groep luchtvaartmaatschappijen, waarvan er een niet als nieuwe gegadigde wordt beschouwd, of

- het om een zustermaatschappij gaat die eigendom is van dezelfde holding

Voor de toepassing van punt ii) wordt een luchtvaartmaatschappij die alleen of samen met partners in een groep luchtvaartmaatschappijen meer dan 7% van alle voor toewijzing ter beschikking staande "slots" op de betrokken dag op een bepaalde luchthaven of luchthavensysteem bezit, op die luchthaven op die dag niet als nieuwe gegadigde beschouwd.'

b) Punt (f) wordt vervangen door de volgende tekst

'f) i) 'luchtvaartmaatschappij': een luchtvervoersonderneming die uiterlijk op 31 januari een geldige exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning voor het volgende zomerseizoen of uiterlijk op 31 augustus een geldige exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning voor het volgende winterseizoen bezit. Voor de toepassing van de artikelen 4, 7, 8, 8bis, 10 en 14 omvat de definitie van luchtvaartmaatschappij ook maatschappijen uit de zakelijke luchtvaart, voorzover deze geregelde luchtdiensten op de betrokken luchthaven exploiteren.'

ii) 'groep luchtvaartmaatschappijen': twee of meer luchtvaartmaatschappijen die samen gezamenlijke diensten of diensten op basis van een franchiseregeling of codesharing uitvoeren dan wel op andere wijze samenwerken om een luchtdienst uit te voeren.'

c) Punt (g) wordt vervangen door de volgende tekst

'(g) 'gecoördineerde luchthaven': elke luchthaven waarop een luchtvaart maatschappij of andere exploitant van vliegtuigen, om te kunnen landen of opstijgen moet beschikken over een door een coördinator toegewezen "slot";'

d) De punten (i), (j), (k), (l), (m) (n) en (o) worden toegevoegd:

'(i) 'luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen': een luchthaven waar op sommige periodes van de dag, de week of het jaar congestie kan ontstaan die waarschijnlijk kan worden opgelost door vrijwillige samenwerking tussen luchtvaartmaatschappijen en waar een bemiddelaar inzake de dienstregelingen is aangesteld om de diensten van luchtvaartmaatschappijen die op die luchthaven vluchten uitvoeren of willen uitvoeren, te vergemakkelijken;

(j) 'luchthavenbeheerder': het lichaam dat, al dan niet naast andere activiteiten, krachtens de nationale wet- of regelgeving verantwoordelijk is voor de administratie en het beheer van de luchthavenfaciliteiten en de coördinatie en controle van de activiteiten van de verschillende ondernemingen op die luchthaven of op dat luchthavensysteem;

(k) "reeks "slots"": ten minste vijf slots die voor een dienstregelingsperiode op dezelfde tijd en regelmatig op dezelfde weekdag zijn aangevraagd en aldus zijn toegewezen, of, wanneer dat niet mogelijk is, op ongeveer dezelfde tijd zijn toegewezen;

(l) 'regionale luchthaven': een regionaal verbindings- en toegangspunt of een communautair verbindingspunt als gedefinieerd in afdeling 6 van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet [9];

[9] PB L 228 van 9.9.1996, blz.99.

(m) 'zakelijke luchtvaart': die sector van de algemene luchtvaart die betrekking heeft op de exploitatie of het gebruik van vliegtuigen door ondernemingen voor het vervoer van passagiers of goederen als onderdeel van hun bedrijfsvoering; de vluchten zijn over het algemeen niet toegankelijk voor het publiek en de piloten hebben minimaal een geldig bewijs van bevoegdheid als beroepsvlieger met kwalificatie voor het vliegen op instrumenten;

(n) 'coördinatieparameters': de beschrijving in operationele termen van alle capaciteit die gedurende elke coördinatieperiode op een luchthaven voor de toewijzing van "slots" beschikbaar is, waarin alle technische, operationele en milieufactoren tot uiting komen die de prestaties van de luchthaveninfrastructuur en de verschillende subsystemen beïnvloeden.'

(o) 'taxitijd': de tijd die nodig is om het vliegtuig op de startbaan de take-off-positie in te laten nemen of, bij het landen, de tijd die nodig is om de landingsbaan te verlaten en het vliegtuig tot stilstand te brengen.

(3) Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a) Lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

'1 (a). De lidstaten zijn niet verplicht een luchthaven als luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen of als gecoördineerde luchthaven aan te wijzen, behoudens overeenkomstig het bepaalde in dit artikel.

