Home

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds, inzake de vaststelling van de regionale steunkaart op basis waarvan de door Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds, inzake de vaststelling van de regionale steunkaart op basis waarvan de door Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds, inzake de vaststelling van de regionale steunkaart op basis waarvan de door Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld /* COM/2002/0630 def. - ACC 2002/0267 */

Publicatieblad Nr. 071 E van 25/03/2003 blz. 0057 - 0061


Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds, inzake de vaststelling van de regionale steunkaart op basis waarvan de door Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. Dit is een voorstel tot vaststelling van een regionale steunkaart, aan de hand waarvan de door Polen verleende regionale steun zal worden beoordeeld.

In artikel 63, lid 4, onder a), van de Europaovereenkomst zijn de partijen overeengekomen dat gedurende de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst alle door Polen toegekende regionale steun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Polen wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde streken van de Gemeenschap.

Op 7 mei 2001 hechtte de Associatieraad EU-Polen zijn goedkeuring aan Besluit nr. 2/2001 tot verlenging met nog eens vijf jaar van de periode dat Polen wordt gelijkgesteld met de streken van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 1997.

Overeenkomstig artikel 2 van Besluit nr. 2/2001 moet Polen binnen zes maanden na de datum van goedkeuring van dit besluit de Europese Commissie gegevens verstrekken inzake het BBP per capita, aangepast aan het NUTS II-niveau. Op die basis hebben het Poolse Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming en de Europese Commissie gezamenlijk geëvalueerd welke regio's in aanmerking komen voor steun en voor welke maximumbedragen, teneinde overeenkomstig de communautaire richtsnoeren voor regionale overheidssteun [1] een regionale steunkaart te kunnen opstellen.

[1] PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

De gezamenlijke evaluatie van het Poolse Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming en de Europese Commissie heeft aangetoond dat het BPP-KKS per capita in alle regio's van het NUTS II-niveau in Polen veel lager is dan 60% van het communautaire gemiddelde. In verband hiermee en onder verwijzing naar artikel 4, lid 2, van de voorschriften voor de uitvoering van de bepalingen inzake overheidssteun van de Europaovereenkomst is men van oordeel dat de duur van de regionale steunkaart niet beperkt zou moeten worden tot 31 december 2001, de einddatum van de periode dat Polen, in overeenstemming met Besluit nr. 2/2001 van de Associatieraad EU-Polen van 7 mei 2001 gelijkgesteld wordt met de streken van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-verdrag. Daarom wordt voorgesteld de regionale steunkaart te verlengen tot de datum van toetreding of tot 31 december 2006, indien de laatste datum eerder is. Het vastleggen van 31 december 2006 als einddatum is belangrijk om de coherentie te handhaven met de kaarten voor de huidige lidstaten, die alle (met uitzondering van de kaart voor Duitsland) op die datum aflopen, alsook met de programmering van de steun van de structuurfondsen.

2. Volgens de richtsnoeren van de Gemeenschap voor regionale overheidssteun mag de hoogte van de regionale steun voor regio's die onder artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-verdrag vallen, niet meer zijn dan 50% NSE, behalve voor ultraperifere gebieden, waarvoor 65% NSE is toegestaan. In regio's van het niveau NUTS II die krachtens artikel 87, lid 3, onder a), voor steun in aanmerking komen, en waarvan het BBP/KKS per capita meer dan 60% is van het gemiddelde in de Gemeenschap, mag de steunintensiteit niet hoger zijn dan 40% NSE, met uitzondering van de ultraperifere regio's, waar 50% NSE is toegestaan. Het BBP/KKS van iedere regio en het gemiddelde in de Gemeenschap waarvan bij de analyse wordt uitgegaan, moeten betrekking hebben op het gemiddelde van de laatste drie jaar waarvoor statistieken beschikbaar zijn.

Al deze maxima mogen met 15 bruto percentpunten worden verhoogd in het geval van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen [2]. De maxima vormen echter wel de bovengrenzen voor de totale steun bij gelijktijdige steunverlening uit hoofde van verschillende regionale steunregelingen, ongeacht of de steun wordt verleend uit lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen. Onder deze maxima wordt de regionale steun aangepast aan de ernst en de intensiteit van de regionale problemen waarop ze is gericht.

