Home

Bekendmaking van een registratie-aanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een registratie-aanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een registratie-aanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Publicatieblad Nr. C 262 van 29/10/2002 blz. 0006 - 0009


Bekendmaking van een registratie-aanvraag in de zin van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2002/C 262/04)

Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 van benoemde verordening. Elk bezwaar tegen deze registratie-aanvraag moet via de bevoegde autoriteit van een lidstaat binnen zes maanden na deze bekendmaking, worden ingediend. De bekendmaking houdt verband met de hiernavolgende gegevens, met name punt 4.6, die de reden zijn voor de registratie-aanvraag in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92.

VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92 VAN DE RAAD

REGISTRATIE-AANVRAAG: ARTIKEL 5

BOB (x) BGA ( )

Nationaal nummer van het dossier: 7/2001

1. Bevoegde dienst van de lidstaat Naam: Ministero delle Politiche agricole e forestali

Adres: Via XX Settembre, 20, I-00187 Roma

Tel. (39-06) 481 99 68

Fax (39-06) 42 01 31 26

E-mail: qualita@politicheagricole.it

2. Aanvragende groepering 2.1. Naam: Consorzio di tutela olio extravergine di oliva "Alto Crotonese" (Consortium voor de bescherming van de extra olijfolie van eerste persing "Alto Crotonese")

2.2. Adres: Piazza Campo, I-88819 Verzino (KR)

2.3. Samenstelling: producenten/verwerkers (x) overig ( ).

3. Productcategorie: Klasse 1.5 - Oliën en Vetten - Extra olijfolie van eerste persing.

4. Overzicht van het productdossier (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)

4.1. Naam: "Alto Crotonese"

4.2. Beschrijving: Extra olijfolie van eerste persing met de volgende kenmerken:

- kleur: strogeel tot lichtgroen;

- geur: zachte olijvengeur;

- smaak: licht fruitig;

- paneltest: >= 6,5;

- totale gehalte aan zuren, uitgedrukt in gewicht aan oliezuur: maximaal 0,7 gram op 100 gram olie;

- peroxidegetal: maximaal 14 Meq O2/kg;

- oliezuur: >= 70 %;

- K 232 <= 2;

- K 270 <= 0,2;

- totale gehalte aan polyfenolen >= 100 ppm.

4.3. Geografisch gebied: Het teelt- en verwerkingsgebied van de olijven waaruit extra olijfolie van eerste persing "Alto Crotonese" wordt verkregen, omvat de volgende gemeenten in de provincie Crotone (regio Calabria): Castelsilano (gedeeltelijk), Cerenzia, Pallagorio, San Nicola dell'Alto Savelli (gedeeltelijk), Verzino. De precieze begrenzing wordt in het productdossier aangegeven.

4.4. Bewijs van oorsprong: Reeds in 2000 v. C. werden op het grondgebied van de huidige provincie Crotone olijven geteeld. De Enotriërs en de Pelasgiërs waren stammen van landbouwers en herders die in kleine groepen verspreid leefden in de streek rond Kroton (het huidige Crotone).

De eerste duidelijke sporen gaan terug op de Byzantijnse periode, dankzij het werk van monniken van de orde der Basilianen, die vanuit het Helleense Oosten naar Calabrië waren gevlucht, waar zij tegen het einde van de zesde eeuw waren begonnen de teelttechnieken van de olijfboom te verbeteren. Als bewijs van hun bemoeienis met de olijventeelt resten ons teruggevonden antieke olijvenpersen die dateren uit de zesde tot en met de tiende eeuw na Christus en eeuwenoude olijfbomen die tot op heden te vinden zijn in de omgeving waar zij woonden, namelijk: in Macchia di Alessio en Ratto in het buitengebied van de gemeente Savelli, op het grondgebied van het antieke Acherentia, en in Mennola in de gemeente Pallagorio.