(b) De lidstaten wijzen een luchthaven uitsluitend als gecoördineerde luchthaven aan overeenkomstig het bepaalde in lid 3.'

b) In lid 2 wordt 'gecoördineerde luchthaven' vervangen door 'luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen'.

c) Lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

'3. De verantwoordelijke lidstaat zorgt ervoor dat een grondige capaciteitsanalyse van een luchthaven die niet is aangewezen of een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen wordt uitgevoerd door de luchthavenbeheerder van die luchthaven, wanneer die lidstaat dat noodzakelijk acht, dan wel binnen zes maanden:

i) na een schriftelijk verzoek van luchtvaartmaatschappijen die meer dan de helft van de diensten op een luchthaven voor hun rekening nemen of van de luchthavenbeheerder, wanneer zij van oordeel zijn dat de capaciteit voor de bestaande of geplande diensten tijdens sommige perioden ontoereikend is; of

ii) op verzoek van de Commissie, met name wanneer een luchthaven in feite alleen toegankelijk is voor luchtvaartmaatschappijen waaraan een coördinator "slots" heeft toegewezen of luchtvaart maatschappijen en met name nieuwe gegadigden ernstige problemen ondervinden bij het verwerven van aankomst- en vertrekmogelijkheden op de betrokken luchthaven.

In deze analyse, die op algemeen erkende gestandaardiseerde methoden gebaseerd is, worden, rekening houdend met de op die luchthaven geldende milieueisen, alle capaciteitstekorten geanalyseerd. Hierbij worden de mogelijkheden onderzocht om deze tekorten te verhelpen door nieuwe of gewijzigde infrastructuur, exploitatiewijzigingen of eventuele andere wijzigingen en wordt de voor het oplossen van de problemen benodigde termijn vastgesteld. De analyse wordt ten minste elke drie jaar bijgewerkt wanneer beroep is gedaan op lid 5, dan wel wanneer er op de luchthaven veranderingen met ingrijpende gevolgen voor de capaciteit en het gebruik daarvan plaatsvinden, of op verzoek van het coördinatiecomité, de luchtvaartmaatschappijen die meer dan de helft van de operaties op een luchthaven vertegenwoordigen, de luchthavenbeheerder, de lidstaat of de Commissie. Zowel de analyse als de gevolgde methode worden ter beschikking gesteld van de partijen die om de analyse hebben verzocht en, op verzoek, van andere belanghebbenden. De analyse wordt tegelijkertijd aan de Commissie meegedeeld.

Normen voor de opstelling van de capaciteitsanalyse kunnen worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 13, lid 2.'

d) Lid 4 wordt vervangen door de volgende leden 4 en 5 en het huidige lid 5 wordt lid 6, waarbij 'volledig gecoördineerde luchthaven' wordt vervangen door 'gecoördineerde luchthaven':

'4. Aan de hand van de analyse pleegt de lidstaat overleg over de capaciteitssituatie op de luchthaven met de luchthavenbeheerder, de luchtvaartmaatschappijen die regelmatig van de luchthaven gebruik maken, hun representatieve organisaties, vertegenwoordigers van de algemene luchtvaart, de luchtverkeersleidings autoriteiten en lokale reizigersorganisaties, wanneer dergelijke organisaties bestaan.

5. De lidstaat zorgt ervoor dat de luchthaven voor tenminste één dienstregelingsperiode op grond van de tijd waarin aan de hand van een capaciteitsanalyse capaciteitsproblemen geconstateerd worden , alleen als gecoördineerd wordt aangewezen wanneer

a) De tekorten van dien aard zijn dat ernstige vertragingen op de luchthaven niet kunnen worden vermeden, en

b) er geen mogelijkheden zijn om deze problemen op korte termijn op te lossen.'

(4) Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a) De titel wordt vervangen door de volgende tekst: "De bemiddelaar inzake de dienstregelingen en de coördinator"

b) Lid 1 wordt vervangen door de volgende tekst:

'1. De lidstaat die verantwoordelijk is voor een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen of een gecoördineerde luchthaven, benoemt, na raadpleging van de luchtvaartmaatschappijen die regelmatig gebruik maken van de luchthaven, hun vertegenwoordigende organisaties, de luchthavenbeheerder en het coördinatiecomité, voorzover dit bestaat, een gekwalificeerde natuurlijke of rechtspersoon als bemiddelaar inzake de dienstregelingen respectievelijk luchthavencoördinator. Dezelfde bemiddelaar inzake de dienstregelingen of coördinator mag voor meer dan een luchthaven worden benoemd.'

c) De leden 2, 3, 4, 5 en 6 worden vervangen door de volgende tekst:

'2. De lidstaat die verantwoordelijk is voor een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen of een gecoördineerde luchthaven, zorgt ervoor dat:

(a) op een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen de bemiddelaar inzake de dienstregelingen zijn taken uit hoofde van deze verordening op onafhankelijke, onpartijdige, niet-discriminerende en transparante wijze vervult,

(b) op een gecoördineerde luchthaven de defacto onafhankelijkheid van de coördinator bovendien gewaarborgd is doordat de coördinator institutioneel en financieel los staat van elke belanghebbende partij. De lidstaat zorgt ervoor dat de coördinator zijn taken overeenkomstig deze verordening op onpartijdige, niet-discriminerende en transparante wijze vervult en dat er voldoende middelen beschikbaar worden gesteld op zo'n wijze dat de financiering van de coördinatieactiviteiten geen afbreuk kan doen aan de onafhankelijkheid van de coördinator.

