Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zakken van polyethyleen of polypropyleen uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand
Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zakken van polyethyleen of polypropyleen uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand
Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zakken van polyethyleen of polypropyleen uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand
Publicatieblad Nr. C 243 van 09/10/2002 blz. 0010 - 0013
Inleiding van een herzieningsprocedure bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zakken van polyethyleen of polypropyleen uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand
(2002/C 243/05)
Na de publicatie van het bericht dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van zakken van polyethyleen of polypropyleen (ook zakken van geweven polyolefin genoemd) uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand binnenkort zouden vervallen(1), heeft de Commissie het verzoek ontvangen een nieuw onderzoek te openen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 van de Raad(3) (hierna "de basisverordening" genoemd).
1. Indiener van het verzoek
Het verzoek werd op 8 juli 2002 ingediend door de "European Association for Textile Polyolefins (EATP)" namens producenten die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 40 %, van de productie van zakken van polyethyleen of polypropyleen in de Gemeenschap.
2. Product
Het verzoek heeft betrekking op geweven zakken voor verpakkingsdoeleinden, andere dan van brei- of haakwerk, vervaardigd van strippen of van artikelen van dergelijke vorm, van polyethyleen of polypropyleen, waarvan het weefsel niet meer dan 120 g/m2 weegt, ingedeeld onder de GN-codes 6305 32 81, 6305 33 91, ex 3923 21 00, ex 3923 29 10 en ex 3923 29 90 van oorsprong uit China, India, Indonesië en Thailand. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Thans geldende maatregelen
Momenteel zijn definitieve antidumpingrechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2003/97 van de Raad(4) en Verordening (EG) nr. 1950/97(5) van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1763/2002(6).
4. Motivering
Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot een voortzetting of herhaling van dumping en van schade voor de bedrijfstak van de Gemeenschap.
De indiener van het verzoek heeft gegevens voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer met dumping van het betrokken product uit de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand werd voortgezet en dat het om aanzienlijke hoeveelheden ging.
De bewering dat de invoer met dumping van het betrokken product uit India en Indonesië is blijven voortduren is gebaseerd op een vergelijking van de berekende normale waarde van dit product met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De normale waarde voor de Volksrepubliek China werd, op grond van artikel 2, lid 7, van de basisverordening, door de indiener van het verzoek vastgesteld aan de hand van de prijzen in het in punt 5.1 d) hieronder genoemde vergelijkbaar derde land met markteconomie. De bewering dat de dumping werd voortgezet is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De aldus vastgestelde dumpingmarges voor genoemde exportlanden zijn aanzienlijk.
Wat Thailand betreft is de indiener van het verzoek van oordeel dat het waarschijnlijk is dat het betrokken product opnieuw in aanzienlijke hoeveelheden met dumping uit Thailand zal worden ingevoerd, daar het betrokken product uit Thailand in andere derde landen, bijv. de Verenigde Staten, met dumping wordt ingevoerd.
Wat schade betreft wordt aangevoerd dat de hoeveelheden waarin het betrokken product uit de genoemde landen wordt ingevoerd en de prijzen waartegen dit geschiedt nadelige gevolgen hebben op, onder meer, het marktaandeel, de omvang van de verkoop en het prijsniveau van de EG-producenten, hetgeen zeer nadelig is voor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten.
De indiener van het verzoek voert voorts aan dat het waarschijnlijk is dat de schadeveroorzakende dumping zal worden voortgezet. Hij heeft in dit verband bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat, indien de thans geldende maatregelen vervallen, de huidige omvang van de invoer waarschijnlijk zal toenemen gezien de productiecapaciteit van de producenten/exporteurs in de betrokken landen en de aanwezigheid van reeds gevestigde distributiekanalen voor hun producten in de Gemeenschap.
De indiener van het verzoek beweert dat de EG-producenten in een kwetsbare positie verkeren en dat deze producenten waarschijnlijk nog meer schade zullen lijden indien de antidumpingmaatregelen vervallen en het betrokken product in nog grotere hoeveelheden met dumping uit de betrokken landen wordt ingevoerd
Bij Verordening (EG) nr. 1763/2002 werd vastgesteld dat het betrokken product uit India nog steeds met dumping wordt ingevoerd.
5. Procedure
Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een herzieningsprocedure bij het vervallen van de maatregelen in te leiden en opent zij hierbij een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening.