Aan het begin van de negentiende eeuw was het een edelman uit Cerentia, een zekere Francesco Benincasa, die in een uiteenzetting over de flora van de omgeving aan de gouverneur van Cosenza en aan de Landbouwmaatschappij van het Koninkrijk der beide Siciliën de olijfboom noemde als een boom die ruime aandacht verdiende, omdat hij zo snel groeit en om de waardevolle producten die hij voorbrengt.

De laatste vijftig jaar is de olijventeelt aanzienlijk uitgebreid en uiteindelijk een belangrijke teelt voor de economie van de streek geworden, omdat gronden die voor weinig andere teelten geschikt waren, zo geld konden opbrengen.

Productie, verwerking en botteling vinden binnen het afgebakende gebied plaats. De olie wordt binnen het afgebakende gebied gebotteld, omdat de specifieke kenmerken en de hoge kwaliteit van de olijfolie "Alto Crotonese" moeten worden beschermd, zodat de controle door de controle-instantie gegarandeerd onder toezicht van de betrokken producenten plaatsvindt. Voor de producenten is de beschermde oorsprongsbenaming van doorslaggevend belang, omdat deze, in lijn met de doelstellingen en de algehele strekking van de verordening, een gelegenheid biedt om het inkomen aan te vullen. Bovendien wordt de controle traditioneel in het afgebakende geografische gebied verricht.

De landbouwbedrijven, olieslagerijen en bottelarijen die de betrokken extra olijfolie van eerste persing met die naam in de handel brengen, moeten, om de traceerbaarheid van het product te garanderen, hun olijfgaarden, hun verwerkings- en bottelingsinstallaties inschrijven in speciale lijsten die door het controleorgaan moeten worden bijgehouden.

4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: Extra olijfolie van eerste persing "Alto Crotonese" wordt verkregen van de olijfboomvariëteit "Carolea", waartoe ten minste 70 % van de bomen in de betrokken olijfgaarden moet behoren. De andere olijfboomvariëteiten, waarvan niet meer dan 30 % van de voor "Alto Crotonese" bestemde olijven afkomstig zijn (d.w.z. van één variëteit of een combinatie van die variëteiten), zijn: Pennulara, Borgese, Leccino, Tonda di Strongoli, Rossanese.

Behalve de traditionele teeltmethoden mogen voor nieuwe aanplant ook andere teeltmethoden, met een plantdichtheid tot 400 bomen per hectare, worden gebruikt.

De olijven worden vóór 31 december van elk jaar rechtstreeks van de boom geoogst, met de hand of met mechanische middelen. De olijven mogen niet zijn aangetast door parasieten.

De pedologische kenmerken van het gebied en de hoogte maken dat de olijfgaarden gevrijwaard blijven van schade door parasieten. Bovendien wordt het onkruidprobleem verholpen door de grond te frezen.

Voor de productie van extra olijfolie van eerste persing mag in het geval van gespecialiseerde olijfgaarden per hectare maximaal 10 ton olijven worden geoogst, terwijl in gaarden met gemengde teelt de gemiddelde olijvenproductie per boom niet meer dan 65 kg mag bedragen.

De olieopbrengst mag niet meer bedragen dan 20 %.

De olijven moeten zodanig worden vervoerd, dat zij perfect bewaard blijven. Totdat zij worden geperst, moeten de geoogste olijven in open (geventileerde) kratten worden bewaard en vervoerd.

De olijven moeten in volcontinudienst in water van omgevingstemperatuur worden gewassen, en tijdens het vermalen van de olijven mag de temperatuur van de oliepasta niet meer bedragen dan 25 °C; iedere andere behandeling is verboden. De olijven moeten binnen twee dagen na de oogst worden gemalen.

4.6. Verband: Het afgebakende gebied is homogeen wat ecologische en pedologische omstandigheden en wat variëteiten betreft, omdat het zich aan de voet van de bergketen van de "Sila Grande" bevindt.