3. De bemiddelaar inzake de dienstregelingen en de coördinator nemen deel alle bij het gemeenschapsrecht toegestane internationale planningsconferenties van luchtvaartmaatschappijen.

4. De bemiddelaar inzake de dienstregelingen adviseert luchtvaartmaatschappijen en doet aanbevelingen inzake alternatieve aankomst- en/of vertrektijden wanneer het waarschijnlijk is dat er congestie zal optreden.

5. De coördinator is als enige verantwoordelijk voor de toewijzing van "slots". Hij wijst de "slots" in overeenstemming met de bepalingen van deze verordening toe en treft de nodige voorzieningen om "slots" in dringende gevallen buiten de kantooruren te kunnen toewijzen

6. De bemiddelaar inzake de dienstregelingen en de coördinator zien in nauwe samenwerking met de luchthavenbeheerder en de luchtverkeersleidings autoriteiten toe op het gebruik van dienstregelingen en de toegewezen en daadwerkelijk benutte "slots". De coördinator dient jaarlijks een verslag van de werkzaamheden in bij de Commissie dat met name betrekking heeft op de toepassing van de artikelen 8bis en 14 en op eventuele klachten over de toepassing van de artikelen 8 en 10 die bij het coördinatiecomité zijn ingediend en de initiatieven die zijn genomen om hiervoor een oplossing te vinden.

7. Alle bemiddelaars inzake de dienstregelingen en coördinatoren vergelijken hun databases om tegenstrijdigheden in de dienstregelingen aan het licht te brengen.'

d) Lid 7 wordt lid 8 en de inleidende tekst van het lid wordt vervangen door de volgende tekst:

'De coördinator stelt op verzoek binnen een redelijke termijn de volgende informatie gratis in schriftelijke of andere gemakkelijk toegankelijke vorm voor raadpleging aan alle belanghebbenden ter beschikking:'

e) De volgende zin wordt aan lid 8 toegevoegd en dit lid wordt het nieuwe lid 9:

'De coördinator verstrekt deze informatie desgevraagd in samengevatte vorm. Voor het verstrekken van deze samengevatte informatie kan een op de kosten gebaseerde vergoeding worden gevraagd.'

f) De volgende tekst wordt ingevoegd als het nieuwe lid 10:

'Wanneer er relevante, algemeen aanvaarde normen voor informatie over de dienstregelingen beschikbaar zijn, passen de bemiddelaar inzake de dienstregelingen, de coördinator en de luchtvaartmaatschappijen deze toe, op voorwaarde dat deze in overeenstemming zijn met het gemeenschapsrecht.'

(5) De artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 worden vervangen door de volgende tekst:

'Artikel 5

Coördinatiecomité

1. Op een gecoördineerde luchthaven zorgt de verantwoordelijke lidstaat ervoor dat er een coördinatiecomité wordt ingesteld. Hetzelfde coördinatiecomité mag voor meer dan een luchthaven worden aangewezen. Het lidmaatschap van dit comité staat op zijn minst open voor de luchtvaartmaatschappijen, hun representatieve organisaties en de vertegenwoordigers van de algemene luchtvaart die regelmatig van de luchthaven(s) gebruik maken, de betrokken luchthavencoördinator, en de betrokken luchtverkeersleidingsautoriteiten en vertegenwoordigers van de algemene luchtvaart.

De taken van het coördinatiecomité zijn:

(a) de coördinator en/of de lidstaat voorstellen te doen of te adviseren inzake:

- mogelijkheden om de capaciteit van de luchthaven, welke overeenkomstig artikel 3 is bepaald, te vergroten of beter te gebruiken;

- overeenkomstig artikel 6 te bepalen coördinatieparameters;

- lokale richtsnoeren voor de toewijzing van "slots", rekening houdend met eventuele milieuaspecten zoals bepaald in artikel 8, lid 5;

- verbeteringen van de verkeerssituatie op de betrokken luchthaven;

- klachten over de toewijzing van "slots" als bedoeld in artikel 11;

- methoden om het gebruik van de toegewezen "slots" te controleren;

- ernstige problemen die nieuwe gegadigden ondervinden als bedoeld in artikel 10, lid 8;

- alle kwesties die te maken hebben met de capaciteit van de luchthaven.

(b) tussen alle betrokkenen te bemiddelen inzake:

- klachten over de toewijzing van "slots" als bedoeld in artikel 11.

2. Op de vergaderingen van het coördinatiecomité worden vertegenwoordigers van de lidstaat en de coördinator als waarnemers uitgenodigd.

3. Het coördinatiecomité stelt een schriftelijk reglement van orde vast met regels voor onder meer deelname, verkiezingen, regelmaat van de vergaderingen en gebruikte taal c.q. talen. Elke lid van het coördinatiecomité kan lokale richtsnoeren als bedoeld in artikel 8, lid 5 voorstellen. Op verzoek van de coördinator bespreekt het coördinatiecomité voorstellen voor lokale richtsnoeren voor de toewijzing van "slots". Aan de betrokken lidstaat wordt een verslag van de discussies in het coördinatiecomité voorgelegd met een indicatie van de onderscheiden standpunten binnen het comité.

