Home

Inleiding van een versnelde procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

Inleiding van een versnelde procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

Inleiding van een versnelde procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

Publicatieblad Nr. C 175 van 23/07/2002 blz. 0003 - 0004


Inleiding van een versnelde procedure voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India

(2002/C 175/03)

De Commissie heeft een verzoek om een versnelde herziening ontvangen overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 2026/1997 van de Raad(1) "de basisverordening") met betrekking tot de invoer van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India, waarop een compenserend recht van toepassing is krachtens Verordening (EG) nr. 1599/1999 van de Raad(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 164/2002(3).

1. Indiener van het verzoek

Het verzoek werd ingediend door Garg Sales Co. PVT Ltd, een producent/exporteur uit India (hierna "de indiener" genoemd).

2. Product

Het verzoek heeft betrekking op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer, bevattende 2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, ander dan draad bevattende 28 gewichtspercenten of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 gewichtspercenten of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom, dat van oorsprong is uit India (hierna "het betrokken product" genoemd) en momenteel wordt ingedeeld onder GN-code ex 7223 00 19. Deze GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

3. Thans geldende maatregelen

Op de invoer in de Gemeenschap van roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India, waaronder de invoer van de indiener, is thans een definitief compenserend recht van 48,8 % van toepassing, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1599/99, behalve voor verschillende ondernemingen die specifiek werden vermeld en waarvoor individuele rechten werden vastgesteld.

4. Motivering

De indiener voert aan dat hij tijdens het onderzoektijdvak waarop het compenserende recht is gebaseerd, d.w.z. 1 april 1997 tot 31 maart 1998 (hierna "het oorspronkelijke OT" genoemd), niet werd onderzocht om andere redenen dan ten gevolge van de weigering medewerking te verlenen. De indiener stelt dat hij het betrokken product tijdens het oorspronkelijke OT niet naar de Gemeenschap exporteerde en dat hij aan geen van de producenten/exporteurs op wie de huidige maatregel van toepassing is, gelieerd is.

Voorts betoogt hij dat hij het betrokken product pas na afloop van het oorspronkelijke OT naar de Gemeenschap is beginnen exporteren. Op basis van het bovenstaande verzoekt de indiener om de vaststelling van een individueel recht.

5. Procedure

De belanghebbende producenten in de Gemeenschap zijn van dit verzoek in kennis gesteld en hebben de gelegenheid gekregen opmerkingen te maken.

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een versnelde herzieningsprocedure in te leiden. Zij opent hierbij een herzieningsonderzoek overeenkomstig artikel 20 van de basisverordening.

a) Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener een vragenlijst toezenden.

b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

De belanghebbenden die kunnen aantonen dat de uitkomst van het herzieningsonderzoek waarschijnlijk gevolgen voor hen zal hebben, wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, op de in punt 5 a) genoemde vragenlijst te antwoorden of andere informatie waarmee rekening dient te worden gehouden, te verstrekken. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen op voorwaarde dat deze hiertoe een verzoek indienen en kunnen aantonen dat zij bijzondere redenen hebben om te worden gehoord. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 b) vermelde termijn zijn ingediend.

6. Termijnen

a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de in punt 5 a) genoemde vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Belanghebbenden worden erop geattendeerd dat zij de meeste in de basisverordening vastgestelde procedurele rechten slechts kunnen laten gelden indien zij zich binnen de vorengenoemde termijn hebben aangemeld.

b) Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de belanghebbende.

Correspondentieadres van de Commissie Europese Commissie Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

Kantoor J-79 - 05/16 B - 1049 Brussel. Fax (32-2) 295 65 05 Telex COMEU B 21877.

8. Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.

(1) PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1.

(2) PB L 189 van 22.7.1999, blz. 1.

(3) PB L 30 van 31.1.2002, blz. 9.