5.1. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade
Bij het nieuwe onderzoek zal worden vastgesteld of het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en of hierdoor schade zal ontstaan indien de thans geldende maatregelen vervallen.
a) Steekproef
Daar kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure zijn betrokken, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, besluiten van steekproeven gebruik te maken.
i) Steekproef van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens, in een vertrouwelijke en in een niet-vertrouwelijke versie, over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
- naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon,
- de hoeveelheid (in stuks en ton) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002 naar de Gemeenschap werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta,
- de hoeveelheid (in stuks en ton) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta (deze gegevens behoeven niet te worden verstrekt door ondernemingen in de Volksrepubliek China),
- een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product,
- de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven(7) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product,
- alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn,
- of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd.
Teneinde de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de betrokken exportlanden en met de haar bekende organisaties van producenten/exporteurs.
ii) Steekproef van importeurs
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs die geen banden hebben met producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens, in een vertrouwelijke en in een niet-vertrouwelijke versie, over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
- naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer en naam van een contactpersoon,
- de totale omzet van het bedrijf in euro in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002,
- het aantal werknemers,
- een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product,
- de hoeveelheid (in stuks en ton) van het betrokken product uit Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand die in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde van die verkoop in euro,
- de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product,
- alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn,
- of het bedrijf bereid is in de steekproef te worden opgenomen, hetgeen betekent dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd.
Teneinde de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.
iii) Definitieve samenstelling van de steekproef
Op- of aanmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de onder punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.
De Commissie zal de steekproef eerst definitief samenstellen na de bedrijven te hebben geraadpleegd die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.
Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren.
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de producenten in de Gemeenschap, organisaties van producenten in de Gemeenschap, de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, India, Indonesië en Thailand, organisaties van producenten/exporteurs, de in de steekproef opgenomen importeurs en organisaties van importeurs die in het verzoek zijn genoemd of die medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en aan de autoriteiten van de betrokken exportlanden.
Alle belanghebbenden dienen in ieder geval zo spoedig mogelijk per fax contact op te nemen met de Commissie om te vernemen of zij in het verzoek zijn genoemd om zo nodig een vragenlijst aan te vragen binnen de in punt 6 a) i) vermelde termijn, daar de in punt 6 a) ii) vermelde termijn op alle belanghebbenden van toepassing is.
c) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst en het nodige bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken indien zij kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn zijn ingediend.
d) Selectie van een derde land met markteconomie
Bij het vorige onderzoek werd Turkije gekozen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China. De Commissie overweegt voor dit doel opnieuw Turkije te kiezen. Op- of aanmerkingen over de keuze van dit land dienen binnen de onder punt 6 c) vermelde termijn te worden toegezonden.
5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Gemeenschap
Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is de antidumpingmaatregelen te handhaven indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de invoer met dumping zal worden voorgezet en dat hierdoor schade zal ontstaan. Producenten in de Gemeenschap, importeurs en representatieve organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord wensen te worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
6. Termijnen
a) Algemene termijn
i) Om een vragenlijst aan te vragen
Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid, dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, een vragenlijst aan te vragen.
ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
De in een steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de in punt 6 b) iii) vemelde termijn hun antwoord op de vragenlijst doen toekomen.
iii) Om een mondeling onderhoud aan te vragen
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef
i) Alle in de punten 5.1 a) i) en 5.1 a) ii) bedoelde gegevens dienen uiterlijk 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bij de Commissie te zijn ingediend, daar deze voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef.
ii) Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) iii), moeten binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen door de Commissie zijn ontvangen.
iii) De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.
c) Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie
Partijen bij het onderzoek die opmerkingen wensen te maken over het voornemen van de Commissie, als in punt 5.1 d) genoemd, Turkije te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China, dienen dit te doen binnen 10 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.
Correspondentieadres van de Commissie: Europese Commissie Kamer J 79 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877.
8. Medewerking
Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.
(1) PB C 10 van 12.1.2002, blz. 2 en PB C 16 van 19.1.2002, blz. 2.
(2) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.
(3) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.
(4) PB L 284 van 16.10.1997, blz. 1.
(5) PB L 276 van 9.10.1997, blz. 1.
(6) PB L 267 van 4.10.2002, blz. 1
(7) Voor de betekenis van het begrip "verbonden bedrijf" zie artikel 143, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).