Artikel 6

Coördinatieparameters

1. Op een gecoördineerde luchthaven draagt de verantwoordelijke lidstaat er zorg voor dat de parameters voor de toewijzing van "slots" tweemaal per jaar worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante technische, operationele en milieubeperkingen en de eventuele veranderingen die hierin zijn opgetreden.

Hierbij wordt uitgegaan van een objectieve analyse van de mogelijkheden om het luchtverkeer te verwerken, rekening houdend met de verschillende types verkeer op de luchthaven, de congestie van het lokale luchtruim die tijdens de coördinatieperiode waarschijnlijk zal optreden en de capaciteitssituatie.

De parameters worden tijdig vóór de eerste toewijzing van "slots" ter voorbereiding van de planningsconferenties meegedeeld aan de luchthavencoördinator.

2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde taak stelt de coördinator na raadpleging van het coördinatiecomité in het licht van de capaciteitssituatie passende coördinatie-intervallen vast.

3. De bepaling van de parameters en de gevolgde methode alsmede eventuele veranderingen daarin worden uitgebreid met het coördinatiecomité besproken teneinde het aantal voor toewijzing beschikbare "slots" te verhogen, voordat een definitief besluit over de parameters voor de toewijzing van "slots" wordt genomen. Alle relevante documenten worden desgevraagd ter beschikking van belanghebbenden gesteld.

Artikel 7

Informatie voor de bemiddelaar inzake de dienstregelingen en de coördinator

1. Luchtvaartmaatschappijen die op een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen of een volledig gecoördineerde luchthaven diensten exploiteren of voornemens zijn dat te doen, verstrekken de bemiddelaar inzake de dienstregelingen respectievelijk de coördinator alle door hem gevraagde relevante informatie. Alle relevante informatie wordt verstrekt in de vorm en binnen de termijn die door de bemiddelaar inzake de dienstregelingen of de coördinator zijn opgegeven.

Een luchtvaartmaatschappij die de status van nieuwe gegadigde wenst te verkrijgen dient de coördinator, in standaard industrieformaat, op het tijdstip van het verzoek om toewijzing mee te delen of zij wat de gevraagde "slots" betreft overeenkomstig artikel 2, onder b), in aanmerking komt voor de status van nieuwe gegadigde en dient alle nodige informatie voor te leggen om deze coördinator in staat te stellen vast te stellen of de betrokken luchtvaartmaatschappij in aanmerking komt voor een dergelijke status.

Voor alle andere luchthavens die niet speciaal zijn aangewezen, wordt informatie over geplande diensten van luchtvaartmaatschappijen op verzoek van een coördinator door de luchthavenbeheerder aan die coördinator verstrekt.

2. Als een luchtvaartmaatschappij de in lid 1 bedoelde informatie niet verstrekt of zij onjuiste of misleidende informatie verstrekt, neemt de coördinator de "slot"-aanvraag of -aanvragen van die luchtvaartmaatschappij niet in overweging, tenzij er verzachtende omstandigheden zijn. De coördinator stelt de betrokken luchtvaartmaatschappij in staat haar opmerkingen te maken.

3. De bemiddelaar inzake de dienstregelingen of coördinator, de luchthavenbeheerder en de luchtverkeersleidingsautoriteiten wisselen alle voor de uitvoering van hun onderscheiden taken vereiste informatie uit, waaronder gegevens over dienstregelingen en feitelijk toegewezen "slots".

Artikel 8

Procedure voor de toewijzing van "slots"

1. Reeksen "slots" worden uit de "slot"-pool aan luchtvaartmaatschappijen die een aanvraag hebben ingediend, toegewezen als een recht om de luchthaveninfrastructuur te gebruiken om te landen en op te stijgen gedurende de dienstregelingsperiode waarvoor zij zijn aangevraagd. Na afloop van deze dienstregelingsperiode worden zij teruggegeven aan de overeenkomstig artikel 10 gevormde "slot"-pool.

2. Onverminderd de artikelen 7, 8bis, 9, artikel 10, lid 1 en artikel 14 is lid 1 niet van toepassing wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

- een reeks "slots" is door een luchtvaartmaatschappij gebruikt voor de uitvoering van geregelde en geplande niet-geregelde luchtdiensten en

- de luchtvaartmaatschappij kan tot tevredenheid van de coördinator aantonen dat zij de door de coördinator toegewezen "slots" in kwestie voor ten minste 80% van de tijd heeft geëxploiteerd in de dienstregelingsperiode waarvoor zij zijn toegewezen.

In dat geval geeft de reeks "slots" de betrokken luchtvaartmaatschappij recht op dezelfde reeks "slots" in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode.

De lidstaten kunnen dit recht, onverminderd artikel 9 van deze verordening en de desbetreffende bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2408/92, beperken tot reeksen "slots" die worden geëxploiteerd met vliegtuigen van een minimale omvang.

