Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op aktieve kool in poedervorm uit de Volksrepubliek China
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op aktieve kool in poedervorm uit de Volksrepubliek China
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op aktieve kool in poedervorm uit de Volksrepubliek China
Publicatieblad Nr. C 262 van 29/10/2002 blz. 0002 - 0003
Inleiding van een procedure voor een tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op aktieve kool in poedervorm uit de Volksrepubliek China
(2002/C 262/02)
De Commissie heeft op eigen initiatief besloten een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad(1) laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000(2), (hierna "de basisverordening" genoemd). Deze herzieningsprocedure zal beperkt zijn tot een onderzoek naar de vorm van de thans geldende maatregelen.
1. Product
De herzieningsprocedure heeft betrekking op aktieve kool in poedervorm, ingedeeld onder de GN-code ex 3802 10 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China. De GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.
2. Thans geldende maatregelen
Op aktieve kool in poedervorm uit de Volksrepubliek China is momenteel een definitief antidumpingrecht van toepassing dat bij Verordening (EG) nr. 1011/2002 van de Raad(3) werd ingesteld. Het recht is een specifiek recht.
3. Motivering
De Commissie heeft op eigen initiatief besloten een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening om te onderzoeken of de thans geldende maatregelen passend zijn.
Deze maatregelen in de vorm van een specifiek antidumpingrecht houden geen rekening met situaties waarin de goederen, voordat zij in de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, zijn beschadigd. Opgemerkt wordt dat de maatregelen niet meer mogen inhouden dan nodig is om een einde te maken aan schade.
4. Procedure voor de vaststelling van dumping
Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden. Zij opent derhalve, op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening, een onderzoek dat beperkt zal zijn tot het in punt 3 genoemde aspect.
a) Het inwinnen van informatie
Om het standpunt van belanghebbenden over het bovenstaande te vernemen, zal de Commissie contact opnemen met de EG-producenten, de producenten/exporteurs en organisaties van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, de importeurs en organisaties van importeurs die medewerking verleenden aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid en de betrokken autoriteiten van de Volksrepubliek China.
Partijen die waarschijnlijk belang hebben bij de resultaten van het onderzoek naar de vorm van de thans geldende maatregelen worden hierbij uitgenodigd inlichtingen te verstrekken, hun standpunt uiteen te zetten en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze moeten binnen de onder punt 5 genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
b) Mondelinge toelichting
Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die dit schriftelijk aanvragen en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 5 vermelde termijn zijn ingediend.
5. Termijnen
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en gegevens doen toekomen.
Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn van 40 dagen bij de Commissie aanmeldt.
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
6. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene.
Correspondentieadres van de Commissie: Europese Commissie Directoraat-generaal Trade
Directoraat B
J-79 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: COMEU B 21877.
7. Medewerking
Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken.
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.
(2) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.
(3) PB L 155 van 14.6.2002, blz. 1.