[2] PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

3. Polen bestaat uit 16 NUTS II-regio's (Voivodships), waarvan geen enkele een BBP/KKS per capita heeft dat meer bedraagt dan 60% van het communautaire gemiddelde, volgens de beschikbare statistische gegevens voor de jaren 1997-1999.

4. In de voorgestelde regionale steunkaart wordt daarom aan alle gebieden van het niveau NUTS II de status toegekend van een steungebied in de zin van artikel 87, lid 3, onder a. In alle regio's van het niveau NUTS II mag de steunintensiteit niet hoger zijn dan 50% NSE, met uitzondering van de regio's van het NUTS III niveau, Wroclaw, Krakow en Gdansk-Gdynia-Sopot, waar 40% NSE is toegestaan en in de NUTS III regio's Poznan en Warszawa, waar 30% NSE werd vastgelegd.

Al deze maxima mogen met 15% bruto percentpunten worden verhoogd in het geval van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen.

5. De autoriteit van Polen dien toezicht uitoefent op de overheidssteun (het Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming) en de Europese Commissie hebben gezamenlijk de voorgestelde regionale steunkaart voor Polen geëvalueerd en vastgesteld dat deze in overeenstemming is met de communautaire richtsnoeren voor regionale steun [3].

[3] PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

6. De Commissie legt bijgaand voorstel voor aan de Raad en verzoekt deze zijn goedkeuring te hechten aan het daaraan gehechte voorstel voor een besluit van het Associatiecomité.

2002/0267 (ACC)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds, inzake de vaststelling van de regionale steunkaart op basis waarvan de door Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133 juncto de eerste zin van artikel 300, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,

Gelet op artikel 63, lid 4, onder a, van de Europaovereenkomst,

Gelet op artikel 4, lid 2, van de voorschriften voor de uitvoering van de bepalingen inzake overheidssteun van de Europaovereenkomst, vastgesteld bij Besluit nr. 3/2001 van de Associatieraad EU-Polen van 23 mei 2001,

Gelet op Besluit nr. 2/2001 van de Associatieraad EU-Polen van 7 mei 2001 met betrekking tot de verlenging met nog eens vijf jaar van de periode dat Polen wordt gelijkgesteld met de streken van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en inzonderheid op artikel 2, derde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 2 van Besluit 2/2001 verplichtte Polen binnen zes maanden na de datum van goedkeuring van dit besluit gegevens in te dienen bij de Europese Commissie inzake het BBP per capita, aangepast aan het NUTS II niveau;

(2) De Poolse toezichthoudende instantie voor overheidssteun (het Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming) en de Europese Commissie hebben gezamenlijk geëvalueerd welke regio's in aanmerking komen voor steun en voor welke maximumbedragen, om de regionale steunkaart op te stellen op basis van de communautaire richtsnoeren voor regionale overheidssteun [4];

[4] PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

(3) In overeenstemming met artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsbepalingen, juncto artikel 2, derde zin van Besluit 2/2001 van de Associatieraad EU-Polen, wordt een gezamenlijk voorstel ingediend bij het Associatiecomité, dat hierover een besluit neemt;

(4) Krachtens de communautaire richtsnoeren voor regionale steun mag voor regio's die onder artikel 87, lid 3, onder a, van het Verdrag vallen, de steunintensiteit niet hoger zijn dan 50% NSE, met uitzondering van de ultraperifere regio's, waar zij 65% NSE kan bedragen;

(5) In de regio's van het NUTS II niveau die krachtens artikel 87, lid 3, onder a, voor steun in aanmerking komen, en waarvan het BBP/KKS per capita meer dan 60% van het communautaire gemiddelde bedraagt, mag de steunintensiteit niet hoger zijn dan 40% NSE, met uitzondering van de ultraperifere regio's, waar zij 50% NSE mag bedragen;