3. Wanneer niet tot tevredenheid van de betrokken luchtvaartmaatschappijen aan alle aanvragen voor "slots" kan worden voldaan, wordt onverminderd artikel 10, lid 2 voorrang verleend aan commerciële luchtdiensten, inzonderheid aan geregelde diensten en geplande niet-geregelde diensten. In geval van concurrerende aanvragen binnen dezelfde dienstencategorie wordt prioriteit gegeven aan diensten die gedurende het hele jaar worden uitgevoerd.

4. Wijziging van de tijden van reeksen "slots" voordat de resterende "slots" uit de "slot"-pool als bedoeld in artikel 10 worden toegewezen aan andere luchtvaartmaatschappijen die een aanvraag hebben ingediend, wordt alleen toegestaan om operationele redenen die voortvloeien uit verandering van vliegtuigtype of geëxploiteerde route, of indien de "slot"tijden van nieuwe gegadigden zouden zijn verbeterd ten opzichte van de eerst aangevraagde tijden. Een dergelijke wijziging treedt pas in werking na uitdrukkelijke bevestiging door de coördinator.

5. De coördinator houdt tevens rekening met de wereldwijd en in de gehele Gemeenschap door de luchtvaartsector opgestelde aanvullende regels en richtsnoeren en met de door het coördinatiecomité voorgestelde lokale richtsnoeren die door de voor de luchthaven in kwestie verantwoordelijke lidstaat zijn goedgekeurd, mits deze regels en richtsnoeren geen afbreuk doen aan de onafhankelijkheid van de coördinator, stroken met het gemeenschapsrecht en tot doel hebben de luchthavencapaciteit efficiënter te benutten. Deze regels worden door die lidstaat meegedeeld aan de Europese Commissie.

6. Wanneer artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van toepassing is geeft de coördinator geen voorrang aan aanvragen van luchtvaartmaatschappijen die de betrokken reeks "slots" willen gebruiken voor routes waarop met andere vervoermiddelen reeds een bevredigende dienst wordt geboden.

7. Indien niet aan een aanvraag voor een "slot" kan worden voldaan, geeft de coördinator de betrokken luchtvaartmaatschappij hiervan de redenen op en deelt hij tevens het beste alternatieve beschikbare "slot" mee.

8. Naast de geplande toewijzing van "slots" voor de dienstregelingsperiode poogt de coördinator te voldoen aan afzonderlijke "slot"-aanvragen die op korte termijn worden ingediend voor elk soort luchtvaart, inclusief de algemene luchtvaart. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van de na de verdeling onder de gegadigde luchtvaartmaatschappijen resterende "slots" in de in artikel 10 bedoelde pool en van op korte termijn beschikbaar komende "slots".

Artikel 8bis

Mobiliteit van "slots"

1. Slots mogen:

(a) door een luchtvaartmaatschappij worden overgedragen tussen routes of soorten diensten van dezelfde luchtvaartmaatschappij,

(b) worden overgedragen i) tussen moeder- en dochtermaatschappijen, en tussen dochtermaatschappijen van dezelfde moedermaatschappij,

ii) als onderdeel van de verwerving van de zeggenschap over het kapitaal van een luchtvaartmaatschappij,

iii) in geval van gehele of gedeeltelijke overname, wanneer de "slots" rechtstreeks gekoppeld zijn aan de overgenomen maatschappij.

(c) tussen twee luchtvaartmaatschappijen worden uitgewisseld op basis van een "slot" voor een "slot" wanneer beide betrokken luchtvaart maatschappijen zich ertoe verbinden de bij de uitwisseling ontvangen "slots" te gebruiken.

2. "Slots" mogen op generlei wijze, al dan niet tegen financiële vergoeding, worden overgedragen tussen luchtvaartmaatschappijen of tussen luchtvaart maatschappijen en andere entiteiten, behalve aan luchtvaartmaatschappijen die worden bedoeld in artikel 8bis, lid 1, onder b).

3. De in de lid 1 bedoelde overdrachten of uitwisselingen worden ter kennis van de coördinator gebracht en treden niet in werking voordat zij uitdrukkelijk door de coördinator zijn bevestigd. De coördinator bevestigt de overdrachten of uitwisselingen niet, wanneer zij niet aan de voorwaarden van deze verordening voldoen en hij er niet van overtuigd is dat:

(a) de luchthavenexploitatie niet wordt geschaad, rekening houdend met alle technische, operationele en milieubeperkingen;

(b) de overeenkomstig artikel 9 opgelegde beperkingen worden nageleefd;

(c) lid 4 niet van toepassing is op een "slot"-overdracht;

(d) in geval van uitwisselingen tussen twee luchtvaartmaatschappijen ingevolge lid 1, beide luchtvaartmaatschappijen het voornemen hebben de bij de uitwisseling of daaropvolgende uitwisselingen verkregen "slots" te gebruiken.

4. (a) "Slots" die worden toegewezen aan een nieuwe gegadigde als gedefinieerd in artikel 2, onder b), kunnen gedurende twee overeenkomstige dienstregelings periodes niet overeenkomstig lid 1, onder b) worden overgedragen.