De morfologie van het hele gebied wordt gekenmerkt door een naar het Noorden toe steeds sterker geaccidenteerd heuvellandschap.

Tachtig procent van het betrokken gebied ligt op meer dan 400 meter boven zeeniveau.

Het klimaat is typisch mediterraan, met vooral in herfst en winter regenval.

De bodemgesteldheid en het klimaat, in samenspel met de betrokken variëteiten, verlenen de extra olijfolie van eerste persing "Alto Crotonese", de beschreven bijzondere kwaliteitskenmerken.

Taalkundige studies naar de plaatsnamen van het betrokken gebied, door G. Alessio en N. Misiti, door E. Straface en door J. Trumper, hebben een reeks toponiemen aan het licht gebracht die samenhangen met primitieve cultivars ter plaatse, zoals "Serra Dera" - wilde olijf.

Het gebied waar de oude dorpen Cerenzia en Verzino zijn ontstaan, leende zich voor verschillende teelten, waaronder de olijventeelt. Deze rijkdom inspireerde de schrijver Barzio in de zestiende eeuw tot de woorden: "de olijven, zo groot als amandelen, dik en rijk aan vruchtvlees, ingemaakt in vaatjes, zijn verrukkelijk".

De minder voorkomende variëteiten (Pennulara, Tonda di Strongoli en Rossanese) waarvan bij de productie van deze BOB ook gebruik wordt gemaakt, zijn specifiek voor het productiegebied en ontlenen hun naam aan toponiemen in het betrokken gebied, terwijl de belangrijkste variëteit, "Carolea", specifiek is voor de Regio Calabrië en alleen daar voorkomt.

Van de historische band met de streek getuigt het "feest van de Cullurello", dat sinds mensenheugenis wordt gevierd, en waarvan de auteur P. Maone, die in de tweede helft van de negentiende eeuw leefde, de volgende beschrijving gaf: "In de schemering staat de overheerlijke olijfolie al heet te worden in enorme koekenpannen om er de 'cullurello', een zeldzame lekkernij, in te bakken". De cullurello is een merkwaardig soort donut, gemaakt van vers deeg dat in de nieuwe olie bruin wordt gebakken; ze worden warm gegeten met olijven. Ook tegenwoordig geldt nog dat, wanneer de cullurello op tafel verschijnt, het olijvenoogstseizoen is aangebroken.

De olijventeelt is de belangrijkste productieve sector in het gebied, en speelt, met 30 % van de bruto verkoopbare productie een voorname rol in de plaatselijke economie.

4.7. Controlestructuur Naam: 3 A - Parco tecnologico agroalimentare dell'Umbria - Soc. Cons. arl

Adres: Fraz. Pantella, I-06050 Todi (PG).

4.8. Etikettering: De extra olijfolie van eerste persing moet in verpakkingen of in flessen van niet meer dan vijf liter inhoud in de handel worden gebracht. Op de etiketten moet behalve wat overeenkomstig de etiketteringsregelgeving verplicht is, in duidelijk leesbare en onuitwisbare lettertekens het volgende worden aangegeven: de naam "'Alto Crotonese' denominazione di origine protetta" (beschermde oorsprongsbenaming).

Bovendien moet in de onmiddellijke nabijheid van de beschermde oorsprongsbenaming het grafische symbool met het speciale en eenduidige logo worden aangebracht.

Het grafische symbool is een ellips met daarin op de voorgrond het hoog gelegen oude bisschoppelijke paleis van Acherentia, en met op de achtergrond de blauwe lucht. Kleurgebruik: bruin 464 C voor het bisschoppelijke paleis, de heuvel: groen pantone 340 C, het blauw van de lucht: blauw pantone 2985 C, zoals in de bijlage.

4.9. Nationale eisen: -

EG-nummer: G/IT/00200/2001.06.14.

Datum van ontvangst van het volledige aanvraagdossier: 8 juli 2002.