(6) Het BBP/KKS van elke regio, alsmede het communautaire gemiddelde waarvan bij de analyse moet worden uitgegaan, moeten betrekking hebben op het gemiddelde van de laatste drie jaar waarvoor statistieken beschikbaar zijn;

(7) Alle bovengenoemde maxima mogen met 15 bruto procentpunten tot 75% NSE worden verhoogd in het geval van overheidssteun aan kleine en middelgrote bedrijven [5], en vormen de bovengrenzen die van toepassing zijn op de totale steun wanneer deze gelijktijdig wordt toegekend uit hoofde van diverse regionale steunregelingen, ongeacht of het lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen betreft;

[5] PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

(8) Onder deze maxima wordt de regionale steun aangepast aan de ernst en de intensiteit van de regionale problemen waarop ze is gericht;

(9) De ernst en de intensiteit van de regionale problemen waarop de steun is gericht worden beoordeeld in de bredere context van alle landen die Europaovereenkomsten met de Europese Gemeenschappen hebben gesloten;

(10) Polen bestaat uit 16 NUTS II regio's (Voivodships), waarvan geen enkele een BBP/KKS per capita heeft dat meer bedraagt dan 60% van het communautaire gemiddelde, volgens de beschikbare statistische gegevens voor de jaren 1997-1999;

(11) Polen bestaat uit 44 NUTS III regio's (districten), waarvan vijf een hoger BBP en een lagere werkloosheid hebben dan gemiddeld, zodat het passend is een lager steunniveau vast te stellen: 40% NSE voor Wroclaw, Krakow en Gdansk-Gdynia-Sopot en 30% NSE voor Poznan en Warszawa.

(12) De op elk van bovengenoemde regio's van toepassing zijnde maximale steunniveaus, zoals gezamenlijk geëvalueerd door het Poolse Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming en de Europese Commissie, voldoen aan de eisten van de communautaire richtsnoeren inzake regionale steun;

BESLUIT:

Enig artikel

Het door de Gemeenschap in te nemen standpunt in het Associatiecomité dat is opgericht krachtens de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Polen anderzijds inzake de vaststelling van de regionale steunkaart, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Associatiecomité.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

BIJLAGE

ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN POLEN

- Het Associatiecomité-

BESLUIT nr. .../2002 VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ

TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

EN HUN LIDSTATEN ENERZIJDS

EN POLEN ANDERZIJDS

van

tot vaststelling van een regionale steunkaart op basis waarvan de door

Polen toegekende overheidssteun zal worden beoordeeld

HET ASSOCIATIECOMIÉ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133 juncto de eerste zin van artikel 300, lid 2;

Gezien het voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

Gelet op artikel 63, lid 4, onder a, van de Europaovereenkomst;

Gelet op artikel 4, lid 2, van de met Besluit nr. 3/2001 van de Associatieraad EU-Polen van 23 mei 2001 aangenomen voorschriften voor de uitvoering van bepalingen inzake de overheidssteun van de Europaovereenkomst;

Gelet op Besluit nr. 2/2001 van de Associatieraad EU-Polen van 7 mei 2001 over de verlenging met nog eens vijf jaar van de periode dat Polen wordt gelijkgesteld met de streken van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en inzonderheid op artikel 2, derde zin;

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Artikel 2 van Besluit nr. 2/2001 verplichtte Polen binnen zes maanden na de datum van goedkeuring van dit besluit gegevens in te dienen bij de Europese Commissie inzake het BBP per capita aangepast aan het NUTS II niveau;

(2) De Poolse toezichthoudende instantie voor overheidssteun (het Bureau voor Mededinging en Consumentenbescherming) en de Europese Commissie hebben gezamenlijk geëvalueerd welke regio's in aanmerking komen voor steun en voor welke maximumbedragen, om de regionale steunkaart op te stellen op basis van de communautaire richtsnoeren voor regionale overheidssteun [6];

[6] PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.