(b) "Slots" die worden toegewezen aan een nieuwe gegadigde als gedefinieerd in artikel 2, onder b), punten ii) en iii), kunnen gedurende twee overeenkomstige dienstregelingsperiodes niet overeenkomstig lid 1, onder a), worden overgedragen op een andere route, tenzij de nieuwe gegadigde bij de nieuwe route het recht zou hebben met dezelfde prioriteit te worden behandeld als bij de geëxploiteerde route.

(c) "Slots" die worden toegewezen aan een nieuwe gegadigde als gedefinieerd in artikel 2, onder b), kunnen gedurende twee overeenkomstige dienstregelings periodes niet overeenkomstig lid 1, onder d) worden uitgewisseld, behalve om de "slot"-tijden voor deze diensten dichter bij de oorspronkelijk gevraagde te brengen.

Artikel 8bis

Uitsluiting van schadevergoedingsclaims

In verband met de eventuele beperking of beëindiging van het recht op reeksen "slots" als bedoeld in artikel 8, lid 2, uit hoofde van het Gemeenschapsrecht, met name de toepassing van de regels van het Verdrag inzake luchtvervoer, kunnen geen schadeclaims worden ingediend.

Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van overheidsinstanties om de overdracht van "slots" tussen luchtvaartmaatschappijen te eisen op grond van de artikelen 81 of 82 van het EG-Verdrag of Verordening (EEG) nr. 4064/89. Deze overdrachten kunnen uitsluitend plaatsvinden zonder financiële compensatie.

Artikel 9

Openbare dienstverplichtingen

1. Als op een route overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad openbare dienstverplichtingen zijn opgelegd, kan een lidstaat op een gecoördineerde luchthaven de voor de voorgenomen diensten op die route vereiste "slots" reserveren. Wanner de luchtvaartmaatschappij, de gereserveerde "slots" op de betrokken route niet in overeenstemming met artikel 8, de leden 2 en 4, gebruikt, worden deze "slots" met inachtneming van lid 2 ter beschikking gesteld van elke andere luchtvaartmaatschappij die belangstelling heeft om de route te exploiteren overeenkomstig de openbare dienstverplichtingen. Wanneer andere luchtvaartmaatschappijen geen belangstelling hebben om de route te exploiteren en de betrokken lidstaat geen aanbesteding organiseert overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder (d) van Verordening (EEG) nr. 2408/92, worden de "slots" teruggegeven aan de pool.

2. De aanbestedingsprocedure van artikel 4, lid 1, onder d) tot en met g), en artikel 4, lid 1, onder i), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 wordt gevolgd voor het gebruik van de in lid 1 bedoelde "slots", wanneer meer dan één communautaire luchtvaartmaatschappij belangstelling heeft om de route te exploiteren en niet in staat is geweest binnen één uur vóór of na de van de coördinator gevraagde tijden "slots" te verkrijgen.'

(6) De leden 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 van artikel 10 worden vervangen door de volgende tekst:

Artikel 10

"Slot"-pool

1. De coördinator vormt een pool die alle "slots" bevat die niet volgens artikel 8, leden 2, en 4, zijn toegewezen. Alle nieuwe "slot"-capaciteit die overeenkomstig artikel 3, lid 3, is bepaald, wordt in de pool geplaatst.

2. Een reeks "slots" die aan een luchtvaartmaatschappij is toegewezen voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten of geplande niet-geregelde luchtdiensten geeft die luchtvaartmaatschappij niet het recht op dezelfde reeks "slots" in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode, wanneer de luchtvaart maatschappij de coördinator niet overtuigend kan aantonen dat zij de "slots", zoals vrijgegeven door de coördinator, in de periode waarvoor zij toegewezen zijn, voor ten minste 80% van de tijd heeft geëxploiteerd.

3. "Slots" die vóór 31 januari aan een luchtvaartmaatschappij zijn toegewezen voor het volgende zomerseizoen of vóór 31 augustus voor het volgende winterseizoen, maar die vóór die data aan de coördinator worden teruggegeven om opnieuw te worden toegewezen, tellen niet mee voor de berekening van het gebruik.

4. Indien niet kan worden aangetoond dat de reeks "slots" voor 80% is gebruikt, worden alle "slots" waaruit die reeks bestaat, in de "slot"-pool opgenomen, tenzij voor de niet-benutting een van de volgende redenen kan worden aangevoerd:

(a) niet te voorziene en onvermijdelijke gevallen die de luchtvaartmaatschappij niet in de hand heeft en die leiden tot:

- het aan de grond houden van het type vliegtuig dat meestal voor de betrokken dienst wordt gebruikt;

- de sluiting van een luchthaven of luchtruim;

- een ernstige verstoring van ten minste 50% van alle vluchten op de desbetreffende luchthaven tijdens de desbetreffende periode;

(b) een onderbreking van luchtdiensten ten gevolge van acties die erop gericht zijn deze diensten te verstoren, waardoor het voor de luchtvaartmaatschappij praktisch en/of technisch onmogelijk wordt om de geplande exploitatie voort te zetten;

(c) ernstige financiële nadelen voor de betrokken communautaire luchtvaartmaatschappij, met als gevolg de afgifte van een tijdelijke vergunning door de vergunningverlenende autoriteiten in afwachting van een financiële reorganisatie van de luchtvaartmaatschappij overeenkomstig artikel 5, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2407/92.

5. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie de toepassing van lid 4 door de coördinator van een luchthaven die onder het toepassingsgebied van deze verordening valt.

Zij neemt een beslissing binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek en na het in artikel 13 genoemde comité te hebben gehoord.

6. Onverminderd artikel 8, lid 2, van deze verordening en onverminderd artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2408/92 worden in de pool opgenomen "slots" verdeeld over de luchtvaartmaatschappijen die een aanvraag hebben ingediend. 50% van deze "slots" wordt eerst toegewezen aan nieuwe gegadigden, tenzij hun aanvragen minder dan 50% bedragen. Met het oog op deze toewijzing wordt de dienstregelingsdag in gelijke coördinatieperiodes van maximaal één uur verdeeld.

Aanvragen van nieuwe gegadigden die op grond van artikel 2, onder b), zowel punt i) als punt ii) of artikel 2, onder b), zowel punt i) als punt iii) in aanmerking komen voor de status van nieuwe gegadigde, hebben voorrang.

7. Wanneer een nieuwe gegadigde een hem binnen één uur vóór of na de gewenste tijd aangeboden reeks "slots" niet heeft aanvaard, verliest hij de status van nieuwe gegadigde voor de duur van die dienstregelingsperiode.

8. In geval van diensten die worden geëxploiteerd door een groep luchtvaartmaatschappijen kan slechts een van de deelnemende luchtvaart maatschappijen een aanvraag voor de benodigde "slots" indienen. De luchtvaartmaatschappij die een dergelijke dienst exploiteert neemt de verantwoordelijkheid op zich om te voldoen aan de in artikel 8, lid 2, genoemde exploitatiecriteria om verworven rechten te behouden.

"Slots" die aan een van de deelnemende luchtvaartmaatschappijen zijn toegewezen, kunnen door één of meer andere luchtvaartmaatschappijen voor de gezamenlijke exploitatie worden gebruikt, op voorwaarde dat de identificatiecode van de luchtvaartmaatschappij waaraan de "slots" zijn toegewezen voor coördinatie- en monitoringdoeleinden voor de gezamenlijke vlucht gehandhaafd blijft. Wanneer dergelijke vluchten worden stopgezet, blijven de daarvoor gebruikte "slots" bij de luchtvaartmaatschappij waaraan zij oorspronkelijk waren toegewezen. Luchtvaartmaatschappijen die deelnemen aan gezamenlijke vluchten, stellen de coördinatoren uitvoerig in kennis van de gegevens van dergelijke vluchten.

(7) Lid 6 van artikel 10 wordt lid 9.

(8) Artikel 11 wordt vervangen door de volgende tekst:

Artikel 11

Klachten en recht van beroep

1. Klachten in verband met de toepassing van de artikelen 8, 8bis en 10 worden voorgelegd aan het coördinatiecomité. Het coördinatiecomité neemt de kwestie binnen één maand nadat de klacht is ingediend, in behandeling en doet zo mogelijk voorstellen aan de coördinator om de problemen op te lossen. Als de problemen niet kunnen worden opgelost, kan de betrokken lidstaat binnen de daaropvolgende drie maanden voorzien in bemiddeling door een representatieve organisatie van luchtvaartmaatschappijen of luchthavens of een andere derde partij.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat elke partij met een gerechtvaardigd belang het recht heeft bij een nationale rechtbank of andere onafhankelijke instantie tegen de besluiten van de coördinator in beroep te gaan, wanneer de bemiddelingsprocedure van lid 1 geen oplossing heeft gebracht.

De lidstaten zorgen ervoor dat de beroepsinstantie de bevoegdheid heeft om:

(a) zo spoedig mogelijk volgens een interlocutoire procedure tijdelijke maatregelen te treffen om een einde maken aan de beweerde inbreuk of om te voorkomen dat de betrokken belangen verder worden geschaad, met inbegrip van maatregelen om de procedure voor de toewijzing van "slots" of de uitvoering van een besluit van de coördinator op te schorten of te doen opschorten,

(b) onwettige besluiten nietig te verklaren of te doen verklaren,

(c) schadevergoeding toe te kennen.

Voor de toepassing van punt c) van de tweede alinea zijn de coördinatoren vrijgesteld van schadeclaims, behoudens in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag.

De lidstaten zorgen ervoor dat de beroepsprocedures, volgens uitvoerige regels die de lidstaten kunnen vaststellen, open staan voor op zijn minst elke persoon die een belang heeft of had in procedures voor de toewijzing van "slots" en die schade heeft geleden of kan lijden als gevolg van een beweerde inbreuk.

Wanneer ingevolge dit lid gerechtelijke stappen worden ondernomen, is lid 1 met onmiddellijke ingang niet langer van toepassing.