(3) In overeenstemming met artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsbepalingen, juncto artikel 2, derde zin van Besluit 2/2001 van de Associatieraad EU-Polen, wordt een gezamenlijk voorstel ingediend bij het Associatiecomité, dat hierover een besluit neemt;

(4) Krachtens de communautaire richtsnoeren voor regionale steun mag voor regio's die onder artikel 87, lid 3, onder a, van het Verdrag vallen, de steunintensiteit niet hoger zijn dan 50% NSE, met uitzondering van de ultraperifere regio's waar zij 65% NSE kan bedragen;

(5) In de regio's van het NUTS II niveau die krachtens artikel 87, lid 3, onder a, voor steun in aanmerking komen, en waarvan het BBP/KKS per capita meer dan 60% van het communautaire gemiddelde bedraagt, mag de steunintensiteit niet hoger zijn dan 40% NSE, met uitzondering van de ultraperifere regio's waar zij 50% NSE mag bedragen;

(6) Het BBP/KKS van elke regio, alsmede het communautaire gemiddelde waarvan bij de analyse moet worden uitgegaan, moeten betrekking hebben op het gemiddelde van de laatste drie jaar waarvoor statistieken beschikbaar zijn;

(7) Alle bovengenoemde maxima mogen met 15 bruto procentpunten tot 75% NSE worden verhoogd in het geval van overheidssteun aan kleine en middelgrote bedrijven [7], en vormen de bovengrenzen die van toepassing zijn op de totale steun wanneer deze gelijktijdig wordt toegekend uit hoofde van diverse regionale steunregelingen, ongeacht of het lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen betreft;

[7] PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

(8) Onder deze maxima wordt de regionale steun aangepast aan de ernst en de intensiteit van de regionale problemen waarop ze is gericht;

(9) De ernst en de intensiteit van de regionale problemen waarop de steun is gericht worden beoordeeld in de bredere context van alle landen die Europaovereenkomsten met de Europese Gemeenschappen hebben gesloten;

(10) Polen bestaat uit 16 NUTS II regio's (Voivodships), waarvan geen enkele een BBP/KKS per capita heeft dat meer bedraagt dan 60% van het communautaire gemiddelde, volgens de beschikbare statistische gegevens voor de jaren 1997-1999;

(11) Polen bestaat uit 44 NUTS III regio's (districten) waarvan vijf een hoger BBP en een lagere werkeloosheid hebben dan gemiddeld, zodat het passend is een lager steunniveau vast te stellen, 40% NSE voor Wroclaw, Krakow en Gdansk-Gdynia-Sopot en 30% NSE voor Poznan en Warszawa.

(12) De op elk van bovengenoemde regio's van toepassing zijnde maximale steunniveaus, zoals gezamenlijk geëvalueerd door het Poolse bestuur voor Mededinging en Consumentenbescherming en de Europese Commissie, voldoen aan de eisen van de communautaire richtsnoeren inzake regionale steun;

BESLUIT:

Artikel 1

De op Polen van toepassing zijnde maximale steunniveaus worden beperkt, uitgedrukt in nettosubsidie-equivalent tot 50% in de NUTS II regio's Dolnoslaskie, Kujawsko-pomorskie, Lubelskie, Lubuskie, Lodzkie, Maloposkie, Mazowieckie, Opolskie, Podkarpackie, Podlaskie, Pomorskie, Slaskie, Swietokryskie,Warminsko-Mazurskie, Wielkopolskie en Zachodniopomorski, maar tot slechts 40% in de NUTS III regio's Wroclaw, Krakow en Gdansk-Gdynia-Sopot, en tot 30% in de NUTS III regio's Poznan en Warszawa.

De in artikel 1 (1) genoemde maximale steunniveaus mogen met 15 bruto procentpunten worden verhoogd in geval van overheidssteun aan kleine en middelgrote bedrijven [8].

[8] PB L 107 van 30.4.1996, blz. 4.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde maximale steunniveaus vormen de bovengrenzen die van toepassing zijn op de totale steun, wanneer deze gelijktijdig wordt toegekend uit hoofde van diverse regionale steunregelingen, ongeacht of het lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen betreft.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd. Het verstrijkt op 31 december 2006 of de datum waarop Polen toetreedt tot de Europese Unie, indien de laatste datum eerder is.

Gedaan te Brussel,

Voor het Associatiecomité

De Voorzitter