(9) Artikel 12, de titel en lid 1 worden vervangen door de volgende tekst:

'Betrekkingen met derde landen

'1. Wanneer, wat de toewijzing en het gebruik van "slots" op zijn luchthavens betreft, blijkt dat een derde land

(a) communautaire luchtvaartmaatschappijen geen behandeling toekent die vergelijkbaar is met de behandeling die door deze verordening aan luchtvaartmaatschappijen uit dat land wordt toegekend, of

(b) communautaire luchtvaartmaatschappijen niet de facto een nationale behandeling toekent, of

(c) luchtvaartmaatschappijen uit andere derde landen een gunstiger behandeling toekent dan aan communautaire luchtvaart maatschappijen,

kan de Commissie volgens de procedure van artikel 13, lid 2, besluiten dat een of meer lidstaten maatregelen moeten treffen, inclusief de gehele of gedeeltelijke schorsing van de toepassing van deze verordening, ten aanzien van een of meer luchtvaartmaatschappijen uit dat derde land, teneinde het discriminerende gedrag van het betrokken derde land te beëindigen. '

(10) de artikelen 13 en 14 worden vervangen door de volgende tekst:

'Artikel 13

Besluitvormingsprocedure

1. Wanneer zij een besluit neemt ingevolge artikel 3, lid 3, en artikel 12, wordt de Commissie bijgestaan door een comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

2. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure vervat in artikel 5 van Besluit 1999/468/EG, overeenkomstig artikel 7, lid 3, en artikel 8 van genoemd besluit, van toepassing.

3. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

4. Voorts kan het comité door de Commissie worden geraadpleegd over elke andere kwestie in verband met de toepassing van deze verordening.

5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 14

Handhaving

1. Een vluchtplan van een luchtvaartmaatschappij wordt door de bevoegde luchverkeersleidingsautoriteiten verworpen, wanneer de luchtvaart maatschappij van plan is op een gecoördineerde luchthaven te landen of op te stijgen tijdens de periodes waarin de luchthaven gecoördineerd is, zonder dat de coördinator daarvoor een "slot" heeft toegewezen. Er dient rekening te worden gehouden met de benodigde taxitijd op de luchthaven.

2. De coördinator trekt de reeks "slots" van een luchtvaartmaatschappij in en plaatst deze in de pool op 31 januari voor het volgende zomerseizoen of op 31 augustus voor het volgende winterseizoen, als de luchtvaartmaatschappij op die datum niet in het bezit is van een exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning.

3. Wanneer een luchtvaartmaatschappij een reeks "slots" heeft verkregen als resultaat van een overdracht of uitwisseling overeenkomstig artikel 8bis, lid 3, en deze "slots" niet zijn gebruikt zoals voorgenomen overeenkomstig artikel 8bis, lid 3, onder d), trekt de coördinator de reeks "slots" in en plaatst hij deze in de pool.

4. Luchtvaartmaatschappijen die herhaaldelijk en opzettelijk luchtdiensten uitvoeren op een tijdstip dat wezenlijk verschilt van de als onderdeel van een reeks "slots" toegewezen "slot", verliezen de in artikel 8, lid 2, bedoelde status. Nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord en een formele waarschuwing heeft uitgegeven, kan de coördinator besluiten de desbetreffende reeks "slots" van die luchtvaartmaatschappij voor het resterende deel van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen.

5. Na een formele waarschuwing te hebben gegeven, voeren de lidstaten maatregelen in waarbij boetes en/of dwangsommen worden opgelegd aan luchtvaartmaatschappijen voor het herhaaldelijk en opzettelijk uitvoeren van luchtdiensten op tijden die wezenlijk verschillen van de toegewezen "slots", of voor het gebruik van een "slot" op een andere wijze dan op het ogenblik van de toewijzing was aangegeven.

Nadat de betrokken luchtvaartmaatschappij is gehoord, wordt het bedrag van de boete en/of dwangsom vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de aard en de ernst van de overtreding.

6. (a) Onverminderd artikel 10, lid 4, kan een coördinator, wanneer een luchtvaartmaatschappij er niet in slaagt het in artikel 8, lid 2, vermelde gebruikspercentage van 80% te bereiken, besluiten die reeks "slots" van die luchtvaartmaatschappij voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord.

(b) Onverminderd artikel 10, lid 4, neemt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, een reeks "slots" weer op in de pool, wanneer er geen "slots" van die reeks zijn gebruikt nadat 20% van de geldigheidsduur van de reeks is verstreken.'

(11) Artikel 15 wordt toegevoegd:

'Artikel 15

Verslag en samenwerking

1. De Commissie dient uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een verslag over de tenuitvoerlegging hiervan in bij het Europees Parlement en de Raad. In het verslag wordt met name ingegaan op de toepassing van de artikelen 8, 8bis en 10.

2. De lidstaten en de Commissie werken samen bij de tenuitvoerlegging van deze verordening, met name voor het verzamelen van de informatie voor het in lid 1 bedoelde verslag.'

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking drie maanden na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter